zaterdag 30 juni 2018

Dag 7 : onderschat Moedertje Rusland niet

Dag allemaal,

Eerst moeten we een kleine verontschuldiging schrijven.

We hebben jullie lelijk in de steek gelaten.

Want zo plots in het verhaal van onze avonturen in het land van nonkel Vladimir lieten we niets meer van ons horen.

Sorry.

Nee. We zijn niet opgepakt bij de grens door de NVKM, de GRU, de KGB of OKRA. En we zijn ook niet naar een goulash gestuurd. Of een goelag. Allez Siberië. 

Niks van dat alles.

We hebben onze taak van blogschrijver tijdelijk moeten neerleggen.

Want mijn broer en ik waren onder de wapens geroepen. 

Niet dat we in kaki moesten rondlopen. Neen, we liepen in het wit rond. Verplegerswit.

Waarschijnlijk herrineren jullie je nog dat we een derde hond gehoord hadden enkele nachten terug.

Na de eerste dag Rusland heeft het echt miezerige weer de derde hond mee aan boord gebracht.  We hadden dan wel mijn baasje naar de dokter gestuurd voor pillen en spuiten maar het was te laat. Ze zat al met de vlooien de zware valling.

En tijdens de volgende nacht werd het nog veel erger.

We moesten de volgende dag dan wel maar een half uurtje later opstaan - de tweede dag waren de Russen veel vriendelijker of zo. Net als de vorige dag werd er eten besteld via de tv. Dat was handig, zelfs al kwam het terwijl we nog in onze pyjama rondliepen.

En voor vandaag hadden we speciaal gecontroleerd dat er wel worstjes opstonden.

Maar de bestelling was alweer niet juist. 

Mijn baasje verroerde zich niet toen de wekker afliep.

Geveld door Moedertje Rusland.

Mijn broer porde zijn baasje dan maar om de deur open te doen. Want de levering was meer te vroeg dan gisteren. In plaats van een half uur later was het eerder op het zelfde moment.

Gezien de toestand van mijn baasje hebben mijn broer en ik dan wel spoedoverleg bij de Veiligheidsraad aangevraagd. Want ze bleef maar bassen en bassen. Daar moet meer dan een zieke hond in huizen.

Uiteindelijk besloot de raad tot een algemene mobilisatie. Wij werden verpleegster. Het andere baasje werd aan land gestuurd om te zorgen voor wat fotootjes en zo. Want ja we waren toch in Rusland vandaag, een kans die je niet elke dag krijgt.

En wat hebben we dan een hele dag gedaan?
  • Op tijd en stond zorgen voor nieuwe neusdoekjes.
  • Af en toe een glaasje water brengen
  • Af en toe een lepeltje levertraan of snoepjes in de mond stoppen
  • Veel waken (wij) en slapen (baasje)
Het meest kritische moment was wel wanneer de kamer eens moest verlucht worden. We hebben dan ons baasje onder de oksels vastgepakt en haar meegenomen naar de koffiehoek. Zo kreeg ze ook wat warmte binnen.

Hadden we al gezegd dat het koud was en miezerig? 

Neen? 

Dat was nochtans het geval. Alsof het al herfst was. 

Na de kuis kon ons baasje onbelemmerd verder uitrusten. De koffie met had duidelijk geholpen.

Het was lang wachten tot de rest van het gezelschap terug was.

En Moederjte Rusland was blijkbaar nog niet klaar met vechten, want nog twee meer slachtoffers waren te betreuren - zelfs al wouden die dat niet toegeven. Wij wisten wel beter. 

Broer heeft aan zijn baasje gevraagd om nog een verslagje te schrijven van de avonturen aan land. Hopelijk moeten jullie geen twee maanden wachten.

Sloefie en Groote Broer,
Niet-gediplomeerde verplegers

vrijdag 29 juni 2018

Dag 6 : De tweede Slag om Leningrad

Dag allemaal,

Dit is een moeilijk verslag om te schrijven. Niet dat er niet veel gebeurd is vandaag maar eerder omdat we er niet veel hebben mogen van zien.

Maar beginnen bij het begin zegt een van mijn baasjes.

