woensdag 27 mei 2009

Dag 26 - de lange weg terug

Hoi,

vanmorgen konden we nog eens uitslapen. Het is wel niet gelukt want we waren al vroeg wakker. Na een laatste Canadees onbijt waren we klaar om naar het centraal station te gaan. Als transport kiezen we de SkyTrain, een automatische metro. En we slagen er in om in tweeën gesplitst te worden want de deuren gaan automatisch dicht. Allez, na een station zijn we terug herenigd.

Had ik al gezegd dat het goed weer ook naar huis was vertrokken? Het is serieus aan het regenen wanneer we van de metro stappen. Nu nog de juiste bus vinden. Het station heeft veel van zijn glans en drukte verloren. Er vertrekken minder dan 10 treinen per dag nog. Des te meer bussen.

Over de tocht naar Seattle kunnen we kort zijn want er viel niets te beleven. Een van de medereizigers zal hier wel niet mee akkoord zijn, want ze mocht niet door de grens.

En dan moeten we nog van het station van Seattle naar de luchthaven. We kiezen voor het openbaar vervoer maar dat duurt wel. Had ik al gezegd dat het in Seattle (nog) niet regende. Het was zelfs serieus warm.

Na een vroeg diner kunnen we vroeg onder de wol. Morgen staat de wekker rond 5 uur. Vakantie is nog erger dan werken!

Tot in België

Dag 24 en 25 : De derde trein

Hallo.

Dag 24 begon niet echt goed.

Het was nog geen zondag of een aantal jeugdige inwoners van het hotel besloten om hun feestje verder te zetten in de gang. En ze gingen nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet ... allez op zijn Amerikaans of Canadees dan. Na het verspringen van de dag was het geduld volledig op en de bloeddruk aan de verkeerde kant van 12 over 7. Dus dan maar de receptie gebeld. Of er lawaai was in het hotel? Niet echt iets gehoord - niet zo moeilijk, een of andere Chinese film loeide op de achtergrond. En of hij daar iets kon aan doen? Tja, uiteindelijk had hij dan toch door dat dit ook een deel was van zijn job. Na een tijdje werd het stil. Relatief stil.

Je kan je al ons ochtendhumeur indenken.

Dan kwam grap nummer 2. De bus zou buiten wachten om 8 uur om ons naar het hotel te brengen. Het was nog maar net half acht of de bus kwam de lobby binnenrijden (quasi). Sandra was nog boodschappen doen bij Starbucks. Dus iedereen mocht wachten op haar en op enkele andere mensen die de 8 uur letterlijk hadden genomen. OK, we waren dus wat vroeger aan het station. Maar ... dat zat al vol met mensen van andere bussen. Wij mochten buiten wachten in het zonnetje. Let wel, 's avonds is het nog lekker warm in Banff maar 's morgens voel je dat je boven de 1000 meter zit. Het was dus koud, echt koud. En de trein kwam ... niet om 8u10 maar om 8u45. TTZ gelieve 40 minuten buiten te wachten en durf niet over de gele lijn te lopen want er zou wel eens een trein kunnen afkomen (een dus) en die rijden snel (toch zeker 40 km/u). Ons humeur kwam al snel onder nul.

In tegenstelling tot de vorige rit, zit de trein nu wel vol. Meer dan vol in feite want er zijn nu 3 Red Leafs volledig gevuld en 3 Gold Leafs. Het gros van de bezetting is Australisch. En ja hoor het merendeel gaat daarna op een Holland-America boot naar Alaska. Voor ons minder leuk misschien, maar het bedrijf moet ook winst kunnen maken en met 16 passagiers gaat dat niet.

Aan boord installeren we ons snel - we zijn al anciens. De enkele lege banken naast ons zijn snel gereserveerd. We kunnen vertrekken, eerst door de Bow vallei tot Lake Louise (het dorp, niet het hotel of het meer) en dan via de Kicking Horse pas naar de Kicking Horse vallei (eergisteren al per bus verkend). We willen wild zien maar krijgen in de plaats ontbijt. Sandra is terug Vegan ipv Vegetarisch, maar het ziet er lekker uit. En dan duiken we de tunnels in. In de vorm van een grote L dalen we zo ettelijke honderden meters. Het is alleszins veiliger dan het oude traject dat meer op een roetsjbaan leek.

Het weer blijft prachtig en we slingeren heen en weer langs verschillende rivieren. Af en toe zien we een dorpje, alleszins meer dan op de route langs de Fraser rivier. Dieren zien we wel bijna niet. Sandra is moeilijk te troosten.

Dag 25 volgde het zelfde spoor als dag 24 - voor de spoorwegzotten, Canadian National lijn Kamloops - Vancouver.

Qua wild bleef de vangst redelijk beperkt. Enkele marmotten, arenden en een zwarte beer. Qua landschap was vooral het deel waar de Thompson rivier uitmondt in de Fraser interessant en verder ook Hell's Gate verder stroomafwaarts waar de Fraser rivier door de Coastal Mountains doorbreekt op weg naar Vancouver.

Eens uit de Fraser Canyon rijdt de trein verder in een breed dal tussen de Cascades en de Coastal Mountains. Het lijken wel de Vooralpen.

En dan staan we in de file, de treinenfile, om Vancouver binnen te komen. Het einde is nabij ... van ons verlof.

Morgen met de bus van Vancouver naar Seattle en dan terug naar huis.

Boehoe

S&S

zondag 24 mei 2009

Dag 23 - Met de beentjes in de lucht

Vandaag zoals beloofd een toer van Banff. Onze vriendelijke Nederlander speelt nog altijd voor buschauffeur en gids. Wat bezoeken we zoal:

- de winkelstraat
- het grote hotel - voor een keer slapen we niet bij de Gold Leafs.
- uitzicht op het Banff Springs Chateau
- een rit tot op een prachtig uitzicht over de Bow rivier, het hotel (je kan er niet naast kijken) en Tunnel Mountain of liever Buffalo Mountain zoals de Indianen het noemen want in de vorm van een slapende bizon

En dan gaan we met zijn allen tot in het Banff National Park met nog meer prachtige uitzichten over meren en bergen en valleien.

Tenslotte mag het publiek kiezen: shoppen of de berg op in een kabellift. Het is 60 - 40. Wij gaan de berg op, of wat dacht je? En Sandra vindt nog wat nieuwe vogels die voor haar kunstjes willen uitvoeren. De wereld is perfect.

Conclusie, in feite willen we hier wel terugkomen maar dan zonder de stad/commercie. Misschien wel in een camper want ze hebben hier veel kampeerplaatsen, zegt Sandra.

En dan komt het moment suprême. Een luchtdoop met een helikopter (Bell Jet Ranger om volledig te zijn). Gewoon maf. Onze videocamera is zo over zijn toeren dat ie van de emotie niets kan opnemen. Tja. Mogen we nog eens?

Had ik al gezegd dat we naar Banff/Lake Louise/Jasper/Yoho terug willen komen? Ja dus. Ok.

Morgen wacht de trein. En begint de laatste week van het verlof. En we weten nog niet of er veel volk gaat op zitten. En of het wel mensen met humor gaan zijn. Of waar we 's avonds gaan slapen. En of we nog beren gaan zien? En Moose? En Elk? En berggeiten?

Ach, enkel een frisse Hoegaarden van het vat kan daar soelaas bij brengen.

We zien morgen wel.

Dag 22 - Lake Louise naar Banff via Yoho National Park

Gisteravond wachtte ons een verrassing in Lake Louise. We verwachtten een groen of blauw meer te vinden maar ... het was wit.

We zitten hier op bijna 2000 meter hoogte en het meer is dus ... bevroren. En dat blijft zo tot begin Juni. En het is pas in Juli dat het meer smaragdgroen wordt. Een misrekening? Nee hoor, ook dit heeft zijn charme en het is een reden te meer om terug te keren. Volgens de lokale berggids kom je best of rond 15 Juli of rond 15 September. In september zijn er minder toeristen ...

M.a.w. hier komen we nog eens terug. Misschien niet in het zelfde hotel - het is wel prachtig maar groot en een beetje te veel kitsch naar onze smaak. Maar een mens moet openstaan voor nieuwe dingen.

In de namiddag komt een bus ons oppikken, eindbestemming Banff. Maar eerst doen we ons derde Canadees Nationaal Park aan, Yoho. De chauffeur is een vriendelijke emigrant uit Nederland. Ja, je vind hier allerhande nationaliteiten. En in de restaurants is de bediening Australisch. Lekker uit de losse pols maar daarom ook geen waar voor je geld en de tip is navenant.

Dus op weg naar Yoho, over de Kicking Horse pas. Die doen we zondag ook met de trein. Want dit is - naast Yellowhead (Jasper) - de enige doorsteek voor het spoor en de auto naar de andere kant van de Rockies.

