woensdag 7 december 2016

Dag 16: Isla Plaza Sur en Cerro Dragon

Dag allemaal.

Ik weet het, ik weet het. 

Jullie hebben al een twee weken niets meer gehoord van mijn broertje of mij.

Foei, foei, foei. 

We kunnen de schuld op ons baasjes steken. En dat het verlof gedaan is en zo. 

Maar neen. We zijn volwassen honden, we gaan ons niet wegsteken achter onze mensenbaasjes.

Foei, foei, foei.

Snif.

Ik zal het niet meer doen

...

Dit jaar toch.

Waar waren we gebleven?

O ja. Gisteren was ik verpleegster van dienst voor mijn baasje (zorgen dat hij zijn kippensoep en toast met jam opeet zodat hij niet flauw valt en op tijd en stond controleren of er nog genoeg toiletpapier en natte doekjes zijn). 

Sloefie en ik konden vannacht dan toch iets meer rusten en slapen.

Vanmorgen terug controle op het ontbijt van mijn baasje. Zijn witte kleur was al iets verminderd - niet makkelijk om met al die zon nog een niet verbrand stukje vel te vinden. Maar ik ben niet alleen waakhond maar ook speurhond. Het zag er dus iets beter uit.

Oef. 

Dan mochten Sloefie en ik vanochtend dan toch van boord en mee op excursie. 

Vanochtend ging de droge landing zijn. Op den stukje van een oude vulkaan. Niet zo moeilijk hoor ik al iemand opmerken in het publiek. Inderdaad. Gelijk heeft ie. Alles in Galapagos heeft te maken met vulkanen.

Bravo beste lezer. U heeft de dooddoener van de dag gewonnen. 

South Plaza.

South Plaza en zijn broertje North Plaza zijn dus twee stukjes van een oude vulkaanrand die nog boven water uitsteken. Op beide vind je de zelfde dieren vogels, planten en rotsen? Wat is het verschil. South is voor de toeristen, North is voor de wetenschappers.

Huh?

Wel op het zuidelijk eiland mogen er wel toeristen komen. Op het noordelijk mag er geen mens voet aan wal zetten tenzij af en toe een wetenschapper, om de paar maanden.

En zo betalen de toeristen voor het natuurbehoud op het eiland waar zezelf niet op mogen. Slim gezien van de cuadorianen zullen we maar denken of eerder van de Galapagos Stichting. Die in België trouwens opgericht is. Maar dat weten was sinds morgen. Oeps, ik heb mijn muil voorbij gepraat. 

Droge landing dus op Zuid Plaza. 

Niet dat het daardoor makkelijk was. Sloefie en ik zaten gelukkig in de rugzak nog. Voor de mensen was is het Eem moeilijke sprong om aan land te komen, vooral voor wie wat moeilijk te been was. Maar uiteindelijk was iedereen van team Mijnheer Didier aan land. 

We moesten eerst wat klauteren over grote stenen. Dan moesten we heel goed opletten dat we niet op een zeeleeuw stapten. Want dielagen her en der te zonnen. Niet alleen zeeleeuwen maar ook landleguanen, een keer we van de pure lava tot aan de stukken met cactussen en andere stukken begroeiing waren gewandeld.

Die cactussen deden Sloefie denken aan de grote Joshua bomen in de woestijn. Ik ging hem niet tegenspreken (hij is al in de Mojave geweest, ik niet). Maar de gids vertelde dat ze een beetje verwant waren met de prikkende peren uit de woestijn. Alleen kunnen ze hier tot 12 meter hoog worden. Voor de zeeleeuwen zijn ze. Iet zo belangrijk maar voor de leguanen des te meer. Die lusten zo een jonge per wel. Daarom ook dat de jonge cactussen toch heel lange naalden hebben om toch niet te lekker te zijn voor de leguanen. Oudere cactussen kunnen wel tegen het verlies van een van hun peren en ze kunnen ook de leguanen overleven.

Ergens in de jaren 80 moet het hier een jaar heel nat geweest zijn. De cactussen wisten niet wat er gebeurde en sloegen zoveel mogelijk van dat regenwater op. Maar ze werden zo dik en zwaar dat het merendeel bij de eerste grote stormwind omvielen en stierven.dat was een ramp voor de leguanen want naast eten zijn de cactussen hier een bron vooral van zoet water. De landleguanen gingen dus verdorsten in een oceaan van zout water. 

Gelukkig waren niet alle cactussen omgevallen en konden zowel de cactussen als de leguanen blijven leven. Men was eindelijk ook begonnen met het herplanten van cactussen. Een kleine 60. Met een gaasje errrond om ze te beschermen tegen al te bijtgrage leguanen. En een speciale plastic schaal er onder voor het opvangen van regen of ochtenddauw. Het blijft een droog eiland gedurende meer dan tien maanden. 

Maar eigenLIjk met de cactus ben ik een beetje afgedwaald. We wandelden verder langs de lage kant van Plaza. Ik dacht op een bepaalde plaats dat we een oude weg overstaken met mooie gladde stenen. Maar nee hoor. Niks weg. Het was een pad langs waar zeeleeuwen van de hoge rand van het eiland naar de zee trokken. En dat deden ze al eeuwenlang. En zo waren de stenen heel mooi gepoleist. In het regenseizoen was het bijna als een roetsjbaan zo glad.  

Niet dat we veel leeuwen zagen. Aan de landingsplaats was het wel druk maar hier geen leeuwen te zien. Veel verder waren er wel terug wat meer. Neen het was geen oudmannekesgesticht. Eerder een gebuisde mannekes gesticht. Wie zijn vrouwtjes was kwijtgeraakt of niet sterk genoeg was om zelf vrouwtjes aan de haak te slaan, kon daar wat op rust komen. 

Wij mochten niet te dicht komen. Er liepen nogal wat gefrustreerde leeuwen rond. Zo een beetje zoals in het Vlaamse parlement of de Antwerpse gemeenteraad. Hihi. Misschien is dat wel de oplossing voor de Belgische politiek. Een eiland voor de kust waar misnoegde politiekers hun oude dag kunnen slijten.

Na nog wat wandelen stonden we op de hoge rand van het eiland. Dit was het paradijs voor vogels. Hier en daar was de zee iets dieper het land ingetrokken. En elke inham was een diepe snee in de rotsen met nesten voor verschillende soorten vogels. 

In de lucht was het een drukte van jewelste van blauwvoeten en roodvoeten en zwartvoeten en pijlstaarten en gesplitste staarten en zo voort. Gevaarlijk voor mensen dat wel. Want die lopen met hun gezicht in de lucht en die letten niet op stenen op de grond en die doen dan wel eens een tuimel.

Hihi.

Puf puf puf. 

Het was wel warm, zo gedragen op de gele rugzak.

Puf puf puf. 

Na een twee uur wandelen/slenteren gingen we terug aan boord. Onze laatste drogelanding tussen de dieren.

Tijd voor de lunch.

Na de lunch was er nog een uitje voorzien naar Cerro Dragon.

Maar ... de baasjes zaten er een beetje door.

En dus werd er wat gerust en gedronken en gerust en nog wat gedronken tot iedereen terug aan boord was. 

Morgen gaan we naar de hoofdstad om de groene jongens uit te hangen.

Daaag

Geen opmerkingen: