donderdag 24 september 2015

Dag 14 - Vermist

Auw auw auw auw.

Mijn poep doet pijn.

Heel hard pijn.

Auw auw auw.

Ik heb op mijn poep gekregen

Ik ben blijkbaar stout geweest.

Ik vond nochtans van niet.

Mijn baasjes waren vannacht twee mangrovebossen aan het omzagen en ik kon niet slapen.

Dus dacht ik dacht zo, 

Sloefie ga eens op verkenning 's nachts. Jaag eens op de hotelkater. 

Geen goed idee blijkbaar.

Sandra had al snel door dat ik verdwenen was en ze moest en zou me terugvinden. En ze vond me. Logisch. Ze had me onder het deksel begraven.

En toen Steven me dan toch terugvond, hebik flink op mijn poep gekregen en ik moest beloven dat nooit meer te doen.

Auw auw auw.

De rest vaan de dag heb ik me maar stilletjes gehouden. Want het was ook valiezeninpakdag. En ik weet uit ervaring dat dat ook een stressmoment kan zijn.

Vandaag was het Swahili Dag in het hotel.

Je kon er een les Swahili volgen - hadden we tijdens de safari al gedaan - of verse jonge kokos drinken en eten - lekker !! - of een tattoo zetten - daar vertel ik lekker niets over. En 's avonds was er nog een strandparty - na negen uur dus veel te laat voor mijn baasjes, daar zou ik wel voor zorgen.

De dag begon wel niet goed. Een dikke mijnheer lag onder een van de palmbomen te slapen. En toe plots boem. Er viel een grote tak naar beneden. Grote paniek. Niet nodig. De mijnheer had ook een dikke kop. Gelukkig voor de mijnheer en het hotel.

Vandaag zaten we aan de oceaan op het strand. Heel rustig. Niet veel te beleven. Geen aanspoelende drenkelingen of dwalende hotelkaters.

Sandra is twee keer tot halverwege het rif gelopen. Het is hier niet diep dus ze hoefde zelfs niet te zwemmen. En steven heeft zich laten vangen aan de zon. Die ziet er een beetje veel kreeftrood uit. Hihi. Eerst smeren dan zonnen zeg ik altijd.

Voor de rest hebben we heel lekker gegeten en veel gedoezeld. Want van doezelen word je moe.

Niet dat ik vannacht terug op verkenning wil gaan. Mijn poep doet no altijd pijn.

Auw auw auw.

Tot morgen,

Op weg naar ander weer.

Sloefie.

woensdag 23 september 2015

Dag 13 - nixen maakt ook moe

Daag,

Ik zit een beetje met een writers block. Ttz ik heb niet echt inspiratie om mijn dagelijks stukje te schrijven. Maar als ik niet schrijf komt er geen been op de plank, of brood, maar ik heb liever been dan brood.

Mijn plan met de drankjes was goed gelukt. En de mevrouw van de bar had extra geholpen met nog een lekkere ijstee. Hihi. De baasjes waren maar om kwart na zeven wakker. Hihi.

Maar ze hadden toch rap zich klaar gemaakt voor ontbijt en handdoek leggen. Niet dat er veel toeristen zijn maar je moet wel op tijd je favoriet plaatsje zoeken rond het zwembad.

Vandaag gingen we onder het afdak liggen. Dat was een beetje koeler voor mij en Steven en Sandra kon dan makkelijk naar het water of een plekje in de zon als het te heet of te fris was.

Ik ging het rustig aandoen. Maar eerst moest ik nog een blogje inhalen.

Na de tweede blog heb ik dan maar mijn pootjes laten rusten. Zalig. Niets doen. Zoet niets doen. Oei, dat was de titel van gisteren.

Na een klein vullingetje voor mijn maag kon ik er weer tegen. Lekker niets doen.

Sandra rende van het water naar de zon naar de koelte naar de zee. Pfff. Veel te vermoeiend.

En zon bleef lekker branden.

Gelukkig was steven ook eens naar de kamer gegaan want daar lag een briefje dat er vanavond een verrassing zou zijn in de kamer.

Nu was ik wel nieuwsgierig. Zouden loebas en loebas komen spelen? Want ik mis ze wel. Of zou ik extra spicy beentjes krijgen? Mmmmm.

Rond halfzes joeg ik dan ook mijn baasjes uit bed naar de kamer. Ik was razend benieuwd naar de verrassing. 

Ik ging al op het terras liggen om goed te kunnen zien wanneer de verrassing zou komen. De hotelkater kwam langs maar die heb ik snel doen afdruipen. 

En dan zag ik een grote plateau passeren. Jipie, beentjes!!!

Ik liep snel naar de deur. En wat had de ober allemaal mee?

Wel een karafje witte wijn, een cola light - we are 33 - een hapje met vlees, een hapje met vis en een grote garnaal in wortelpuree.

Awouhou, geen beentjes. 

En ook geen loebas. 

Snif.

Maar mijn baasjes waren heel content. Dus was ik ook wel een beetje content.

Buiten kwamen de muggetjes al dansen. Dus was het tijd om mijn "langer slapen" actieplan terug in gang te zetten.

Ik sleepte mijn baasjes mee naar de bar - het was te vroeg voor het diner - en bestelde alvast een ijstee en cola. Er was weinig volk in de bar en dus bleef de cheffin van de obers wat langer plakken en babbelen. En van babbelen krijg je dorst - ook van chips en nootjes trouwens. En dus werd er een tweede drankje besteld.

Bingo. Nu zouden ze wel tot negen uur slapen. Ha, eindelijk eens echt uitslapen morgen.

Bij het diner liep wel het een en het ander mis. Sandra stootte haar glas om, de ober was de tel kwijt en bij het pseudo-Caribisch bandje zongen een paar valse katten en katers.

Maar nu tijd voor dodo. Maar weet ik al wat doen, nix.

Sloefie

dinsdag 22 september 2015

Dag 12 - I am 33

Dag,

Eigenlijk zou ik hier het verhaal van gisteren kunnen kopiëren. Maar dan heb ik vandaag niet echt gewerkt en dan krijg ik geen beentjes vanavond. Jaja. Een echt hondenleven.

Maar allez wat is er vandaag allemaal gebeurd?

Wel, al een beetje vooruitgang qua uur van wakker worden. Mijn baasjes zijn maar om half zeven wakker geworden. Oef. Vanavond nog wat meer alcohol en ze slapen misschien wel tot acht. Hihi.

We waren nog altijd als eerste in de ontbijtzaal. Dus we hadden lekker veel keuze van tafel en eten. Alleen waren er geen sappige kippenboutjes voor mij. Dat is alleen maar 's avonds. En mijn baasjes namen ook al geen zwaar ontbijt. Dat was wel goed voor mijn cholesterol maar mijn maagje bleef leeg. Kreeg ik straf omdat mijn blogje gisteren zokort was?

Na het ontbijt was het tijd om uit te rusten. Maar ik hield wel een oog open. Op snuitboek - het Facebook voor bloggende honden - had ik gezien dat het hier vanmorgen wel eens kon regenen. En dus moest ik mijn baasjes kunnen waarschuwen. Er hing trouwens ver weg al een donkere wolk.

Na een uurtje moest Steven wel plots weg. Hij moest dringend naar de receptie.

Had hij ook te weinig geschreven? Of waren er klachten over zijn gesnurk? Want soms denk ik toch dat er een olifant in de buurt is hoor. Maar ssst, niet voortzeggen.

Uiteindelijk bleek het de mijnheer van Leopard Tours te zijn die kwam kijken of alles in orde was en of we nog een safari of zo wilden doen. En om de terugvlucht te bestellen. Had ik dat geweten! Zullen ze nu wel malse beentjes voor mij aan boord hebben? 

Maar Sloefie toch, het is een slaapvlucht. Dan krijg je geen eten aan boord. Enkel ontbijt.

Na een half uurtje ben ik dan toch maar beginnen blaffen, want ik voelde de eerste druppels. Maar mijn baasjes hadden weer last van de zon. Ze wilden niet bewegen. In België zou dat niet het geval zijn. Ik kroop dan maar onder de safarihoed van Steven. Zo zat ik toch een beetje droog.

Gelukkig was het zachte regen. En na een kwartiertje brande de zon alweer. Nu kon ik rustig slapen want er was geen regen meer te zien.

Rond een uur gaf ik een grote knor. Of eerder mijn buikje. Ik klonk wel als een wrattenzwijn. Mijn baasjes hadden het gelukkig snel door. Lekker eten samen met een ijstee en een cola light. Hips. Rare ijstee. Hips. Een beetje zoet. Hips. En een beetje straf. Hips.

Ik kroop terug onder mijn hoed voor een namiddag rust.

Maar niet voor lang.

Ik werd plots opgepikt, in de sjakosh gepropt en ontvoerd. 

HELP. DOGKNAPPING. HELP.

Het was aan het regenen blijkbaar. En mijn baasjes gingen naar de kamer. Oef. Ik dacht dat ik loebas en loebas nooit meer zou zien. Ik mis ze wel een beetje veel.

Op de kamer begon Sandra de laatste fotootjes te tellen. Want dat hadden we nog niet gedaan.

En de telling stopte bij 8443. Maar dat vond Sandra geen mooi getal. Dus had Steven nog wat werk.

Ik had ondertussen mijn "lang uitslaap plan" in werking gezet. Als welkom hadden we een fles lokale schuimwijn gekregen. Ik had al voor een ijsemmer gezorgd. En nu zorgde ik dat de glaasjes goed gevuld bleven. Zo zouden mijn baasjes wel langer slapen vannacht. Hihi.

En ook voor het avondeten bracht ik hen in verwarring. Zo konden ze nog een lekkere ijstee drinken. Hihi.

Maar de mevrouw van de bar was niet zo blij dat Steven maar een cola light nam en geen van lekkere cocktails of fruitdrankjes. Tot we ons kamernummer zegden.

