zaterdag 26 januari 2019

T 21 : watervallen, Mision Style

Hallo lieve lezers,

Puf puf puf puf.

Dit houdt ik toch geen week vol hoor.

 Puf puf puf puf.

Vannacht droomde ik dat ik aan het zwemmen was ... oei ik begin al het zelfde te schrijven als gisteren ...

Ik denk dat ik een beetje last heb van de hitte.

Vandaag hadden onze baasjes gekozen iets doms te doen ... ze willen nat worden. Wat zeg ik, extra extra extra nat te worden. Terwijl er vanmorgen alweer een plasje zweet onder onze slaapmand stond.

Baasjes, ik krijg er soms kop nog staart aan geknoopt of is het een touw ?

Puf puf puf puf.

Vandaag moesten we gelukkig niet de grens over. Toch bleef het een hele toer en detoer door Iguazu om in het Argentijnse deel van het park te geraken.

Wat alleszins opviel, het was hier heel wat minder druk en heel wat eenvoudiger dan aan de Braziliaanse kant. Maar het was wel een stukje warmer dan gisteren. Dus het bleef ...

Puf puf puf puf.

Ook al waren we nog vroeg, de rijen voor het eerste treintje waren al lang en dus koos de gids voor de benentrein.

Puf puf puf puf.

Ook in het tweede stationnetje was het aanschuiven en dus gingen we te voet verder.

Puf puf puf puf.

We kwamen aam een derde stationnetje. Daar stonden geen treintjes meer en ook bijna geen mensen meer. Gelukt!?!

Wat er wel stonden waren kleine gele vrachtwagens met een vijftal rijen stoelen. Vanaf hier moesten we op de vrachtwagen. Ik had wel gezien dat je enkel op de voorste rij een goed zicht op wat er allemaal gebeurde. En ik had ook gezien dat je enkel op de voorste rij je pootjes echt goed kon uitstrekken. En dus fluisterde ik Sloefie in zijn oor dat hij moest vragen om op de eerste rij te zitten met zijn baasje.

En dat mocht! Gracias.

Na een vijf minuten mochten we met de vrachtwagen het oerwoud in. Jipiejeejee. We moesten goed uitkijken van de gids voor vogels en slangen en aligators en nog gevaarlijke beesten. Maar zo hoog en droog hadden Sloefie en ik toch geen schrik hoor.

Na een twee kilometer hotsen en botsen ging de chauffeur hard op de rem staan. Hij had op een vorige rit een speciale vogel gespot. Het was een soort van kameleon-vogel die zich heel stil kan houden. De vogel zat bovenop een houten paal en je dacht gewoon dat het bovenste stukje gewoon een stukje verrot hout was. Maar het was dus de vogel met een kleintje er bovenop trouwens.

En dan hotsten we voort.

Snif snuf snuffel. Wat ruikt mijn neus? Water!

We doken langs een trap het oerwoud in. Een beetje verder kregen we drybags.

Aha. Die ken ik. Die hadden de baasjes ook op de Galapagos Eilanden.

Ai, oei, aiaiai. We gaan serieus nat worden.

Nu snapte ik waarom baasje niet zijn normale fotorugzak meesleurde.

... Ja maar nee he! Ik mag van mijn dokter niet in het water hoor! ...

Maar mijn gejammer maakte niets uit. Iedereen was heel vastberaden. We gingen verzuipen in een waterval, in de keel van de duivel dan nog wel.

Help.

We werden opgesloten in een drybag. Dus van de rest kan ik niet veel vertellen maar ik heb dan maar wat van zijn filmpjes stiekem op YouTube gezet.

Als trailer ... wat een andere boot over zich krijgt
Laatste kans op een droge foto en kodak
In de keel van de Duivel I
In de keel van de Duivel II
Een douchke bij warm weer doet goed
Een XXXXL regendouche doet beter
Haartjes drogen in de wind

Kuch, puf, puf, puf. We waren terug aan land. En redelijk droog. Gelukkig maar. Met de baasjes was het minder. Die waren door en door en door en door nat.

En iedereen was blij als een klein kind.

Ik snap dat niet he. Als ze in België zo door en door nat zouden zijn, dan zouden ze zo hard zagen dat er geen boompjes meer waren om een deftige pipi tegen te doen. En hier? Jipiejahee! ik snap dat niet.

De parkwachters konden wel niet lachen. We moesten zo snel mogelijk van de trap af want er kwamen nog veel mensen af. Om zich te laten nat maken. Met de woorden van Obelix, rare jongens die toeristen.

Puf puf puf puf ging het naar boven.

Daar moesten we terug wachten op een busje terug naar het station en naar de rest van de groep die zich niet wou laten nat maken.

Eindelijk kregen we ook nog wat te eten.

En dan ging het verder per trein tot aan het uitkijkpunt over de waterval. Daar liep een voetbrug nog veel langer dan gisteren over de rivier. Het was trouwens niet de eerste want je kan de resten van een oude brug nog in het water zien steken.

Verschil met gisteren was wel dat je nu boven de waterval liep en dus een beetje minder nat werd. Toch kropen Sloefie en ik voor de veiligheid maar onder de regenkap want je weet maar nooit. En de weer was serieus omgeslagen. Het leek wel hard te gaan regenen.

Op de terugweg zagen nog een aantal vogels her en der op het water en Sloefie en baasje merkten ook nog een schildpad op die op haar gemakje een wandelingtje maakte tussen de kleine eilandjes. In het water zaten ook nog hele grote vissen. Hoe die wisten uit de greep van de waterval te blijven? Ze konden alleszins heel snel zwemmen.

Een keer terug aan land ging het met het treinjte terug naar het vorige station. Daar konden we kiezen, wandelen voor nog een uur of vroeger naar het zwembad beginnen aan de valiezen. Enkel de baasjes wilden naar het zwembad. De rest ging wandelen. Mijn baasje zag trouwens al weer nogal wittekes. Tss, tss, tss.

Na een dik uur doken de wandelaars terug op. Ze dachten nog de wachtende trein te kunnen halen, maar dan waren ze zonder ons weggeweest! gelukkig was het maar vijf minuten wachten op de volgende trein, een direct naar de uitgang want het park ging de deuren sluiten.

In de bus heb ik dan nog wat gedommeld. Neen, neit omdat ik moe was. Maar om krachten op te doen voor de uitdaging die ging komen, het inpakken!!!

Alhoewel, het viel nog mee. Elk baasje had drie valiezen of rugzakken om zich mee bezig te houden. En er was ook geen weegschaal dus het had geen zin om te panikeren over overgewicht. Tegen kwart na acht was ook dat varkentje gewassen. Alles zat redelijk vol maar ook niet te vol en we hadden nog plaats over. We moesten enkel maar vroeg opstaan voor de douche. Om zes werden de valiezen opgehaald dus tegen dan moesten we allemaal afgelikt en opgeblonken zijn.

Groote Broer die vandaag toch wist droog te blijven en klaar is voor de terugreis.

T 20 : watervallen, Brazilian Style

Hallo lieve lezers,

Puf puf puf puf.

Dit houdt ik toch geen week vol hoor.

 Puf puf puf puf.

Vannacht droomde ik dat ik aan het zwemmen was. Bleek ik niet te dromen. Samen met Sloefie lag ik in een plasje zweet te dobberen.

Eek.

Nu gaan we waarschijnlijk toch in bad vliegen of in de douche, om de zweetstank van ons af te krijgen.

Puf puf puf puf.

Gelukkig moesten we er niet om 6 uur uit.

Tijdens het ontbijt van de baasjes hebben we maar snel de airco op -2 gezet. Solidair met de temperatuur in België laten we maar zeggen.

Puf puf puf puf.

Vandaag gingen we naar ons vierde land, Brazilië. Niet om er carnaval te vieren maar om er de grote watervallen te bezoeken.

Puf puf puf puf.

En ik ben nog altijd aan het uithijgen van de lange, hete wandeling van vandaag.

Eerst moesten we de grens passeren. En het was niet zoals op de cruise. Iedereen moest zijn paspoort mee hebben. Oeps. En dan begon het. Eerst een grenspost aan de Argentijnse kant - onze gids regelde het vlotjes want in 1 minuut waren we er door. En dan een nog grotere grenspost aan de Braziliaanse kant. Daar moesten we normlatier in het rijtje gaan staan. Maar onze gids Dimitri regelde het zo dat we in de frisse airco konden blijven zitten. Ook maar een minuutje geduld voor papierwerk. Een goede training voor binnen twee dagen, wanneer we naar de luchthaven moeten.

Op dringend verzoek van de gids en Mijnheer Didier werd er nog gestopt aan een baanwinkel en werd zo ongeveer honderd flessen water ingeslagen voor de komende dagen. Want het ging warm en dorstig worden ...

En dan waren we er. Mijn eerste idee was dat we op een parking van Aqualibi geland waren. Het rook hier duidelijk naar water. Mijn broer Sloefie sjorde zijn zwembroek nog eens goed vast - hij was ondanks twee weken cruise toch weer wat vermagerd. Ik heb het liever puur natuur, nix kleedjes voor mij.

Ondanks alle vlijt en spoed, en dan waren we er klaar voor. De gids bracht ons naar de top van het pad met al een eerste zicht op de (Argentijnse kant van de) waterval. Ik kreeg toch een lichte kriebeling in mijn pootjes. En dan gingen we samen met de groene rugzak en ons baasje over de rand.


Ik bedoel, we begonnen het pad af te dalen.

Het deed Sloefie wat denken aan de wandeling van Angels Trail in Grand Canyon. Ik heb maar stilletjes gezwegen. Want ik zag in de verte grote zwarte roofvogels rondcirkelen. En die lusten al wel eens een mals, sappig blaadje. Trouwens, over Angels Trail gesproken, daar doe je ook eerst het makkelijk stuk - afdalen in de koelte en lommerte - en dan pas het moeilijke - klimmen in de volle zon en de middaghitte.

Ik liet me dragen.

Maar het was toch nog altijd puf puf puf puf hoor.

Na nog wat fotostops stonden we plots in de file vast. Aan de ene kant mensen nat van het zweet, aan de andere kant mensen nat van ... bruin rivierwater.

O O.

Eau Eau.

Tijd om onder de regenhoes van de rugzak te kruipen. Daar zaten we tenminste redelijk droog. Ondertussen voelden we de baasjes schuiven en wringen in de file. De lucht hing vol met de geur van water en af een toe een waterdruppel die tot onder de hoes was geraakt. Ik wou eens effe naar buiten piepen maar ik kreeg dadelijk een plens water over mij. Dus neen. Buiten was het een superplensbui.

Na een kwartierjte gillen als gekken, hadden de baasjes en de rest van het reisgezelschap er genoeg van. We gingen nog wat fotootjes maken van de zijkant, bovenop het uitkijkplatform.

