zaterdag 10 december 2016

Dag 17: Isla Santa Cruz - Puerto Ayora

Dag allemaal,

Toen ik vanmorgen eens in mijn reiskoffer dook schrok ik een beetje. Ik zag de bodem.

Snif. Het einde van het schoon leven is in zicht.

Gedaan met eten op bed, warmte, natte landings, droge landings, long IJsland ijsthee, uitslapen tot iets na zes.

Snif.

Vandaag mochten we trouwens wat langer uitslapen. We gingen vandaag naar de grote stad, Puerto Ayora.

Nu ja. Grote stad. Tot nu toe zijn we op een verlaten postkantoor na niet veel sporen van mensen tegengekomen.

En dus vandaag krijgen we alles ineens op ons bord.

Na het lekkere ontbijt konden we in de rij gaan staan voor onze voorlaatste landing. Een droge deze keer. Ons schip lag een beetje buiten de haven maar vergeleken met andere dagen was het druk druk druk.

Allereerst was er al een boot met eten en drinken naast onze boot komen liggen. Ah ja voor de volgende vlieger toeristen die ook allemaal honger en dorst zullen leiden. En voor de rest lagen er veel bootjes en boten te wachten op toeristen, voor een eendagsexcursie of meerdere dagen. En rubberbootjes die met veel lawaai van links naar rechts vaarden en terug. Vespa's op het water om zo te zeggen.

Het was in feite een van onze langste landingen en met al die boten ook een van de meer dooreengeklutste. Maar uiteindelijk kwamen we toch veilig aan. En ons busje stond al te wachten.

Ah ja. Niet te veel te voet vandaag want we waren terug in de bewoonde wereld.

Eerst moesten we naar de Darwin Stichting. Lang, lang geleden opgericht in België door een mijnheer die hier de natuur en zo kwam bestuderen. In de sporen van Darwin.

En wat deed men daar al? Veel administratie maar daar komen geen toeristen naar kijken. Maar ook een aantal kweekprogrammas voor schildpadden. Lonesome George was hier jarenlang op pension. Tot zijn dood. Iedereen dacht dat hij de Laatste van zijn soort was maar nee hoor, ze hebben ondertussen ook nog een neef gevonden in SAN Diego en hopelijk zet die nu het ras voort. 

Ook het hoofdkwartier van het nationale park ligt hier. Je passeert dan ook af en toe een nors kijkende soldaat. Die droomt waarschijnlijk van het vasteland.

Enfin, we kregen dus een aantal kweektuintjes te zien van dieren en planten en mochten dan zelf helemaal op ons eentje terug naar het haventje wandelen. Vervelen gingen we ons niet want er waren heel wat winkeltjes gevestigd langs de Avenida Darwin.

Wat we zeker niet mochten missen was de vismarkt.

Wat was daar aan de hand? 

Wel op een vismarkt hebben ze (meestal) verse vis.

En de vismarkt is dicht tegen het water.

En hier zijn veel vogels en dieren die jagen op vis.

...

Enkele visboerinnen waren dus de verse vis aan het kuisen en in hapklare brokken te hakken. En waar gehakt en gekuist wordt, daar is ook al eens afval. En daar zaten pelikanen, reigers, aalscholvers, zeeleeuwen, ... op te wachten. De mannen van de vuilbak moesten niet passeren op de vismarkt, daar bleef niets meer over voor hun.

Hihi.

Slimme visboerinnen. En slimme beesten.

En dan kwam onze belangrijke opdracht van de dag ... we gingen voor groene jongen spelen.

Hoezo groene jongens en meisjes?

Wel op het einde van elke Cruise organiseert de kapitein een boomplantactie waarbij elke passagier een jong scheutje plant op een van de vulkanen boven Puerto Ayora. Met die boomplantactie worden telkens uitheemse bomen vervangen door originele inheemse boompjes.

Een heel nobel doel dus.

En mijnheer Didier had ons allemaal ingeschreven. Allez, ons baasjes ingeschreven. Wij hadden vrijstelling voor hard labeur. Wij waren op vakantie. Hihi.

Alles was wel goed georganiseerd hoor.

Twee dagen op voorhand moest iedereen zijn schoenmaat opgeven voor de laarzen die we kregen - mocht het dan toch wat te vochtig zijn. En we kregen elk een uniek nummer voor onze boom zodat we later kunnen komen kijken hoe het met onze boom is, of ie wel goed groeit en zo.

Eigenlijk was het wel grappig. Aan de plat plaats was de weg over honderden meter afgezet. Er waren stoeltjes voor wie niet rechtstaand laarzen kan aan en uitdoen. Er waren bassins om de handen te wassen. Er waren kinderen om de plantjes aan te reiken. Er waren fotografen. De max.

Ik zie mijn baasjes zo nog niet de volgende beplanting van de hof in um doen. Het is misschien wel een idee, voor een buurtfeest of zo.

