maandag 30 augustus 2021

D4 - naar de Crotto

 Dag allemaal.

Mijn broer heeft jullie de belevenissen van de eerste dag op Italiaanse bodem verteld. Ik neem nu de pluim op om de tweede dag te beschrijven.

Allereerst een lichte schok voor mij toch. Het was maandag, half zeven, en er geen radio aan en geen alarm af. Dat is ook de eerste keer dit jaar. Mijn interne klok was dadelijk van streek,

Gelukkig stond het raam open en kon ik wat naar buiten gluren. Zwaluwen waren aan het kwetteren maar voor de rest vooral stilte. Geen scheepstoeter of vroeg landbouwtractor te horen.

Ja, we zijn niet meer in Kansas UM. Dat is duidelijk. 

Ontbijt was om half negen en baasje en ik had voldoende tijd om ons driedubbel proper te maken. 

En om de krant te lezen en een sudoku in te vullen. De zalige luxe van een verlofmaandag. 

Team Sloefie was met enige minuten vertraging ook op appel. Er waren wat beestjes met vleugels en angels problemen geweest.

Na een lekker klein ontbijt met ei, koffie, broodjes, salame en choco, waren we klaar voor de eerste echte uitstap.

De tuut van dienst was beemer want we gingen de bergen in en dan is de slee van Sandra toch wat lang en breed. 

Ook vandaag ging het een korte, makkelijke wandeling zijn - maar dat kennen we al, voor je het beseft heb je tien kilometer onder de poten. Enfin, we gingen naar Crotto Dangri, een berghut hoog boven het stadje waar we verblijven. En de grootste hoogteverschillen deden we met de tuut.

Na de eerste halve kilometer, draaiden we terug een smalle straat en voor we het goed doorhadden, draaiden we door de eerste haarspeldbochten. Team Sloefie kreeg het een beetje wit rond de neus. 

Ook al reden we over een Strada Provinziale, auto’s konden elkaar vaak niet kruisen en een vangrail was er ook niet altijd.

Enfin, met hulp van de madammen kwamen we dan toch aan een kleine parking met nog wat buitenlanders. Vanaf hier beslisten we te voet te gaan - bleek de echte parking voor de wandeling tweehonderd meter verder en vooral dertig meter hoger te liggen. 

Maar voor we konden wandelen, moesten de baasjes zich wel wandelklaar te maken. 

En dat was koddig om te zien. 

De wandelstokken waren al een jaar niet in gebruik en ze terug werkend te krijgen, was niet simpel. Doortje en team pluchen lag op de grond van het lachen. Hihi.

Na een eerste lange klim tot aan de echte parking, verliep het pad redelijk vlak eerst en dan begon het zoetjesaan te dalen. We liepen in de zon of onder de bomen, en langs rechts hadden we altijd een diepe ravijn. Soms waren er balustrades, meestal niet. 



Dat je beter niet met materiaal lacht (of het klungelen van anderen) ondervond Doortje wel. Haar wandelstok begon te lossen en je kon er niet echt op leunen. Gelukkig had Sandra ook nog een setje mee en zo kon Door voort.

Nu we zeker waren dat we op de juiste weg waren, mocht ik met mijn baasje vooruitlopen. Ah ja, Apple is nogal streng bij het wandelen. Als je traag loopt voor je lengte, dan tellen je stappen niet als een sportuitstap. 

ondertussen konden we wel genieten van de mooie uitzichten en de stilte. En achteraf viel onze frank, we hoorden totaal geen vogels. Dat we op een provinciale weg liepen, hoorden we wel. Verschillende auto’s snorden ons voorbij. Een Duitser zelfs door op het randje van de steunmuur te rijden, naast de afgrond.

Na een paar verlaten, vervallen stenen schuren, kwamen we toe aan onze bestemming, Crotto Dangri. 

Er was een klein watervalletje, een oude stenen brug over de waterval, een verroeste nieuwe brug over een andere waterval - een droge - en een oud peperkoeken huisje waar je iets kon eten of drinken. 

Wie gezond en sterk was, kon nog verder wandelen naar Santuario di Sant’ Anna of Fontein van Baggio. Maar wij bleven lekker wachten op team Sloefie. 

Na een kwartiertje waren ze ook ter plaatse, samen met de brouwer die bier, frisdrank en water kwam leveren. Jipie. We gingen al niet verdorsten.

Na panini (een echt klein broodje, geen warm ding zoals in Vlaanderen ) en taart waren we klaar om terug te keren naar de tuut. Oh ja, iedereen ging ook even naar toilet maar daar zwijgen we voor de rest zedig over. 