We zitten heel wat lager dan in Lake Louise en ook warmer. De meertjes die we nu bezoeken hebben wel al hun smaragdgroene kleur. Mooi gewoon. En, je raadt het al, hier willen we ook nog wel eens terugkomen. Misschien wel met een camper zegt Sandra. Steven heft de ogen ter hemel. 't Zal niet helpen.

Trouwens, er is geen tijd om naar de wolken te kijken. Net buiten Lake Louise remt onze bus uit alle macht. Verschillende bussen en huurauto's staan aan de kant. Wat is er aan de hand? Een grizzly is aan het grazen hoog boven de weg. Iedereen wordt wild - de vorige beren waren allemaal zwarte beren. Dus nu is ons rijtje compleet. We hebben alle beren van Canada gezien. Correctie, alle beersoorten. Nu kan Sandra met een gerust hart en weggestopte camera in slaap vallen.

En dan naar het Sodom en Gomora van deze streek, Banff. Het uitzicht is nog altijd prachtig maar in het stadje is een hoop toeristisch kitsch bij elkaar gegooid dat we er ons echt niet thuis kunnen voelen. We wandelen drie keer door het centrum (4 blokken groot op 3 blokken diep) en we houden het voor bekeken. Het weer is gelukkig nog altijd prachtig en we genieten tot de laatste zonnestraal. Sandra ziet al rood en Steven bruin. Dus dat komt in orde.

Morgen krijgen we een toer van Banff en dan een helidoop. Dat belooft.

Daaaaaag

S&S

Dag 21 - Icefield Parkway

Magnifiek, majestueus, magisch, mmmmmm

Mocht je het nog niet door hebben, de schrijver van deze blog vind geen woorden. Nee hij staat niet met een mond vol tanden.

De enige conclusie aan het einde van de dag: hier komen we nog eens terug op ons eigen tempo.

's Ochtends hebben we nog een laatste keer grijze luchten maar tegen we aan het Columbia Icefield komen is het prachtig weer. Speciale ijsbussen brengen ons tot in het midden van de gletsjer en het is gewoon adembenemend.

Ook de rest van de weg tot Lake Louise is adembenemend.

Dit doen we nog eens. Beloofd.

Dag 19 en 20 : De tweede trein

Hallo.

Aan al wie zich zorgen maakte wegens de blogstilte ... no worries. We zijn levend en wel.

Na een dagje regen in de bergen zijn we op dag 19 voor de tweede maal op de trein gestapt. Het was onmenselijk vroeg. Ook het weer was droevig. Het weende net niet. Gelukkig maar.

Uiteindelijk staan we met een halve toerbus aan het kleine station van Whistler. We zijn blijkbaar met slechts een 40 mensen voor zowel de Gold als Red Leaf klasse. Maar de trein heeft wel een volledige personeelsbezetting. We zullen dus extra bepamperd worden! Jippie.

Na enkele minuten wachten begint de trein te rollen. Het lokale stationspersoneel wuift ons uit en wij zijn op weg naar het hart van Brits Columbia. Onze volgende stop is Quesnel. Maar daar zijn we bijlange nog niet.

Eerst wacht ons een lange trage klim uit de vallei van Whistler. Gelukkig is er weinig goederenverkeer over deze lijn en onze trein hoeft niet uit te wijken - hier heeft cargo voorrang op passagiers, het zou B-Cargo plezieren als het ook zo was in België. Na meer dan een uur klimmen tussen de pijnbomen komen we aan een eerste groot gletsjermeer. Of correcter een ondergelopen vallei uitgesleten door een gletsjer, te vergelijken met een ondergelopen fjord maar dan op meer dan 1000 meter hoogte. De trein loopt mooi langs de rand van het meer, rond elke uitstekende rots of inspringende baai. Meer dan 24 kilometer lang is de oever terwijl het meer maximaal een 600 meter breed is. Ook de zon is van de partij en we kunnen prachtige foto's maken van de verschillende bergen en mooie vergezichten.

Na het eerste meer volgt een tweede, kleiner meer - relatief dan want ook nog zo'n 6 kilometer lang. Na een laatste krachtinspanning rijdt het spoor over een waterkrachtcentrale en komt zo in de vallei van de Fraser rivier. Dit is een van de langste rivieren in Canada, meer dan 800 kilometer en de trein volgt de rivier tot we aan de Yellowhead pas komen op slechts een kwartiertje rijden van Jasper - onze eindbestemming van morgenavond.

De grond is blijkbaar zo zacht als boter want de rivier heeft een enorm diep dal uitgegraven en overal langs de rivier zie je waar er recent grote aardverschuivingen zijn geweest. Gelukkig niet waar het spoor liep, anders was het een lange weg terug. Een keer over de rivier begint het spoor trouwens aan een van de langste hellingen in Canada tegen maximaal hellingspercentage. We klimmen honderden meters naar omhoog, altijd op het randje met de rivier recht onder ons.

En dan kan de trein niet meer voort ... langs de rivier. Er zijn zoveel dwarsvalleien dat je gewoon zot draait. Met een lange tunnel keert de trein naar het binnenland. En na een zoveelste helling is het dan zover, een nieuwe gletsjervallei en ook sneeuw. Vanaf hier gaat het bergaf tot we in de buurt van Quesnel zijn. Af en toe zien we nog een vogel, voor de rest is er geen wild te zien. We knappen een uiltje.

Over Quesnel kunnen we kort zijn, niet veel te zien. Ons hotel lag 5 kilometer buiten het centrum. Geen goed idee.

De volgende ochtend is het alweer vroeg. De tocht gaat verder langs de Fraser rivier, zij het op een afstand. Het zicht buiten is nogal monotoon. De ambiance in de trein is gelukkig beter. Na een tweetal uur komen we aan in Prince George. We krijgen een nieuwe bemanning en de belofte dat het nu sneller gaat. Vanaf hier is de Fraser vallei veel vlakker en rechter. We komen wel meer treinen tegen - en dus wachten want het spoor is enkelspoor.

Sandra wordt wel onrustig. Het is dag 20 en ze heeft nog steeds geen beer gezien. BEER niet BIER. Er is hoop want op deze spoorlijn rijden veel graantreinen en die verliezen een beetje lading bij elke stop en dat weten de beren.

En ja hoor vele uren later stopt de trein want ... er is een berin met twee jonge beren aan het middageten op de rails. Algemene paniek. Waar is de camera, er is nog genoeg batterij. Welke kant lopen ze? Waarom mag ik niet uit het venster hangen? Waarom mag ik niet uitstappen? Om zot van te worden. Na enkele minuten besluit mama beer om dan toch maar plaats te maken voor de trein. En iedereen is dolgelukkig - of toch niet helemaal. De beren weten wat klasse is en ze gaan languit poseren voor ... de Gold Leaf klasse die achteraan de trein hangt. Het gewone volk mag het van ver bekijken.

Iedereen content? Nee hoor, Sandra heeft nog geen Moose gezien. Waar zitten de Moose? (Gelukkig vergeet ze de Elk nog)

Vanaf nu is de sport om het eerst een beer spotten - een hele verademing na 10 jaar VS bezoeken en 0 (nul) beren te hebben gezien - toch van voldoende dichtbij. Uiteindelijk sluit Sandra haar lijstje af met 8 zwarte beren - al dan niet gefotografeerd in een waas. En dan als toetje op de zalm, net voor Jasper zijn we onze eerste Moose, grazend naast het spoor.

Trouwens dit is niet de laatste Moose. In Jasper lopen die dieren gewoon over straat tot grote paniek van de toeristen - de locals kennen het woord paniek niet.

Morgen gaan we op de Icefield Parkway naar Lake Louise. Wordt het schuiven of rijden. Come and see next tomorrow.

S&S

dinsdag 19 mei 2009

Dag 18 - the rain in Spain falls mainly on the plain

Maar vandaag niet dus. Sinds vannacht is het aan het regenen. Wanneer het stopt met stilletjes regen begint het pijpenstelen te regenen.

De eerste dag slecht weer, op 18 dagen. Niet slecht.

We blijven dus lekker binnen en scherpen onze leeskunsten bij.

Morgen worden we verwacht om 6u30 in de lobby. De trein vertrekt om 7u10. Dat is vroeger dan we gaan werken. Vakantie, pff.

Tot morgen - misschien

S&S

Dag 17 - Fluitend de bergen in

En? Heb je de titel door?

Vandaag nemen we de Whistler Mountainier. De eerste van vijf treindagen om van Vancouver naar de Rocky Mountains en terug te gaan.

Zoals beloofd staat de bus iets na half acht aan het hotel om ons op te pikken. Hoezo de bus? Wel de treinen naar Whistler en verder naar de Yukon vertrekken uit Noord-Vancouver ttz de overkant van de baai.