Na ook nog een groepsfoto voor de voordracht van Mijnheer Didier op het einde van het jaar, moest dan het zware deel komen, of de lift of de klim naar boven.

Iedereen wou de klim op een na. Dat werd puffen!!!!

Maar mijn baasje was nogal stil. En eigenlijk nogal wit rond zijn neus ondanks zijn veertiendagen-bruin.

Gelukkig hadden we powermuntjes meegenomen, zo kon iedereen naar boven op een redelijk tempo. Want daar wachtte ook de lunch.

Daarna werd noch wat in de hitte rondgehuppeld maar eerlijk gezegd, ik was gewoon uitgeteld. Zelfs door een tweede stop bij de wegwinkel voor nog meer water, ben ik doorgeslapen. Anders had ik zeker een straffe cola gevraagd.

Na zo'n straffe wandeling overdag mocht iedereen wat gaan lummelen aan en in het zwembad. Ons water moesten we sparen tot morgen, en dus werd er nog wat andere soorten dranken aangesleept, want het bleef puffen.

En zo kwam onze tweede puf puf puf puf warme nacht er aan.

Maar gaan we deze kant van de watervallen bezoeken.

Puf puf puf puf.

Groote puf Broer puf de puf Hond puf.

donderdag 24 januari 2019

T 19 : van de stad naar de brousse

Dag allemaal.

Jullie hebben wat langer moeten wachten op deze verslagen. En nee, het was niet wegens een vakbondsactie.

We stonden voor een verschrikkelijke keuze ‘s avonds. Ofwel heel plichtsbewust elke avond een tweetal uurtjes schrijven wat er allemaal gebeurd is die dag, of heel egoïstisch languit in een warm zwembad liggen omgeven door gecultiveerd oerwoud. En ja, soms moet je harde keuzes durven maken in het leven - dat zeggen toch politici net voor ze in andermans vel gaan snijden. Wij hebben gekozen voor het tweede, sorry. 

We hebben jullie achterlaten in Buenos Aires, het Parijs van Latijns-AmerikaLatijns-Amerika. We hadden geen boot meer om op te slapen en vanmorgen moesten we ook uit onze kalmer. We begonnen aan het laatste stukje van de reis. 

Jullie kennen de dagelijkse dril al. Hondjes slapen uit, baasjes moeten vervellen en zo. En dan lekker smikkelen in bar. Dan snel naar boven de valiesjes naar beneden te sleuren en wachten op het busje.

De sleur dus.

Iedereen was op tijd daar, ook het busje, maar het was maandag en er waren wegenwerken. En dus duurde onze rit naar de luchthaven heel lang.

Iedere luchthaven heeft zo wel zijn eigen gewoonten. Hier was een aparte rij met mensen met en zonder trolley. Dus de baasjes werden gescheiden. Ik mocht met baasje in de snelle rij gaan staan, maar we moesten dan wel plaats houden voor de trolley van Sloefie. Ik ging me heel breed maken, beloofde ik. Trouwens er was controle op de grootte en gewicht van de trolleys. Dus waarschijnlijk was vergeefse moeite.

Tien minuten later kwam Sloefie en baasje dan toch opduiken, met trolley. Tja baasje vindt altijd wel een gaatje in de procedures en weet door de mazen van het net te glippen. Wat was het vandaag? Iedereen moest zijn boarding ticket afgeven, maar hoe moest ze dan wel haar stoel terugvinden? En de dame met de weegschaal was zo verrast dat ze vergat te wegen. Probleem opgelost. 

Over de vlucht is niet veel te vertellen, het was nog vroeg op de dag en dus zzz 

De luchthaven van Iguazu was maar een kleine bedoening, zo weggelopen uit een Afrikaans land, omzoomd door oerwoud. Daar gingen Sloefie en ik zeker op onderzoek gaan. 

Onze nieuwe gids Dimitri heette ons welkom. Een echte taalkunstenaar want hij sprak Braziliaans - of is dat nu Portugees - Spaans, Engels en Afrikaans, 

En dan waren we in ons nieuw busje op weg door de jungle naar ons nieuw hotel aan de watervallen.

Na een klein uurtje waren we ter plaatste. Het was drukkend warm en zweterig vochtig. Dat was effe verschieten. 

Na de instructies van de hotelmanager werden we losgelaten voor de rest van de dag. Een paar stoere stappers gingen het terrein van het hotel verkennen, de rest ging het zwembad verkennen. 

Wij vonden dat ook een beter plan.

Op zijn momenten veranderen mensen in rare wezens. Er wordt vooral gelachen, gekletst en gedronken. Echt niets waar je een blog mee kan vullen. Of mag vullen.

Het avondeten was vooral een oefening in geduld. Sloefie en ik hebben van armoe bijna al de broodjes opgegeten, Met korst en al.

Morgen gaan we naar de overkant van de rivier. Sloefie heeft zijn zwembroek al aan.

Groote Broer die aan het dromen is van de sneeuw in UM. 

maandag 21 januari 2019

T 18 - tijgertje tijgertje tijgertje

Hallo bloglezers,

Onze eisen worden meer en meer ingewilligd, dus we proberen onze achterstand wat in te halen.

Vandaag werden we van boord gestuurd en dus dienden we een laatste maal extra vroeg op te staan.
De lawaaimaker van groote broer was om 6.30 al aan het zagen.
Het ene baasje sprong uit het bed, het andere draaide zich nog eens om.
Maar er was geen ontkomen aan.. OPSTAAAAAAAAAAAAAN

Er werd snel een douche genomen en de trolley van baasje vol gestampt.
Alles wat nog gevonden werd moest erin.
Nu, ik zal het nooit leren, want ik dacht echt “deze keer lukt het niet”.
En toch.  Alles kon er in..
Broer en ik hadden wel al ons plaatsje besproken in de fotozak, want was gefaald.

Alles was ingepakt dus konden we aan de innerlijke hond beginnen.
We gingen voor de laatste keer onze pootjes onder tafel steken op dek3.
Ommeletje voor de baasjes en spekjes voor broer en mij.
En toen was het hoogtijd om afscheid te nemen van de kajuit.
Ik heb elk hoekje nog eens extra bezocht en dan was het tijd.
Niet was net 8.45 toen we op het appel toekwamen.
Geen kwaaie blikken van de reislijder - oops - reisleider :)

We werden met de shuttle naar de terminal gebracht en daar kwamen we in een grot loods met allemaal rollende kleerkasten.
Hoe gingen we daar die van de baasjes in terugvinden.
Broer toonde zijn expertise door ze binnen de 4 min te lokaliseren.

Toen aller kleerkasten gevonden waren, baanden we ons een weg naar buiten.
“Uit de weg... VIP’s”
En we kregen de nodige ruimte om de bus te bereiken en de rollende dingen in de koffer te duwen.
De chauffeur maakte het even spannend met een beetje verkeerd te rijden, maar we waren snel aan het hotel.
Alle valiezen werden gelost en in de veilige handen van meneer de mensenverzorger gestopt.
Snel nog een boompje opzoeken en weg waren we.

We reden op de grote snelweg naar onze uitstap aan de Rio Tigre.

“Wat voor rare gebouwen staan er hier naast de weg. Wat zijn dat mevrouw de gids?”

En ze vertelde me dat dit de locale flavela of bidonville. 
Officieel was de grond eigendom van de haven of van de spoorwegen.
De armsten vonden het echter een super locatie om een huisje op te poten.
Sommige huisjes waren wel 5 verdiepingen hoog en allemaal leken ze niet echt stabiel te staan.
De ene muur stond scheef naar links, de andere naar rechts.. en toch stond het op elkaar.
De huisjes waren niet met rodestenen of zo gebouwd he.
Maar met alle mogelijke dingen die ze vonden op straat : dranghekken, platen, vuilbekken, ...
En als je denkt dat die mensen dan in een 5 verdieping tellende huis wonen, dan moet ik je ontgoochelen.
Het waren 5 families die samenhokten.
Pffff. Daaar zou een hond zelfs niet willen wonen.

Het contrast kon niet groter zijn toen we nadien in een van de mooie buitenwijken van Buenos Aires reden.
Mooie grote gebouwen en overal groen.
We stopten aan een uitkijkpunt en ik zocht snel een boompje..
Goh, wat een luxe, ..  ik had niet 1 of 3 bomen om uit te kiezen, maar wel honderduizend bomen.
(N.v.d.r. Het waren er maar een stuk of 10, mooi langs de straat.. maar Sloefie heeft te weinig bomen gezien op de cruise denk ik)
We keken nog even binnen naar een mooi kerkje en een lokaal marktje.

En dan was het eindelijk zo ver,... We kwamen aan in Tigre..
Ale Tigre is wel een verwarrende naam hoor, want het embleem was een tijger.
Dus ik denk dat de stad eigenlijk Tijgertje noemt.
Het stadje Tigre ligt aan de rand van een immens grote delta van de río de la Plata, ruim 30 km ten noordwesten van Buenos Aires. 
Hier kwam de beaumonde vroeger op weekend en je zag direct waarom.
De delta bestaat uit een honderdtal kleine riviertjes met daartussen vele eilandjes. 
Ook is Tigre beroemd om zijn roeiverenigingen en de regatta's. 
Tientallen watertaxi's varen af- en aan naar de weekendhuisjes op de eilanden in de delta.
En hoe moet je deze nu best bezoeken... juist ja. We gingen varen..
Gaan we nu terug op cruise?!?

We waren nog maar net van boot mogen komen en we moesten er terug al op.
Wat waren de baasjes toch van plan.
We zochten een plaatjes op het achterdek en nestelde ons daar bij de grote klikklakapparaten.
We vaarden tussen vele zijtakjes en riviertjes.
Enkele huisjes leken we uiterst geschikt als een romantisch buitenverblijfje voor baasje.

Plots werden we nat gepletst door een jongen die wou tonen hoe stoer hij wel was...
Maar het was zo warm buiten dat het een leuke verfrissing werd.
Na het boottochtje was het dan tijd om iets te eten in een lokaal restaurantje.. en zoals de laatste dagen kregen we een steakje.  Deze keer was het niet zo een sappig stukje maar eerder een stuk leer..  De smaak daarentegen was wel goed.

Nadien keerden we terug naar de stad en checkten we in het hotel. We kregen een kamer op het 7de net naast de ingang van de pool. Maar voor baasje  mocht gaan plonsen diende ze eerst te wegen. 
Ah ja, want morgen vliegen we naar de watervallen en we moeten toch zorgen dat alles oké is.
Was dit de eerste tekenen van de stress die altijd opduikt?Iedereen negeerde baasje een beetje. Dus ...

 wegen

te veel in de ene rollendekleerkast

Uitpakken - inpakken 

Wegen

Grote broer riep al “het is oké... mooi verdeeld...”