Op de terugweg zagen we de dingen weer eens vanuit een andere hoek en we werden ook voorbijgezoefd door alle fietsers die ook een natje en droogje hadden besteld bij de Crotto. 

Het was wel dorstig onderweg, moet ik zeggen. Daar gingen we een mouw moeten aan passen.

Nadat iedereen veilig tot aan de auto was geraakt, konden we denken aan de rest van de dag. We waren niet van plan veel te doen.

Net voor we beemer gingen stil leggen, stelde Sandra voor om effe tot aan de Leader Price, een kleine supermarkt, te rijden. Zo konden we de auto vol laden met grote flessen water. Neen geen snoepjes. 

En dan was het siësta tijd. Iedereen zijn eigen zetel in de boomgaard en maar surfen of verhaaltjes schrijven of boeken lezen. Tot het plots begon te regenen terwijl de zon bleef schijnen.

Niet getreurd, we gingen schuilen onder het zeil van het restaurant. En zo kon ik al twee verhaaltjes schrijven.

Straks gaan we lekker eten - hoop ik - en vroeg slapen want het is hier wel vroeg donker en morgen? Morgen hebben we een lange rit om oma-grootmoeder op te pikken op de aeroporte di Milano. De luchthaven dus. 

Slaapwel allemaal

Groote Broer

D3 : Afstand lezen kunnen we nog niet goed

Waf woef,  dag mensenvriendjes, 


Deze ochtend werd ik wakker van het zonnetje op mijn snoet.

Het is eens iets anders dan steeds die stoute lawaaimaker.

Ik maakte stilletjes Mimi wakker en we kropen samen naar  buiten om te genieten van het uitzicht.

De baasjes hebben een heel mooie slaapplaats gevonden.

De pelouchen zijn blij.


Na onze tijd-aan-tijd, speelde de aaaipad zijn favoriet nummertje.

De kamer werd langzaam wakker.

Sandra kroop uit het bed en was duidelijk goed stijf.

Maar vandaag bleef tuutje staan en dus zou de rug wel verbeteren.


Iedereen waste zich : de ene in de douche, de andere in het zonnetje.

Wat hebben wij hondjes en beertjes toch een luxe..

Nadien was het tijd voor het eerste ochtendbrokjes.

Groote broer zal gelukkig al te wachten op ons want we hadden honger…

Het was geen buffet maar we kregen wel veel lekkers..

Mmmmm


Toen begon het top overleg.

Wat doen we vandaag : wandelen ?

Ja een kleine wandeling is een goed idee.

Max 5km zodat we niet te veel ineeens doen.

Lijkt een strak plan.

Laten we de wandeling tot aan het dorpje doen, daar iets klein drinken en dan terug.

OKÉ..

Hondjes mogen mee wandelen

JIPIE


Om 10u spraken we terug af en gingen we vertrekken.

Maar de meisjes waren nog niet klaar -  ’t is verlof zullen we maar zeggen – dus moesten de jongens nog even wachten..

Uiteindelijk vertrokken.


Nu…..

Ik weet niet of we het gewoon te leuk vonden  of we gewoon genoten… 

Maar ik weet wel dat de 5 km in het totaal zeker niet lukken. 

Onze eerste rustplaats was pas op 4.8 km ….

We aten wat bruschettas en dronken aqua friezentande (Nvdr. Sloefie heeft het hier over acqua frizzante, bruiswater dus; niks bevroren tanden. Dat komt later nog.)


Wij pelouchen waren wel niet echt content. We moesten allemaal aan een klein tafeltje zitten in het midden van het restaurant. We hadden graag op een tafeltje aan het water gezeten maar dat was enkel voor mensen die goed Italiaans konden spreken. Wij niet habla italiano.


Wij mochten toch efkes tot aan de reling. 


Niemand klaagde van de lange afstand en Sandra bleek bijna geen pijn meer te hebben.

Halleluja 

De kluifjesdokter had gelijk


Na enkel de nodige boompjes te testen begonnen we op de terugweg.

Het was nog warmer dan in het eerste deel.


Gravedona - ons plekje voor deze week

 Toen we bijna terug bij  de agri-toerismus kwamen had Groote broer een schitterend idee.

We gingen in het dorpje de kleine steegjes af opzoek naar een lekkende verfrissing.


Mmmmmmmm

Die was lekker.


Na bijna 10 km kwamen we uitgeteld aan ons slaapplaats..

Ze kunnen echt niet goed kaart lezen he … 

10 km lijkt me toch meer te zijn dan het plan.


Na de inspanning was het dan tijd voor de ontspanning.

Wandelschoenen gingen uit en de zwemuitrusting ging aan.