Ah! You are 33! 

Blijkbaar hadden ze vandaag nog eens een briefing gekregen dat 33 iemand was die geen gewone toeristendrankjes mocht drinken. We hadden al gemerkt dat de obers onze kamer radden wanneer er een cola light was besteld.

I am 33.

Nu voel ik me echt oud zie.

Tijd om te gaan slapen.

Sloefie XXXIII

maandag 21 september 2015

Dag 11 - Dolce far niente

Daag,

We waren veel te vroeg wakker.

We stonden nog op safaritijd dus opstaan om zes. Ook al omdat er iemand wat ziekjes was alweer.

Maar het ontbijt was maar om half acht. 

Dus heb ik mijn baasjes maar wat bezig gehouden. Met het nalezen van mijn blogs bijvoorbeeld. Ah ja. Ze denken toch niet dat ik hier het vel van mijn pootjes tik voor mijn plezier. Bloggen is hard werk, je moet er voor denken, onthouden, grappig zijn, ... pfff. Je wordt er moe van. Bloggen, wat een hondenleven.

En na tien dagen hard werken wou ik ook wel eens wat verlof.

Wat was het scenario?

1. Wakker worden
2. Eten
3. Plaatsje zoeken voor het slapen
4. Slapen

herhaal 3 maal per dag.

Slaapwel

Sloefie

PS. Neen, wij zijn een zindelijk hondje. We gingen af en toe wel ook eens naar toilet.

Dag 10 - weg uit de rimboe

I Hehe,

Gisterenavond was heel spannend. Met al die losgeslagen olifanten aan tafel. Dat ga ik nooit meer vergeten denk ik.

Vandaag werd alweer een totaal andere dag. Want vandaag vertrokken we naar het zeetje. En niet zomaar een zeetje maar de Indische Oceaan. Daar heb ik nog nooit mijn pootjes ingestoken.

Alleen snapte ik niet hoe we daar gingen geraken. Want we waren nu al dagen ver van de grote luchthaven.

Maar eerst moest ik helpen bij het pakken - ik hield de kabeltjes van vanalles bijeen. En dan was het tijd voor ontbijt. De olifanten waren nog niet wakker, dus het ontbijt was minder spectaculair dan het avondeten. Snif. Daar had ik toch op gehoopt.

Maar nietgetreurd. Ik zei dan maar tot ziens tegen de aapjes en de lyraxen.

En dan was het tijd om te vertrekken.

Moussa stond al klaar met de jeep en de valiezen. We zegden nog goodbye tegen James. En dan vertrokken we uit het kamp. Ik zwaaide nog eens maar de beestjes waren allemaal verdwenen.

We hotsten en botsten over de toegangsweg naar het hotel en plots stond Moussa hard op de rem. Ook een andere jeep stopte met piepende remmen.

Wat was er aan de hand? In het gras achter de bomen zat een cheeta - een jachtluipaard - uit te kijken over de vlakte. Snel,had Sandra er nog twee andere gevonden die onder een van de bomen lagen te rusten. Jippie. De katten kwamen dan toch ook afscheid nemen.

Mijn baasjes waren heel content en ik ook.

Na een klein half uurtje stopten we alweer.

We waren er blijkbaar. De luchthaven.

Ik snapte het niet. Ik zag alleen maar een klein wctje en een oude vrachtwagen staan.

Een beetje verder stond ook een vliegtuig met een platte band. Dat was eergisteren gebeurd bij het landen. Hoezo? Wel dit als een brousse vliegveld. Zonder asfalt op de landingsbaan.

Hè?

En ga wij hier vliegen Sandra?

Ja Sloefie.

En gaan de bandjes ons wel kunnen dragen van de vlieger?

Hopelijk wel Sloefie.

En, en, ... Ikke was een beetje bang. Want ik had dat nog nooit gedaan. 

Er kwamen nog wat jeeps toe. iedereen was blij. Wisten ze dan niet dat die geen echt vliegveld was?

En dan hoorden we een zwerm bromvielgen aankomen. Dat bleek het vliegtuig te zijn. 

Zo klein. Het was een soort kangoeroe-vliegtuig want het had een grote zak op zijn buik. Daar ging onze bagage inzitten zei Steven. Gelukkig mocht ik in de rugzak mee in het vliegtuig. Oef.

Heel de tijd was Sandra al zenuwachtig geweest over het gewicht van de bagage. Want volgens de papieren hadden we maar 15 kg mogen hebben maar onze gewone bagage was al zo zwaar en onze rugzakken waren ook heel zwaar. Zelfs ik, een sterke hond, kon die met moeite dragen. Kuch, kuch.

Maar nee Sandra. Hakuna matata. We zijn in Afrika. Er was zelfs geen weegschaal. Dus konden ze niet controleren. Zen. Relax. 

Eigenlijk was ik mezelf moed aan het inspreken want die bandjes van het vliegtuig waren toch maar dun. Maar ik mocht dat als stoere waakhond niet laten merken.

En dan mochten we op de vlieger. Ik moest wal achteraan gaan zitten in de bagagehangmat. Snif. Straks bij de volgende vlucht wil ik iets beter hoor.

De deuren gingen dicht, de motoren maakt enorm veel lawaai, de remmen piepten, het vliegtuig schudde als een oud beest dat wakker wordt. En dan begon het hotsen en botsen. Als in de jeep maar anders. 

Na een twee minuten stopte het schudden. Waren we er al? 

Nee, we moesten ons keren.

Nog was het lawaai en botsen nog veel erger. Ik jankte een beetje en dan ... Werd het stil. Ik zweefde. Ik kon vliegen. Allez, het vliegtuig vloog.

Sandra had gezegd dat ik een klein uurtje braaf moest zijn maar na nog geen twintig minuten, wat gebeurde er dan? De motor maakte minder lawaai. Het vliegtuig kantelde.

We storten neer. Tussen de leeuwen en de tijgers. Paniek. Ik riep op Sandra. Maar in plaats was het plots een gehost en gebots nog erger dan daarnet. 

En dan was het gedaan. 

Waren we er al?

Blijkbaar niet. We waren geland op een andere airstrip. Veel groter. Met wel tien vliegtuigen die klaar stonden. Ik was voor niets bang geworden. Gelukkig had ik geen broek aan. Anders had ik een probleempje gehad.

Twintig minuutjes later herhaalde het verhaal zich. Maar nu wist ik wat het was en hoefde niet te waken. Ik had alle vertrouwen in de piloten. Ik ben een bereisde hond.

En van het gerond van zo'n vliegtuigmotor kan je heel goed slapen. Beter dan schaapjes of antilopen tellen.

Boink. Blink. Boink.

Ik schrok wakker. Wat gebeurde er?

Ach. We waren geland. En te horen aan het lawaai niet meer in de rimboe. Oef. 

We waren in arusha. Niet het grote vliegveld maar het kleine voor de kleine vliegtuigjes. Allemaal met een dik buikje. Vol met toeristen.

We mochten allemaal uitstappen want straks kregen we een nieuw vliegtuig. Misschien was dit al wel een beetje moe vandaag van al dat hotsen en botsen en landen en opstijgen.

We moesten dertig munten wachten. Tijd om een boompje te zoeken, te bedelen om een lekker beentje en op zoek te gaan naar loslopende katten. Ha. Ik voelde mij als een hond in Frankrijk.

En dan mochten we vertrekken. Ik stuurde Steven al op pad om toch een tof plaatsje te hebben vooraan in het vliegtuig. Zo kon ik tenminste eens iets zien uit de lucht. Op de eerste rij zou wel niet mogen want daar zitten normaliter de piloten.

We moesten nog even wachten op de piloten. Een was er al.

Hè?

De piloot vroeg aan een jong meisje of ze mee vooraan wou zitten!

Hoezo?

Was de tweede piloot ziek?

Wat als de piloot ziek wordt?

Mijn laatste uur was geslagen. 

Ik wou ook vooraan zitten.

Boehoehoe. 

Snif.

We mochten dan wel net achter de piloot zitten maar dat was toch niet het zelfde.

En ik had loebas en loebas nog niet verteld waar ik de lekkere beentjes verstopt had.

Boehoehoe.

Maar ik leek de enige die zich zorgen maakte. Dus zweeg ik maar.

En keek uit het raam.

Het vliegtuig begon al snel te bollen. Eerst nog voorrang geven aan een landend vliegtuig en we waren weg. Tot aan het einde van de startbaan.

Daar maakt hij een grote draai en we waren eindelijk echt weg. Naar de zon en het strand en de zee, de grote zee.

De vlieger was wel speciaal. In plaats van vele kleine en grote wijzerplaten zaten er drie tv's vooraan en wat knopjes. De piloot duwde op een knopje, draaide aan een wieltje, en de vlieger ging wat hoger of lager of naar links of naar rechts. Als vanzelf. Zelfs ik kan dat. Alleen ben ik te klein om over de rand van de cockpit te kijken.

Ik viel al rap in slaap. Alles was veilig.

Boink, boink, boink.

Ik schrok wakker. Wat gebeurde er?

Au, we waren alweer eens geland. Hoeveel stationnetjes zouden we nog doen vandaag?geen blijkbaar want we moesten allemaal uitstappen.

Het was heet. Heet. Heet. Heter dan in de brousse. Ik wou terug.

We sloften over de tarmac naar een ud gebouwtje. Maar toch niet te traag want er was net een grote vlieger geland en die zou ons wel eens kunnen overrijden.

In het gebouwtje moesten we nog wat papier invullen - ik kon weer eens ongemerkt binnen - nog een beetje bagage bijeenzoeken en we konden naar buiten. Daar stonden wel veertig chauffeurs ons op te wachten. Niet allemaal voor ons natuurlijk maar voor de toeristen op de grote vlieger. Zo'n VIP's zijn we nu ook weer niet.