En ik volgend met “ zwembroektijd”

Ah ja dat weten julie misschien nog wel van vorige keren.
Nimke had me wat verlofkleding gemaakt : mijn wintepakje had ik al aangehad vorige week aan de zuidpool ; nu was het tijd voor mijn zwembroek.  

Steven ging eerst nog wandelen en foto’s trekken. 
Hij moest geen zwembroek aandoen... 
Samen met broer gingen Sandra en ik het beste plaatsje nemen aan het zwembad... net naast de zwemmeesteres.
Daar was een beetje schaduw en toch ook zon.

We dronken een tota zero met een rietje en zochten de dikke boek om te lezen. Ik zocht heel de rugzak af,  maar vond niets. Alleen de aaaaaaaaipad en wat smeersel was mee.

Tien.  

Ik denk dat baasje een nijpend slaaptekort syndroom heeft. Allez waar zit ze nu met haar gedachten.

Hoe kunnen we dan nu in de dikke boek lezen als 
1. Den dikke boek al een tijdje uit was
2. We niet naar de winkel gegaan zijn voor nen nieuwe dikke
3. Ze alleen de aaaaipiad mee had.


Maar toch.. 

Blijkbaar had enkele dagen geleden al het vervolg van de dikke boek virtueel gekocht... nog nen dikke boek... maar dan wel dun uitgevallen.
Broer en ik kropen op haar schoot en lazen mee.
Na een tijdje is de wandelaar er ook bij komen zitten.

Plots was het 7u.. 
De hoogste tijd om naar de kamer te gaan en ons klaar te maken.
We dienden immers op tijd op het appel te zijn.

Broer dacht dat het “op het appel zijn” gedaan was, dus hij was een beetje verrast.
Snel douchen voor de baasjes en lekjes voor de hondjes.
Stipt op tijd waren we beneden

Waar gaan we naar toe?

We gaan naar een tango-avond 

Een wat?

Een avond waar we een show krijgen van de echte tango en tegelijk wat mogen eten en drinken.
We hebben de eed gezworen “what happens in  BA stays in BA”, maar ik wil wel verklappen dat het een lekkere steak was en goede wijn ;)

Toen we terug in hotel kwamen , zijn broer en baasje direct naar de kamer gegaan en ik bleef bij Sandra. Er was immers een match van de Pre-bowl bezig en tja...
Gelukkig waren er nog enkele andere cruisegenoten die ook in de bar bleven voor nog een drankje en dus hadden we nog wat gezelschap.

Eens op de kamer hebben we ons stilletjes klaar gemaakt voor de korte nacht ... snel nog dit afwerken en dan dodo.
We overlegden en   besloten wijselijk de bloedende maan niet proberen te stelpen ...

Dus tot morgen 

Sloefie de tangohond


T 17 : stad van de goede winden

Hallo,

Hier dan het verslag van de laatste volle dag aan boord. 

Jaja, het schoon leven zit er op voor de baasjes en vanavond wacht ... de valiezen inpak ... altijd een spannend moment. Letterlijk en figuurlijk. 

Maar het moest nog ochtend worden. Samen met Sloefie had ik bij het eerste licht me comfortabel geïnstalleerd op de zonnestoelen op het terras. Ik hoopte op een spectaculaire havenrondvaart. Maar mis poes. Heel voorzichtig, zoals een olifant die achterwaarts in een porseleinwinkel wordt gemaneuvreerd, moest het schip de haven ingeraken. Pfff. Dan is de aankomst in Amsterdam toch veel interessanter. 

Enfin. Tegen halfacht waren de baasjes ook genat en gedroogd achter de oren en oksels. Ze waren klaren voor hun laatste ontbijt op de kamer. Mijnheer Didier verwachtte ons tegen half-negen op dek vijf. Dat werd zo wel routine. Net werken. 

Buenos Aires heeft wel een cruise terminal. Maar er kan geen enkel groter schip in de buurt aanmeren. En dus moest onze Eclipse ergens in de buitenhaven tussen de containers gelost worden. Net als een kleuterklasje gingen we samen van boord en schoven mooi aan voor het busje dat ons moest naar de terminal brengen.

Hots, bots, klots, boink. 

Het was een rit met veel blutsen en builen. We moesten zelfs een stukje over een oude spoorweg rijden - met zowel smalspoor als breedspoor trouwens mochten er liefhebbers meelezen. 

Nadat we dan toch min of meer in eens stuk konden uit de bus stappen, moesten we door de hele strenge veiligheids-controle (ahum) en dan door een tax-free zone. Goed nieuws was wel de kleur van de lucht en de buitentemperatuur. Het was nog maar net na negen uur en het was al een twintig graden met een licht briesje. En de lucht was blauwer dan de Argentijnse vlag - dus echt zomerblauw. 

Jipie. Dan hoefden we vandaag geen syndicale acties te voeren. Dat is trouwens vermoeiend hoor zo niets doen terwijl je klanten morren.

Eens buiten was het wachten op ons volgende busje. We kregen ook een nieuwe gids. Voor de verandering een Chileense dame die door de liefde in Argentinië was beland. Het was redelijk stil nog aan de terminal en het busje was er zo.

Vandaag gingen we wat rondrijden in BA.

Eerste stop was een parkje voor studenten met in het midden een gigantische aluminium bloem. En net als een echte opent en sluit die zich ‘s morgens en ‘s avonds. 

Tweede stop was het parkje met het standbeeld van Evita Perron. Je kan moeilijk in Argentinië rond haar rond. Alleen kan je dan best niet naar Madonna verwijzen want dan worden de mensen boos. 

Bij het wegrijden deed een van de medereizigers een belangrijke ontdekking:

Kijk daar Sandra, een Hardrock Cafe. 

Jipie. Dachten mijn broer en ik. Het is wel vroeg voor een LIIT maar kom, het is toch al warm.

Boehoehoe. Boehoehoe.

Neen we kregen geen LIIT. En neen niet omdat het te vroeg was op de dag. Of toch wel. De winkels gingen maar open om twaalf (!!) uur. 

Boehoehoe.

Een hond zou er van in staking gaan.

Boehoehoe. 

Maar de gids beloofde dat we of vandaag of morgen toch langs daar zouden gaan, want het was toch op weg naar het hotel. 

Snif. Beloofd? Snif?

Dan toerden we rond in een mooie dure wijk van BA, met alle ambassades. De belasting hier was zo hoog dat mensen wel hun mooie huizen moesten verhuren of verkopen aan ambassades. Inderdaad, BA lijkt wel rijk maar het land is redelijk platzak in feite. Erger dan België. En de politici hebben hier nog veel diepere zakken om geld in te stoppen. Dus het stopt niet met belastingen te heffen.

Na de rijkaards kwamen ook de wat armere delen van de stad aan bod met een bezoek aan het kleinste straatje van BA. Net als in Valparaiso waren een deel van de huizen opgetrokken met overschot van op de scheepswerven in de buurt. We stopten ook efkes bij een van de voetbalstadions. Hier werden sterren al van jongsafaan getraind. 

Na de rijke en de arme kwamen de dooie aan de beurt. In Punta Arenas hadden we al een begraafplaats bezocht. Hier was ook een heel gekend. Met o.a. Het graf van Eva Perron. Waar we voor moesten aanschuiven. Sommige gidsen vonden dat ze voorrang hadden maar als mijn baasjes naast elkaar gestaan dan komt er in zo’n smalle gangen zelfs geen geest meer door. Hihi. De andere mevrouw gids was heel boos. Hihi.

Als middageten was een gekend vleesrestaurant uitgezocht door de gids. En ik moet zeggen, Sloefie en ik zijn toch een half pond bijgekomen. Bij Sloefie merk je dat natuurlijk gemakkelijker. Brrr, wat een beentjesfestijn.

Van de namiddag weet ik niet zoveel meer. Ik moest een slaapje doen om al dat lekker eten te verteren. Naar het schijnt zijn we nog naar het Mei-plein geweest met de Case Rosa - het roze huis, van de president - en de kathedraal. De baasjes waren net op tijd om de afwisseling van de wacht bij het graf van San Martin te zien. Plots kwamen vijf soldaten uit een operetteleger aangemarcheerd. En die gingen dan de twee wachten in de kathedraal vervangen. Volgens mijn baasje werden er ook gouden medailles drummen en in de weg lopen uitgedeeld. Zelfs Mijnheer Didier liep in beeld. Tss, tss, tss.

Daarna werden we teruggebracht naar het schip. Baasjes hadden nog niet genoeg stress om in te pakken. Dus werd er op het achterdek nog genoten van een laatste cocktail of twee, drie, 

Maar het was maar uitstel, geen afstel. En het werd tijd om valiezen in te pakken. Sloefie had voor de baasjes een weegschaal gebedeld bij de conciërge. En het was nodig want alles woog toch wat meer dan bij de heenvlucht - ook al liet mijn baasje teen en tander achter. Dat gaat morgenavond vonken geven bij het pakken voor de vlieger. 

En dan was het tijd om de afscheid te nemen van de valiesjes en in het restaurant van onze obers enzo. Een laatste stukje brood, vlees, vis, Sint Helena wijn. Lido, May, zwaai, zwaai, misschien tot een volgende cruise.

Nog een laatste keer slapen op zee.

Daaag.

zondag 20 januari 2019

T 16 : Montevinoppes

Dag allemaal,

Ja inderdaad we doen het een beetje trager aan. 

Men had ons vanalles beloofd. Lekker eten, laat opstaan, warm weer. En vanmorgen was het weer van dattum. Regen, kou, vroeg opstaan. En het ontbijt op bed was ook niet lekker. De beentjes waren vergeten.

En dus ... actie want zonder actie geen reactie. Mijn baasje heeft dat lang geleden in de lessen fysica ook moeten leren. 

Ha.

Voila. De eerste negen uur van de dag kennen jullie nu al. Wat was er voor de rest aan de hand?

Wel vandaag was het wel een korte dag maar met meerdere opgelegde nummers.

Allereerst gingen we de stad Montevideo bezoeken per bus - gelukkig maar want de Uruguayaanse zomer was al even nat als de doorsnee Belgische van voor de opwarming van de aarde. 

Maar dan moest het busje wel komen. En dat was dus niet het geval. 

Wachten in de regen is niet echt tof, werk of vakantie maakt niet uit. 

Enfin, het busje dook dan toch op en we vertrokken naar het stadscentrum. Door de aangedampte ramen konden we mooie oude gebouwen zien maar allemaal slecht of niet onderhouden. Volgens onze gids was Uruguay nooit echt de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog te boven gekomen want Engeland en Frankrijk hadden veel schulden bij Uruguay maar geen geld om te betalen. En als je grote buren Argentinië en Brazilië dan ook kopje onder gaan, is het hek helemaal van de dam. 