Na een koud plonsje in het zwembad  zochten we de perfecte zetels uit.

Steven mediteerde,  Doortje las haar boek en Sandra die was mij aan het bedriegen.


Ja je leest het goed.


Sandra was aan het spelen met Lilly, een middelgrote hond uit het restaurant.


Gisteren was ze al komen snuffelen en haar balletje tonen.

Vandaag was het blijkbaar een steentje dat ze liefst zocht..


VIND IK NIET LEUK.


Als het steentje net buiten het bereik van Sandra bleek te liggen duwde ze het wat verder met haar pootjes.


Dat trukje ga ik ook snel moeten leren.


Na een tijdje vertrok Lilly .


OEF ik krijg terug alle aandacht.


Maar nadien was ze daar plots terug.


Wat gaat dat worden als grote echte broer ooit komt ?!? (Nvdr. Sloefie je mag altijd komen logeren bij Loebas. Als het nodig is sturen we een C-130 om je te komen evacueren, zoals in Kabul)


Na een opfrisronde was het tijd voor de pasta brokjes.

Net zoals gisteren was het weer lekker.

Deze keer namen we ook nog een klein nagerechten.

Mmmmm


Ik ben toch ook nog een beetje blij.

Ik mag mee in bed ..

En dat mag Lilly toch lekker niet..

LALALA 


Hoe sneller ik mijn verslagje af heb, hoe sneller ik de knuffeltjes krijg.


OEI


Doortje is wel nog aan het lezen, maar Sandra ligt al in dromenland. Zou ze van mijn dromen of toch van Lilly.


Ik zal het haar morgen vragen.


Maar nu eerst zelf wat dromen.



Tot morgen..


Sloefie 



zondag 29 augustus 2021

D2 - Wat een hond leiden kan (the sequel) …

 Dag allemaal,

We waren dus ergens in een hotelletje langs de A5 de nacht ingegaan. Ik heb geslapen als een koning en gegeten als een vorst. Het was een HI Express, en het ontbijt kost er niets en er was keuze.

Een dag vol hindernissen stond ons te wachten maar we wisten het nog niet.

Het begon al bij het einde van de parking. Er was plots een bareel opgedoken, En die ging niet vanzelf open. Grrr. Dus terug naar de balie om een muntje te vragen. Ja, we hadden gratis geslapen en dus moesten we niet betalen.

Dan, file op de autostrade want er waren nog altijd werken. En het was zo druk dat beemer er niet tussen kon, tot een vriendelijke panda wel een gaatje liet. Gracie mille.

Sloefie was al ver voor en liet ons weten dat hij een tankstation van den Total gezien had aan een afrit. En dus wij daar naar toe. Want hier kon beemer gratis drinken. In Zwitserland of Italië niet. 

En dus na twintig kilometer terug van de snelweg. 

Om in de file te staan aan een pompstation met twee pompen. Niet te doen. Een tiental Fransen (de grens/brug was op twee minuten rijden) blokkeerde alles. 

En dus reden we dan maar terug de autostrade op. Het verkeer was alweer een beetje drukker.

Nog eens twintig minuten verder konden we tanken bij Aral. Als alles lukte en de info van den Total juist was. Met ook al een ongelooflijke file. En veel domme dikke auto’s. Het tankstation dateerde schijnbaar van de tijd van den Dolf en in theorie kon je met twee auto’s naast en achter elkaar tanken. Maar dat lukt alleen maar met een Topolino of een originele Kever. En niet met een brede Duitser en een onhandige chauffeur. Enfin, ik vond op zijn Belgisch een gaatje waar niemand stond en we konden tanken. Dan stuurde ik baasje om te betalen naar de kassa. 

Oei een Total kaart.

Ja.

Ja het is hier wel Aral he.

Ja. Maar het is een eurotrafic kaart en dus kan ik hier tanken. Staat op jullie website.

Dat is de eerste keer.

Na op alle mogelijke manieren de kaart boven, naast en in het apparaat te houden, kwam er toch beweging in. Baasje ging niet afwassen maar kon voort. 

Hop naar Basel.

Maar de madammen dachten er anders over. We worden rondgeleid, over een lege autostrade (duim omhoog) die eindigde in wegenwerken (duim tweemaal omlaag). 

Enfin, we kwamen aan de Zwitserse grens. Ik eet graag Zwitserse kaas. Maar er was geen kat te bespeuren of Toblerone te krijg. Pfff.

Ondertussen had de Duitse wegenwacht op de radio gezegd dat het in Zwitserland monster stau was aan de Gotthard. En dat we via San Bernardino moesten rijden. Ook gekend als plan-B bij de reisbegeleiders van dienst. 