Mohammed van Leopard Tours stond ons op te wachten en bracht ons naar een blinkende Japanner van Toyota. We gingen comfortabel reizen. Wat een verschil met de vorige dagen. 

Als eerste kennismaking was er een stukje van tweehonderd meter Afrikaanse massage. Dan waren het lange straten met typische Afrikaanse taferelen. Veel krotjes, veel telefoonwinkeltjes, gammele fietsen en dure Japanners. En zelfs af en toe nog een karretje met een magere koe ervoor. 

Na een tijdje was er gelukkig meer en meer groen. De chauffeur vertelde over de verschillende soorten fruit langs de weg. Het verschil tussen kleine en grote bananen - de grote moeten zij koken, de kleine eten ze zo. En dat er wel twintig soorten mango's zijn en groene appelsienen. En. En. En.

Het werd me een beetje teveel en deed dus maar een dutje.

En na een uurtje stopten we aan een grote bruine poort. Waar als het hotel? Een stuk achter de poort blijkbaar. Mooie witje huisjes en een groot zwembad en een nog grotere zee met wit strandzand. En wel vier restaurants. Ik ging hier zeker niet vermageren.

Maar nu ga ik slapie doen. Ik ben een beetje moe van al die vermoeiende dingen van de dag. Spijtig dat er geen olifanten zijn in de tuin.

Hoe zou het met loebas en loebas zijn. Ik mis ze wel weer.

Sloefie de woefie

vrijdag 18 september 2015

Dag 9 - Migratie en contra-migratie

Dag allemaal,

Een van mijn baasjes is treinengek. Je moet er dan ook niet van verschieten dat de vertragingen zich aan het opstapelen zijn. Hihi.

Pole pole. Rustig aan.

Vandaag was het nog nacht toen ik al uit bed moest. 

Trouwens wat voor een nacht. Toen we van het avondeten terugliepen moesten we af en toe stoppen van de wachter die met ons meeging. Een drietal nijlpaarden waren aan het grazen op nog geen tien meter van een hut. Overal in de struiken hoorde je lawaai en zag je oogjes blinken. Groene of gele kon nog niet zoveel kwaad maar oranje was gevaarlijk. Die waren van katten, leeuwen in feite. Trouwens de rest van de nacht heb ik niet veel geslapen. Overal was er lawaai. Brekende takken, gesnuif, getrippel.

Maar het was dus nog vroeg om op te staan. Want vandaag gingen we al om 7 vertrekken. Voor een lange rit tot op de grens met Kenia. Om beestjes die rivier te zien overwandelen. Rare baasjes die van mij. Ik gingnog wat slapen in de jeep. Ik was het hotsen en botsen al gewoon.

Alhoewel.

We waren nog geen tien kilometer ver of Moussa moest hard remmen. De lokale kudde gnoes had besloten om een rondje "ik steek plots de weg over" te spelen. Met zijn honderd tegelijk.

En dan reden we verder naar het noorden. Ik dommelde wat, want als je begint antiloopjes te tellen, dan is dat zoals schaapjes tellen. Zzzzz.

Na anderhalf uur rijden kwamen we aan de oude grenspost naar Kenia. Vroeger kon je langs hier van en naar Masai Mara. Maar omdat het vooral Kenianen waren die tours organiseerden in Serengeti, werd de grens gesloten. De Tanzanianen verdienden niets aan hun eigen nationaal park. 

Mijn baasjes gingen hier eens naar het toilet maar dat was hun blijkbaar niet goed bekomen. Ze zagen er nogal wittekes uit toen ze terugkwamen. Ik heb me dan ook flink gehouden en geen boompje uitgezocht. Je weet maar nooit wat voor schufterige kat of hyena ook de boom had gebruikt. Brrr.

Aan de douna post stopte de officiële rijksweg. Allez, officieel was het een rijksweg maar daar was weinig van te merken. Nu werd de weg nog slechter. Ik kon mijn dommelen wel vergeten. Ik morst nu wakker blijven om Kenianen in hun broek te bijten als ze zich van park vergisten. Grrr.

Na een tijdje werd de weg terug iets beter wanneer we over een grote vlakte begonnen rijden. In de verte zagen we de Mara rivier liggen, de grens met Kenia en ook de plaats van de Grote Migratie, tenminste als de gnoes er zin in hebben.

We kwamen vooral antilopen tegen op de vlakte maar ook af en toe een giraf of een zebra of gnoe of buffel. En uiteindelijk ook een wandelende leeuwin. Het was niet echt duidelijk of ze aan het jagen was of gewoon eens de pootjes wou strekken. Ik doe dat ook wel eens na een dagje hard mediteren.

In verte zagen we ook nog wat olifanten. En voor hun deden we een tweede detour. Geen slim idee bleek kort daarna. Er was net een grote kudde gnoes door het water gemigreerd. Te laat dus op de afspraak. Onze chauffeur was duidelijk niet blij. Nu moest hij hopen dat er toch nu gnoes genoeg hadden van Keniaans gras en dus wilden oversteken.

Er waren een paar honderd gnoes aan de overkant maar die liepen alle richtingen uit. Moussa begon dan langs de rivier te rijden op zoek naar kandidaat migranten. We zagen wel nijlpaarden - grote, krokodillen - grote - en nog een enkele olifanten.

Na een nogal moeilijke oversteek van een riviertje - een jeep vol chinezen zat vast met de achteras en een van de chinezen wou hara-kiri plegen terwijl een tweede jeep de eerste over de rand duwde - sloeg de stemming om.

We kwamen een de plaats waar de meeste migraties gebeurden, gekend van Richard Attenborough en BBC. Het water lag vol met kadavers, verdronken of met gebroken poten. Het abattoir van eergisteren was er niks tegen. Ik was heel bedroefd. Boehoehoe. Dit is niet leuk. Boehoehoe.

Na nog wat heen en weer gerij, nog meer kadavers, nog meer dikke krokodillen loerend op een vette kluif, besloten we dan toch maar te eten. We hadden nu een echte picknickmand gekregen. Met lekkere sappige kippenbouten en peterseliepatatjes en groenten en en en. Mijn cholesterol ontplofte en mijn buikje ook, bijna.

Halverwege de lunch begon er wel vanalles rond ons te gebeuren. Er kwam een groep gnoes van de heuvels naar beneden, in onze richting. Aan de andere kant van de rivier was er terug een kudde gnoes aan het vormen. Misschien, hopelijk, zouden we dan toch een migratie te zien krijgen.

Snel snel verder eten. We wilden geen tweede keer telaat zijn.

De jeep,stond in positie. De camera's waren opgewarmd. De chinezen ver weg. Tijd voor wat actie. Maar, maar, maar ...

Een contra-migratie!!! Hadden ze het script niet goed gelezen? Of was het gras toch niet lekker? Het waren de gnoes naast ons die terug naar Kenia wilden gaan. 

Allez, ongeveer de helft dan toch. Het was een geplons van jewelste. Maar niet iedereen geraakte aan de overkant. Sommige keerden terug, een gnoe bleef met zijn poten omhoog liggen tussen de rotsen.

En een gnoe zat in de kaken van een krokodil. De twee vochten het uit op leven en dood. De gnoe kwam telkens wat dichter bij de over, vervolgens trok de krokodil hem terug naar het midden van de rivier. Meer dan tien minuten duurde het gevecht. Uiteindelijk kreeg de gnoe een paar poten aan de grond en kon hij de krokodil afschudden.

Jippie. 1-0 voor de gnoes.

 Alhoewel.

Dom van de gnoes want uiteindelijk moeten ze toch door de rivier naar de Serengeti want binnen enkele maanden wordt het gras in Masai Mara geel en dor.

We bleven nog wat kijken naar de Keniase groep en je zag dat de beslissing genomen was. Ze wilden oversteken, inclusief die welke nog maar net teruggegaan waren. Domme beesten.

Moussa draaide de jeep zodat we een goed zicht zouden hebben, maar de groep wist niet goed waar over te steke. En wij moesten volgen. En spijtig genoeg was dat niet het enige slechte nieuws. De chinezen waren terug. Heel slecht nieuws zou blijken.

Op het uiterste randje stonden ze nu, de gnoes, nog niet de chinezen. Daar waar al de kadavers lagen in de rivier. En na nog wat geloei en gekerm gingen de eerste dan toch in de rivier. Maar het gekrijs van een cultuurloze Chinees zorgde dat het spel niet doorging. De gnoes gingen terug.

Maar niet voor lang gelukkig. 

De eerste sprongen in het water, gevolgd door meer en meer. De jeeps van de chinezen stormden veel te vroeg naar voor, recht naar de oversteek en ... De gnoes draaiden om. 

Net als overal in de toeristenbusines vervloekte iedereen de lompe chinezen en ook stilletjes de drivers van hun jeeps.

Maar de drang was te groot. De blaas stond op springen en de gnoes begonnen aan hun derde poging. De goeie deze keer. We begonnen met fotootjes en filmpjes maar we stonden wat ver om alles goed te zien. Tenminste dat vond Moussa. En dus begon hij uiteindelijk ook naar de oversteekplaats te rijden. Zo zagen we ook wat van dichtbij. Met chinezen in de weg. Maar ja. De wereld is aan de bullebakken.

Een van de gnoes, uit de voorhoede, bleef achter in het water. Het tweede krokodillengevecht kon beginnen. De gnoe bleef lang tegenvechten. De krokodil sleurde hem bijna vijfhonderd meter mee. Ook de chinezen hadden bloed geroken. Er liepen er zelfs uit de jeep om toch maar goed te kunnen zien en filmen. Bah. 

En gnoe, hij bleef vechten. Hij geraakte bijna tot een vlak deel van de over. Maar de krokodil was te sterk. En dan tot een volgende plaats om uit het water te komen. En bijna had hij zijn eerste poten op het droge. Maar de krokodil bleef vechten en vechten.