Reveil. 

In feite eerder nog, bij het slapen gaan. Roomservice.

Ik haat dat woordje roomservice op een cruise. Want dat wil zeggen dat we allemaal er heel vroeg uit moeten om op te staan. En meer nog. Er staan bijna nooit beentjes op het menu en hoe kan een deftige hond nu een dag beginnen zonder een smakelijk, sappig, krakend beentje.

Ha. 

Reveil dus.

En die was vroeg. OM ZES UUR!!!

Ah ja. 

  1. Twee baasjes en twee hondjes die elk de badkamer nodig hebben in de ochtend. Bij de hondjes gaat dat snel maar bij de baasjes. Uren duurt dat, of zo lijkt het toch wanneer ik op mijn ontbijt moet wachten.
  2. Gisteravond raadde bijna iedereen van het personeel ons af om roomservice te bestellen en dus ging dat uren duren alvorens we konden eten. En dan zou mijnheer Didier niet op ons wachten. En dan moesten wij aan boord blijven. Boehoe. Mijn baasjes dachten slim te zijn en bestelden dan maar ontbijt tussen zes en halfzeven. Ze hoopten dat het eerder zeven dan zes zou worden. Ze zouden beter moeten weten. Maar ja, naar mij en mijn broer wordt op zo’n momenten niet geluisterd. Dan zijn het de grote mensen die beslissen. En die weten wat ze doen. Jaja.
Terwijl baasje een al zijn baartjes aan het afknippen was, draaide mijn baasje zich nog eens glimlachend om in bed.

MIS POES. DRIIIIIIIING. DRIIIIIIING.

Wie belt er nu om vijf na zes in de ochtend?

De roomservice.

Dat de roomservice onderweg was. 

Ha. Zie je wel. Wat had ik hun gisteren proberen in de oren te knopen? Maar nee. De baasjes wisten het wel beter.

Nog geen minuut later stonden zes dampende vliegende schotels op het kleine tafeltje van de living. 

ZES?!?

Wat hadden mijn baasjes allemaal besteld?

  • Twee keer Amerikaans bacon
  • Twee keer toast
  • Twee keer gebakken ham
  • Twee keer roerei
  • Twee keer croissant
  • Vier keer meloen (groene en rode)
Alles was er twee keer.

Of er beentjes bij waren, vroegen we.

Neen Sloefie, geen beentjes.

GDVRDMM.

Of er dan misschien een worstje over was voor ons. Als versterving wilden we dat wel oppeuzelen, zelfs zonder Tierentyn mosterd.

Neen Sloefie, geen worstjes.

GDVRDMM.

Maar dat stond wel op het blad, dat heb ik gisteren gezien.

Ja Sloefie, dat hebben we besteld maar dat is er niet bij.

GDVRDMM.

En gaan jullie niet reclameren?

Neen Sloefie, het is ongetwijfeld druk in de keuken en die worstjes komen nooit op tijd aan.

GDVRDMM. 

Ik denk dat ik de OVP ga oprichten, de Onafhankelijke Vakbond van Pluchewaakhonden. En als er iets mij niet aanstaat, dan ga ik in staking. Net als de collega’s van de OVS die hun trein stokken in de wielen steken als hun kleine teen zeer doet.

Ik zag wel aan mijn baasjes dat hun planning goed overhoop stond, net zoals het tafeltje met de zes ontbijt UFOs. De baasjes moesten hun rugzak nog herschikken, een plaats voor ons en flesjes water vinden en hun Internationaal Paspoort niet vergeten. Vooral dat laatste is belangrijk want anders is zowel Vladimir Vladimirovitsj als Mijnheer Didier boos.

Eigenlijk feitelijk maakte ik mij wel een beetje zorgen. Niet over mijnheer Vladimir enzo, maar wel over mijn baasje. Vannacht was ik plots wakker geworden van hondengeblaf. Ik dacht dat er een derde hond in de kamer was. Na grondige inspectie - door mijn broer, wat dacht je - kon ik maar een conclusie trekken. Het was mijn baasje. De bronchodinges was weer opgedoken. Als die haar te pakken krijgt, dan klinkt ze zoals de hond van de Baskervilles. En dat is niet leuk. Dan moeten we de mannen in witte jassen laten komen om haar longetjes beter te maken. 