Met uitzondering van de beide GPS dames.

Baasje ging dus naar Zürich maar de madammen waren kwaad. 

Probeer om te keren.

Probeer om te keren.

Halte die Schnauze … dacht ik stilletjes.

Probeer om te keren.

Allez na een kwartier was het ok. We konden langs Zurich.

Maar niet voor lang. Madammen Wees vond dat we zo snel mogelijk de snelweg af moesten richting Duitsland. Maar we komen van daar!

Madame B vond dat we naar Zürich moesten maar meer zei ze ook niet. Wacht maar.

Sloefie liet weten dat zijn baasjes effe gestopt waren voor de rug en de benen. En met meer dan een half uur vertraging, gingen we dat ook doen. Het was ondertussen middag en er was een BK (Burger King voor wie niet mee is) met Cheesy Chilli dus daar konden we niet zomaar voorbij. (Niet zo slim bleek later want de burgers in CH kunnen nogal vet zijn zoals baasje nochtans wist).

Na een half uur pauze draaien we de A1 op en pfff Stau. In alle richtingen. 

Madam Wees wou niet meer mee spelen. We gingen nog minstens negen uur rijden volgens haar. 

Madam B gaf aan, blijf op de A1. A3 is gevaarlijk. 

Baasje luisterde.

Om eerlijk te zijn ik wist het ook niet meer. Ik zocht naar A13 maar daar waren we nog uren van verwijderd. 

En maar file en maar stau en maar duizend wiele alle op een rij …

Boven ons hoofd doken bordjes op met eindbestemming Duitsland en Oostenrijk. Ik vond dat geen goed idee. Ik stelde aan baasje voor om eens een afslag te nemen die naar het zuiden of zo ging. Nog beter als er een I (voor Italia) bij stond.

Een kwartier later (en vijf kilometer) lukte dat ook. De autostrade redelijk leeg. In de goeie richting. 

Team Sloefie kwam ook in de lucht en die vertelden dat we binnenkort terug op de juiste autostrade konden komen - als we een meer overstaken. Slik.

En dan stopte de autostrade. Slik.

Maar dankzij team Sloefie wisten we welke plakjes te volgen. 

En na wat zoeken zaten we terug op een kleine autostrade (met maar een vak) en dan een wat grotere en dan zaten we plots terug op de A3. Baasje was content. Ik ook. Ik had toch wat kunnen helpen en Sloefie ook. 

Op de bordjes stond nu ook San Bernardino. En maar honderd kilometer. Dat gaf hoop. Mevrouw B toonde op haar kaartje ook al de A13. Jipie.

Team Sloefie zat ondertussen in de afspanning van Heidi en liet weten dat het vlot ging. We waren maar een uur verloren op hen.

Ik kon eindelijk wat rusten. 

We stopten ook eens bij Heidi voor de benen en de bomen.

En dan was het richting Italië. De San Bernardino zei mevrouw B. Of misschien toch niet. Of misschien toch wel na een herberekening op basis van actuele verkeersinformatie. 

De radio vertelde een ander verhaal. Stau vanaf Chur Sud tot Reichenau. Oei. 

En dan van Chur Nord tot Reichenau. Oei oei oei.

In Reichenau moesten we links. Stond van ver op voorhand aangeduid. En baasje was al te ver van België verwijderd om op zijn Belgisch te rijden. Hij tufte in de file op het linker vak. Het zal de vermoeidheid geweest zijn.

Enfin aan alle miserie komt een einde. Dachten we. Na enkele tunnels met enkel vak kwamen we op een snelweg en met niet zoveel verkeer. Es geht voran. 

Maar Madame B had nog niet al haar troeven gespeeld. Kort voor Splugen moesten we terug rechtdoor. Naar de San Bernardino. 

Ik zwaaide eens naar baasje, dat dat geen goed idee was. Want team Sloefie was er wel afgereden daar. Na een tien kilometer bedacht mevrouw B zich en was het kere weer om. 

Grrr. Gdvmjdnddju. 

We slalommen langs een klein boerderijtje en dan is de weg weg. 

Enkel nog grote keien en scherpe stenen. Beemer sloeg een gilletje. Sommige broertjes hebben 4x4 maar hij niet. Voorzichtig reden we voort. Sloefie had gezegd dat het maar tweehonderd meter slecht was.

En dan begon het draaien en keren. Gelukkig was er weinig tegenverkeer want de straat was smal en de bochten ook. Beemer is een korte auto en vlug van geest. Lange auto’s hadden heel wat meer last om de bochten door te komen. 