En het werd 1-1. Snif. De gnoe dreef verder langs de hoge oever en gaf het op. Na zeker twintig minuten vechten. Snif.

Ondertussen was het hard aan het regen.

Er was alweer een grote groep verschenen aan de overkant en alle jeeps zetten zich klaar aan derand van de heuvel. Voor de volgende opvoering. Maar mijn baasjes hadden geen zin meer. We hadden nog veel kilometers te rijden.

Ver kwamen we niet. Aan de oversteek waar de chinezen vast zaten, was het nu een modderparcours. En de landrover, hij deed zijn best maar net op het randje verloren de wielen grip en wij bolden terug tot in de rivier. En opnieuw en opnieuw en opnieuw. 

Sandra werd een beetje zenuwachtig.

Moussa werd heel zenuwachtig en liep geambeteerd rond de jeep. Hij gooide wat stenen in de groeven. Liep nog eens rond de auto. En gaf dan heel veel gas. En ...

We rolden terug.

En nog een keer, en het lukte net. Iedereen blij. 

We slalomden verder langs de rivier en kwamen aan de doorsteek waar we de leeuwin gezien hadden. Die had bezoek van een vriendin gekregen. En samen beslopen ze een gazelle. Tot de chinezen toekwamen... De leeuwin was niet echt aan het sluipen, de antilope schrok van de chinezen en het feest ging niet door voor de katten. Moest ik nu juichen of janken?

Op de terugweg gebeurde niks spectaculair meer. Gewoon hotsen en botsen en beestjes kijken. 

Ik moet wat sneller tikken want de batterij is bijna op

Terug in het kamp maakten we ons snel klaar voor het avondeten. Want ik had wel honger om een olifant op te eten.

En ik had dat nog maar tegen James onze boy gezegd of ... de lokale olifantenfamilie besloot door het kamp te trekken. Overal brekende takken en bomen, wachters met schijnwerpers om de fanten te verjagen. De situatie was hopeloos maar niet ernstig of zoiets. Als je nog niet in de eetzaal zat, had je pech want niemand mocht nog op de paden lopen. Wij zaten gelukkig op de veranda en konden alles van dichtbij maar heel veilig bekijken. Jipie.

Een paartje vierde hun huwelijk met een speciaal etentje op de rand van de rivieroever. Het was heel speciaal. Drie wakers met geweren en schijnwerpers moesten de olifanten van hun tafel houden. Een heel speciaal diner, dat je zelfs niet op voorhand kan bestellen.

Ik wi hier niet weg. Maar dan moeten loebas en loebas wel naar hier komen. Ik mis ze wel. Snif.

Ik ben nu moekes en ga wat slaapjes doen.

Tot schrijfs,

S.

Dag 8 - U gaat naar Noord via Centraal. U ontvangt geen startgeld.

Dag lezertjes,

Hopelijk heeft mijn laatste post jullie niet te hard doen schrikken. Ik heb een beetje onder mijn pootjes gekregen van Sandra.

Hopelijk kan ik over vandaag dan ook een positief bericht schrijven.

Het begon naar gewoonte om 6 met de tonen van 24, het alarm van steven.

Ik blijf lekker slapen terwijl mijn mensenbaasjes hn velletje en haartjes schrobden. Ik had nog maar gisteren een privé massage en bad van Sandra gekregen. Blijkbaar zag het water toen bijna bruin. Pfff, is mijn bruineertruuk was mislukt.

Normaliter moeten we met wachters naar de keuken uit schrik voor de beesten. Maar die vonden het niet nodig. Tot we honderd meter verder een groepje zebra's tegenkwamen op het pad. Toen begon iedereen te rennen, de zebra's en de wachters. Hihi. Ik was niet bang.

Ontbijt heeft me lekker gesmaakt. Een eitje of twee, een echt lekkere pannenkoek en wat spek. Weer een paar gram bijgekomen dus.

Na nog een bezoekje aan het winkeltje, konden we terug naar de chalet om snel de tanden en de plaat te poetsen. De dragers stonden al klaar voor ons. Hoefde ik geen zakje te dragen. Hihi.

Vlug vlug alles klaar maken en dan hop naar de kassier en dan naar de tuut.

Het eerste stukje hadden we nu al drie keer gedaan. Er was niet veel veranderd. Tot aan de rivier. Dan was het uit met de pret en de beestjes. 

Na een uurtje kwamen we dan toch terug beestjes tegen en na nog wat kilometers kwamen we een grote groep zebra's tegen. En die waren zo lief om toch voor ons een zebra crossing te doen. Alles is mooi op camera gezet.

En voort gingen we naar het oosten. 

Meer en meer beestjes. Dat wel. Zebra's, gnoes, olifanten, buffels, enz. En dan de leeuwen op jacht, de luipaarden luierend in een boom en een jachtluipaard dat twijfelde wat te doen.

Veel van wat we de vorige dagen gezien hadden, maar toch veel plezieriger dan de abattoir van gisteren. Iedereen fleurde op in de auto. Ik was echt blij.

Na de lunch, blijkbaar een grote tegenvaller, gingen we verder. Met meerdere sightings van alweer katten en gnoes, zebra's, olifanten, enz.

Na een tijdje begonnen we onze trektocht naar het noorden.

Het werd hotsen botsen op de highway naar Kenia. Het aantal beesten werd wel wat minder maar de camera's waren vol geschoten en de batterijen leeg en mijn oogjes waren zwaar.

Na nog een wildebeest crossing kwamen we plots aan het kamp. 

Niet te beschrijven. Iedereen sliep in tenten. In de rivier op dertig meter zaten wel honderd nijlpaarden. De olifanten waren net uit de tuin verdwenen en er was snelle WiFi.

Voor mijn baasjes was dit de hemel op aarde. Zouden ze hier wel willen vertrekken?

Dat vertel ik jullie morgen dan wel weer.

Dat schrijfs,

Sloefie de kattenjager.

Dag 7 - Serengeti een kerkhof

Dag lezertjes,

Zola's reeds uitgelegd in een vorige dienstmededeling loopt het schrijven van de blog wat vertraging op wegens de beperkte faciliteiten beschikbaar in de rimboe.

En het werd er niet beter op wanneer een van mijn baasjes besloot om zich op het toilet op te sluiten en deed of het buiten aan het vriezen was. Ik had dus wat anders te doen.

Maar kom, uiteindelijk werd het ochtend. Ik kreeg een superlekker ontbijt enik was klaar voor de safari. Moussa had de dag anders ingepland voor ons. Slechts een grote drive naar het westen en dan warm eten en dan souzelen aan het zwembad.

Maar de drive werd niet wat we gehoopt hadden. In het westen zaten geen beesten, nog niet. Die waren nog in Kenia inde Masai Mara op vakantie. Hun terugkeer, net als de Hollanders maar dan zonder caravans, zullen we in twee dagen te zien krijgen.

Wat we wel zagen? Dode beesten, stervende beesten, hyena's en gieren aan het werk. Een zwaar gewonde olifant met veel bloed aan de poot, waarschijnlijk van een strik van een poacher.

Ik ben maar stilletjes  in mijn zakje gekropen en heb wat geweend. Dit was niet leuk. Ik wou bij loebasjes zijn. Boehoehoe.

Moussa bleef ijverig zoeken naar beestjes. Maar enkel in de buurt van het hotel, aan de rivier waren er. Maar daar hadden we geen vier uur hoeven voor de hotsebotsen.

Terug aan het hotel, alweer paniek. Baasje twee is nog niet te zien. Zou het nog niet over zijn? Uiteindelijk blijkt ie te liggen slapen. Ik dacht al dat hij ook door de hyena's meegenomen was.

Na de lunch gingen we zonnen en zwemmen. Maar de regen besliste er anders over. En ook de muskieten waren terug en dus bleven we aan de bar plakken.

Na een tijdje was het tijd voor het avondeten. 

Pfff. Wat een dag.

Sandra legde mij uit dat het niet elke dag feest is. Dat beestjes ziek worden en sterven. Maar ik wil niet sterven. Ik wil bij loebas zijn, grote en kleine.

Boehoehoe.

Sloefie die deze dag niet leuk vond.

donderdag 17 september 2015

Dag 6 - Serengeti, een kraamliniek

Dag lieve lezertjes,

Eerst enkele dienstmededelingen.

1. Neen. Ik ben niet in staking. Maar mijn baasjes hebben beslist om vier nachten in een tentendorp te logeren. Het internet is er nog maar net gearriveerd en er is maar een plaats waar je kan internetten. Dus het gaat allemaal wat trager.

2. Dankjewel voor Maria die mijn smeekbede gehoord heeft en een commentaartje heeft geplaceerd op mijn blog. Ik zal aan Sandra vragen noe ik je een likje kan teruggeven. Dankjewel.

En dan nu het verhaal van dag zes.

Over de ochtend valt niet zoveel nieuw te vertellen. Opstaan om zes - pffff - eten om zeven, vertrekken om acht.

Er was veen Nelson in de buurt dus alles ging vlot, enkel waren mijn baasjes aan de trage kant en moesten ze zicht dan toch nog haasten.

Maar kom we waren een van de eerste om te vertrekken. Dus goed zo voor team Um.

Alleen was het buiten niet echt zoals andere dagen. Het was fris, een beetje vochtig en je kon met moeite tien meter ver zien. Heel gevaarlijk op alle wegen maar zeker op de Afrikaanse want er zijn nogal wat chauffeurs die denken als ik het gevaar niet kan zien, dan zijn er geen gevaren.

Dat we in de mist zatten was wel logisch. De rand van Ngorongoro krater ligt op 2000 meter. En als er wolken zijn dan lopen die tegen de berg aan s nachts. Overdag niet want dan is het beneden zo warm dat de wolkjes liever wat hoger gaan drijven.