Na een twintigtal minuutjes zijn we er dan, een mooie wit-zwarte trein te wachten met twee typische locomotieven op kop. Buiten onze trein beweegt er niet veel op dit immens rangeerstation. Het is dan ook zondagochtend en de brave burgers liggen nog altijd in bed op dit uur.

En dan zijn we weg, langs lange goederentreinen tot we aan het water komen. En dan komen ook de huisjes. Links en rechts hangen er mensen uit de ramen - er komt dan ook maar een passagierstrein in het weekend voorbij. Naarmate we verder van Vancouver weg zijn, worden de auto's duurder en de huizen blijkbaar ook duurder - ook al zou je dat niet altijd zeggen.

Na een twintig minuten duiken we een eerste tunnel in en zeggen vaarwel aan Vancouver. Vanaf nu is het enkel natuur. Eerst de Howe Sound en dan langs een bergriviertje waarvan we ondertussen al de naam vergeten zijn.

Uiteindelijk na drie uur tuffen door de bergen, over stukken met meer dan 2% stijging (dat is veel), en een keer wachten voor een goederentrein, zijn we eindelijk in Whistler. Whistler is een heel gekend skioord in Canada en volgend jaar worden hier de grote ski-wedstrijden van de winterspelen Vancouver 2010.

Onze kamer is nog niet klaar, verre van, dus gaan we op wandel door het stadje. Alles is in feite artificieel want gebouwd als een nieuw skioord, oorspronkelijk voor de winterspelen van 1980 (maar dat ging niet door). Dit weekend is een verlengd weekend in Canada. Maandag is het Victoria dag in Canada en het is ook "spring break" ttz de studenten hebben een weekje verlof.

Het is prachtig weer en er loopt enorm veel jong volk rond met alle mogelijke kleding - van bijna niets om jongens aan te trekken tot volledig ingepakt om te gaan skiën (vanaf 1000 meter ligt er sneeuw) over de mountain bikers die deelnemen aan een wedstrijd. Leuk.

Op het VVV kantoor raad men ons aan om vandaag de kabelbaan te nemen. Morgen is er waarschijnlijk geen zicht. We kunnen goed luisteren (soms hoor ik daar zeggen) en na enig gezoek vinden we de juiste kabellift. Op naar boven naar de top van de Whistler
Mountain. Boven (1816 meter) is alles nog maagedelijk wit. Wandelen kan je wel vergeten, maar het uitzicht is prachtig en na enig wachten kunnen we ook een foto nemen van het officiële logo van de Spelen van 2010.
Alles in Whistler draait rond de spelen van 2010.

Om 5 uur gaat de lift dicht, dat wordt dus haasten of te voet naar beneden - glijden op de fotorugzaken is nog een alternatief. Voor de verandering zoeken we een echte Japanner - Sushi paleis. Nog een beetje eten inkopen en we zijn klaar voor een avondje couchen.

's Avonds krijgen we slecht nieuws. Of eerder slecht weer.

In Manitoba is vandaag tot 20 centimer sneeuw gevallen, normaliter is het daar tot 20 graden in midden mei. Net ten oosten van de Rockies is ook tot 10 centimeter sneeuw gevallen. Dat belooft. Voor Whistler is er 40% kans op regen, geen zon en 10 graden kouder.

We zien morgen wel.

Dag 16 - Sabbat

Ha, het is zaterdag. Voor gelovige Joden een rustdag. Voor ons ook een beetje.

Vanmorgen een laatste keer ontbijt op bed. Dat smaakt. Ook al maakt Mark Knopfler ons om zes wakker. Dat noemen ze dan vakantie.

Een laatste controle of alles gepakt en gezakt is en dan naar beneden. De immigratiedienst rekt het nog een beetje maar het verdict is gekend. Om kwart voor acht eindigt het luxeleven aan bord en staan we terug op de wal. Nog enkele vragen van de grenspolitie en we staan te midden van de zaterdagochtendspits van Canada Place - bussen die komen aanstormen om de 2000 passagiers van de Zuiderdam en de 1800 van een tweede cruiseschip op te pikken.

Even de straat oversteken en we zijn al aangekomen in ons hotel. Na enig gemarchandeer kunnen we al op onze kamer, een suite met zicht op de baai. Een gratis upgrade als we de rokersversie nemen. We proberen eerst de kamer uit en het valt mee - zowel van uitzicht als van rokersoverlast.

Deel van onze grote treintoer door de Rockies is ook een boek met gratis tickets voor een aantal toeristische attracties. In Vancouver kunnen we gebruik maken van een hopon-hopoff. Alleen klein probleempje (zo zijn we nu eenmaal). Het seizoen is nog niet begonnen voor het bedrijf en stuurt ons door naar de concurrentie. Vraag is enkel welke. Volgens het hoofdkantoor de "Big Bus" maar de mensen op de straat weten van niets - uiteindelijk neemt een van beide onze tickets en kunnen we toch vertrekken.

Eerst de rode lijn naar Stanley Park - ja daar waren we vorige week ook al. En vandaar trekken we door de rest van centraal Vancouver. De vering en de banken van de trolley zijn nogal hard. We vinden het dus niet erg wanneer de rit terug aan zijn beginpunt komt.

Dan nemen we de blauwe lijn om de "rest" van Vancouver te bekijken. De dame achter het stuur heeft blijkbaar wel iets anders aan haar hoofd. De trolley heeft wel zachtere banken maar de vering blijft hard en alle ramen zitten nogal last. M.a.w. alles davert door elkaar en je kan de commentaar met moeite verstaan. Niet goed dus.

Dan beginnen we maar onze voettocht, na een lichte lunch om alle ingewanden terug op hun plaats te laten zakken. We lopen verder boven en door de ondergrondse malls - als Toronto en Montreal die hebben, dan ook Vancouver. Maar we houden de geldbuidel redelijk goed dicht. Tenslotte rusten we uit in een grote boekenwinkel. Diner is in een Ierse pub met enkel bieren van Inbev. Tja, het kan verkeren zei Bredero.

En dan is het tijd voor het bedje, morgen om half acht staat de bus voor de deur en begint deel drie van onze vakantie.

Daaaaag

Sandra en Steven

zaterdag 16 mei 2009

Dag 15 - Pakken en zakken

Vandaag is het vrijdag, dag 10 op zee, de voorlaatste dag van de cruise. Dat krijgen we al van 's morgens te horen.

Wat staat op programma?
  • onze voorlopige lopende rekening controleren - inderdaad er staat een fout op

  • horen hoe we van boord gaan - om 7u30, terwijl de boot officieel toekomt om 8u, dat wordt dus zwemmen

  • onze kamerstewarts joko en mugi gaan bedanken - peppi en kokki

  • alles terug bij elkaar zoeken

  • alles inpakken - en Sandra is nog nooit zo relax geweest, misschien moeten we in het echte leven ook maar verhuizen naar een kamer van 3 op 6 met balkon

  • afscheid nemen van het kraaiennest - wat is de cocktail van de dag?

  • de valiezen wegen - aai, aai, dat wordt overgewicht

  • afscheid nemen van het restaurant

  • de laatste blog schrijven

Ook de bultrugwalvissen zijn afscheid nemen. De orka's waren wel niet op appel.

Zo dat was het dan.

Morgen Vancouver en dan kruipen we de trein op naar het hart van de Canadese Rockies.

Tot schrijfs

De twee van Imde.

Dag 14 - Misty Fjords

Vandaag doen we onze derde Alaskisch stad aan, Ketchikan.

Maar vandaag is het motto "Easy does it". We blijven lekker lang in bed terwijl de Coast Guard driftig rond de boot cirkelt op zoek naar verstekelingen. Dan nemen we een kort ontbijt met een topzicht over de stad.

De eerste kandidaten staan ondertussen al klaar voor de vliegtuigdoop met vertrekken en landen op het water. Dat doen wij niet. Neen, wij gaan liever in het kraaiennest zitten.

En dan is het plots tijd om naar onze excursie te vertrekken. Met een speciale catamaran vertrekken we naar het Misty Fjords National Monument. Alweer een Monument dat nog niet op onze lijst staat. Gaan we wel een stempel krijgen?

Na een traag spurtje door een stiltegebied (het lijkt wel Nederland) komen we in het monument. De grootste fjord ziet er niet echt uit als de Noorse. Ze is redelijk breed met lage afgeronde bergen errond. In de verte lijkt een zeilschip op ons af te komen. Maar dat is maar bedrog. Het is het overblijfsel van een vulkaan. Gletsjers hebben alles weggesleten behalve de hardste kern. Zelfs de eerste Europeaan, kapitein Vancouver, vergiste zich en maakte zich klaar om het aan te vallen.

Voorbij New Eddyrock Island duiken we dan een nauwere fjord binnen. En dan zijn we wel in Noorwegen - maar misschien wel nog mooier. Met watervalletjes langs de bergwanden, steile rotsen, bomen die vechten tegen de zwaartekracht en prachtige vergezichten. En stilte.