Af en toe deed ik toch mijn oogjes dicht hoor. Vooral in de bochten. En zeker in die waar je niets kon zien van tegenverkeer.

Na een valse eindmeet - een refuge aan de Zwitserse kant van de pas - kwamen we dan toch in Italië toe. 

En Madame B toonde ons een kaart met heel, heel, veel bochten en lusjes en nog meer bochten en lusjes.

Ik heb ze niet geteld. 

In het begin reden we achter een bange Duitser en een trage panda aan met achter ons een dure Zwitserse Qiets. Niet prettig voor baasje blijkbaar.

Enfin na een tijdje was er dan toch een voldoende breed rechte baan om in te halen. 

En dan was het terug draaien en keren. 

De ergste waren die waar er een oude betonnen dak was bovengeplaatst. Daar zag je niets. En dan had je nog die toeristen die op een smal stuk toch blijven rijden terwijl de tegenligger (wij dus) al aan het rijden was. 

Na veel gebibber kwamen we eindelijk in een begin van een vallei. En in de verte zagen we iets dat leek op glinsterend water.

We waren in de buurt. 

Ook madam Wees vond terug de weg.

En zo kon ik dan toch team Sloefie terugvinden.

Wat een dag.

Wat een hond lijden kan en een begeleidhond leiden kan. 

Hopelijk rijd baasje wat minder met GPS.

Tot lees

Groote broer

D1 - Wat een hond leiden kan …

 Dag allemaal,

Sloefie heeft me de laatste dagen wat zitten jennen - dat is wat broers doen he - omdat ik nog geen stukje geschreven heb. Ik heb, met een modern woord, writer’s block. Maar broer wil daar niet van weten. 

Om eerlijk te zijn, ik vind me de laatste tijd wat overbodig. Sinds dat vuil vies beest uit china iedereen is beginnen ziek of bang maken, heb ik eigenlijk niets meer om handen.

Normaliter zat ik elke dag vooraan in de auto om de tuut door het gevaarlijke Brusselse verkeer te loodsen. Maar sinds de covid-gekte alle mensen betoverd heeft, gaat de tuut met moeite nog eens buiten voor een ritje, laat staan dat er een geleidehond nodig is om de weg te vinden en gevaarlijke chauffeurs af te blaffen. 

Zelfs bij de dagelijkse wandelingen van mijn baasje, moet ik niet meer mee. Ik heb hem alle veilige padjes getoond - het zijn er maar een stuk of drie - en hij gaat elke dag wel eens wandelen en komt ook veilig terug thuis. 

Ik haat Covid!!!!!!

Dag 1 dus. Of eerder dag 0. De grote inpak dag. 

Veel was er niet te beleven. Beemer is een auto met een kleine koffer dus er kan niet zoveel mee. Enkel de reiskoffer van oma-grootmoeder was wel een gewicht. Maar met een camerarugzak, een computerrugzak en een klerenrugzak, hadden we toch de koffer gevuld gekregen. Drankjes lieten we langs de zijkant staan. Niet slim denk ik zo. 

Dag 1 dus. Of eerder dag 1/2. De nog wat werken ochtend.

Tja, in tegenstelling tot tuut Sloefie, was mijn tuut maar besteld voor de namiddag. Baasje ging eerst nog wat bitjes en bytejes bij elkaar gooien in poeierpunt. 

En dan was het moment daar om de vakantie van Groote Loebas te beginnen. Hij wist het nog niet, maar hij ging waken / slapen op het appartement van oma-grootmoeder. Hij was heel blij.

En dan was het tijd voor ons. De echte dag 1 kon beginnen.

Om te beginnen met een valse start. Sinds een tijdje hangt er een cameraatje in de beemer en vandaag vond die dat zijn schijf vol was. Baasje was in alle staten en begon pc’s op te starten. Dom idee baasje, daarmee ga je meer in de file staan. Wet van Murphy. 

En of ik gelijk had. Met een half uur vertraging gingen we dan toch op stap. Zonder werkende camera  

Na de file van Zaventem (werken aan de ring) en de file van Tervuren (werken aan de ring in Waterloo, twintig kilometer verder), zat er mijn werk op dacht ik. En al zeker omdat baasje niet een maar twee vrouwen had om hem de les de weg te spellen. Wie heeft dan nog een geleidehond nodig?

Maar de wraak van de weggodinnen zou zoet zijn… 

Het Waalse gewest was aan het werk - nu ja op een vrijdagnamiddag stonden er wel bordjes werken maar geen kat te bespeuren - en gps mevrouw één gooide ons van de autostrade. 