En dus moest Moussa, onze driver, heel voorzichtig rijden. 

We reden eerst nog een stukje op de kraterrand, maar dan begonnen we te dalen. En met elke meter werd het zicht beter en begon ik eindelijk op te warmen. Want eigenlijk feitelijk had ik vanmorgen wel kou.

Onze chauffeur reed vlot door want tegen half elf moesten we aan het check point in Serengeti zijn, een dikke twintig kilometer in het Serengeti park. En weke weet wie of wat komen we onderweg nog tegen.

Wel we kwamen veel Masai tegen want in Ngorongoro mogen de Masai blijven wonen in tegenstelling tot de Serengeti. Jongens met een paar geiten, mannen alleen of met een harem van vijftig of meer koeien. Af en toe een dorpje omringd met een dikke ring van takken tegen de wilde beesten.

Af en toe zagen we wat antilopen, een keer een giraf. Voor de rest leek de vlakte verlaten.

Na meer dan een uur rijden zagen we in de verte een bouwsel boven de straat staan, de oost gate van Serengeti. We zaten goed op schema.

Het landschap veranderde niet echt. In de verte konden we wel een zwarte stippellijn van gnoes en/of zebra's zien. Maar het was toch redelijk eentonig en ik moet bekennen dat mijn oogjes wat dichtvielen.

Zo rond tien uur kwam dan een heuvel in zicht, een kopje heet dat hier blijkbaar. Hier was de controlepost voor Ngorongoro. We waren op tijd. Moussa verdween een kwartiertje om de papieren in orde te brengen. Wij maakten een wandeling tot bovenop het kopje en amuseerden ons met de vogeltjes die hoopten op een verloren kruimel brood of koek.

Moussa kwam terug met de vraag of hij een stukje mocht terugrijden richting Ngorongoro. Want hij had iets gehoord. Natuurlijk mocht.

Nog geen kilometer verder stonden we stil bij een paar andere jeeps. Op een honderd meter van de weg was een rots met wat boompjes op. Wij hoopten dat dit het huis van een luipaard was. Maar nee hoor. Net ervoor zat een jachtluipaard. Die stond wel niet op mijn lijstje maar ik vond dat toch ook een mooi dier. Ik heb die al een paar keer gezien in het safaripark van San Diego maar inzet echt is dat nog meer indrukwekkend. Hij kwam naar ons toe geslenterd. Ik was niet bang hoor. Want ik wist dat hij aan mij nooit veel te eten zou hebben. Uiteindelijk kwam hij tot bijna vijf meter van ons maar een andere chauffeur maakte zoveel kabaal dat hij terug naar zijn huisje ging. snif. Mooi.

 En dan ging het verder richting west.

Een half uurtje na het jachtluipaard stopte Moussa terug. Hij zag een leeuwin lopen langs de rand van de weg. Net begonnen aan een jachttoer. We volgden haar stilletjes maar op een opgeschrikte vogel na, waren er weinig prooien te zien.

Ondertussen was er achter ons - waar we de leeuwin eerst gezien hadden - wel wat tumult ontstaan. We gingen dus eens kijken. Wat bleek. De leeuwin had twee heel kleine wespjes verborgen in het struikgewas. En dus was iedereen zich daar aan het vergapen.

JÀ, ze waren echter schattig die kleine leeuwtjes. Zelfs ik, een rasechte jachthond moet dit toegeven.

Maar niet getreuzeld, er wachten nog vele kilometer bush drive.

En we moesten nog altijd een luipaard vinden.

Moussa begon dan de kleine wegeltjes naast de hoofdweg in te rijden. De radio tetterde continu. Er was dus nog iets in de buurt. Eerst bezochten we nog wat kopjes maar ook hier waren geen katten te zien. Maar nog een beetje verder hadden we eindelijk prijs.

En wat hadden we gewonnen? Nog een jachtluipaard, een vrouwtje ditmaal. Duidelijk op zoek naar eten. Ze zat op een klein heuveltje en hield de omgeving goed in het oog. En na een paar minuten kwam het bericht over de radio dat ze niet alleen was. Er zouden ook vier jonge katten moeten in de buurt zijn. En ja hoor, daar zagen we ze net door het gras sluipen, richting mama. Jipie. Dat was dan al het tweede gezinnetje vandaag.

Ik begon eigenlijk wel een beetje honger te krijgen. En dus begonnen we stilaan doorgeven steken naar de enige picknickplaats in de buurt. Onderweg zagen we nog wat jeeps tegen hoge snelheid in de zelfde richting rijden. Wat was er hier aan de hand?

Bingo. Bingo. Bingo.

Mijn bingokaart was vol. In een van de bomen lag een luipaard nogal ongemakkelijk tussen twee takken in. Nu durf ik eindelijk terug naar huis gaan met een vijf op vijf. Ondertussen konden we ook nog een truck-bus pogingen zien doen om te keren op een weg die nog geen drie meter breed was. Hilarisch.

En het werd nog beter want een honderd meter verder zat er nog iets in de bomen. Twee jonge luipaarden zapten mama na, maar zij hadden wel een meer comfortabele tak uitgekozen.

Oh. Wat was ik blij.

Dat moet ik echt aan kleine en grote loebas vertellen. Hoe zou het met hun zijn? Ik mis ze wel veel.

En dan was het tijd voor de piknik. Boven op een kopje. En er stond zelfs een drinkbusje - een busje dan drank verkocht, onder leiding van een missiezuster dan nog. Nou moe.

Na de lunch moesten we naar het westen beginnen rijden.  Eerst moesten we de auto nog eens laten drinken. Daar kwamen we dan weer verschillende kuddes giraffen tegen en natuurlijk antilopen, zebra's, gnoes, krokodillen en nijlpaarden. In een vijver lagen de nijlpaarden zo dicht op elkaar dat er bijna geen water meer in kon staan, alleen nog wat modder om hun teer velletje te beschermen. Bah, vies. Ik heb ook een teer velletje maar ik ga me toch nooit met modder instrijken hoor.

Na een tijdje waren we de enige jeep nog in de buurt. Wij gingen blijkbaar naar een heel speciale plek. Onderweg kwamen we ook nog een hyena tegen van de afvalmaatschappij. Er was een kleine antilopen aangereden door een jeep en de hyena kwam het beest opruimen. En dat deed hij heel stilletjes. Want in tegenstelling tot leeuwen die alles delen, zullen hyena's enkel vechten over een karkas. Je kon dus maar beter stil zijn en eten. Ik vind dat ook trouwens, anders gaan de loebassen met mijn brekkies lopen.

Een tiental ikIsomeer verder stond een grote groep zebra's te wachten. Plotseling kwam de eerste in beweging. En dan al de rest. Ze stormden met veel lawaai naar de overkant van de weg. Dat was dus een zebra crossing. Iedereen lachte behalve ik. Gelukkig kreeg ik de uitleg. Zebra crossing heeft in feite twee betekenissen in het Engels. Buiten Afrika betekent dat zebrapad maar hier betekent het dat er veel zebra's de baan oversteken.  

Daarna werd het wel eentonig. Kilometer na kilometer hotsen en botsen. De radio viel stil. Ik biel in slaap. Moussa remde plots heel hard ... Voor een bezoek aan een Bush toilet. Er stond geen boom in de buurt dus ik moest nog maar wat wachten. Na nog meer hotsen en botsen kregen we eindelijk bordjes te zien, een teken van leven. We. Ochtend afdraaien naar een "luxury lodge". O o, wat hebben mijn baasjes nu besteld? En ik droomde om eens in een tent te kunnen slapen.

Maar het ging verder met hotsen en botsen. We gingen over een rivier die droog stond met naast de wasplaats een kabelbrug. Die moeten ze gebruiken in het regenseizoen om klanten van het hotel naar de overkantvan de rivier te brengen want je kan er niet door met een jeep of truck-bus.

Hier zagen we eindelijk terug wat meer beestjes. Maar ze kwamen allemaal al voor op mijn lijstje van de vorige dagen.

Eindelijk kwamen we aan in de lodge. We kregen een briefing en de goeie raad om savonds niet alleen rond te lopen maar een van de Masai krijgers ons te laten brengen waar we waren. Oei oei oei wat hebben mijn baasjes nu weer besteld.

En dan kwamen we aan onze kamer. Moeilijk te beschrijving. Twee kanten waren stenen muren maar de rest was allemaal tent. Jippie ik kan voor de eerste keer on een tent slapen vannacht. Hopelijk maken de wilde beesten niet teveel lawaai.

O ja, heb ik al gezegd dat er maar een heel beperkte toegang is tot internet. Dat wordt zweten voor Sandra. En of ik mijn blog wel kan posten, weet ik niet. Maar als jullie hem lezen dan weten jullie wel dat het gelukt is.

Sayonara,

Sloefie-san.

maandag 14 september 2015

Dag 5 - drie op vijf en een dubbele deliberatie

Dag allemaal.

Ik heb alweer de pen ter hand genomen om jullie kond te doen van mijn avonturen op dag vijf.

Ondertussen zitten we al in Lake Manyara.

Neen, niet Lake Mañana.

We zijn klaar voor het begin van de klassieke Tanzania toer.

Maar eerst nog wat weetjes van gisteren. 

1. Ik heb aan Sandra gevraagd om wat fotootjes te selecteren.
2. Terwijl we aan het wachten waren voor het diner Is tweemaal de stroom uitgevallen. Enkel WiFi werkte nog. 
3. Ondanks alle mooie liedjes van Stef Bos over Zuid-Afrika, kan een groep Afrikaners toch hard storen wanneer ze in hun zuiders dialect aan het praten zijn.

genoeg over gisteren Wat is er vandaag allemaal gebeurd?

Allereerst een vergissing. De wekker stond een uur te vroeg. Om half zes. Dus nog vroeger dan op een gewone werkdag. En dat op maandag. Bah. zo gingen we natuurlijk wel grandioos op tijd zijn later.