O ja. Hebben we de boompjes bewaterd? 

Hmm.

Neen. Er liep teveel volk rond en als er teveel volk staat te kijken dan wil het niet altijd lukken.

En dan was het tijd om de laarzen terug uit te doen. 

Hilarisch. Gelukkig heeft niemand het gefilmd. 

Volgende stop op het programma: eten.

Dat eten ging door op een boerderij.

Wel een rare boerderij. Want die mijnheer liet zijn koeien grazen tussen de ... landschildpadden. En geen kleine exemplaren hoor maar echt grote.

Het middageten deed dadelijk denken aan de eerste tien visdagen van onze reis, alleen was er wel heel veel meer keuze. Er was natuurlijk watersoep maar ook vis en vlees en kip en desserts. Zucht, desserts.

Na de desserts en de koffie was er ook nog een optreden van een lokale jeugsdansgroep die een potpourri bracht van ecuadoriaanse dansen. Je moest er dan de passende geluiden uit de. Ergen of aan zee bijdenken. Uiteindelijk leek het heel hard op de dansen tijdens het zandvliegenfestival op de trein. Daar mocht op het einde iedereen ook meedansen.

Na de koffie en de dans kwam dan het serieuze werk. Samen met een van de gidsen gingen we wandelen met/tussen landschildpadden. Je denkt dat die schildpadden niet snel vooruitkomen. Maar als je even niet kijkt ... zijn ze plots tien meter verder gehobbeld. 

Sloefie en ik zijn toch maar voor de veiligheid aan de fotozak blijven hangen, elk in ons privé draagzakje. Echt luxe zijn zakjes trouwens. Dat van mij had iets groter mogen zijn in feite maar ik heb niet geklaagd.

Na de wandeling was het tijd voor de rit terug naar de haven. En de keuze was dan tussen nog wat rondlopen en shoppen of teruggaan aan boord en genieten van een lekkere ijsthee.

En de keuze was snel gemaakt.

Shoppen.

Nee hoor. Grapje. Ijsthee natuurlijk en genieten van de laatste zon.

Na het avondeten was er voor een keer geen briefing maar wel een slideshow met de foto's die onze gidsen gemaakt hadden tijdens onze trip. Team Didier kwam er ook een keer in voor. Jippie. Alleen waren wij niet zo goed niet te zien. Snif.

O ja er was toch een briefing. Over hoe we morgen naar de  luchthaven gingen.

Maar dat was maar theorie zoals morgen wel zal bewijzen.

woensdag 7 december 2016

Dag 16: Isla Plaza Sur en Cerro Dragon

Dag allemaal.

Ik weet het, ik weet het. 

Jullie hebben al een twee weken niets meer gehoord van mijn broertje of mij.

Foei, foei, foei. 

We kunnen de schuld op ons baasjes steken. En dat het verlof gedaan is en zo. 

Maar neen. We zijn volwassen honden, we gaan ons niet wegsteken achter onze mensenbaasjes.

Foei, foei, foei.

Snif.

Ik zal het niet meer doen

...

Dit jaar toch.

Waar waren we gebleven?

O ja. Gisteren was ik verpleegster van dienst voor mijn baasje (zorgen dat hij zijn kippensoep en toast met jam opeet zodat hij niet flauw valt en op tijd en stond controleren of er nog genoeg toiletpapier en natte doekjes zijn). 

Sloefie en ik konden vannacht dan toch iets meer rusten en slapen.

Vanmorgen terug controle op het ontbijt van mijn baasje. Zijn witte kleur was al iets verminderd - niet makkelijk om met al die zon nog een niet verbrand stukje vel te vinden. Maar ik ben niet alleen waakhond maar ook speurhond. Het zag er dus iets beter uit.

Oef. 

Dan mochten Sloefie en ik vanochtend dan toch van boord en mee op excursie. 

Vanochtend ging de droge landing zijn. Op den stukje van een oude vulkaan. Niet zo moeilijk hoor ik al iemand opmerken in het publiek. Inderdaad. Gelijk heeft ie. Alles in Galapagos heeft te maken met vulkanen.

Bravo beste lezer. U heeft de dooddoener van de dag gewonnen. 

South Plaza.

South Plaza en zijn broertje North Plaza zijn dus twee stukjes van een oude vulkaanrand die nog boven water uitsteken. Op beide vind je de zelfde dieren vogels, planten en rotsen? Wat is het verschil. South is voor de toeristen, North is voor de wetenschappers.

Huh?

Wel op het zuidelijk eiland mogen er wel toeristen komen. Op het noordelijk mag er geen mens voet aan wal zetten tenzij af en toe een wetenschapper, om de paar maanden.

En zo betalen de toeristen voor het natuurbehoud op het eiland waar zezelf niet op mogen. Slim gezien van de cuadorianen zullen we maar denken of eerder van de Galapagos Stichting. Die in België trouwens opgericht is. Maar dat weten was sinds morgen. Oeps, ik heb mijn muil voorbij gepraat. 