Enfin als eerste stop de kathedraal van de stad. Nooit tegen de vlakte gegaan door een aardbeving in tegenstelling tot de meeste oude kerken in Zuid-Amerika. En daarna kwam het hoofdplein aan de beurt met een groot standbeeld van hun bevrijder. Ook de president werkt daar. In een voor Zuid-Amerika heel eenvoudig kantoorgebouw. 

De regen maakte de rest van de rondrit nogal depri. Brrr. 

Onze laatste stop in de oude stad was het parlement. Een kans op drie dat we binnen mochten. EN misschien met rondleiding. En ja hoor de ambtenaren wilden vandaag werken en we kregen een volledige toer door kamer en senaat. Conclusie : Uruguay is drie dageno uder dan België en gesticht volgens de zelfde principes. Maar bij gebrek aan kolen en Congo was er niet zoveel rijkdom en hield men de politiekers meer aan de leiband. 

Na een klein uurtje zaten we terug in de bus, nu richting de modernere wijken. 

Een van mijn baasjes was een beetje wakker gebleven en gehoord dat we zouden stoppen aan het lettersymbool van Montevideo. En daar was nog iets in de buurt : een Hardrock!

Dat maakte mij en de rest van ons gezelschap heel blij. Want zo konden we toch taak drie uitvoeren - taak twee was een voetwandeling in de stad, in de regen.

Zo gezegd zo gedaan. Ik had stiekem de Google Maps van mijn baasje aangezet en zag het bolletje Hardroch dichter en dichter komen. Ik warmde daar eindelijk van op. Zelfs de wandeling door de wind en de regen van het Montevideo logo naar de HRC kon me niet deren.

Hehe. Alles rook naar nieuw - ze waren open sinds 18 december - zelfs de menu’s waren zonder ezelsoren. 

Hmmm. Njam, njam. Smikkel, smikkel. Njam, njam. Aaaaah. Dat smaakt. 

Ook het winkeltje moest er aan geloven. 

En dan was het tijd voor een Uber om terug naar het schip te geraken. Want de kapitein wou vroeg weg. Want hij had een afspraak, in een smal kanaal ergens onderweg. En als ie te laat was, kwam hij te laat aan in Buenos Aires. 

En dan was ook de regen vertrokken. Baasje nam nog een foto van het monument voor de Graf Spee, lang de enige Duitse nederlaag in WO2. 

We gingen wat opwarmen in de koffie café op dek 5 en dan was het tijd voor douche, diner en dodo. 

Tot schrijfs. Hopelijk blijft het beteer weer zo niet zal het wat langer duren voor het volgende verslag. En is er meer te vertellen want vandaag was nogal noppes.  

Getekend groote broer. 

T 16 : Montevideo - geen klank geen beeld

Geachte lezers en lezeressen. 

Wegens een vakbonds-langzaam-aan actie is de blog over montevideo uitgesteld tot later. De volgende blogs zijn ook verlaat daardoor. 

Wij eisen : 
  1. Redelijk werkuren. Dus niet voor zeven uur uit bed en niet meer dan twaalf uur. 
  2. Redelijke werkomstandigheden. Dus niet in alle weer en wind bibberen op een rollend schip kijken naar bergen in de mist. 
  3. Aangename temperaturen. Dus niet bij twee graden boven nul en zes Beaufort live verslag slaan. 
  4. Respect van het topmanagement. Af en toe een warm sappig beentje of een fris bakje bier water. 

De bloggers. 

vrijdag 18 januari 2019

T 15 : Punta del Noppes

Dage lieve lezertjes,

Hier ben ik dan weer. 

Ik heb mijn syndicale actie voorlopig opgeschort. Enkele eisen zijn wel ingewilligd. Maar voor je het weet mag je weer bij +5 graden opdraven om zes uur ‘s morgens. 

ENfin, vandaag was het dus afspraak in ons derde Zuid-Amerikaans land, Uruguay. Gekend van niet al te veel in feite. Redelijk arm, redelijk vredig en de grootste slagers op een voetbalveld. 

Vandaag gingen we niet onder de leiding van Mijnheer Didier aan land, maar onder leiding van de kapitein, allez de cruise maatschappij.

Opstaan was gepland om kwart voor zeven. Eigenlijk niet in afspraak met het nieuw afgesloten protocol over aangepast werkuren, maar ik kan nogal moeilijk mijn baasje tegenhouden om een boompje op te zoeken. Blijkt die meer te doen dan de boompjes water te geven. Zucht.

Baasje 2 was ondertussen al druk in de weer met de rugzakken. En ja, dan moest ik wel zorgen dat ik een plaats op de eerste rij had. Anders zou ik niet veel kunnen bloggen. 

Tegen half-acht waren we met ons vieren klaar voor het ontbijt. Dat was prompt op tijd, aangekondigd door een extra telefoon.

Gelukkig waren er beentjes bij en lekkere ham op overschot. En fruit. Tss, tss, tss. 

Hehe, voor een keer waar we een uur op voorhand klaar. 

This is the captain. I have an important announcement. Due to expected weather conditions, the port of Punta del Este will remain closed for the day.

Lap.

Geen Wolveneiland vandaag. Geen zeeleeuwen, zeerobben, zee-kweeniewa. Noppes. Nada. Njet. 

Na de korte uitleg van de kapitein kwam ook nog de Cruise Director aan het woord. In het Spaans. De twee zinnen van de kapitein werden vier volledige coupletten. Raymond van het Groenewoud zong over Italianen, maar Spaanstaligen kennen er ook iets van.

En dus moesten we ons maar bezighouden. 

Het was wel zonnig maar heel winderig en dus niet echt weer om te gaan ravotten op het bovendek. 

En dus deden we eerst aan zetelen op ons terras. Een baasje moest nog twee boeken (dunne en dikke) uitlezen - Ah ja want ze had ze tot net niet op het einde gelezen. Duh. En het andere baasje moest mijn broer Sloefie wat helpen met schrijven enzo. 

This is the captain. I have an important announcement. I have received clearance from the Port of Montevideo. We can enter the Harbour by 7PM.

Dus we hoefden niet langer rondjes te draaien op de Rio de la Plata, maar konden veel vroeger aan land gaan. En in Montevideo is een Hardrock Cafe en daar moeten we een Ijsthee wat t-shirts gaan kopen. En als we daar al om zeven uur zouden zijn, dan kan het misschien ‘s avonds al. En hoeven we niet te brossen bij Mijnheer Didier. 

Over mijnheer Didier gesproken. hij is ook een uitstekend kwislijder of is het kwisleider.

Om ons allemaal bezig te houden aan boord werd om elf uur een kwis georganiseerd over reisthema’s. 

Ik zit samen met mijn baasje in team “de mannen”. Sloefie zat in team “de jeugd”. Na de vijftig vragen - echt moeilijke hoor, zoals van wie is het schip Silhouet of waar vind je kangoeroe’s - was het resultaat ... een gelijkspel. En dus kwamen er nog extra vragen. Zoals op welke plaats een haven met een heel lange naam lag. 

En wij hebben gewonnen. Met twee vragen juist en team Sloefie met geen vragen juist.

We are the champions.

De kwis was op het veertiende. En dus bleven we ook daar eten. En drinken.

Daarna gingen we terug terrassen. Of mediteren.

Zo rond vijf vonden de baasjes het te koud en werd er gedoucht en afgezakt naar de bar op het vijfde. Daar konden we rustig in de warmte voortleven met een strijkje op de achtergrond. 

Tot men ons toch kwam ambetteren en we maar een andere bar gingen opzoeken.

This is the captain. I have an important announcement. I have recieved information that a ship is still taking up our space in the harbour. We will only be in the harbour by 9 PM.

Waaaah. Geen Hardrock vandaag. Boehoehoe. Dus hebben we ons van verdriet maar een ijsthee besteld. Sloefie een groene en rode fles medicijn voor zijn baasje. Want die is ziekjes aan het worden, 

De dag afsluiten was op de traditionele wijze, met eten en drinken op dek drie. 

Morgen gaan we op stad in Montevideo en hopelijk vinden we een HRC.

Groote Broer

Ère-lid van de hondenbloggersbond. 

donderdag 17 januari 2019

T 14 : Kreften a volonté

Aaaah lieve lezertjes,

Zon, zee, lekker lang uitslapen in een warme zachte zeebries. Dat is jullie idee van de ideale vakantie?

De mijne ook. Maar vanmorgen was het allesbehalve zo. De zee was er wel en de wind ook maar voor de rest ho maar. 

Ik was gisteren nog vergeten zeggen dat de mensen in Puerto Madryn kloeten over het weer. De ene dag 35, de volgende 15. Je kan je daar niet op kleden. 

Wel vandaag hadden we het zelfde voor. Gisteren waren we gaan slapen met een mooie ondergaande zon, een warme zeebries en een paar fonkelende sterren. Maar na middernacht (Broer en baasje moest nog gaan wandelen) was dat al een serieuze bries geworden en de sterren waren door een zwart gat in de Melkweg opgeslokt. 

Wat we wel hadden was heel laag hangende, grijze, grijze, grijze, wolken.

Brrr, 

We hoefden wel niet om zes uur op te staan. Dat is waar. We konden half uitslapen.

Half?

Wel mijn baasje ging aan haar pootjes laten wriemelen - normaliter laat ik haar dat bij mij doen, maar ja het verlof nu natuurlijk - en er ook wat kleur op zetten. Ik mocht niet mee want als ik zo in al mijn enthousiasme een potje tenenverf omgooi zie ik er tot het einde van mijn dagen uit als een gestreepte hond in Ferrari-rood. En dat is geen zicht.

Dus bleef ik maar bij Broer achter. En die had zicht nog eens lekker omgedraaid. En gezien de situatie buiten leek mij dat een schitterend idee,








Oh, jullie zijn er nog. 

Juist ja. Waar was ik ingedommeld? 

Uiteindelijk hadden we zo toch een redelijke grote en luide creux in ons buikje. Het werd een heel kort ontbijt want we moesten vandaag niet veel doen.

Een stukje vlees, een stukje brood, een stukje kaas en nog geen wijn. We zijn hier niet in Frankrijk - wel in Luilekkerland. 

En dan ging de wekker af. Mijnheer Didier verwachtte ons op spreekuur in de Kwazaar op dek 4. 

Hopelijk is het geen examen om te controleren of we wel goed opgelet hebben de laatste dagen.

Oef. Het was eerder zo een kleine herhaling van de presentatie in de gokhallen van Oostende. Maar dan zonder de traiteur. We kregen wat fotootjes te zien van onze reis - oei we waren al wat dingen vergeten - en we konden vragen stellen - maar bijna niemand durfde of was wakker genoeg. En dan krijgen we een lange commercial met fotootjes van het afgelopen jaar. 