De stilte duurt wel niet lang want we zijn tot het aan het Misty Fjords International Airport gedreven. Hier wachten we op een aantal medetoeristen die hun watervliegtuigdoop krijgen.

Na de uitwisseling van passagiers tuffen we terug naar Ketchikan. We nemen onderweg nog een berggeit op de korrel - met de camera natuurlijk - en een Indiaanse rotstekening.

Sommige medetoeristen worden wel onrustig. Het is al na het vertrekuur van onze boot. Blijft hij wel liggen? Tuurlijk, een van de camerajongens is bij ons aan boord en zonder hem is er morgen geen video van de Cruise! En als toetje op de dag, wacht ons een arend op in de haven van Ketchikan. En Sandra heeft genoeg geduld om te wachten tot hij ook een vis te grazen heeft genomen.

Zo morgen wacht ons een kuis- en pakdag. Het is nu eenmaal vrijdag en onze reis is bijna gedaan.

Tot morgen of later

Sandra en Steven

Dag 13 - Moet er nog ijs zijn?

Vandaag hebben we maar onze wekker gezet. We willen niets missen van de dag. We gaan namelijk een Nationaal Park bezoeken en daar moet je vroeg voor opstaan.

Het schip lijkt wel stil te liggen. Heeft de kapitein ons weer verrast? Nee hoor. De zee is hier zo vlak dat het schip gewoon niet meer rolt of stampt. Sowieso mag het niet zo snel varen in het Nationaal Park en dus maakt hij ook niet zo'n hoge golven.

Tegen het ontbijt zien we de eerste ijsbergjes drijven maar ook hier geen Titanic verhalen want veel te klein. Na het ontbijt gaan we naar het kraaiennest. Daar heb je een hoog en breed zicht op alles rond het schip. En Sandra bewijst dat haar ogen nog heel scherp zijn. Op een sneeuwwand merkt ze een klein bewegend zwart puntje op, inderdaad een bruine beer.

Intermezzo: Waarom een bruine beer? Wel een bruine beer is niet altijd bruin. Hij kan van zwart tot bijna blond zijn. En hij kan overleven in gebieden waar nog niet veel bomen en andere natuur is. Een zwarte beer daarentegen is altijd zwart en heeft veel bomen en struiken nodig. Die kan niet leven in een vallei waar de gletsjers nog maar net afgesmolten zijn.

En zo tuft ons bootje verder langs de ijsschotsjes. Aan de horizon zien we al de Pacific Gletsjer opdoemen. Daar stopt de baai en ook Alaska. In een van de baaien zien we nog een glimps van een andere gletsjer maar de Ranger belooft die voor straks.

Net op tijd voor de lunch komen we dan eindelijk aan de voet van de Pacific gletsjer. Dat is maar een vuil geval omdat de gletsjer terug aan het groeien is en het rotsafval van de vorige 50 jaar terug aan het opschuiven is. Naast de Pacific ligt ook de Marjorie gletsjer. Die is witter dan wit - gewassen met Dash zou je zeggen. En Marjorie is ook de bron van de ijsbergjes die we nu al heel de ochtend tegenkomen.

Iedereen staat nu wel aan dek en de Aussies maken zelfs weddenschappen waar het volgende stuk ijs gaat afbreken. Niet dat je dat kan voorspellen. Het breekt waar je net niet aan het kijken bent. De kapitein laat ondertussen het schip een aantal keer rond zijn as draaien zodat elke kajuit zijn zicht kan hebben op de gletsjers. En de fotografen maar lopen van stuurboord naar bakboord en terug. Grappig.

Na een anderhalf uur gaan we terug op weg. Maar we maken wel een kleine tussenstop want er wacht ons nog een kleine verrassing. We draaien een kleine baai in tjokvol met ijsplaten en zo dobberen we tot aan de voet van de Johns Hopkins gletsjer. Met de zon volop het ijs en de sneeuw en het stille water lijkt dit wel een ijsparadijs. Met de woorden van Steven - "Nu mag de cruise stoppen en gaan we terug naar huis". Tja, de emoties van het moment.

Maar de boot gaat terug onder stoom en ja hoor de kapitein zet de terugtocht in. Zal Steven toch te luid gepraat hebben.

Morgen zijn we al in Ketchikan op de grens van British Columbia. En dan nemen we er nog een National Monument bij.

Tot later

Steven en Sandra.

Dag 12 - van Goud en Ijs

Vandaag doen we onze tweede Alaskische stad aan. Na het lichtjes tegenvallend bezoek gisteren, hopen we op beterschasp.

En de kapitein verrast ons. Terwijl we onze oogjes nog maar net open hebben gedaan, horen we dat de motoren al zijn stilgelegd. Dat is snel. Welkom in Skagway, Alaska. Ooit de toegangspoort tot de Yukon en zijn fabelachtig goud.

Ons schip lijkt wel tot op Main Street te zijn gevaren. En meer nog, er loopt zelfs een spoorweg tot onder de neus van het schip. Steven wordt al wild enthousiast - tussen twee gapen door.

Onze afspraak is rond tien uur. Met een catamaran steken we over naar Haines en daar gaan we op zoek naar arenden, moose en wie weet een beer of twee. We bezoeken namelijk het Eagle Preserve langs de Chilkat rivier.

Maar eerst dus de oversteek naar Haines. Haines is in feite ook een overblijfsel van de goudkoorts en een van de laatste keren dat Canada en de Verenigde Staten met getrokken messen tegenover elkaar stonden. De VS richtten snel een fort op om de claim op het territorium te onderlijnen. Tot vechten is het nooit gekomen en de militairen verveelden zich stierlijk - zoals wel meer gebeurt. Haines groeide op als kleine nederzetting naast het fort en slokte het uiteindelijk ook op.

Tijdens de oversteek kon Sandra haar hartje nog eens ophalen. Er waren robben en allerlei vogels te zien. Een keer aangekomen, waren we allesbehalve op onze bestemming. Eerst mochten we nog een 40 mijl met een oude schoolbus het land intrekken over de enige weg die van de pannesteel naar de rest van Alaska loopt - via Canada. De weg volgt trouw de loop van de Chilkat rivier en draait en keert rond elke uitstekende rots.

Eindelijk zijn we ter plaatse, Klukwan. Een kleine Indiaanse nederzetting met enkele huisjes voor de allochtonen (lees Amerikanen). Voor we het water opgaan mogen we wel eerst onze maag vullen. Elk krijgt een kleine spies om zelf hotdogs te maken. Voor wie geen vlees lust is er chili. En dan zijn we klaar voor de riviertocht. Eerst nog een dikke vest aandoen en handschoenen tegen de kou en het water.

Dan zitten we allemaal samen in een platte rivierschuit en spuiten we weg over het water van de Chilkat. Het is nog een beetje vroeg op het jaar en er staat nog niet zoveel water. Daarom moet onze schipper (vrouwelijk) af en toe rare bochten maken om niet vast te lopen in de zandbanken. Maar ze kent de rivier als haar broekzak en weet ook het wild zitten. Enkele arendsnesten (gevuld of leef), moose kalfjes (maar die zijn snel weg) en andere riviervogels. Ondertussen bewijst de natuur dat het weer hier wisselvallig is. We krijgen zon, wind, regen, ijsregen en terug zon in ons gezicht.

Na anderhalf uur hotsen en botsen zijn we terug aan de aanlegsteiger. Na een koffie kruipen we terug in de bus voor de 40 mijl naar Haines. Ondertussen regent het af en toe, sneeuwt het en schijnt de zon. Onze boot naar Skagway is te laat. Maar daardoor zien we wel nog een tuimelende bultrugwalvis en een aantal berggeiten.

Terug in Skagway is er nog genoeg tijd om wat rond te lopen. Maar een ding is duidelijk, dit is meer een toeristenval dan wat anders. Meer dan de helft van de winkels verkoopt juwelen, horloges, ... alsof je hiervoor op cruise gaat. Het zal dus een mini-starbucks worden waar we onze dollars achterlaten.

En dan terug aan boord en vroeg gaan slapen want morgen wacht Glacier Bay.

Tot schrijfs.

Sandra en Steven

donderdag 14 mei 2009

Dag 11 - Van Ijzige hoogtepunten tot een hoofdstedelijk dieptepunt

Vanmorgen was het vroeg ochtend. Sowieso, want we zitten nu op maar "enkele" kilometers van de poolcirkel. De boot was al merkelijk trager aan het varen en de zee was zo vlak als een oud biljartlaken. Ook de bergen waren nu duidelijk van de partij.