‘S morgens zwegen mijn broer en ik maar over de bassend hond vannacht maar we lieten mijn baasje niet uit het oog. Tot ze ons diep onder kaweetjes stopte zodat de grenspolitie ons niet kon volgen. Ja, dan kunnen we ook niet veel zien hè. 

Opmerking van de redactie: De rest van het verhaal is dus niet op basis van visuele vaststellingen van de blogger van dienst maar op basis van wat ze later gehoord hebben. De werkelijkheid kan verschillen van wat hierna volgt.

Zo te horen stonden we in een hele lange rij. Al vanaf dek drie (de lift zegt telkens waar hij stopt, mocht er iemand in staan die ondertussen vergeten is waar ie wil uitstappen) en we konden pas op dek twee naar buiten. Pfff. Zo vroeg opstaan en dan zo lang aanschuiven. We zijn toch niet in de USSR zeker? 

Schuif, schuif, schuif ...

Schuif, schuif, schuif ...

Please sir ...

Bonk

Thank you sir ...

Eindelijk terug beweging. Ik denk dat we er door zijn. We zijn Rusland binnengesmokkeld. Hihi, wij zijn supersmokkelaars.

Schuif, schuif, schuif ... 

Oei. Te vroeg victorie gekraaid? Ah nee, iedereen wachtte op Mijnheer Didier of op de bus of op iets anders.

Na een tien minuten wachten kwam dan toch het bericht dat we naar de bus konden. Een paar ongeduldigen stonden ondertussen al buiten op het voetpad en mochten niet terug binnen. Iedereen moest wel zijn paspoort afgeven aan Mijnheer Didier. Was hij bang dat er toeristen zouden willen achterblijven in dit paradijs? 

Van de busrit kan ik niet zoveel meer vertellen. Het was nogal donker in de rugzak. Een keer uit de bus gingen we een beetje te voet en dan moesten we naar de metro. Daar was het sowieso een stuk warmer dan buiten. Het moet een heel diepe geweest zijn want aan de trap leek maar geen einde te komen. Ik snapte wel niet goed waarom we de metro in moesten. We hadden toch een bus. Ik denk zelfs dat ze een stukje heen en weer gereden hebben. Ik hoop dat baasje wat fotootjes heeft kunnen maken van de treintjes. Dit moet toch wel speciaal zijn, zo’n Russische metro.

Van de metro ging het in de bus en het werd dadelijk een lange reis. Ik hoorde iets over een zomerpaleis en over stoute Duitsers. Tja. Met Duitsers kan je toch maar beter opletten. Dat is met hondjes ook zo. Er zitten altijd valse tussen. Allez, ik bedoel gevaarlijke, met grote tanden en kwijl die uit hun bek loopt. De echte elite zijn natuurlijk de Mechelse. Huh? Ik spreek wel over herdershonden hè. Wat dachten jullie?

Na een lange rit mochten we dan eindelijk uit de bus. En plots was er de Brabançonne te horen. Een kleine fanfare zo te horen. Leuk.

Schuif, schuif, schuif ...

Schuif, schuif, schuif ...

Goed in groep blijven. Niemand anders er tussen laten.

Schuif, schuif, schuif ...

Dat klonk helemaal niet klantvriendelijk hier. De gids had ons ook al gewaarschuwd voor draken. Die loerden overal in de zalen van het paleis. En die konden vuur schieten. Wanneer er iets gebeurde dat hun niet aanstond. En dan moest je  vooral niets zeggen en angstig zijn. Of in plat vloms antwoorden en dan hopen dat de gids iets aardig in het Russisch vertaalde.

Schuif, schuif, schuif ...

Enfin de hele voormiddag werd er aangeschoven. En er waren heel veel mensen dicht bij elkaar. dat konden we tot in de rugzak ruiken. Pfff. Dan ruiken propere honden toch beter hoor.

Na een dik uur was het geschuif over. Er werd terug gewandeld en er werd over eten gepraat. Altijd een goed teken.