Tegen traag tempo waren we klaar voor het ontbijt van half zeven. we kozen voor de gewone dingen voor een keer. Twee eitjes, wat spek en wat worst. Een echt hondenleven dus.

Om half negen stonden we gepakt en gezakt klaar voor de jeep. En we konden als eerste vertrekken. Jipie.

Moussa wou wel nog eens stoppen bij een winkeltje langs de weg. Niet zo chique als de winkels langs de grote weg en dus misschien ook wel wat meer origineel of wat minder duur.

Daarna ging het bergop. We moesten uit de grote Rift Vallei, dat is een sleuf van noord naar zuid dwars door Afrika en een stukje van het Midden-Oosten.En om naar Ngorongoro te rijden moesten we dus uit de vallei.

De weg was wat minder goed dan gisteren en de huisjes waren wat armer. Dat was geen streek met Masai maar met mensen van allerlei stammen. Vooral boeren.

Na een uurtje kwamen we in een drukker stadje, het voorgeborchte van het park. Omdat er in Ngorongoro niet meer mag gebouwd worden, komen de nieuwe lodges naar dit stadje. En dus groeit de bevolking ook snel aan op zoek naar werk.

Een kwartiertje later waren we dan aan de poort van het park.

En naar goede afrikaanse gewoonte was het hier alweer wachten geblazen. Want als ze hier iets geleerd hebben, dan is het wel bureaucratie.

Maar uiteindelijk mochten we dan toch het park binnen voor 24 uur - langer mag niet met een gewone permit - en we gingen dadelijk de berg op. Want Ngorongoro is in feite een caldera, een grote vulkaan die leeggelopen is en dan ingestort door zijn eigen gewicht. En omdat je als dier er wel redelijk makkelijk in kan maar niet uit, is het leven in de krater heel gediversifieerd. Dit zijn mooie woordjes hé? Die heb ik uit een brochure geleend.

Na een rit van een half uurtje kwamen we aan de krater lookout. Spijtig genoeg was het weer nog altijd redelijk mistig en hing er ook veel stof in de lucht. Maar Moussa verzekerde ons dat beneden het licht veel beter ging zijn. En dus was het tijd voor de rit naar beneden. Maar dat ging niet zomaar. Eerst moesten we nog twintig kilometer hotsen en botsen op de rand vooraleer we aan de crater descend kwamen - daar waar je dus naar beneden mocht.

Eerst zagen we niet zoveel beestjes. Een zwijn, een paar gazellen, een struisvogel. Maar na nog enkele kilometers zagen we dan in de verte een traag bewegende reeks zwarte stippen.


In de krater was de jaarlijkse trek naar het laatste water al begonnen. Het was een wirwar van gnoes, zebras en wat buffels. Alleen, het waren er wel veel, heel veel. Op een bepaald moment was onze jeep gevangen in een zee van zwarte en gestreepte lijven. Brrr. Ik kroop snel in een hoekje zodat ik niet vertrappeld zou worden. Op het laatste stukje reden we met de jeep zoals Mozes in de film de Tien Geboden. Alleen was het hier niet de Rode Zee die openging maar een zwarte, stofferige massa beestenlijven.

Maar het was tijd om voort te maken. We hadden nog altijd maar twee op vijf. Gebuisd dus.

We vonden al snel een poel met een kleine kudde nijlpaarden. En terwijl we moesten beslissen waar te eten, hoorden we plots gekwetter over de radio. Er was een groepje leeuwinnen gezien op een kleine kilometer afstand. En ze leken zich klaar te maken voor een jacht.


Dat moesten we natuurlijk zien - z haalde ik 3 op 5 op mijn safari rapport. En ja hoor. We zagen een vijftal wijfjes samen, Maar ze leken me toch niet goed wijs. Ze gingen op jacht op buffels, op de olifant na de gevaarlijkste en moeilijkste prooi voor leeuwen.

Vier vrouwtjes slopen frontaal naar voren terwijl het vijfde een omtrekkende beweging maakte naar achteren. Na een kwartiertje - er stonden al twintig jeeps - vielen ze aan. Maar een van de buffels had onraad geroken en ook al was de leeuwin heel dicht genaderd, de buffels ontkwamen. Als laatste act, sloop er nog een zesde leeuwin dwars door het pack jeeps, op nog geen meter van mij. Ze deed alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. En ik deed dat ook. Hihi.

Tijd voor de lunch. Die gingen we aan de hippo poel nemen. Onderweg zag Sandra in de verte nog iets raars liggen. Vermoedelijk een neushoorn maar niet goed te zien met de verrekijker en lenzen. Dus het bleef 3 op 5.


Na de lunch reden we verder op zoek naar nieuwe beestjes. Sandra zag nog een hyena, op nog geen vijftig meter van een groepje kleine gazelles maar hij had blijkbaar geen honger. En dan nog een beetje verder zagen we alweer een groepje leeuwen. En die waren wel succesvol geweest. Het mannetje lag met twee vrouwtjes na te genieten van de lunch. Wat het slachtoffer was, was niet te zien.

Moussa was geambeteerd dat we nog geen neushoorn hadden gezien en dus deed hij een grote omweg naar waar er vaak neushoorns rusten in het droge seizoen. Ondertussen kwamen we wel nog een jonge mannetjesleeuw tegen. En ook een domme buschauffeur die zijn camion-bus ging keren op maar enkele meters van de leeuw en hem zo bijna wegjoeg voor iedereen.


En toen iedereen de moed had opgegeven, kreeg Sandra alweer iets raar in het oog. Midden in een strook donkergroen gras lag alweer iets als een rots maar daar kon geen rots zijn. Na nog wat wachten konden we eindelijk een hoorn zien en een grote kop en groot lijf. Jipie. We hadden er vier op ons lijstje staan.

De zon begon te zakken en dus vertrokken we richting de lodge.

Onderweg zagen we nog vanuit alle richtingen hyena's opduiken. Blijkbaar hadden er enkele een gnoe gegrepen en iedereen wou als eerste aan tafel zitten. Misschien wel derting hyena;s en jakhalzen vochten elk voor een been. En dat gaf veel ruzie.

Wij reden verder richting uitgang maar begonnen wel aan de laatste opdracht al: vind een luipaard. Aan de voet van de lodge-oprit was een groot bos waar luipaarden graag in de bomen zaten maar ons geluk voor de dag was op. 

Na een steile klim uit de krater konden we naar de lodge. Ik ging goed kunnen slapen. Ik had al vier op vijf. Jipie. Nu enkel nog een kat vinden. Voor een superhond als ik kan dat niet moeilijk zijn.

Arrividerci.

Sloefie.

Dag 4 - Koning Nobel is niet thuis




Dag lieve lezertjes,

Jullie mogen Sandra allemaal heel dankbaar zijn.

Eigenlijk feitelijk ging ik vandaag in blogs taking.

Neen, niet omdat er een nieuwe Nelson mijn ontbijt had laten uitlopen, maar door jullie.

Ja hoor. Ik zit hier maar 's nachts op dit klavier te tikken tot er eelt op mijn tere pootjes groeit. Maar om dan wat reactie van het publiek. Ho maar. Volgens de blog statistiek niks nada nougaballen.

En dus ging ik in staking.

Maar Sandra heeft mijn blog gered.

Ze heeft het mij uitgelegd wat er aan de hand was. Het was allemaal de schuld van smoelenboek. Daar kunnen jullie blijkbaar wel lezen maar geen commentaar of applaus geven.

Daar kunnen jullie natuurlijk niet aan doen. Maar jullie kunnen mij wel een likje geven op mijn persoonlijke smoelenboekpagina hier.

Ik geef jullie dan misschien wel een superlikje terug. Hihi.

Wat gebeurde er ondertussen allemaal vandaag?

Wel mijn baasjes hebben allebei een zonneslag gekregen of weten toch minstens van de warmte. Ze stonden op om 6!zes! uur. Ik mag dat op een normale zondag proberen. Noppes. Maar hier in de tropen. Geen probleem. Trouwens ik kan jullie nu al vertellen dat het nog zotter wordt.

Mij maakt dat niet uit maar ik weet dat er al een paar slaap tekort hebben. Er zal nogal gesnurkt worden op de gewone weg.

Ha. Jullie popelen om te weten hoe mijn ontbijt was. Tja. Je kan niet alle dagen een Nelson als ober hebben.

Was het al efficiënt het ontbijt was toch niet zo lekker. En ik miste eigenlijk wel mijn zondags wit pistoleetje van bij de warme bakker.

Ik mis ook kleine en grote loebas. Ik hoop dat ze al op logies zijn mogen vertrekken. Anders voel ik mij wel heel schuldig. Snif.

Na het ontbijt ging het snel richting kamer voor de laatste acties met de bagage. Die leek wel met de dag te groeien en er was nog niets gekocht.

Stipt om acht waren we klaar en stonden op onze limo te wachten aan de deur.

Wij waren eerst weg alleen was het effe lichte paniek. Steven was verdwenen. Hij had nog geen foto van de inrit blijkbaar. Pfff. Fotografen. 

Dan ging het verder richting de grote Tarangire rivier. Maar nu wel de overkant van de rivier. Hopelijk kwamen we nu wel wat drinkende dieren tegen. De wegen lagen hier wel veel slechter. En na een kwartier was ik blij dat ik nog al mijn vier pootjes had. Want ze schoten in alle richtingen.


Sandra was wel in form voor het vinden van vogels: gieren, arenden, en wat ik nog vergeten ben aan soorten. Grote dieren kwamen we wel niet zo veel tegen. Misschien waren ze allemaal naar de vroegmis of zaten ze bij elodie op café. Het was dan ook zondag. Ik weet niet hoe ze dat in de tropen doen.