Moeders let op uw dochters of beter nog op de kredietkaart van vader, want dat gaat hier slecht aflopen voor jullie bankkaart. 

We hebben heel hard opgelet, Broer en ik, maar we hebben onszelf toch niet gezien in de reportage. Foei, foei, foei, mijnheer Didier, dat kan beter volgende jaar. Maar wel was baasje er een aantal keer bij. Dus dat was dan wel ok.

Na de presentatie gingen de baasjes nog wat shoppen - op de laatste zeedag is het algemene solden - en dan werd aangeschoven bij de suchi chef op dek vijf. Hmm lekkel lekkel lekkel. We kregen zelfs miso soep. Met extra zeewier. 

Ondertussen had het zonnetje al lang de wolken verdreven en was het lekker warm op het balkon. Tijd dus om te zonnen. Allez de baasjes dan met extra veel slagroom op hun armen en benen. Broer en ik bleven in de schaduw. 

En oh ja, er wordt ook nog gemediteerd. 

Tegen halfacht hadden we dan nog een tweede afspraak met mijnheer Didier. Wij hadden allemaal een fles sjampieter gekregen en de bedoeling was om samen de overschot op te drinken. Zogezegd, zogedaan. Maar er bleek toch nog meer flessen over te blijven dan dat er dorstige kelen waren. En dus werd de overschot per kwis verdeeld. Heb ik al gezegd dat mijn Broer een goeie kwissaer is? Wel hij had al een exclusieve Go for Cruise pet gewonnen en nu won hij een exclusieve sjampieter fles, vol weliswaar. 

En dan was het tijd voor het hoogtepunt van de dag...

Kreften a volonte in het restaurant.

Na wat geschuifel rond de tafel, ik weet niet waarom, waren we er klaar voor. Sommige mensen namen zelfs een kreft als voorgerecht, als hoofdgerecht en als nagerecht. En Broer? Die kreeg er nog twee extra. Ah ja, want alles werd ter plaatste uitgebeend en dan is Broer niet te houden he. Ik heb liever sabbelen en knagen op de pootjes en scharen, maar ja nu waren het alleen maar achterblijven van de Kreften.

Om elf uur werden we dan uit het restaurant gegooid, alle Kreften waren op. 

Mijn baasje is dan nog iets gaan drinken beneden, Die gaat morgen geen stem hebben. 

Daaaag, tot morgen

Sloefie 

woensdag 16 januari 2019

T 13 : Eindelijk beestjes ... en niet om te krabben

Dag trouwe lezers, hier is Sloefie dobberend op de warme waters voor de Argentijnse kust.

Mijn Groote Broer loopt nog altijd met een grote plastiekzak over zich, in solidariteit met de misprezen blogschrijvers. M.a.w. Hij is nog in staking. Nochtans zijn al enkele van zijn eisen ingewilligd zoals een hogere temperatuur - het wordt vandaag ergens voorbij de 35 graden. Maar het late opstaan was er vandaag nog niet bij.

Want vandaag had Mijnheer Didier een hele lange busrit voor ons gepland naar een eiland met heel veel schattige en soms stinkende beestjes. We moesten dus zorgen dat we op tijd zouden beneden zijn om te vertrekken.

Dus reveil om 6u15 voor de baasjes. Wij hoefden maar klaar te zijn tegen zeven uur. Want dan kwam het ontbijt. Los van het gebrek aan slaap wanneer ze zo vroeg moeten opstaan, is ontbijt op de kamer wel gezond voor mijn baasjes. Dan eten ze namelijk veel fruit. En weinig andere dingen. Voor ons is dat natuurlijk minder interessant want dat betekent dat we niet om een extra beentje kunnen bedelen - er zijn er namelijk geen. Maar dat is nog geen reden om in staking te gaan.

Maar dus eerst de baasjes zich van teen tot top nat laten maken en dan terug droog. Ze wisten ook niet goed wat aan trekken. Want hoe warm zou het dan in werkelijkheid wel worden? 

Ons liet dat allemaal koud. Mijn Broer en ik zaten op de tafel buiten al te genieten van de heerlijk warme temperatuur. Meer dan twintig graden en het was nog maar zeven uur. Jipie. De zomer is terug in de cruise.

Klokslag vijf na zeven kwam dan ook het gezonde ontbijt de deur door en iemand in de keuken had aan ons gedacht. Er was namelijk een hoop ham bijgeleverd - terwijl maar een sneetje besteld was. 

We moesten trouwens extra veel eten vanmorgen, want mijnheer Didier had de lunch voor vandaag geschrapt. Er was geen tijd voor en er moest gereden worden, anders was het zwemmen tot in Punta del Este of Montevideo. Oei. En de extra suikerbom voor Broers baasje was er niet bij. Iemand in de keuken had die al opgepeuzeld misschien. Dus daar moest nog snel een alternatief voor gevonden worden - koekjes !!! Njam, njam, njam. 

Klokslag vijf voor acht stond iedereen al beneden op dek 5 te wachten op Mijnheer Didier want niemand wou als laatste toekomen vandaag. Onder belegeleiding van een officier - als echte VIP dus - werden we dan van dek vijf naar dek drie begeleid. Met een aparte scanner rij zouden we gegarandeerd als eerste van boord zijn, samen met mensen die wat moeilijk te been waren. 

Na nog een tien minuutjes wachten werden we dan gelost uit het schip. Als een pijl schoot ik naar voor, mijn baasjes meeslepend tot aan het eerste busje dat ik tegenkwam. Dat was toch zeker twintig meter ver. De pier stond gewoonweg vol met busjes en bussen en politie en gele vestjes. 

Oei.

Gele vestjes.

Oei.

En dus besloot ik maar te wachten op de leiding van Mijnheer Didier. Die zou wel met de vestjes onderhandelen. 

Maar Mijnheer Didier had andere zorgen. Hij had een busje besteld voor acht uur maar busje was er nog niet.

Mañana? 

En gezien de pier redelijk smal was zou er ook niet een-twee-drie nog een busje bij kunnen komen. 

Wat nu?

Wachten.

Wachten.

En bellen.

Wachten.

Gelukkig was het nog ochtend en toch al warm. Ik durfde niet vragen of het nog ver was want ik was niet zeker of ik dan geen grote duik zou nemen tot in het water. 

Na tien minuten mochten we dan toch te voet verder naar het vaste land over de lange pier. Een paar busjes haalden ons in. Dus onze droom om overal als eerste toe te komen en de beestjes te kunnen verrrassen (met 2 r-en) was gaan vliegen. 

Maar halverwege wal en schip stond Mary ons op te wachten. Onze gids. Het busje stond als eerste aan de parking voor de pier.

Oef. Doorstappen dus.

In het busje zat Martin ons op te wachten. Een witte Mercedes met gordijntjes voor alle vensters. Ik voelde me terug in Molenbeek. Maar de gordijntjes waren tegen de warmte. En dat was wel nodig want van de fikse wandeling waren we allemaal een beetje opgewarmd.

Klaar en wij weg voor onze toer van bijna 400 kilometer door Patagonië.

De weg naar de beestjes was heel eentonig. Rondpunt, optrekken, cruisen, afremmen, rondpunt, optrekken, cruis... 

Na een tijdje verlieten we de hoofdweg voor de weg naar het nationaal park. Af en toe haalde een gehaaste toerist ons in. Maar dat kon geen erg. Die konden niet veel plaats innemen op een uitkijkplatform.

Na drie kwartier en het betalen van entree stopten we aan het bezoekerscentrum. Tijd voor een boompje en nog eventueel iets te eten of drinken. En de baasjes konden meteen beginnen fotograferen. Er liepen enkele Guanaco’s rond - lokale soort lama - en in de lucht hingen gieren - misschien was er in de buurt een schaap gestorven. 

En terug verder op de asfalt.

Na een tijdje vertraagde de chauffeur plots. We zagen in de verte een grote helikopter landen. We wisten al dat de president in de stad was. Misschien kwam hij een vriend hier incognito bezoeken. Hij produceerde alleszins veel stof bij het landen en ook wanneer zijn gevolg ervandoor ging. Achteraf bleek het de minister van toerisme te zijn die hier kwam optreden.

Samen met de minister kwam er ook een einde aan de asfalt. We reden nu over steenslagwegen met heel veel stof achter ons. Met de vlam in de pijp. En een grote stofwolk achter ons. 

Bij een kruispunt leek iedereen te twijfelen. Maar neen. Iemand had twee uilen zien zitten aan de kant van de weg. En die moesten we natuurlijk ook op foto hebben.

Verder hotsen en botsen en zandvreten dan maar tot we aan de kust kwamen.

Links of rechts?

Iedereen reed links naar de pinguïns, dus reden wij rechts naar de zeeolifanten. Want volgens Mary de gids gingen we dan bijna alleen zijn op dat plaatsje.

Ze had gelijk. Een korte wandeling naar een uitkijkplatform en we konden tientallen olifanten beneden ons zien liggen. Kleine (nu ja, een olifant is nooit klein) en grote.

Baasje waarom heten die olifanten? Die hebben toch geen slurf?

Wel Sloefie de vrouwtjes kunnen tot 700 kilo wegen maar de mannetjes halen makkelijk 3000 kilo. Dat zijn al heel grote dieren he? 

Mja.

Het andere baasje was ondertussen verdwenen. Samen met Broer ging hij de andere uitkijkpunten bekijken. En ook eens proberen om de voorbijzeilende zeemeeuwen te fotograferen. Onderweg kwam hij nog wat kleine hagedissen en een soort van patrijs tegen. En gelukkig geen slangen zoals de laatste keer in America. 

Iedereen was op tijd terug aan het busje. Het was tijd om te vertrekken. Er waren ondertussen zoveel bussen met Fransen toegekomen dat de andere parking wel leeg moest zijn. 

En dus vertrokken we naar de pinguïns. 

Broer en ik mochten ook mee maar we mochten niet uit de zak want de pinguïns hadden hun nesten tot aan het wandelpad gegraven en ze mochten niet bang gemaakt worden. Wij zijn dan wel altijd lief (ahem) maar dat weten die pinguïns niet. 

Over heel de klif zaten er kleine pinguïns - magellaanpinguin - zowel baby’s met een donzen vacht, net uit het ei, tot jonge snaken en bezorgde ouders. Sommige speelden schuif-af, sommige bergbeklimmer en het merendeel was aan het pootjebaden beneden of aan het vissen. 

Iedereen vond alles heel heel schattig. Mijnheer Didier moest ons terug naar de bus sleuren want niemand wou er weg. Ja ja.

Nu stond ons een stoffige rit te wachten tot het volgende attractiepunt. 