We vlogen de N97 op en dan een baan zonder naam. Het was wel heel mooi, de Condroz, maar het schoot wel niet op. Als toetje kregen we dan ook ongekende asfalteerwerken en een omleiding via Parijs en Rome leek het wel. Hihi. De GPS madammen waren het noorden kwijt. 

Beemer had honger en ik zorgde dat we snel een tankje konden vullen bij Total Habay, de laatste op de autostrade voor Luxemburg. 

En zoef we zoefden verder over ‘s heren wegen richting het (bankiers)paradijs. 

De GPS madammen hadden zich herpakt en madam wees vond dat we een detour via Saarbrücken en Duitsland moesten doen (daar had ik niets op tegen) en dat we vooral zo snel mogelijk van de autosnelweg moesten (dat vond ik een dom idee).

Baasjes luisteren slecht en ja hoor, hij reed er dadelijk af en eindigde in … file wegens werken. Ha. 

Een keer op de juiste autostrade ging het wel vlot maar ja, we zaten al een uur achter op schema. Straks ging ik broer en de andere pluchen niet meer zien. En we moesten nog eten. Hmmm.

Enfin, één keer Schengen (het dorp he, niet de paspoortunie) voorbij, kwamen we op de A8, een autostrade die tot in Salzburg loopt. En nu ging het vooruit. 

Ik was al een tijdje boompjes aan het bekijken want ik zou toch wel efkes een kunnen gebruiken. En na een tijdje vond ik dan toch een proper, hypermodern ding langs de weg. Tijd voor boompjes, worstjes, broodjes met currykip en een lekkere frisdrank. Bytheway we waren voorbij de helft van de rit. 

De A8 in Saarland is totaal niet te vergelijken met die rond München. Hier zijn snelheidsbeperkingen tot 120 maar er is zo weinig volk dat je het eigenlijk niet erg vind. 

We reden ook dwars door Saarbrücken langs het water, tegen 80 of 60 want bij de Duitsers moet je wel goed op de snelheid letten. Het was wel een mooie route moet ik zeggen. Nu hadden de GPS dames eens goed gekozen. Meer nog ze waren het ondertussen eens over hoe we verder moesten rijden. Wat een verademing. 

Na Saarbrücken moesten we plots door de Borinage rijden. Oude fabrieken, roestkoten. Brrr. En plots begon iedereen Frans te spreken. Brrr. En dan kwamen we aan een bareel over de weg. En die ging pas open als een nieuw doosje in de auto piep had gezegd. Ha, peage. Dat had baasje niet gezegd. 

Het voordeel van peage is dat de Johny’s en Marina’s daar niet rijden want geen centen. Het was rustig cruisen tot we aan de poorten van Strassbourg waren. 

HEEEEEEELLLLLLLL. p

Wat was dat allemaal. ZO erg als de periferique in Parijs. Auto’s overal. Wrakken. Hell’s Angels. Doodrijders. Tegen 15 per uur. 

En hier gingen de baasjes eerst blijven slapen. Ik zou geen oog dicht gedaan hebben.

Één keer de periferique af, werd het niet beter. Lichten om de honderd meter. Gehaaste studenten. En overal snelheidscontrole. 

Zucht. Na een kwartiertje waren we eindelijk de Rijn over en in Kehl toegekomen. Geen Duitser te zien maar Fransen op zoek naar een tankstation. 

Oef. Eindelijk. De A5. De veilige route naar het zuiden - en soms ook de stilstaande route van of naar het zuiden. Vandaag was er weinig verkeer op. Er waren zelfs geen bordjes over verplichte snelheid. En Beemer mocht voor het eerst zich uitleven. Beter dan de Opel Insignia. Meer zeggen we niet.

Lang duurde het ook niet. Want er waren werken en daar waren de Staus weer. Midden in de Stau mochten we dan de weg af voor de laatste kilometer naar het hotel. 

De GPS dames waren het niet eens en baasje reed dus niet een maar twee keer de verkeerde parking op. Dat belooft voor de volgende dag.

Ik lag al bijna in slaap en kon dit verhaaltje dus niet schrijven op tijd - writer’s block weet je wel.

Groote Broer. 

D1 & D2 : De eerste dagen waren pijnlijk

Goede morgen reisgenoten van mij,


Ik ben oh zo blij.

We zijn ribbedebie : 

Weg van de kou, weg van de regen…

Jaja… we zijn naar de gegarandeerde zon …. La Bella Italia.. 

Maar voor ik vertel waar we geëindigd zijn, laat me beginnen bij het begin.


Vorige maandag hadden we het in het snot…

De kleerkasten waren zo goed als klaar.

Maar de kleerkasten bleven de volgende ochtend gewoon staan.