We zijn op weg naar Juneau, de hoofdstad van Alaska. Allez stad, 27.000 inwoners als ze allemaal binnen zijn. Maar voor we aan de beschaving van Sarah Palin komen, wacht ons eerst het Tongass National Forest. In feite kennen we al een stukje van de Tongass. Dat begint namelijk al in de staat Washington, een kleine duizend kilometer naar het zuiden. En op weg naar de Cascades in 2007 hebben we daar al doorgereden. Maar hier in Alaska ligt het grootste deel van de Tongass.

De boot kruipt ondertussen voort van inham naar baai naar fjord. In de verte zien we nog een andere Holland-Amerika voorbij stomen. Zou onze kapitein de weg kwijt zijn? Nee hoor, wij nemen de afslag naar Tracy Arm. Dat is een grote fjord volledig gelegen in de Tongass. En op het einde ligt een mooie verrassing.

Naarmate we verder de fjord invaren, komen we al wat meer ijsbergen tegen. Voor wie al denkt aan scenes met Leonardo Di Caprio en Kate Winslet, die komt bedrogen uit. De bergen zijn maar kleine bergjes en we hebben een stevig schip (dat dacht men ook van de Titanic). De boordinfo toont dat het schip terug zal draaien. maar de kapitein weet wel beter. Die vaart een nauwe geul in en op het einde ligt de verrassing. Nee, niet het schip van National Geographic maar wel twee getijdegletschers die op hun gemakje hun lading ijs afleveren op het einde van de fjord.

Impressionant.

Zelfs de Australiërs stoppen hun geklets.

Na een uurtje keren we ons schip, heel voorzichtig want er zitten wat rotsen her en der boven en onder het water.

Op naar Juneau, onder begeleiding van de Coast Guard met een M60 mitrailleur komen we op tijd aan. Het circus met bussen en bootjes kan beginnen.

We kozen de Great Tour of Juneau uit. Dat bleek achteraf toch niet zo'n Great keuze te zijn. Over de eerste twee bezoeken kunnen we kort zijn. De zalmkwekerij was heel interessant - voor een lagere school. Idem voor de toer van Juneau - twee oude bordelen en de bungalow van Sarah Palin, ex-kandidate voor het vice-presidentschap.

En dan was er de Mendenhall Gletscher ... Alweer een deel van het Tongass National Forest. Ieder jaar trekt de gletscher zich wel verder terug. We wandelen tot aan de laatste morene, achtergelaten eind jaren 40.

En dan zijn we terug op weg naar onze boot.

Gelukkig hoort Sandra pas de volgende dag op volle zee dat een andere toer niet alleen baby-walvissen maar ook baby-beren heeft gezien. Het leven kan wreed zijn.

Morgen komen we in Goudkoorts-land.

Tot later

Sandra en Steven

Dag 10 : The Inside Passage

De titel is veelbelovend. De dag was het iets minder. Allereerst omdat onze boot niet echt de inside passage deed (misschien te breed). Ook omdat het er weinig te zien was - enkel een stripje land verborgen onder lage wolken. Er waren wel enkele walvissen te spotten maar dat was dan ook al.

En dan waren er al de nieuwelingen die hun eerste cruise meededen - ja na drie dagen cruise waren we alle oude rotten - en alles nog moesten zoeken. Where's the beer, mate?

Enfin, Alaska is ver en dit dagje (verveling) is onvermijdelijk, net zoals een examen bij een diploma hoort.

Morgenvroeg komen we aan in het Tongass National Forest. Dus vandaag vroeg onder de wol.

Tot morgen,

Sandra en Steven

Dag 9 - In het vagevuur

En de negende dag, waren ze in Vancouver.

Het zou een alternatieve Genesis kunnen zijn. Rond een uur of acht worden we gelost in het hartje van Vancouver, op Canada Square. Het vertrekgebouw voor de Cruiseschepen is een prachtig lang gebouw, met zeilen - voor het geval dat het ooit zelf wel op reis gaan. We mogen als eerste van boord samen met de moedigen die zelf hun bagage van boord halen. Trouwens "mogen" is niet echt het juiste woord. We "moeten" van boord want het Department of Homeland Security heeft zelfs hier de touwtjes stevig in handen en iedereen moet gecontroleerd worden terwijl hij nog op Canadese bodem is.

Een keer aan land, goed nieuws. We hebben al ons hotel voor volgende zaterdag. Het ligt net aan de overkant van de cruiseterminal. Inderdaad, het eerste wat we met onze treinreis doen, is gaan slapen. Misschien een idee voor de NMBS.

We hebben al ontbeten en kunnen dus dadelijk de stad in. Eerst een bezoekje aan het toerismekantoor. Wat kan je doen in Vancouver tijdens de enkele uren aan wal? Huisjes kijken in downtown, of gaan wandelen in Stanley Park of gaan shoppen.

Het wordt het laatste ... niet. We kopen een setje buskaartjes en gaan op zoek naar Trolleybus 19 naar Stanley Park. Stanley ligt op de uiterste tip van het schiereiland waarop downtown Vancouver ligt. Je kan het een beetje vergelijken met het Presidio van San Francisco zonder de militaire geschiedenis en infrastructuur en ze hebben er ook hun eigen "Golden Gate". Je kan er fietsen en wandelen, in een paardenkoets rijden, rollerskaten, ... en je hebt er een prachtig zicht over de baai van Vancouver.

We beslissen om een deel van de "Seawall Walk" te doen, misschien zelfs helemaal terug tot aan onze boot. Het weer is prachtig, wel een beetje frisjes nog maar als je ziet hoeveel sneeuw er nog ligt op de bergen, dan is dat wel logisch. We komen ook een bos totempalen tegen. Echte originele mijnheer. Als je er zelf een wil, 10.000 dollar per lopende meter - zonder verzendingskosten.

Naarmate de wandeling vordert komt er meer en meer volk in het park. Het is dan ook bijna middag. Op magische wijze passeren we aan een halte van Trolley 19 en we besluiten dan maar om rustig terug naar de boot te rijden. Er zal wel nog niet veel volk zijn.

Na een lekkere hamburger en chickenburger zijn we klaar voor de 7 volgende cruisedagen... En we beginnen dadelijk met een monsterfile. Zelfs de verkeerspolitie is opgetrommeld om auto's, bussen en taxi's veilig te scheiden van koffers met mensen. Help. Hiermee vergeleken was Los Angeles zelfs geen mini-demonstratie.

Gelukkig mogen we dadelijk doorlopen tot aan de Security. Alles worden minutieus gescand op wapens en springstoffen. Blijkbaar is een Zwitsers zakmes geen wapen, maar een zakje met waterflessen is des te gevaarlijker. Hmmm. En daarna mogen we bij onze vrienden van de immigratie. De vriendelijke mijnheer vertrouwt de situatie toch niet helemaal. Steven heeft nog enkele stempels van Canada in zijn paspoort. Hij is toch geen illegal alien zekers? Oef, toch niet.

Buiten ligt onze vertrouwde Zuiderdam al aan de touwen te rukken. Die wil terug naar de kust. En wij ook. Samen met de meer dan 900 Australiërs die ze aan boord aan het brengen zijn. Goodday Mate! No wurries! Where's the beer?

Tot later.

Sandra en Steven

maandag 11 mei 2009

Dag 5 tot dag 8 - De eerste Cruise

Hallo allemaal,

nee we zijn niet opgegeten door een pak zeewolven of opgesloten op Alcatraz wegens een uitbraak van Zwijnengriep onder de 2000 toeristen en 1000 bemanningsleden. Nee, we waren gewoon afgesneden van de wereld - de virtuele wereld.

We lieten jullie dus achter in een zweterig warm Long Beach met bijna dertig graden. 's Morgens mochten we lekker lang uitslapen. We hadden niet echt iets gepland voor de ochtend en wilden graag een van de eersten aan boord zijn. Ook de medepassagiers hadden echter dat gedacht. Dat werd dus effe wachten in de Queen Mary terminal. Niet alleen de Amerikaanse immigratiedienst kan mensen lang laten wachten. Enfin, niet gezaagd, aan alle wachten komt een eind en we kunnen eindelijk aan boord. We hebben ons eigen balkonnetje en ons eigen reuzebed bijna helemaal vooraan de boot. De gang ernaartoe lijkt wel een kilometer lang. Hopelijk is dit geen slechte keuze (het alternatief was helemaal achteraan met uitzicht op het kielzog).

We worden uitgewuifd door de US Coast Guard. En de zon blijft lekker hard schijnen, dus we kunnen onze melkkleur nog wat laten aanbruinen. En dan is het tijd voor het avondeten. We zitten aan tafel met 4 Canadezen - allez een gevoren Canadees, twee ex-Italianen en een ex-Engelse. En we hebben een leuke babbel. Voor hun zit de cruise er bijna op. Zij zijn vertrokken uit Florida en hebben ondertussen de Caraiben, Mexico, Guatemala, Columbië en Costa Rica gedaan.