Na het eten, terug een uurtje bus. En de gids waarschuwde ons alweer voor gevaarlijke draken en dat we dicht bijeen moesten blijven.

Het volgende schuifelbezoek dan maar. 

Bonk, schuif, schuif, bonk, schuif, schuif ...

Zo te horen was dit paleis nog groter dan het vorige. Dat was het paleis voor in de winter en waar de favorieten waren opgesloten. Voor plezier van de tsarina’s. Baasje was veel foto’s aan het nemen. Ik denk dat er veel mooie schilderijen aan de muur moeten hangen. Dan neemt hij veel foto’s.

Schuif, schuif, bonk, schuif ...

...

Alarm fase Rood. De derde hond was terug. Mijn baasje probeerde wel om hem weg te stoppen. Maar broer en ik wisten hoe laat dat het was. Baasje was goed ziek. De kou en de regen van vandaag waren natuurlijk het ideale weer om de bashond naar boven te laten komen.

Het schuifelen hield op. We stapten terug. 

Maar niet voor lang. Transportmiddel drie : duidelijk een rivierboot. Gaan we een stadsrondvaart doen in de regen? Dan wordt het straks alarmfase donkerrood!

De gids vertelde honderduit over haar stad. En vooral over de paleizen die je overal kon zien. Elke tsaar had wel een ander paleis laten maken. En over de familieruzies van de tsaren. Als het niet vlotte, dan sloeg je mekaar gewoon het hoofd in of wurgde elkaar per ongeluk.

Wat is er zwaarder dan alarm Donkerrood? Heel de boot was aan het kuchen en snotteren. Het wordt de volgende dagen superdruk bij de dokter en apotheek. Hopelijk hebben ze voldoende anti-snot in voorraad.

En dan was het tijd voor de bus en de veiligheid van onze Eclipse. 

Please sir ...

Thank you sir ...

En we mochten terug aan boord en wij uit de zak.

Broer en ik hebben dan een heel indringend gesprek gehad met mijn baasje. Dan we de bashond gehoord hadden vannacht en ook op de bus en op het rivierbootje. En dat het beter was om die hond zo snel mogelijk de nek om te wringen. En dus naar de dokter te gaan en naar de apotheek. 

Gelukkig stribbelde mijn baasje niet te lang tegen. Anders hadden we de hulp van andere baasjes moeten inroepen. 

Na een kwartier was baasje terug. Zonder griep maar wel met twee flessen Night and Day. Prognose bevestigd.

Nu stop ik met schrijven want ik moet mijn baasje verzorgen.

Tot morgen misschien, tenzij ik verpleegstertje moet blijven spelen.

Sloefie


woensdag 27 juni 2018

Dag 5 : in het land waar de zon nooit ondergaat (in de zomer)

Dag allemaal!!!!

Lekker geslapen? Wij ook. Vanmorgen kwam een fijn zonnestraaltje ons neusjes kietelen. En dat is heel wat toffer dan gewekt te worden door waterstraaltje omdat het aan het regenen is. 

De regen was weg, ten minste toch voor vandaag. En hopelijk blijft het zonnetje nog wat langer want nu gaan we vijf dagen op rij aan land.

Vandaag staat er een belangrijk ding op het programma ... Helsinki Hard Rock Café. Hihi. Dat is nogal een cultuurtempel hè. 

Maar eerst het begin van de dag. Het ontbijt. Worstjes, twee soorten spek, pannenkoeken, fruit, maar geen beentjes. Snif. Ik heb dus maar een mager jochertje genomen voor de algemene gezondheid, en een stukje spek wanneer mijn baasjes niet keken. Hihi. Alleen van de bonen in tomatensaus moet je afblijven, want dan heb je net lippenstift opgedaan. En dat staat niet stoer. 

En dan nog pootjes wassen en tanden en nagels. En dan waren we er klaar voor.