Er werd dus wat gedommeld in de bus en wat gebabbeld. Over Galapagos of over Grand Canyon, reizen die ik allemaal al meegemaakt heb. Kijk maar hier en hier .

We waren bijna terug aan de kust toen de chauffeur nog eens stopte in een stofwolk. 

Voor ons lag een diepe, steile geul vol met zand. Daar moesten we door. En omdat twee bussen elkaar daar niet kunnen passeren moet je er wel zeker van zijn dat er niets in de weg staat. En dan gingen we zoals op een glijbaan naar beneden. 

Stinken. Stinken. Stinken.

Hebben ze ons naar de vuilnisbelt van Puerto Madryn gebracht?

Neen. Dit was de plaats van de zeeleeuwen. En in tegenstelling tot pinguïns en zeeolifanten zijn die allesbehalve zindelijk. En het feit dat nu de meeste baby’tjes geboren worden, zal ook niet echt helpen. 

Buiten de stank was het buiten ook om dood te vallen van de temperatuur. 

37 graden was het officieel maar op de parking was er geen wind - enkel stank - en dus was de temperatuur nog veel hoger. 

Broer en ik bleven dus veilig in de bus en lieten de baasjes maar in de hitte rondzeulen met hun witte lenzen. Wij gingen ons niet meer moe maken vandaag. 

Enfin, iedereen leek toch heel content wanneer ze terug op de bus kwamen. Zoals pasgeboren grootouders die uit een materniteit komen. Allez je verstaat wel.

Tegen kwart voor drie waren we terug op weg naar de boot. We moesten voor vier binnen zijn, anders was de kapitein boos. 

Onderweg werd nog wat geslapen. En uiteindelijk kregen we mijnheer Didier zo ver dat hij al wou voorlezen uit zijn memoires - grappige en minder grappige gebeurtenissen uit het leven van een reislijder. 

Wegens auteursrechten kan ik hier niets over die gebeurtenissen schrijven. Sorry. Maar het wordt wel een bestseller wanneer het boek uit is. Wie weet zelfs verfilmd. 

Onderweg gebeurde niets spannend meer - buiten in de verhalen van Mijnheer D - en we kwamen ruim op tijd toe aan het schip. De baasjes strekten nog eens hun benen en voor ik goed wist wat er aan de hand was, zat ik al op mijn favoriete plek aan de Sunset bar op dek 14, met zicht op de Atlantische Oceaan. 

Met een drankje natuurlijk. Wat dacht je. En er is nog andere drank dan ijsthee. Hips. 

‘S Avonds wachtte ons dan het culinaire hoogtepunt van de cruise ... diner in de Murano, het restaurant Franse stijl. Hmm. Lekker kreeft, hmm. Net zo lekker als zes maand geleden. Hmm.

Moe maar voldaan stopten we onze baasjes onder de wol. Morgen is een zeedag. Met o.a. Een voorstelling van nieuwe cruises. Wie weet krijg je binnenkort een T- blogje als voorproefje. 

Tot schrijfs,

Je Sloefie,

15 januari 2019. 

dinsdag 15 januari 2019

T 12 : Niksen op zee

Hallo sweeties,  darlings,  
Hallo vriendjes en vriendinnetjes,
Hallo honden- en mensenfamilie,
Hallo bloglezers,

Ik ben heel blij met onze avonturen vandaag.
Het was een top dagje.

Deze ochtend geen lawaaimakers, geen beepbeep,...
De baasjes hadden een dagje niksen op zee.
Maar eerlijk gezegd hebben we nog veel gedaan hoor :)

Iets na 9en was er dan toch beweging in de kajuit.
Broer en ik waren al onder de gordijnen gekropen om te genieten van de opkomende zon (en om uit te kijken naar een boompje). Maar zonder de baasjes is dat wat moeilijk want de deur is te zwaar :(

Oh geen lange broek meer , maar shorten.
En ik kon mijn extra wintervacht uitdoen.
Sandra maakte de overlevingszak klaar : aaipad, dikke boek, stroom, kabeltjes.

Toen begon er top overleg: ontbijt op 14, op 5 of op 4.
We kregen inspraak en besloten voor beentjes onder tafel op 4.  De deadline was 9.30 dus snel naar beneden. 

We kwamen net op tijd binnen en stapten volle goesting in de eetzaal. We stonden er enkele minuten maar er gebeurde niets. Niemand kwam ons oppiken om ons aan een tafel aan te wijzen.. Nog enkele minuten later kwam er een koppel voorbij die net hun buikje volhadden...

“Het was vandaag tot 9”

Pfff.... ik had me al zo verlekkerd op de beentjes en de spekjes.  Foetsie vooruitzichten :( Dan maar naar het buffet op 14.  Broer was weer aan het bokken en wou niets meer eten...  ik kreeg wat spekjes van mijn baasje, terwijl zij haar toast met zonnetjes nam... we smikkelden :)

Na het ontbijt was het tijd voor een lekkere koffie dus we trokken naar de cafébaas op het 5de.  Baasje vond het perfecte plaatsje : achter glas, in het zonnetje, in grote persoonlijke fauteuils.   

We bleven daar  heel de voormiddag met wat afwisselingen in de setup : baasje ging naar de kajuit om met de voucher de  pasfoto’s met papier er rond op te pikken , Groote broer zijn baasje bracht die dingen terug naar de kajuit en bracht fotomateriaal mee..

Om 12.50 was het appel op het 10de vooraan. Metaaldetectors in de aanslag werden mannen en vrouwen apart gechecked. Wij honden zagen er betrouwbaar uit :)
We kregen een rode stikker op de borst en dan moesten we even wachten.

“Wat kan er nu zo belangrijk zijn dat we hier met groep aan de liften gewoon staan te koekeloeren?”

“Wacht maar af Sloefie”

Enkel minuten later mochten we verder wandelen. De kajuitengang door ? 

“Gaan we nu gewoon rondjes lopen op het verdiep? Moeten we daarom afgecheckt worden ?”

“Maar neen Sloefie ... heb nu eens geduld.. stop eens met je baasje na te doen”  zei Groote broer.

En plots ging de deur open.. 
Er was heeel veeel licht..
Auw mijn oogjes ...
En plots stonden we naast een meneer met veeel streepjes op zijn mouw.. De Kapitein :)

We kregen blijkbaar een exclusieve rondleiding van de 2de officier van wacht op de brug, maar meneer de kapitein kent meneer Didier al een tijdje en dus kwam hij bij de groep staan.

“goede morgen. Alles goed ?”

Hein, die meneer was Grieks en  sprak blijkbaar toch wat Nederlands”

Ahja, deze kapitein hadden we in juni ook al eens gezien en toen had meneer Didier verteld dat er in zijn familie (oma of zo) iemand uit Den Limburg was.. Dus meneer de kapitein sprak wat Nederlands met wat sprietjes op

Nu een brug verbindt normaal 2 delen, maar hier zie ik geen 2 vaste gronden ?!?! Maar blijkbaar noemt het controle centrum van de boot zo. Van op de brug wordt de boot bestuurd en opgevolgd.

De 2de officier van wacht sprak englis met een speciale tongval.. hij bleek scots te zijn... Hij vertelde in zijn taaltje elk lichtje en knopje op zo een paneel waarop de boot bestuurd wordt. 

Arendsoog Sandra riep af en toe “whale” en dan viel de uitleg stil en was het klik-klik-klik. Nadien ging hij rustig verder.

Na de rondleiding zijn we aan de grill in het Zonnetje gaan zitten en verzorgden de baasjes ons. We kregen in stukjes gesneden worstjes en lekker drankje. Het moet niet altijd een LIIT te zijn om lekker te zijn :)

Toen de wind wat meer opstak, sloeg ik alarm..  ik had mijn wintervacht niet meer aan en had het koud.  Groote broer bekeek samen met zijn baasje de situatie en beide dachten dat het op het balkon warm kon zijn met de zon. 

Terwijl baasje1 achter kaasjes ging ( want chipjes waren op) en baasje2 even een boompje zocht, hebben broer en ik hard gewerkt. We sleurden vanalles buiten om de baasjes te verassen :
  • Aaipad
  • Batterijbak met kabeltjes
  • Glaasjes
  • En samen kregen we de grote bubbeltjes ook op tafel
Nadien staarden we beiden vanop het tafeltje naar de zee, alsof we van niets wisten en er magic gebeurd was. We kregen extra knuffeltjes als beloning. Het leven van de hond van de pelouche soort kan toch leuk zijn.

De fles was leeg, de 2 baasjes hadden hun opgefrist (de ene al wat sneller dan de andere), broer en ik hadden ons proper gelikt.. dus we waren klaar voor volgende deel.

De baasjes gingen naar de show van 7u “amade”. Een show met muziek, dans en acrobatie. Sommige dingen waren spectaculaire hoor en zou ik niet durven... 

Na de show dienden we ons te haasten naar de volgende stop   : de senior officiers party. Alle pakjesmannen en vrouwen met genoeg strepen komen dan samen in de lounge voor een drink om de loyale cruisers te bedanken.  Van de groep mochten enkel onze baasjes en meneer Didier gaan.

Na een korte voorstelling en speech kregen we enkele hapjes en drankjes .. we genoten van de babbel die we kregen ... maar we stonden op uur. Om half acht is het immers dinertime aan boord.

Na de diner diende baasje2 nog een half uurtje te wandelen want heel de dag gezeten of geslenterd. Maar voor vertrek werd eerst de ontbijtkaart ingevuld op digitale wijze en de waszak gevuld. Mijn baasje was in haar nopjes want het was steek-zo-veel-als-je-kan-in-de-papieren-zak-zonder-te-scheuren.    We waren weer allemaal verbaasd hoeveel er in kon. Ik denk dat Sandra in haar vorig leven zo een metroduwer moet geweest zijn, want vol proppen wannneer het al overvol is is haar specialiteit.

Terwijl Steven dan samen met broer aan zijn wandeling begon, maakte mijn baasje de zakken klaar voor de volgende dag. 

Net na 12 kwam Steven een beetje ontgoocheld toe.. hij had zijn doel net niet gehaald. De laatste minuut van de 30 viel om 00.01  en dus telde niet meer mee.  Pfffff.
Maar plots was er “jippie..”  tijdens het in de wolken duwen was de tijd gecorrigeerd.

Nu was het echt bedtijd... 
kuch-kuch.. mijn baasje maakte rare geluidjes.
Ik pikte een extra flesje water op en bracht het naar haar.
De danku kwam er ruw uit.

Als dat maar goed komt morgen na nachtje slapen..

Tot morgen

De bezorgde Sloefie 

maandag 14 januari 2019

T 11S : Route naar de Zon

Ssst,

Dag allemaal lieve lezertjes,

Heel stilletjes verder lezen en geen geluid maken want mijn broer mag niet horen dat er toch een blog is.