's Nachts verandert het weer echter. De kalme zee wordt vervangen door golven tot 6 meter, een snijdende wind van 9 beaufort en een boot die een beetje alle richtingen uitdanst. We zijn wel niet zeeziek. Wij ziek? Nooit niet. Voor de rest is het "easy does it nothing". Slapen is iets minder comfortabel. Of zonder te morsen je ontbijt naar je tafeltje brengen. Alles aan boord is een beetje stiller ... Trouwens tegen de avond beginnen de golven onder de 4 meter te komen. De satelietverbinding laat het ook afweten want het merendeel van de tv-kanalen valt ook uit. Zelfs de internet-tracker zendt niet meer uit. Zijn we gezonken?

Een keer we Californië voorbij zijn, wordt het weer kalmer met golven tot 4 meter en wind tot 6 à 7 beaufort. Tijdens de nacht loeit de misthoren gedurende bijna 4 uur - niet dat we het horen, we zijn een beetje uitgeput van het heen en weer gerol van de vorige nachten. Van de kust van Oregon of Washington is niet veel te merken. Alles zit een beetje onder de mist. En van Olympic National Park zien we enkel de toppen. Maar ja daar regent het dan ook bijna 300 dagen per jaar.

En 's morgens worden we plots wakker in een schitterende baai, omringd met lage en hoge huizen. We zijn aangekomen in Vancouver, British Columbia. Maar dat is een ander verhaal.

Tot schrijfs,

Sandra & Steven

woensdag 6 mei 2009

Dag 5 - terug naar de kust

Hmmm,

het materiaal voor de blog van vandaag is nogal dun. Na alweer een vroege ochtend - is het de hoogte of het tijdsverschil - zijn we snel klaar met het ontbijt en de check-out. En dan gaan we nog eens op jacht naar een beer of twee.

Maar helaas, het zal niet voor dit jaar of dit park zijn. De gekende plaatsen hebben enkel een vogeltje of eekhoorn aan te bieden. En dan o ramp laat Sandra een blitse Porsche voor ... en die komen natuurlijk de laatste beer van de dag tegen midden op de weg. Het mag niet zijn.

Er blijft dus niet anders over dan verder af te dalen langs de vele haarspeldbochten. Eens buiten het park heeft onze GPS nog eens een verrassing. Ze kent een short-cut. Dwars door kilometerslange weiden met wat wel telegeleide koeien lijken - de beesten lopen als op bevel allemaal naar een zelfde plek zonder ook maar een mens, paard of hond in de buurt.

En dan gaat het verder langs CA-56 South. Eerst is er nog wat natuur en boerencultuur maar ook dat verdwijnt en er wachten nog 40 mijl verveling tot in Oildale en de CA-99. En de verveling gaat verder tot I-5 South. Uiteindelijk komen we rond half drie aan de rand van Los Angeles. Het is ondertussen meer dan 30 graden en de engelen zijn al een tijd gevlucht voor de smog.

Uiteindelijk staan we ook stil ergens tussen I-5 en I-710 langs een rangeerterrein de grootte van de haven van Antwerpen. En geen trein beweegt. Crisis?

Aan alles komt een einde, en dus ook aan de I-710 (die loopt dood op de haven van Long Beach, aan de Queen Mary). Nu nog het hotel vinden, een beetje tanken, de auto kwijt raken en dan een beetje rondlopen op de dijk van Long Beach.

En dan mag Steven nog eens een beetje ongelukkig zijn ... kort na elkaar komt eerst een B-17 (aka Vliegend Fort) en dan een B-24 (aka Liberator) laag overvliegen. Heeft hij toch wel zijn camera niet mee. Hij zal het met een Blackberry fotootje moeten doen.

Morgen komt ons bootje toe - hopelijk.

Tot morgen

Zaza en bibi

dinsdag 5 mei 2009

Dag 4 - De paadjes op, de laantjes in

De vorige dagen hebben we onze tuut een groot deel van het werk laten doen. Vandaag wordt het anders. Maandag is voetendag.

De maag is goed gevuld en de toerist kan dus marcheren. Wat is er allemaal gepland?

  • het museum in Giant Forest

  • Big Trees trail rond het Circle Meadow

  • Moro Rock

  • Tunnel Log

  • en als we nog fit zijn ... een tweede keer de Sherman Tree walk en Congress Trail


In elk geval, Sandra krijgt vandaag een medaille voor moed en zelfopoffering. Ondanks een beperkte zuurstoftoevoer (lees de randeffecten van een beginnend bronchitis met een neus vol snot en een keel vol smurrie) wil ze toch alles meedoen.

Het museum is het enige overgebleven gebouw van de vroegere toeristennederzetting in Giant Forest. Enkele honderden gebouwen werden in de jaren negentig afgebroken omdat de Sequoia's begonnen te sterven van het teveel aan mensen en auto's op hun wortels. Vandaag probeert het museum de Amerikanen te leren om beter om te gaan met het milieu. Als je ziet wat voor monsterjeeps zelfs het NPS personeel heeft, is er nog een lange weg te gaan. We leren ook dat de Sequoia niet Sequoia heet maar Sequoiadendron en dat de redwood in feite Sequoia Sempervirens heet. Dus als je een boom Sequoia noemt, wat is het dan? Enfin, in de VS is het eenvoudig. Sequoia's vind je op 12 plaatsen op de flanken van de Sierra Nevada. Redwood (sempervirens dus) vind je enkel langs de Californische kust, van het Noorden tot onder San Francisco.

Aan het museum maken we ook een korte wandeling - niets ernstig - tot Beetle Rock. Daar hebben we een mooi uitzicht over de San Joaquin vallei (of Central Valley). Die loopt van San Francisco tot aan de bergen ten noorden van LA. Vandaag hebben we geluk, De regen van de afgelopen dagen heeft de lucht gezuiverd en we kunnen nog een vage schaduw zijn van de kustbergen, 100 kilometer ver. Zeker in de zomer zie je hier slechts enkele kilometers ver om wille van de luchtvervuiling. We zien ook wat wolkjes afkomen onze kant, dus we moeten ons haasten naar de volgende afspraak.

Moro Rock is een hard stuk graniet dat uitsteekt uit de zijkant van de vallei. Over meer dan 400 treden kan je naar boven klimmen tot op zijn kale, granieten knikker. En daar heb je dan een schitterend uitzicht op zowel de Zuidelijke Sierra Nevada als de San Joaquin vallei - als je tenminste niet in de wolken zit. Als het zonnetje schijnt is het er wel lekker om te zonnen. En dat is dan de wortel voor Sandra om naar boven te gaan. En de brochures liegen niet, het is er inderdaad schitterend. Rondom is er het geluid van vogels, watervalletjes, stroomversnellingen en domme toeristen (neen er zitten geen apen al zou je dat af en toe denken). Sandra heeft al snel ook enkele hagedissen gevonden die net zoals haar zitten de zonnen op de warme stenen. Die staan dus ook mee op de foto. Wanneer ook de wolken in het spel komen, wordt het uitzicht nog mooier. De ene minuut is een bergrug volledig in de zon, de volgende kruipt er een wollen deken over. Dat spelletje gaat door tot Moro Rock de volgende heuvelrug wordt. Binnen enkele seconden valt het zicht van kilometers naar meters en het is uit met het zonnen. Pech voor de mensen die nu naar boven klimmen. Je kan enkel nog kijken naar "Londen in de Fog".

Terwijl we nog met onze hoofden in de wolken steken komen we nog twee Belgen tegen. Tja, als je rondloopt met een petje van brouwerij Moortgat uit Breendonk (Duvel voor de niet-alcoholisten), dan val je wel op. Zij zijn te laat voor het uitzicht maar ter compensatie hebben ze wel vanmorgen aan het museum een berin met jonge beertjes gezien. Je kan niet alles hebben in het leven. (Als Sandra kon kiezen ...)

De stroom toeristen houdt heel snel op en we dalen de 400 treden terug af. Volgende stop: Tunnel log. Een boom die al meer dan honderd jaar op de grond ligt. En voor de toeristen en de business van mijnheer Kodak hebben ze daar een mooie tunnel doorgeboord. Snel voortrijden maar.

Sandra hoopt dat er nog beren zitten en wil nu de Big Trees trail doen. Maar de beren zijn al gevlogen. Het is er zonder beren ook mooi hoor. En we doen alles een beetje aan een slakkengangetje. Een uur voor iets meer dan twee kilometer. Ja mijnheer, de grote hoogte he ...

Tijd voor een knabbel. Maar we worden nog eens verrast door de Park Service. Officieel is het geen winter meer maar ook geen zomer. Dus is enkel de winkel open maar kan je niets warm krijgen want de bar is dicht. Dat wordt dan terug powerkoekjes met lekkere sneetjes kaas. Die eten we op aan Wolverton, lekker lief naast elkaar in de koffer van de auto. Honderden kikvorsen houden ons gezelschap. Tot ze plots zwijgen. Er is toch geen beer in de buurt? We zullen het nooit weten.