De werkmachines werden opgestart en het gekwetter werd gestart.

Ale… we gingen toch weg ?!?


Woensdag gingen we nog eens tot bij Loebas vertelde Sandra…

Maar niet alleen naar daar… We moesten ook bij de beentjesdokter.

Ik dacht oh we krijgen lekkere kluifjes voor onderweg, maar neen …

Sandra had al weken problemen en nu mocht ze naar de specialist.

Die mevrouw begon aan een uitleg met vele en onbegrijpbaar woordjes.

Blijkbaar zat baasje haar rug en bekken op slot.

Ik ben beginnen zoeken naar een sleutel maar ik vond hem niet.

Mevrouw begon te wringen en te drukken …

Krak krak krak

Wring hier, wring daar

Krak krak


De kluifjesdokter vertelde vervolgens wat ze zeker niet mocht doen.

“Geen benen over elkaar”

“Geen enkels over elkaar”

“Geen zware dingen heffen”

Pffff het duurde uren leek me.

“Als je gaat zitten, moet je poep hoger zitten dan de knieën”

“Wandelen, zwemmen, rusten”

“Geen uren zitten”


Ik ben heel benieuwd hoe baasje dat gaat doen.

De auto is een laag zitter : haar knieën komen dus zeker boven haar poep.

Gaan we een kussens in de zetel moeten leggen om haar poep hoger te krijgen?

Wil ik wel eerst zien want ik denk dat ze met haar hoofd in het dak zal zitten dan.

Dus ?!?


We gaan uren rijden, hoe gaat ze dan doen ? 

Staand rijden dat kan toch niet.

Ah, ze gaan elk uur stoppen zeggen ze.

Wil ik wel eerst zien want als je kan niet overal zo maar stoppen denk ik.

PFFFF dat wordt weer een verhaal.


Gelukkig hadden we nog lieve dokter Christel.

Zij had de oplossing voor onderweg, maar enkel dan : pilletjes.

Dank u liever dokter..we gaan dan toch kunnen rijden.

JIPIE we gaan dan toch op verlof



Vrijdag ochtend was het dan eindelijk zo ver.

De kleerkasten mochten in de auto.

De baasjes spraken nog een laatste keer met Steven en dan vertrok het avontuur.

Hein… ?!?

Na amper 10  minuten werd de tuut al stil gelegd.

Oei gaan we elke 10 min stoppen misschien ?!

Maar neen Sloefie toch… het was brokjes tijd.

Een verlof kan toch enkel goed beginnen met lekker hondbijt 


En dan reden we verder.

Ik moet even in slaap zijn gedommeld want plots was het…

“Stout” 

Lap ik dacht dat ik weer ging onder mijn pootjes krijgen.

Maar blijkbaar stonden we op een Duitse radio en was er file.

Het was F1 weekend en de waze madam had ons langs Francorchamps gestuurd.

NIET SLIM van haar.


Na enkele umleidingen, wat pauzes  en wat extra stout zijn kwamen we dan aan.

Sandra kroop bijna letterlijk uit de tuut.

We hadden haar op tijd en stond een pilletje gegeven, maar blijkbaar was de lange rit toch niet zo goed.

Gelukkig was het dan eindelijk gedaan voor de dag.

Hier bleven we blijkbaar voor de nacht slapen.

Een uurtje later kwam ook groote broer toe.

We hebben nog even gekwispeld en dan was het dodo tijd.

We gaven Sandra wat extra pilletjes voor het slapen gaan.


Zaterdag ochtend was de lawaaimaker ook weer van dienst.

Snel een likje hier en daar en de mensen een warme douche.

We besloten nog meer pauzes in te lassen.

Maar dat is grandioos mislukt.

Waarom sloefie hoor ik je vragen?

Wel simpel :  File, file en nog eens file.

Er waren ook nog de 25 tunnels en 10 gallerijen waar we door gingen.

Maar dan…

We reden bijna 2u in krinkewinkel baantjes waar de afgrond af en toe wel heel dichtbij was.


Uiteindelijk  kwamen we in de bewoonde wereld terug.

Onze Wazemadam werd ook terug wakker en gaf terug instructies.

Nog een uurtje later draaiden we een laatste keer een baantje in.

De tuur had zijn werk gedaan en mocht gaan slapen.

We waren aan de eindbestemming.




Snel werden de kleerkasten uitgeladen en zochten we onze kamer op .

Terwijl de 3 baasjes hun avonturen bespraken, bekwamen wij pelouchen van de rit.

We hadden zoveel gedraaid en gekeerd  dat we het noord kwijt waren.