Ik weet wel dat hij de vorige dagen heel hard gebibberd en gebeefd heeft in de Chileense fjorden. En vaak voor weinig resultaat. Hij had zo echt heel graag mooie fotootjes van de gletsjers kunnen maken. Of tout court van de mooie valleien waar we doorvoeren. Maar het mocht niet zijn. En dan dat interview van zaterdag in de Tijd en de Standaard heeft ook niet veel geholpen. 

Hij was nochtans samen met baasje vlot opgestaan rond zes uur om de eerste beelden van het eiland Hoorn (Isla de Hornos) te kunnen doorsturen naar jullie. 

Het plan was om een geriefelijk plaatsje uit te zoeken in het restaurant en daar te wachten op het teken van de kapitein. Maar blijkbaar vonden broer en baasje dat toch geen goed idee want ze besloten via een omweg naar de lounge vooraan op dek 14 te gaan met zicht op zee.

Onderweg konden ze nogal moeilijk door. Buiten was het namelijk nogal gevaarlijk voor toeristen - vooral die slecht te been - want er stonden golven van wel vijf meter hoog en een serieuze deining. De wind leek gelukkig wat minder. 

Na een half uurtje staren naar de golven zagen ze een eerste eiland opdoemen. 

Zou dit het zijn?

Snel werd er een gsm bijgesleept en Google Maps wist het antwoord. Neen we waren er nog niet maar we waren wel in de buurt.

Dat had de kapitein gisteravond trouwens ook beloofd. Zo rond half-zeven zouden we in de buurt komen van het eiland. 

Een kwartiertje later begon de Cruise DIrector dan iedereen wakker te maken, zoals een volleerde muezzin op zijn minaret die oproept voor het ochtendgebed. 

Was het tot dan nog redelijk rustig in de lounge, nu kwamen de toeristen in grote drommen naar de lounge. 

Broer moest vechten tegen de bierkaai. Want iedereen vond dat hij recht had om het beste zicht te hebben, ook al hadden ze zoveel uur langer mogen slapen. 

Buiten werd de zee rustiger. De zon kwam er zelfs even door. Dat was al veel beter dan de vorige reis van Mijnheer Didier waar er heel de tijd mist was en je het eiland niet kon zien. 

De kapitein besloot om het eiland langs de noordzijde te passeren. Zo zou het schip iets meer beschut zijn tegen de wind. 

Ondertussen was ik samen met mijn baasje ook al op dek 14 toegekomen. Met mijn baasje erbij had de bierkaai toch iets meer schrik en konden Broer en baas beter fotootjes maken. 

We waren trouwens niet alleen op weg naar de kaap. Een kleiner bootje dat we al gezien hadden in Ushuaia voer voor ons. En die had duidelijk veel meer last van de wind. Die hing quasi scheef overboord. 

Uiteindelijk was het dan zover. We waren ter plekke. Onze grote boot was zo dicht mogelijk bij de kaap genavigeerd. Mijn baasje besloot om fotootjes van de zijkant te gaan maken. Groote Broer bleef vechten tegen de bierkaai terwijl zijn baasje aan het fotograferen sloeg. 



Ik vond de beslissing van mijn baasje toch niet zo slim hoor. Ja, ze kon nu wel vanuit een open raam foto’s nemen maar er was zoveel wind dat ik toch niet durfde op de rand te zitten hoor. Maar iedereen van team Didier mocht op toer een fotootje trekken voor het herinneringsalbum achteraf, En dat was wel mooi.

Uiteindelijk kwam Groote Broer ook tot bij ons. De bierkaai was te sterk. En vooral, de generaties die het hardst klagen over de slechte manieren van de jeugd, bleken zelf nog veel erger. Broer moest iemand hard in de derrière bijten omdat die ongegeneerd zich liet vallen/zitten op de iPad met Google Maps. 

Na een half uurtje keerde de kapitein het schip met de boeg naar het Noord-Oosten en de Atlantische Oceaan. We gaan op zoek naar de warmte.

En de baasjes, die gingen op zoek naar een echt professioneel ontbijt in de Dining Room. En wij mochten mee in onze pyjama. 

Vandaar gingen we naar de Welness Spa op het twaalfde. Om nog een paar sessie trekken en sleuren te boeken. Ah ja, wat doe je anders op zee als het buiten stormt?

Voor de rest werd er vooral genixt en opgezocht hoe warm het wel overal was waar we nog moesten komen. En dat zag er heel veelbelovend uit.

‘S avonds moesten we dan allemaal terug propere kleren aandoen want het was een chique avond. Een van de baasjes had wel malchance met zijn keuzes uit het menu. Het was maar minnetjes en nogal koud. En net die avond kwam de Maître D. Vragen hoe het eten was. 

O o. Het antwoord hadden ze blijkbaar niet verwacht. Ik denk dat baasje voor de rest van de reis iedere avond ajuinsoep gaat krijgen voor het proeven. 

Ssshhttt. Groote Broer komt binnen en hij mag niets merken. 

Tot morgen.

Sloefie van voorbij het einde van de wereld. 

Sloefie met een certificaat van passeren van Kaap Hoorn, Nu nog Kaap de Goede Hoop. 

T 11GB : streik

Wegens een vakbondsactie van de bloggende honden is er vandaag geen blog. 

Wij eisen : 
  1. Redelijk werkuren. Dus niet voor zeven uur uit bed en niet meer dan twaalf uur. 
  2. Redelijke werkomstandigheden. Dus niet in alle weer en wind bibberen op een rollend schip kijken naar bergen in de mist. 
  3. Aangename temperaturen. Dus niet bij twee graden boven nul en zes Beaufort live verslag slaan. 
  4. Respect van het topmanagement. Af en toe een warm sappig beentje of een fris bakje bier water. 
Getekend : het gemeenschappelijk bloggersfront. 

T 10 bis : in het land van de Grootvoeten

Dag allemaal lieve lezertjes,

Ik ben terug, Sloefie de bloggende hond.

Mijn Groote Broer heeft wat last van droge ogen en mag dus niet te lang naar een schermpje zitten kijken. En dus neem ik als een liefhebbende broer over. En wie gaat anders jullie anders verder vertellen :)

Waar liet hij jullie achter? Op weg naar Fin del Mundo. Letterlijk het einde van de wereld. En soms, weet je, overdrijven ze niet in het Spaans.

We reden ondertussen over de Panamericana, een weg die van het noorden van Alaska tot hier in Vuurland - Tierra del Fuego - loopt. En we waren op weg naar het einde van de weg, want verder dan hier kon je niet. 

Enkele dagen geleden hebben we trouwens ook deze weg gebruikt. Tussen Puerto Montt en Puerto Varas. Maar daar was het een pseudo-autostrade. Hier waande je eerder in de bossen van ... Alaska of Canada.

Boenk boenk boenk.

Ik gilde het stilletjes uit. Auw pijn poep.. ik ga eens in Belgie terug een maagvergroting vragen, want die bulten doen pijn om mijn beentjes zonder vet.

We waren beland in het Nationaal Park Tierra del Fuego. En per decreet was de Panamericana hier niet geasfalteerd. En zo was het laatste stukje een beetje zoals het eerste stukje in Alaska, een sintelbaan berijdbaar in de zomer en een ideale snowscooter-piste in de winter.

We volgden een locaal riviertje waar rarara regelmatig volledig uitgedroogde bomen langs stonden. Nochtans aan water geen gebrek zou je denken. Wat bleek? Zoals de Australiërs een konijnenplaag hebben, hebben ze op Vuurland een beverplaag. Elk riviertje, elk moerasje of stukje vlak land, werd aangeslagen door deze bevers en onder water gezet. Met de bedoeling dat de bomen staande stierven om zo voor bouwmateriaal en eten te zorgen. 

Grrr. Bevers zijn zo erg als mensen bijna. En in België vindt Natuurpunt dat die beestjes moeten beschermd worden. Hier gaat men er anders mee om. In de komende vijf jaar wordt tot twee derde van de bevers afgeschoten. Pief poef paf, gedaan. In de hoop dat de natuur zich kan herstellen.

Boenk Auw Auw boenk.

Aan het gebotst kwam een einde want er was geen weg meer. We waren op het Einde van de Wereld. 

We mochten allemaal uit de bus. Het waaide nog altijd deftig maar de wind had de wolken weggejaagd en voor een minuutje kon je denken dat het aan het zomeren was. Het zicht was wel fantastisch. 



Er stonden zelfs enkele Brazilianen die speciaal met de motor helemaal tot hier waren gekomen. Misschien moet ik mijn baasje nog eens een moto-cursus kado laten doen. Dan kunnen we nog eens tot hier terugkomen. De motor was alleszins ok, het waren allemaal BMW G/S’en. 

Na wat fotootjes was het tijd om voor te rijden naar de tweede attractie. We reden tot het meer Lago Roca. Dat meer deed me dadelijk denken aan het Lake Louise dat ik bij mijn eerste cruise in Amerika met de trein bezocht heb. (Tip: lees mijn verhaaltjes van mei 2009) Alleen was er hier geen hoge berg met een gletsjer op het einde maar wel nog meer bergen en zelfs een ander land, want de grens met Chili liep dwars door het meer. 

En voor een keer zagen we ook eens wat beestjes. Op het strand waren zwaluwen laag over de keitjes aan het vliegen jagend op muggetjes of vliegjes. Zoals zwaluwen bij ons doen als het gaat onweren. Maar hier moeten ze het doen omdat de vliegjes enkel laag tegen de grond blijven vliegen, anders waaien ze weg. En we zagen nog een tweede soort vogel. Dat was wel een rare. Het was een mama met jonge vogel in opleiding, een jagersoort waarvan ik de naam al vergeten ben. Maar de vogels hadden geen schrik van mensen. Je kan op je gemak tot wel twee meter dicht komen. Neen, ik mocht dat niet want stel dat ze me als prooi zouden herkennen. Oeioeioeioei. 

Iedereen vond het meer minstens zo mooi als de baai. Onze gids was heel content. 

Op de heenweg had Peterke trouwens ook nog wat Ibissen gespot. Daar werd op de terugweg een speciaal moment voor ingelast. Die leken ook al niet zo bang van mensen. Tiens. En ze waren in hun oranje velletje heel fotogeniek. Mijnheer Didier heeft de fotografen terug de boot bus moeten injagen, anders waren we te laat terug voor de boot en dan moesten we straf schrijven. 

Na een bezoek aan het bezoekerscentrum - en vooral de boompjes errond - waren we klaar om de Andes over te trekken. 

Ik hoor daar veel ongeloof.

Maar toch heb ik gelijk hoor. Ik heb niet plots een lange neus a la Pinocchio. 

Nu moet ik heel hard nadenken en mij alles proberen goed te herinneren. Oeioeioei.