En dan de Pièce de Résistance, de Congress Trail. De trail zelf loopt dwars door Giant Forest, langs President Tree, the Senate en the House boomgroepen en is in feite niet zo zwaar. Maar omdat het geen winter is, mag je niet aan het begin van de wandeling parkeren maar wel op de Sherman Tree parking, een kleine 200 meter hoger - en dat zal zwaar worden op de terugweg. Maar Sandra laat zich niet doen en ze stopt monter mee. Je weet maar nooit welke beestjes we nog tegenkomen.

Na veel gepuf en gezweet zijn we een anderhalf uur later terug boven. Er was maar een (1) hert te zien, achternagezeten door een domme toeriste die perse een stukje eten aan het dier wou geven. Het hert had daar blijkbaar geen zin in.

Dan bleef er nog een ding over, nog wat beestjes zien. We hebben dus wat rondgereden met de tuut naar de plaatsen waar vaak dieren komen. Maar buiten enkele kleine herten en wat cheerleaders hebben we in feite niets gezien. Tijd voor een licht diner, gevolgd door een tweede poging om beestjes te zien. Ook al noppes. Zouden de dieren enkel tijdens het weekend komen werken?

En morgen gaan we terug naar huis. !!!! Dit is maar een grapje !!! Nee we dalen terug af naar Long Beach om onze auto in te leveren en te wachten op onze boot.

Tot morgen.

Zaza en Bibi

maandag 4 mei 2009

Dag 3 - over koningen en beren

Hallo,

een kort verslag over onze tweede dag in de bergen.

Vandaag bezoeken we Kings Canyon, de tweelingbroer van Sequoia NP. Het is in feite een schizofreen park. Het lage deel heeft net als Seqoia een vallei met reuzeseqoia's - de General Grant cove - en een enorm diepe vallei, dieper dan de Grand Canyon, uitgesleten door gletschers en de Kings rivier. Voila, dat verklaart al de koningen in de titel.

What about de beren?

Wel alle parken in de buurt hangen vol posters die je waarschuwen voor beren. Maar daar trappen wij niet in. Yellowstone, geen beer te bespeuren. Yosemite, idem. Heel New England hing vol met borden over Moose. Geen moose te bespeuren. Dus als ze hier reklame maken voor hun beren ... dan kopen we dat niet.

En toch, na ons supervroeg ontbijt, vertrekken we gezwind naar Kings Canyon. En we zijn nog maar enkele kilometers ver of Sandra test de ABS van de auto. Gelukkig was het ontbijt al diep genoeg gezakt.

Foto Nemen.

Ja Chef.

De arendsogen van Sandra hadden iets zwart bemerkt in het veld. En inderdaad een zwarte beer, meer nog een zwarte beer met een zwart vel. Die vind je niet zoveel. Mijnheer of mevrouw was aan het genieten van de verse grasscheutjes in het veld. Tja als er geen koeien zijn, dan moet je zelf maar het gras maaien. Ondanks het getoeter van een ongeduldige Japanse toerist, trekt de beer zich niets aan van de rest van de wereld en waggelt op zijn gemakje het toneel af, een riviertje in. Hehe, na 10 jaar nationale parken eindelijk een beer. De dag kan niet meer stuk.

En wij terug op weg. Door Giant Sequoia National Monument bereiken we dan het geisoleerd stukje Kings Canyon NP. We halen onze obligate stempel voor de verzameling. En dan kiezen we ervoor om eerst de weg tot nemen tot "Road's End" - inderdaad het einde van de weg. We rijden kilometers en kilometers door sequoiabossen, tot we aan de bovenkant komen van de Kings Canyon. De weg zwiept hier van links naar rechts met haarspeldbochten. We moeten zo'n 1500 meter dalen op korte termijn. We lijken wel geteleporteerd naar de Gorges du Verdon. Achter elke bocht ligt wel een ander mooi uitzicht.

uiteindelijk komen we op de bodem van de vallei. Een typische gletschervallei in U-vorm met een bruisende bergrivier die van links naar rechts slingerd. Wat wel ontbreekt op het appel is de infrastructuur. Het is nog winter en alle winkeltjes zijn gesloten. De maag knort maar een glas water is alles dat die krijgt.

Ondertussen zien we nog een leuk onweer over de rand van de vallei kruipen, dus keren we fluks onze auto en rijden de 32 mijl terug naar het visitor center. Onderweg krijgen we zon, regen, hagel maar geen sneeuw. Daar moeten we langs de kant van de weg maar gaan instaan met onze voeten.

Terug in het Visitor Center krijgen we een blik op het andere Amerika. Ook al is het pas 2 na 2, het restaurant is closed. Want ze sluiten om 2 uur. Ook al zijn er mensen nog net voor ons binnengekomen. Dat wordt improviseren.

Na de lunch gaan we dan toch op weg naar de General Grant en de andere reuzesequoia's. Alweer heel indrukwekkend en je hoeft hier niet zo'n zware wandeltocht te doen om de verschillende bomen te zien. Je kan zelfs door een van de bomen lopen. Die ligt al honderden haren op zijn zij en het binnenste is volledig weggerot maar de harde buitenkant vergaat niet ondanks regen en bosbrand.

En dan is het tijd om terug te keren naar Sequoia NP en ons hotelletje. De wolken zijn terug aan het dalen. Dat wordt dus een vroege diner en vroeg gaan slapen.

Zo, dat was dag 3. Hopelijk vonden jullie het leuk. Wij alleszins wel.

Zaza en Bibi

Dag 2 - de bergen in.

Voorzienigheid is de moeder van de porseleinenkast... of zoiets.

We worden dus verwacht op woensdag namiddag om in te schepen in de haven van Long Beach. Maar je weet maar nooit of je bagage ook wel samen met jou toekomt. En een keer op de boot, dan kan je het vergeten om je bagage te laten nasturen. Ik zie daar al iemand van DHL met een roeibootje het schip achterna peddelen. Dus je beslist dan om toch een dagje vroeger in LA te zijn. Hmm, vertrekken op dinsdag op verlof is niet zo een goed idee. Wat doe je dan in het extra-lang weekend ervoor? Met de lancering van NGRP weet Sandra waarschijnlijk wel wat doen. Maar zo gaat de stress niet naar beneden...

Na lang en intens overleg hebben we dan maar besloten om op het feest van de werkmens te vertrekken en zo nog een viertal daagjes langer in het land van Oom Sam te verblijven. Maar we laten ons niet verleiden door het verderf van LA - Disney World, Hollywood, ... Nee we gaan dadelijk de natuur opzoeken. Met Sequoia en Kings Canyon National Park en Giant Sequoia National Monument kunnen we dadelijk drie parken toevoegen aan onze score lijst.

En daar zijn we nu vanmorgen opweg naar. Na een kort ontbijt in het hotel, springen we fluks op de I-405 en ontvluchten LA. Ook al is het zaterdag, toch zit de snelweg goed vol. Een keer Santa Clarita voorbij wordt de I-5 een stuk leger. Het gaat ook wat trager want we moeten met zijn allen over de kustbergen tot in de grote Centrale Vallei van Californië.

Terwijl de Interstate verder loopt langs de bergen, gaan wij op de CA-99. We lijken wel in de polders te zitten - alleen hebben die geen bergen op de horizon zoals hier. We rijden tussen allerhande soorten groenten en fruit. Voorbij Bakersfield rijden we pal noord. De eerste twintig mijl zie je vooral ja-knikkers. Bakersfield is een van de oudste gebieden met petroleumontginning. Maar de grond raakt leeggepompt en er komen appelsienbomen in de plaats en ook cacahouettes.

Na enige discussie met de gps - we vertrouwen de adviezen van TomTom niet meer blindelings sinds ons avontuur in Lava Beds NM - slaan we uiteindelijk de weg in naar Sequoia NP. De wolken onttrekken nog altijd de Sierra Nevada van het zicht maar we weten wel dat ze er zijn. De weg gaat nu nog enkel naar omhoog.

En dan is het zover, het eerste Nationale Park van 2009 en het tweedeoudste van de Verenigde Staten ... Sequoia. Een vriendelijke dame verleent ons toegang mits een kleine bijdrage. We kiezen voor de jaarkaart - hopelijk komen we dus voor eind mei 2010 terug in de States.

De eerste tien kilometer zijn er alles behalve Sequoia's te zien. We rijden door het lagere deel van de Sierra en het is hier niet vochtig genoeg blijkbaar. Maar we gaan wel de goeie richting uit. 3000 voet, 4000 voet, 5000 voet. En met de vochtigheid zit het ook snor, de toppen van de bergen zitten nog altijd gehuld in de wolken. Hebben die Amerikaanse auto's wel mistlichten?