Na een lekker maar te groot avondmaal, gingen we allemaal slapen.



Doortje gaf Sandra nog een paardenmiddel zodat ze  toch een beetje  minder pijn zou hebben..

Ik wou nog even op blijven.

Doortje ging nog even lezen, terwijl baasje haar in alle bochten begon te krullen..

Terwijl ik het verhaaltje schreef is Sandra dan toch in slaap gevallen.


Dus eindelijk mocht ik ook slapen.




Tot morgen 



Sloefie 

maandag 23 augustus 2021

Dromen over verlof….

 Hallo lieve lezertjes,

Het is een hele tijd stil geweest vanuit mijn hoekje.
 
Ik weet het. Ik had beloofd om regelmatig een verslagje uit te brengen.
 
Maar met dat vies beestje dat bleef rondhangen, was er niet veel te beleven.
 
Leuke uitstapjes werden steeds weer verzet…
 
Het super leuk verlof dat we al maanden van droomden, is nog steeds een droom. De orka’s, beren en egels (nvdr : eagles)  moeten nog een tijdje wachten op ons bezoek.
 
Misschien gaat het volgend jaar wel eens lukken.

Ik ben niet in de pen gekropen om te klagen en nog minder om te zagen.
Zoals de meeste onder jullie zijn de baasjes nu al een tijdje gevaccineerd.

Dus ik dacht …. De baasjes zullen nu wel eens wat verlof nemen…

Maar … waar is de zon ?!?


Ik weet dat de baasjes zon zoeken en dus enkel verlof willen nemen als er zon is. Alleen denk ik dat die vieze beestjes de zomer hebben weg gejaagd. Of zou de zomer zelf op verlof zijn vertrokken naar een plaats waar er geen maskers zijn? De zon kan toch niet eeuwig op verlof blijven hé? Het is nu al van maart geleden denk ik dat ik ze nog voelde op mijn rugje.

Al weken droomde ik van met een cocktail in de poot aan een zwembad uit te puffen, na een lange wandeling.  Maar al weken maakte die lawaaimaker me wakker met diezelfde mededeling.
Mimi en de andere pelouchen hebben er niet veel last van, maar Bibi …

En dan plots vorige week beginnen alle mensen raar te doen. 

Oma-grootmoeder-meter bracht een grote kleerkast tot in Um.

Baasje Steven ging in zijn favoriete winkel op zoek naar de juiste wandelschoenen (want blijkbaar waren de vorige niet zo goed meer). (Nvdr. Het was voor een rugzak maar kom, een detail. )

Baasjes Doortje & Sandra doorzochten de kleerkast in Um op verdwaalde wandelkousen.

WAT IS HIER AAN DE HAND ?!

Direct riep ik een uitzonderlijke pelouchen vergadering bijeen.

Tot diep in de nacht werd er plan of action gedefinieerd zodat iedereen op onderzoek kon vertrekken die ochtend:

  • Loebas zoals steeds kreeg de zwaarste taak. Hij zou achterblijven om het huis te bewaken.
  • De beertje TaYo and Honey gingen bij OMG op bezoek en gingen uitvragen of zij misschien op verlof vertrok.
  • Mimi ging extra likjes geven aan baasje Doortje om zo te proberen te weten waar we naar toe gingen en waarom OMG dan de kleerkast bij ons dropte
  • Groote broer ging op de aaipad van Steven zoeken naar Routes die voorzien waren in de volgende weken… Want die kleerkast is toch iets voor binnenkort.
  • Ik had de makkelijkste job, want ik moest gewoon Sandra observeren. Als Sandra op verlof gaat is ze de week (of is het weken) ervoor anders.

We spraken af dat we elke avond ver na het slaapuur van de baasje even zouden face timen. 

Nu moet je weten dat de  dames van het gezelschap nog op een tamelijk normaal uur gaan slapen. Steven is echter een nachtuil… en dat betekende dus dat we rond 3u in de ochtend belden.

Na 2 dagen dat nog niet alle informatie was gevonden, waren we derde nacht zeker : JIPIE, we gaan op verlof….  

Blijkbaar ergens volgende week zouden we vertrekken richting Duitsland. Maar of dat de eindbestemming is weten we nog niet zeker. 

Groote broer vond routes in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Italië. 

Mimi vond ook nog boekjes over Italië… 

Dus misschien is Duitsland wel een tussenstop.

Ik ben nu wel zeker dat mijn cocktail droom gaat uitkomen binnenkort.

DUS. Nu kan ik met een gerust hart terug gaan slapen.

Over en uit…

Tot Snel

Sloefie de reizende hond en zijn pelouchen detective-bureau