De Andes loopt over de volledige lengte van Zuid-Amerika van noord naar zuid. Het begint iets onder het Panama-kanaal en het loopt tot Vuurland en onder water zelfs bijna tot Antantartica. Op sommige plaatsen is het heel hoog, tot wel meer dan zesduizend meter. Maar aan het begin en het einde is het veel minder hoog. In Ecuador (zie mijn verhaaltjes van November 2016) hebben we met veel gepuf en gepiep de doorsteek gemaakt op bijna 4000 meter. Vandaag gaan we over de Garibaldi pas, op 450 meter. En dat is veel gezonder voor de zwakke longetjes van mij en mijn baasje.

Oef, ik denk dat ik alles goed onthouden heb, Nu even uitrusten want van herinneren word je moe.

Niet dat we een twee drie daar waren. Eerst moesten we terug naar Ushuaia en daar terug de Panamericana op richting noord, richting Alaska. 

Onderweg viel mijn broer en zijn baasje prompt in slaap. Tja, dat komt ervan als je altijd voor zes uur moet opstaan. De arme werkmensen. 

De gids was heel trots op de nieuwste industrie in Ushuaia, het wintertoerisme. In de bergen waren verschillende langlauf en alpiene pistes aangelegd met stoelliften en de rest. Alsof we in Zwitserland of Oostenrijk waren. 

Wat ik wel niet kon verstaan waarom de Patagoniers zouden willen gaan skiën in de winter. Want het was hier altijd koud en winderig. Dus ze hadden heel het jaar door wintertoestanden. Maar ik had de slimme Argentijnen onderschat. De skigebieden waren bedoeld voor de Brazilianen want die hebben nergens sneeuw in hun land. En dus komen die in grote vliegtuigen naar hier. En de Patagoniërs? Wel die gaan op vakantie naar Brazilië. Want als alle Brazilianen in Patagonië zijn, dan zijn de stranden in Brazilië leeg. Want geef toe, als je heel het jaar in de kou leeft, dan wil je toch een warme vakantie?

Met al dat geklets van de gids waren we aanbeland op de Mirador del Lago Escondido, een vreselijk lange naam van .. het uitkijkpunt bovenop de pas met een mooi zicht op het Escondido meer, een gletsjermeer zoals je ze wel meer vindt in de bergen onder een bergpas.




Na een winderige fotoshoot - gelukkig hield broer en baas me vast - reden we verder tot aan het meer. Als het niet zo koud was, had ik hier wel een uurtje in de zon kunnen liggen hoor. Maar de wind en de gids hielden me tegen - we moesten op tijd terug zijn bij de boot. 

Na een snelle rit terug stond de Gendarmeria ons beneden op te wachten aan Ushuaia. Oei. Zouden we in het cachot vliegen? Vliegensvlug deden we allemaal onze veilighsgordel aan. Maar uiteindelijk was het een storm in een glas water. De chauffeur moest zijn papieren laten zien en we mochten voort naar de boot. 

Laatste wapenfeit was nog droog op de boot te geraken. Want op de pier vloog je van de wind terug aan land, als je niet hard oplette. 

En of er wind was. Rond zes was er een speciale mededeling van de kapitein. De haven was gesloten wegens teveel wind. En niemand mocht er in of uit. 

Uiteindelijk voeren we slechts weg tijdens het avondeten. Op weg naar Kaap Hoorn, het scheepskerkhof aan de tip van Zuid-Amerika.

Brrr. 

Ver kwamen we niet trouwens. 



Na nog geen uurtje varen moesten we alweer stoppen voor Puerto Williams - de stad aan de zuidelijke Chileense kant van het Beagle kanaal - om onze papieren voor de Kaap in orde te brengen. 

Morgen zijn we aan de Kaap. Hopelijk is het weer een beetje beter.

Sloefie de superblogger 

PS. En wat hebben de Grootvoeters er nu mee te maken? Wel toen de eerste Spanjaarden de Patagoniërs tegenkwamen, dan schrokken ze van een gestalte en vooral van hun grote voeten. En daarom noemt dit hier nuPatagonië, het land van de Grootvoeters.  

zondag 13 januari 2019

T 10 : Low viz in het Beagle Kanaal

Dag allemaal lieve lezertjes,

Hopelijk liggen jullie niet te bibberen onder een dekentje wegens snerpende vrieskou in België. 

Of zijn jullie soms een beetje jaloers omdat wij op het zuidelijk halfrond kunnen genieten van een lekkere warme zomervakantie?

Niet nodig hoor.

Na gisteren een uitzonderlijke dag met veel zon en weinig regen langs de Straat van Magellaan, kwam vandaag de concurrerende route aan de beurt als doorsteek naar de Atlantische Oceaan, het Beagle kanaal. 

De vorige dagen had de Stille Oceaan laten merken dat ie verdomd vaak allesbehalve stil is. Vandaag zouden we door het Beagle Kanaal varen, genoemd naar het legendarische schip van de al even legendarisch Charles Darwin.

Tussen vier en zes in de ochtend had de kapitein ons beloofd om door de Glacier Alley - letterlijk de straat van de gletsjers - te varen. 

Praktisch probleem : zonsopgang was zo geschat rond 5u15.

Het was aan baasje twee om op zijn beurt tegen dan wakker en op te zijn en de kou te trotseren om plaatjes te schieten van deze mooie zeestraat.

Inderdaad beste lezer. Het beginmoment van de dag ging van kwaad naar erger en werd nu op het onchristelijk vroeg uur 5u15 gezet. Zelfs om met de TGV naar Parijs te gaan werken, moet je niet op dat uur opstaan. Grrr. Geeuw. Geeuw.

Maar de kapitein voer sneller dan gepland. We waren in feite al het merendeel van de gletsjers voorbij, toen baasje buiten stond. We zagen er nog twee.

En ook Armand Pien en Frank Deboosere speelden niet mee. Hadden we gisteren een prachtige dag en ver zicht - zelfs wanneer de boot van links naar rechts rolde - nu dat we echt wolken konden missen ... lag de wolkengrens onder de sneeuwgrens. Er was dus niet veel te zien.

Toch hielden mijn baasje en ik toch trouw de wacht want je weet maar nooit of er een plots gat in de bewolking valt of een wonder geschiedt.

Noppes.

Nada.

Nix.

En dan hadden we gisterenavond nog te horen gekregen dat de kapitein een uur vroeger in Ushuaia zou komen. Een Griek, te vroeg. Madre Madonna. 

Om half-zeven heb ik dan maar Google Maps geconsulteerd. Daar waren geen gletsjers meer te zien op de satelietbeelden en dus werd besloten in gemeenschappelijk front om het op te geven en naar binnen te gaan. 

Niet dat er veel te slapen viel want Sloefie wou weten wat we allemaal gezien hadden. En hij wou niet aanvaarden dat we bitter weinig hadden. 

Grrr. 

Vandaag stonden drie dingen op het programma. Een eerste met de volledige groep, een tweede met Sloefie alleen en een derde met een gids.

Na een iets vroeger dan gepland ontbijt - Mijnheer Didier had het bijkomende uur maar voor dertig minuten aangeslagen. We moesten dus maar om half-tien op dek vijf te zijn. Voor een stadswandeling. 

Baasje 1 was wel zo slim om haar badge achter te laten en te vertrekken met badge van baasje 2. Dus baasje 2 crosste naar boven om de badge te gaan halen, terwijl baasje 1 gewoon een nieuwe ging gaan halen bij de klantendienst op dek 3. 

Chaos duidelijk door gebrek aan slaap. Inderdaad beste lezer, ik ben het eens met Uw diagnose. Baasjes, je kan niet zonder maar soms he ...

Gelukkig hadden we allemaal de raad van Tante Kaat Mijnheer Didier opgevolgd en ons als een rolcake verkleed - euh ik bedoel met vele laagjes. Want ........... buiten stond een wind die je een twee drie tot aan het einde van de pier blies. Amai mijn bretellen. Voor ons vandaag waarschijnlijk geen fotoshoot want dan vliegen we een paar kilometer verder.

Vergeleken met Chili stonden hier heel wat meer pseudo-militairen druk niets te doen. Maar zoals zo vaak, veel gefluit maar weinig wol. Het waren dan ook geen para’s. Security in het algemeen was nogal raar. In plaats van door de scanners te lopen, liep je er rond en niemand die zich daar druk over maakte. 

En de meest grappige poster hing op het einde. Het declameerde dat Ushuaia ook de hoofdstad is van de Malvinas. Maar de Engelse noemen dat al tweehonderd jaar de Falklands. De poster was van schaamte in twee gescheurd en hing te flapperen in de wind.

Als eerste bezienswaardigheid gingen we langs een aantal standbeelden. Met uitzondering van onze Adrien - de Gerlache - waren de rest allemaal illustere onbekenden, generaals en kapiteins. Enkel een man met een pet. De eerste vliegende facteur van Argentinië. Ja, met de wind van vanmorgen ben je al snel een vliegende facteur. 

Daarna kwam een lokaal museum aan de beurt over de (dode) inheemse indianen. Maar die waren niet geïnteresseerd in ons want ze deden niet open in het weekend. 

Vervolgens kwamen we in de hoofdstraat uit, genoemd naar Generaal San Martin, de vader des vaderlands en bevrijder van heel zuidelijk Latijns-Amerika. En zo kwamen we dichter en dichter bij doelstelling twee ...

De Hard Rock Cafe !!!! 

We hadden ondertussen bestellingen gekregen van over heel de wereld en we hadden nogal wat tijd nodig om alles te passen en meten en betalen. 

De rest van het groepje trok ondertusssen verder door de winkelstraat. Maar de wind hield lelijk thuis onder de wandelaars en we zagen later het merendeel voor ons te voet naar het schip terug trekken.

Deel drie ging dan om 12u15 beginnen maar dan moesten we wel zorgen voor de interne wensen. En dat was uiteindelijk nogal moeilijk want om half-twaalf gaat het restaurant dicht en wordt het middageten klaargezet. En je kan dan pas eten vanaf de middag. - Tussen twaalf en een, eet iedereen. 

Mijn baasje kon nog niet een selectie meloen redden voor het sluitingsuur - ja ja, zo erg was het gesteld, mijn baasje at fruit - maar de rest moest wachten tot twaalf. De koks waren onverbiddelijk. En mijnheer didier ook. Niet daar om kwart na, niet mee. 

Klokslag twaalf kon iedereen dat aan de slag met nieuw eten. Er werd gespurt naar de kamer voor de fotozak. Er werd teen en tander vergeten. Grrr. 

Maar uiteindelijk stonden we om twintig na beneden op de pier naast een Mercedes busje. Deel drie van Ushuaia kon beginnen. 

Straks meer,

Groote Broer