En dan zijn we er plots. Op bijna 2000 meter hoogte komen we aan Giant Forest, Maar een mens moet ook al eens een versterving kunnen doen. De bomen moeten nog wat wachten. Ook een toerist kan niet marcheren op een lege maag. En dus rijden we verder naar de village voor een snelle beet. En om te bewijzen dat je geen GPS nodig hebt om verkeerd te rijden, komen we prompt aan bij ons hotel. Daar hebben ze gelukkig ook nog eten - ook al is het half drie.

Een snelle beet verder, we zijn ingechecked. We zitten in een van de drie cabins hoger op de berg. Gelukkig zonder lift zodat steven nog een beetje kan foeteren op het gewicht van de valiezen. Maar geen gezaag of getreur, de bomen wachten en dus dalen we snel af tot op de parking van de General Sherman, de grootste boom ter wereld naar volume.

De NPS bakt ons wel een poets. Om aan de toeristen te tonen hoe hoog de boom wel is, hebben ze het parkeerterrein aangelegd boven de top van de boom. En dan mag je de volledige lengte van de boom afdalen tussen honderden andere dikke en dunnen sequoia's.

Na een bedevaart rond de Boom en de nodige foto's en filmpjes, keren we op onze stappen terug. Sandra is trots. Ondanks haar bronchitis is ze in drie keer terug boven. Wat doen we nu nog? Enkele kilometer verder is er nog de Tunnel Log, een tunnel uitgesneden uit een omgeval reuzesequoia. Dat gaan we nog doen.

Alleen speelt het weer wat tegen. De wolken zijn ondertussen verder gedaald en geconcentreerd. Wanneer we de afslag moeten kiezen voor Tunnel Log of Moro Rock, besluiten we om te keren. We zien gaan hand laat staan een boom voor ons en het wordt een beetje gevaarlijk. Dat is dus voor een van de volgende dagen.

Zo lieve kindertjes. Dat is het voor vandaag. Oogjes dicht en snaveltjes toe. Slaap lekker.

Zaza en Bibi.

zondag 3 mei 2009

Dag 1 - Hoe krijg je 33 uur in een dag?

De langste dag van onze reis. EN met het tijdsverschil tussen Los Angeles en Frietland maakt dat dus 33 uur.

In feite is deze blog een van lang wachten en veel zitten.

Zoals beloofd, stond de chauffeur om 6u30 aan de deur. Zo'n vroeg uur doet het eerder aanvoelen als "just another working day". Maar toch niet hoor. Op deze dag van de arbeid was de Brusselse ring quasi uitgestorven. Zelfs op de luchthaven is het nog rustig. De horden Nederlanders van de afgelopen dagen zijn al lang vertrokken en komen pas zaterdag of zondag terug.

Bij Delta staat alles al klaar voor de grondige doorlichting van de kandidaat Amerika-vaarders. En we zijn nummer 3 in de rij. De beloning voor het vroege opstaan. Nog een half uurtje wachten tot de iedereen klaar is.

Het inchecken ging vlot - naar gewoonte hoeft Sandra geen retourticket te tonen en steven wel. Hihi het voordeel van een green card. Extra beenruimte kunnen we wel vergeten want alle exit-seats zijn al gereserveerd. Verdorie, dankzij de boekskes begint iedereen nu die truuk te kennen.

Na de inscheping begint phase 1 van de Amerikanisering ... ontbijt bij Starbucks. Een grote Latte en een blueberry muffin verder, gaan we nog een beetje leesvoer bijeenhalen en verdwijnen we fluks door de grenscontrole. En help, wat is er hier aan de hand. Het pralinehuisje lijkt wel onder belegering te staan door honderden toeristen. Nee, er worden geen gratis Godiva's uitgedeeld. Al die mensen wachten om hun handbagage te laten controleren. We kunnen dus al mooi vergeten om nog een DVD-tje van 24 te bekijken.

Hehe, dan toch door de controle geraakt. Steven laat alle alarmen weer eens afgaan met zijn Levis. Hij zal de volgende keer in zijn piyama komen - daar zal veel volk naar komen kijken. We hebben nog een kleine deritg minuten over tot de inscheping en dus komt de laptop niet naar boven. In de plaats doen we een beetje sudoku op de spelcomputer. En dan is het zover ... met een smoes geraakt Sandra dan toch sneller door de laatste controle en we kunnen het vliegtuig op.

We zitten nog geen tien minuten in de lucht en de we zitten al midden een helse achtervolging in de bergen boven Firenze met James Bond aan het stuur. Een diabetes en vegie maal later, zijn de slechterikken verslagen en de wereld gered. Plaats dan voor een melodrama over het leven van een hond.

Maar de vlucht duurt en duurt. Zelfs na drie films zijn we nog maar net ter hoogte van New York. We zwaaien even naar de familie Stevens maar die zullen dat wel niet gemerkt hebben.

EN de vlucht duurt en duurt, tot de oren van sandra beginnen pijn te doen. We zijn eindelijk aan het dalen.

Op naar het volgende wachten. WOrdt het het scenario van 2007 of dat van 2008? Gaat Steven pijlsnel door de immigratie of is het Sandra die een klein uur mag wachten op Bibi. Wel de immigratie van Atlanta wil bewijzen dat ze nog grondiger kunnen werken dan hun collega's in JFK. Na 80 (!!!) minuten komt Steven ook door de immigratie.

Na een tweede inspectie van de handbagage zijn we veilig bevonden om de United States binnen te treden. En dat vieren we ook met een TexMex knabbel in Chili's.

Terwijl we genieten van onze Mex, wordt zonder ons weten duchtig met het vliegtuig naar Los Angeles geschoven. ZItten we uiteindelijk toch in de verkeerde vertrekhal. Te voet of met de trein verkassen. We kiezen dan toch maar voor de automatische trein. Nog een dertig minuutjes wachten voor de vlucht naar LAX.

Aan boord laat de crisis zich wel voelen. Nee het vliegtuig is niet leeg, verre van. Maar buiten een enkel drankje en wat nootjes, moet je voor alles betalen. Filmpje kijken, spelletje spelen, credit card please.

Net zoals tijdens de vlucht naar Atlanta, is er veel turbulentie - shaken and sturred. En als de piloot besluit een beetje hoger te vliegen, dan krijgt hij het deksel op de neus of liever de tegenwind. De aankomsttijd begint al snel richting 8 uur te lopen i.p.v. de oorspronkelijke 7 uur. Nog een beetje wachten dus.

Eindelijk LAX. De bagage is er snel. Het busje van Enterprise rijdt ons bijna voorbij. Let op Sandra, doe geen Popie Jopie! (de grond kussen wanneer je geland bent). Je hebt Lowa's aan. Een schokkerige rit later, kunnen we ons autootje oppikken. We kunnen zelfs kiezen welke. Dus toch crisis. Het wordt terug een Dodge Journey net als vorig jaar.

Zo, snel de GPS opgezet. Nog een klein half uurtje rijden langs de I-405 tot Van Nuys. We kunnen eindelijk gaan slapen.

tot morgen

Zaza en bibi

D-12, -11, -10, -9, ... -1

De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens en slechte uitvluchten.

De vorige blog liet zo een beetje vermoeden dat er nog meer berichtjes gingen volgen over de voorbereiding van deze 27-dagen reis. Dat was dan ook het goede voornemen. Blijven dus nog de slechte uitvluchten ...

Ach waar zullen we het over hebben? Werk? Gezondheid? Tijd? Teveel van het ene en een plots tekort van het andere.

Uiteindelijk is onze reisbrochure dan toch afgeraakt (dank u Zaza). En met onze superdeluxe nieuwe printer kunnen we het nu ook mooi in alle kleuren van de regenboog/inktcassette afdrukken. (En ondertussen is die dan ook op bijna alle printers geinstalleerd geraakt, dank u Bibi.

Na enig gebel en gefax hebben we ook al onze ticketten gekregen. Het Nederlandse reisburo had niet echt rekening gehouden met de efficientie van de internationale en Belgische posterijen. En nu hebben we alles in tripel - het origineel, de fax en de PDF. In tegenstelling tot andere jaren, hebben we nu enkel voor de eerste zes dagen moeten zorgen voor logies en transport. De rest laten we ons voeren. Dat is eens iets anders zie.

Onze valiesjes staan al van maandag klaar. 4 dagen op voorhand! Kunnen we eens rustig vroeg gaan slapen voor ons vertrek en is de stress bij Sandra weg. Dat dacht je maar. Stress kruipt waar hij niet gaan kan.

Enfin, aan alle wachten komt een einde en om 6u30 morgenvroeg staat onze chauffeur aan de acherdeur (dank u Vic).

Het lange zitten kan beginnen.

Sandra en Steven (aka Zaza en Bibi)