Na veel toeren kregen we een korte pauze op een heel mooi uitkijkpunt over de rivier. Moest dit in Amerika zijn dan stond hier een schitterend visitor center en McDonald's restaurant. Maar hier moest je het doen met betonnen bankjes en je eigen water uit de jeep. En een ideeënbus ontbrak.

Dan ging het verder richting uitgang. Maar Moussa kende nog een leuk plaatsje. Tarangire is gekend als de laatste plaats waar je water vindt op het einde van het droog seizoen. En niet alleen de rivier maar ook enkele meertjes zorgen voor vers water gedurende de droogte. En aan zo'n plas vonden we veel gnoes en zebras en ook al weer een gier.

En zo kwam er een einde aan ons bezoek aan Tarangire National Park.

Het was echt leuk geweest. Ik kan het al mijn lezers aanbevelen. En als je het leuk vraagt wil ik wel als gids meegaan. Waf Waf waf.

Nu volgt een eenzaam stukje. We moesten van Tarangire terugrijden richting Lake Manyara. Eerst wel over massage aan, dan echte strakke asfalt. Enkel Sandra Is wakker gebleven. En Moussa natuurlijk. Want die reed.

Na een nogal plotse stop waren we allemaal wakker. We waren bijna aan het nieuwe park maar eerste moesten we terug aan de kant staan voor een speciale kolonne. Niet de president dit keer maar de ronde van Tanzania. Geen wieler koers gewoon veel jeeps en politie die voor de functie het land rondrijdt.

Ja. Juist. Zoals u zegt mevrouw. Enkel in Afrika.

Ik begon wel al wat honger te krijgen. Moussa had dat door. Hij had al wat water gekocht voor ons en wat diesel voor de landrover en nu stopte hij langs de kant van het park om wat verse bananen te kopen. Hmm verse bananen zijn toch lekkerderder dan bij ons hoor.

En dan ging het richting lodge en lunch. Eerst nog een tussenstop bij een beeldjesmaker, Niks gekocht. Dan konden we eindelijk onze pootjes strekken in de nieuwe kamer. Het was ook tijd voor buffet en omdat het zondag was, was er veel Indisch eten. Dat was blazen geblazen. Zo heet.

Na de lunch gingen Sandra en ik pootje baden in het zwembad. Je had er een magnifiek zicht op het park. De rand van het zwembad was ook de rand van de ravijn. Je kon dus beter maar niet te hard zwemmen of je sloeg overboord.

Rond half vier was dan deel twee van de dag. Lake Manyara.

We daalden de rand van de grote riftvallei af en reden dan tot aan de gate van het park. Na 10 minuten burocratie konden we verder.

Eerst reden we door oerwoud met veel aapjes en bavianen - we mogen bavianen niet monkeys noemen. Dan gingen we de open vlakte op. Het park Is gekend voor zijn boomklimmende leeuwen maar ook voor zijn nijlpaarden bijvoorbeeld.


En vandaag was er zelfs een speciale gast aan de nijlpaalpoel, een grote kolonie pelikanen. Die waren een grote lichtshow aan het geven toen we toekwamen. Er waren ook nog andere vogels zoals reigers, ibissen  en zo. Teveel om op te noemen.

We kwamen ook wat andere dieren tegen zoals buffels, giraffen, zebras, waterbokken en zo.

Maar koning Nobel die vonden we niet. Niet in de bomen en niet op de grond. 

Snif. Zo heb ik nog altijd maar twee op vijf.

Iedereen is ondertussen echt moe en we gaan allen naar de Lodge.

 Morgen vertrek om half acht. 't Is nog erger dan werken.

Tot morgen, behoudens syndicale actie van de bloggilde.

Daag.


zaterdag 12 september 2015

Dag 3 - En van je een, en van je twee

Aouahoe 

7 uur. Tijd om op te staan.

Ik ga proberen om niet in herhaling te vallen. 

1. De grote mensen hebben hun badkamerscenario gedaan. Ik bekijk alles vanuit een veilig plaatsje.
2. Een beetje paniek want er moet nog gepakt worden en het Is tijd voor het ontbijt.
3. Het ontbijt gebeurt heel efficiënt want het Is een inloopbuffet. 

Oops. Mis poes. We hadden buiten Nelson gerekend.

Had ik al over Nelson verteld? Neen? Gisteren vergeten dus.

Nelson was gisteren onze ober op het terras. En mijn baasjes hadden zin in een biertje. Dus vroegen ze raad aan Nelson. Die gaf een prachtige sales speech. En dus bestelden we een biertje van 6,5 en een van 5,5. Neen geen liter maar alcohol. Dachten mijn baasjes een goede raad gevolgd te hebben.

Kwam Nelson met de bestelling. Bleek de 5,5 maar 4,5 en over de 6.5 zei hij dat de brouwerij niet goed wist hoe ze het bier moesten brouwen en de smaak continu veranderden. Daar stonden mijn baasjes dan. Hihi. Gelukkig voor hun vond Nelson een nieuw slachtoffer in een groepje verse Amerikanen die net waren toegekomen.

Nelson dus.

Was ook onze ober voor het ontbijt. 

En hij zorgde dat alles in het honderd liep.

Eerst nam hij geen bestelling op. Dan wel - toast - maar hij vergat het door te geven aan de keuken. Dan ging hij iedereen verwelkomen in plaats van mijn bestelling voor spek en worst op te nemen. Dan deed hij wel de bestelling maar na die van aL de andere tafels. Allez. Zelfs ik kreeg het op mijn dunne lende en mijn staart schoot zelfs uit zijn mise-en-place.

Grrr 

Ik wou weL maar hij was te mager om in zijn poep te bijten.

En zo had ik zelfs geen tijd om nog een lekker stevige boom uit te zoeken. 

Tot overmaat van ramp schoten de riemen van de duffel zak los en vloog ik met bagage en al op de grond.

Een slecht begin.

Het leek wel vrijdag de dertiende. En niet 11 september - allez 9/11. 

Ah nee dat Is ook geen dag met een goed karma.

Gelukkig was Mousse wel op post met een vers gewassen landrover. 

We konden aan onze trip beginnen.

Eerst een kilometertje Afrikaanse massage en dan waren we klaar voor vele kilometers asfalt.

Maar Mousse wou ons toch een stukje van de grootstad Arusha tonen. En langs zijn fami#ie passeren om zijn kleren op te pikken en water extra in te slagen.

Alleen wist hij niet dat een minister of president langs de zelfde weg ging passeren.  

En zo mochten we wachten langs de kant van de weg tot de vlucht jeeps en auto's voorbij was. Jipie. We zijn in Afrika.

Na een tien minuten konden we terug de weg op tussen busjes, truckjes, jeeps en grote vrachtwagens. Ik was er toen niet bij maar in Kenia was de weg van Mombassa veel slechter blijkbaar.

Om de paar ki#ometer was er wel een vlucht heuveltop het verkeer te laten vertragen en busstrook voor de vele busjes die mensen van nar her maar vooral naar Arusha te voeren.

Na een half uurtje moesten we alweer aan de kant voor een konvooi. Hier reden twee zwaantje zelfs voor, dus moest dit wel de president zijn. Wie anders krijgt er twee zwaantje? Koningen hebben ze hier niet meer.

Na nog een half uurtje stopten we aan een groot erf. Dat stond vol met toeristenjeeps. Binnen stond het vol met allerlei beeldjes. Was het hier dat alle missiezusters hunnen beeldjes uit de Congo kochten of zouden er in Congo ook zo'n winkeltjes zijn.

Al die beeldjes leken wel heel fragiel. Zeker niet geschikt om mee te nemen op een bushflight. En dus werd er enkel een T-shirt gekocht. Zucht. Alweer een. En de kast ligt al zo vol.

Na nog een twintig kilometer stond er eindelijk een groot bord richting Tarangyre Park. Oef. 

Na een tien kilometer massage passeren we eindelijk de gate en... Konden we aanschuiven om onze papieren in orde te krijgen. Het ging hier echt pole pole.

En er stonden al veel jeeps voor ons dus dat werd heel lang pole pole. Hopelijk bleven er nog geen beestjes boor ons over.

Na een twintig minuten konden we eindelijk, onder de bareel door, het park in.

Ik had mijn scorelijstje al klaar liggen voor de grote vijf.

Weten jullie nog wie de big five zijn? Neen? Foei de roadbook van Sandra niet gelezen.

Vandaag hoopten we op olifanten en buffels. De nummers een en vier op de lijst.

Sandra en Steven zaten al klaar met hun camera's en ik hoopte niet te hard door elkaar geschokt te worden.


Na enkele kilometers konden we al zebras en kleine antilopen zien. Dat begon dus wel goed. Na een paar kruisingen met andere wegen waren al de andere wagens en bussen verdwenen en waren we moederziel alleen op de wereld. Allez zo leek het toch zolang je niet naar de gidsenradio luisterde want daar werd wat afgekwetterd in het swahili.


Een beetje later kwamen we dan de nummer een tegen, de Afrikaanse olifant. Dadelijk een mama, een kindje en een beschermend zusje. En het kleintje moest mooi tussen de twee dikhuiden lopen of het kreeg een kleine tik of een grote duw. Het was wel heel lief zo een klein dikkertje 

En dan was het tijd om verder te rijden. We werden verwacht in de lodge voor het middageten en het was nog vele zandkilometers te rijden.

En dus toeren we verder langs de Tarangyre rivier. Een van de laatste plaatsen in de savanne waar er nog water Is op het einde van het droog seizoen. En daar komen alle beesten natuurlijk op af.

Een keer hebben we hard moeten remmen. Niet voor overstekend wild maar voor een busje schooljongens die in het zand van een zijrivier waren vastgereden.

Na nog een heel eind rijden zag ik in de verte een antenne en ik hoopte stilletjes dat daar het hotel was want ik was nu toch wel een beetje beu gebotst. Mijn baasjes daarentegen. Pfff. Die stonden heel de tijd in alle richtingen te turen. Die leken enkel honger naar beestjes te hebben.