Droge landing dus op Zuid Plaza. 

Niet dat het daardoor makkelijk was. Sloefie en ik zaten gelukkig in de rugzak nog. Voor de mensen was is het Eem moeilijke sprong om aan land te komen, vooral voor wie wat moeilijk te been was. Maar uiteindelijk was iedereen van team Mijnheer Didier aan land. 

We moesten eerst wat klauteren over grote stenen. Dan moesten we heel goed opletten dat we niet op een zeeleeuw stapten. Want dielagen her en der te zonnen. Niet alleen zeeleeuwen maar ook landleguanen, een keer we van de pure lava tot aan de stukken met cactussen en andere stukken begroeiing waren gewandeld.

Die cactussen deden Sloefie denken aan de grote Joshua bomen in de woestijn. Ik ging hem niet tegenspreken (hij is al in de Mojave geweest, ik niet). Maar de gids vertelde dat ze een beetje verwant waren met de prikkende peren uit de woestijn. Alleen kunnen ze hier tot 12 meter hoog worden. Voor de zeeleeuwen zijn ze. Iet zo belangrijk maar voor de leguanen des te meer. Die lusten zo een jonge per wel. Daarom ook dat de jonge cactussen toch heel lange naalden hebben om toch niet te lekker te zijn voor de leguanen. Oudere cactussen kunnen wel tegen het verlies van een van hun peren en ze kunnen ook de leguanen overleven.

Ergens in de jaren 80 moet het hier een jaar heel nat geweest zijn. De cactussen wisten niet wat er gebeurde en sloegen zoveel mogelijk van dat regenwater op. Maar ze werden zo dik en zwaar dat het merendeel bij de eerste grote stormwind omvielen en stierven.dat was een ramp voor de leguanen want naast eten zijn de cactussen hier een bron vooral van zoet water. De landleguanen gingen dus verdorsten in een oceaan van zout water. 

Gelukkig waren niet alle cactussen omgevallen en konden zowel de cactussen als de leguanen blijven leven. Men was eindelijk ook begonnen met het herplanten van cactussen. Een kleine 60. Met een gaasje errrond om ze te beschermen tegen al te bijtgrage leguanen. En een speciale plastic schaal er onder voor het opvangen van regen of ochtenddauw. Het blijft een droog eiland gedurende meer dan tien maanden. 

Maar eigenLIjk met de cactus ben ik een beetje afgedwaald. We wandelden verder langs de lage kant van Plaza. Ik dacht op een bepaalde plaats dat we een oude weg overstaken met mooie gladde stenen. Maar nee hoor. Niks weg. Het was een pad langs waar zeeleeuwen van de hoge rand van het eiland naar de zee trokken. En dat deden ze al eeuwenlang. En zo waren de stenen heel mooi gepoleist. In het regenseizoen was het bijna als een roetsjbaan zo glad.  

Niet dat we veel leeuwen zagen. Aan de landingsplaats was het wel druk maar hier geen leeuwen te zien. Veel verder waren er wel terug wat meer. Neen het was geen oudmannekesgesticht. Eerder een gebuisde mannekes gesticht. Wie zijn vrouwtjes was kwijtgeraakt of niet sterk genoeg was om zelf vrouwtjes aan de haak te slaan, kon daar wat op rust komen. 

Wij mochten niet te dicht komen. Er liepen nogal wat gefrustreerde leeuwen rond. Zo een beetje zoals in het Vlaamse parlement of de Antwerpse gemeenteraad. Hihi. Misschien is dat wel de oplossing voor de Belgische politiek. Een eiland voor de kust waar misnoegde politiekers hun oude dag kunnen slijten.

Na nog wat wandelen stonden we op de hoge rand van het eiland. Dit was het paradijs voor vogels. Hier en daar was de zee iets dieper het land ingetrokken. En elke inham was een diepe snee in de rotsen met nesten voor verschillende soorten vogels. 

In de lucht was het een drukte van jewelste van blauwvoeten en roodvoeten en zwartvoeten en pijlstaarten en gesplitste staarten en zo voort. Gevaarlijk voor mensen dat wel. Want die lopen met hun gezicht in de lucht en die letten niet op stenen op de grond en die doen dan wel eens een tuimel.

Hihi.

Puf puf puf. 

Het was wel warm, zo gedragen op de gele rugzak.

Puf puf puf. 

Na een twee uur wandelen/slenteren gingen we terug aan boord. Onze laatste drogelanding tussen de dieren.

Tijd voor de lunch.

Na de lunch was er nog een uitje voorzien naar Cerro Dragon.

Maar ... de baasjes zaten er een beetje door.

En dus werd er wat gerust en gedronken en gerust en nog wat gedronken tot iedereen terug aan boord was. 

Morgen gaan we naar de hoofdstad om de groene jongens uit te hangen.

Daaag