En jipie. Ik had gelijk de lodge lag naast de antenne. Na wat formaliteiten konden we naar de lunch. Maar ik had daar niet veel zin in. Maar des te meer in het zwembad. Dan kon ik mijn vel eens mooi wassen na al dat stof.


Na een uurtje uitrusten aan het zwembad waren we klaar voor de volgende game drive.

Nu gingen we langs de rivier rijden op zoek naar dieren die gaan drinken waren.

En we hoefden niet lang te wachten want daar zagen we kleine groepjes olifanten en zebras en antilopen lopen. Veel meer nog dan vanmorgen. Na een tijdje stopten we zelfs niet meer voor een kleine groep, enkel grote. We waren een beetje bedorven. Hihi.

Na een uurtje kwamen we echt aan de rand van de rivier net waar er nog echt water in stond. Daar zagen we wel twintig giraffen die in alle richtingen aan het wandelen waren. En heel veel zebras en gnoes. Misschien wel tienduizend. Af en toe moesten we wel stoppen, want net als een trein denken ze dat ze geen voorrang moeten geven.

Maar nog wat verder kwamen we aan een hele grote groep buffels. Dus dat was de tweede op mijn lijstje.allez nummer vier in feite. Buffels hebben niet alleen horens maar ook hun voorhoofd Is volledig vergroeid met de horens. Zo hard als staal naar men zegt.

En het was nog niet gedaan met mooie zichten. Moussa bracht ons tot aan de rand van het park waar een groot moeras ligt. Zelfs als de rivier droog Is, is er hier nog groen gras en een beetje water.

Dan was het wel tijd om op tijd terug te zijn in de lodge. De weg hielp wel niet want er waren veel meer putten en voren in.

Sandra had wel een arendsoog of eerder een oog voor arenden. Want ze zag niet een maar twee blacksnake arenden. Nog voor de chauffeur. Vanaf nu mag je haar Arendsoog noemen vind ik. Hihi.

Maar de grootste verrassing hield de chauffeur voor ons verzwegen. Net toen we aan de antenne terug waren was het tijd voor zonsondergang. Een perfect einde van de safari. Asante sana Moussa. Dankjewel Moussa.

Gelukkig is er hier geen Nelson dus het avondeten zal wel vlot lopen. Ik kijk al uit naar het ontbijt.

Akuna matata.

Dag 2 allemaal beestjes

Hehe.

Vandaag mocht ik eens uitslapen, wel tot zeven uur. Wat een luxe.

Niet dat ik zo lang geslapen heb hoor. Rond zes uur - vijf uur in België - begonnen er allerlei geluiden rond de kamer te klinken. Gepiep, gehijg, gebruik, af en toe een doffe bonk. Ik voelde me toch niet helemaal op mijn gemak.

Zou ik opstaan en eens gaan blaffen aan de deur zoals echte schoothondjes of gewoon Sandra haar armen blijven liggen? Ik koos voor het tweede. De deur was toch op 's.oT, hoopte ik maar.

Enfin, dus om zeven uur ging de eerste wekker af. Maar ik mocht blijven soezen. Mijne mise-en-place nietwaar. Vanop het bed kon ik wel de grote mensen drama's volgen. Korte of lange broek? Topje of niet?

Niet mijn probleem. Ik trek mijn adamskostuum aan.

Oei, ik val hier zo te lezen in herhaling.

Na een uurtje mocht ik dan eindelijk uit bed, op weg voor het ontbijt. Hoe zou dit verlopen? Kreeg ik een banaan of een mango als ontbijt of lekkere brekkies en worstjes en spek en zo? 

Oef. We mochten zelf kiezen. Alhoewel. Steven leek wel een vroege zonneslag te hebben. Die begon dadelijk met een bord vers fruit. Oei oei oei. Ik ben dan maar beginnen bidden tot de arme Klara dat ze voor spek en eitjes zou zorgen. (Dienst nota: sloefie haalt hier het een en het ander door elkaar. In Dendermonde bracht je eieren naar de arme klaren als je geen regen wou op een belangrijke dag. Het resultaat zou niet lang op zich laten wachten)

En joepie, dan kwam een lieve mijnheer vragen of we een eitje wilden oppeuzelen. Ik kon de man bijna kussen. Het werden dan twee paardenogen met extra spek en een worstje voor mij. Njam njam.

Ik deed ijverig of ik een stukje fruit aan het opeten was, maar in werkelijkheid lukte ik er alleen maar aan. Ik wou plaats houden in mijn buikje voor de spek en worst. Njam njam.

Na enkele minuten was de mijnheer al terug. De eitjes waren wel een beetje raar. De eierdooiers waren bijna wit. Zou dat kunnen omdat de kippen hier altijd in de felle zon moeten lopen? Maar het worstje en de spekjes waren des te lekkerder. Njam njam.

Na het ontbijt moesten we ons toch een beetje spoeden. Om negen hadden we afspraak met de toerOrganisatie en een chauffeur. En we moesten nog tandjes poetsen en rugzakje Klaarmaken.

Maar geen paniek. Ik was snel klaar en kon zo iedereen heel hard helpen. Alleen zag ik nu al dat hun zakjes veel te zwaar gingen zijn. Hopelijk moeten ze niet veel wandelen.

Maar toen we buiten kwamen, wachten ons wel een natte douche. Het begon te regenen, eerst stilletjes dan harder. (Dienst modeling: dat was nu het resultaat van de grote vergissing van sloefie over de Heilige Klara en eieren. Hij had wel xijn worstjes maar wij hadden de regen.)

Oei oei oei. Hebben we daarvoor tien uur in een vliegmachien gezeten?

Maar iedereen stelde ons gerust. Het was nog geen regenseizoen en het zou snel stoppen.

Na een korte babbel met de dame van het buro en de chauffeur -  ik ben zijn naam al vergeten maar we mogen hem Mousse noemen - konden we op weg.


Om de dag op te warmen eerst een kilometer Afrikaanse massage. Zou noemt men hier niet geasfalteerde  wegen met putten en buiten en scherpe stenen. Slecht voor de auto, slecht voor de rug en slecht voor de banden.

Nadat we de lieve dame hadden afgezet aan de hoofdweg, konden we eindelijk op weg naar onze eerste bestemming, Arusha National  Park. 

En we reden in feite de weg terug naar het vliegveld, maar niet voor lang. Aan een grote rozenkwekerij sloegen we langs af richting de grote berg Mount Meru. Niet dat er van de berg veel te zien wat. Het regende nog altijd en het zicht naar boven was nog geen honderd meters. Meru is er meer dan 4000 meter hoog.

De chauffeur legde uit wat voor groenten er allemaal gekweekt werden langs de weg. Bananen, mango, rode bonen, maïs, zoete pataten en koffie. De groene en witte bonen waren weing in trek en enkel gekweekt voor export.

En dan kwam er een tweede massage. De laatste kilometers tot het park waren een goeie voorbereiding op de wegen in het park.


Aan de ingang van het park stond een grote olifant ons op te wachten. Ik was eerst wel bang maar dan zag ik dat er mensen gingen onder staan. Het was dus geen echte. Oef.

Het eerste stukje bracht ons naar de kleien serengeti. Zo genoemd omdat het een kleine grasvlakte met kleine bomen Is, een beetje zoals de Serengeti. Je moet het ook niet altijd te ver zoeken.

Op de Serengeti hebben ik mijn eerste wilde beesten gezien. Witte paardjes met zwarte strepen. En niet als de oversteekplaats en voor voetgangers werden ze zebras genoemd. Raar hé!
 

Na de Serengeti  reden we vervolgens naar een kleine ingestorte krater, een caldera zei one gids, niet zomaar een krater. Daar reden we tot een uitkijkpunt over de krater. En daar konden we een aantal buffels zijn grazen met jonkies erbij. Mooi.

Er stond ook een busje uit Kenia geparkeerd. Maar deze mensen waren niet content 't. Ze hadden nog niet veel dieren gezien, en zebras en giraffen vond je ook in Kenia. Zonde, zonde.

En daarna gingen we naar een aantal meertjes aan de andere kant van de vulkaan. Daar zouden veel flamingos zitten. Jipie, dan kon ik eens hard boe roepen zodat ze allemaal als een roze vlaag zouden opstijgen. Maar we hadden pech. De flamingos waren blijkbaar op reis, er was er geen enkele te zien.


Tijd om te lunchen dus. We hadden vanalles van het hotel meegekregen. Geen spek of worstjes spijtig genoeg. Dus heb ik dan maar samen met Steven een kippenbouten opgepeuzeld. Dat smaakt ook.

Als we rond de meertjes gereden waren, konden we verder op zoek naar beestjes. Sandra klopte af en toe naar een mug, maar ik keek vooral uit naar de beestjes. We kwamen giraffen tegen, waterpokken, buffels, wratten wijnen, bavianen en blauwe teenoftander aapjes. Sandra heeft ik nog wat speciale vogels gevonden zoals ibissen or een zeldzame arend. Jaja, arenden vind je bijna overal in de wereld blijkbaar,

De gids wou ons toch nog een speciaal soort zwartwit aapje tonen want dat was typisch voor hier blijkbaar. Maar geen chance voor ons. Zelfs langs een smalle jeeptrail kwamen we ze niet tegen.

En zo kwam er stilaan een einde aan ons bezoek aan Arusha NP. We konden nog een stukje van de ochtend opnieuw doen maar we waren in feite voldaan. En dus bracht de gids ons terug naar het hotel. 

Daar konden we nog wat uitrusten voor het avondeten onder de bomen. Met een lokaal biertje erbij en een praatgrage garcon.

Hoe zou het moet mijn broers zijn? Ik mis ze wel. 

Tot morgen.

Akuna matata.

Sloefie de safarihond