Als beginstukje kregen we het prachtige binnenvaren in de haven van Helsinki. Hier en daar zie je kleine eilandjes, soms maar een paar meter groot. Sommige gewoon kale rots, andere met boompjes en soms een huisje. Nog andere met metalen voelsprieten. Het moet hier wel gevaarlijk zijn voor de boten want om de zoveel meter dobbert er een oranje boei in het water want de meeste rotsen zitten - net als ijsbergen - onder water. En ik wil niet eindigen als de Titanic want Leonarde diCaprio is niet aan boord om me te redden. Ha. 

Op het laatste stukje werden we nog langs links ingehaald door een ferry uit Tallinn - daar zijn we binnen enkele dagen. Die was duidelijk gehaast. Wij moesten trouwens naar het zelfde stukje haven. En zo konden we vanuit onze luie stoel al zien hoe wij ook gingen aanmeren. De ferry ging plots in de remmen staan (allez zo iets groots moet toch remmen hebben), maakte een groooote bocht tot zijn gat (achtersteven) naar de kade wees en ging dan langzaam in achteruit. Die kapitein had dat al vaker gedaan. Toen we aankwamen in de haven waren de klanten al van boord aan het gaan.

Dan was het aan onze kapitein. Die was heel wat voorzichtiger van aanpak. Hij doet dan ook niet alle dagen deze haven aan.  Omdat we ook achterwaarts  de haven binnenkwamen, konden we het laden en lossen goed volgen van de ferry. Nog voor we stil lagen, waren de eerste auto’s al aan boord aan het rijden. En ook de vrachtwagens mochten erop. Bij de auto’s waren er trouwens een paar specialekes. Vijf DeLorean’s stonden aan te schuiven en niet allemaal in het zilver maar ook in het zwart en rood. Ik denk dat alle modellen uit Finland bij elkaar stonden. Waar je een DeLorean van kent? Van de films Back to the Future natuurlijk. 

Rond elf mochten we dan van boord. We moesten eerst op appel bij Mijnheer Didier op dek vijf in de bar. Om ons te laten tellen. Helsinki is Europa dus moesten we enkel maar voorbij de security van het schip sluipen om aan land te raken. Daar wachtte een privé-bus op ons, op kosten van mijnheer Didier. Mijn broer en ik waren er weer eens in geslaagd om als verstekeling van boord te raken. Op naar de vismarkt.

Wat stond er allemaal op het programma?

  • Het Esplanade Park met een aantal mooie hotels en restaurants in Art Deco stijl en ook de meest bescheten standbeelden van het land. Dan schrijf je het Fins Volkslied en wat krijg je als dank? Een standbeeld op Esplanade waar elke meeuw of duif zijn gevoeg komt doen. Stand voor dank is echt letterlijk hier.
  • De Vismarkt (Kauppatori) met verse groenten, vis en fruit (de aardbeien waren duur) en allerlei snuisterijen en namaak t-shirts. We mochten hier een kwartiertje vrij rondlopen van Mijnheer Didier.
  • Het Senaatsplein (Senaatintori) met het vroegere senaatsgebouw, de universiteit, het standbeeld van een Russische Tsaar (bescheten) en de Lutherse Kathedraal. 
  • Nadat de nodige kaarsjes aangestoken waren gingen we dan door de universiteitsstraat op weg naar het station. Niet om een trein te nemen maar om iets te gaan eten want we hadden allemaal toch veel honger ondertussen. 
  • Iedereen mocht iets kiezen uit de toog - geen beentjes voor ons, snif - maar het duurde wel heel lang voor iedereen zijn slaatje of broodje gekregen had. De timing van Mijnheer Didier liep duidelijk in het honderd.
  • Na een bezoek aan het station - baasje blij - gingen we nog langs het (nieuwe) parlement en dan de heuvel op richting de rotskerk. Dat moest het hoogtepunt en hoogste punt van de stadstuin worden. En toen bleek dat de Rode Duivels al Vier-Een voorstonden, was iedereen in de wolken. 
En dan mochten we terug naar de bus. Wel nog langs een groot glazen koopcentrum (gesloten wegens Midzomernacht) en dan een oude hoofdstraat met weinig volk en veel trams.

Mijn baasjes werden onrustig. Ik denk dat ze net als goeie honden, iets geroken hadden. Maar wat?

Hard Rock Café. 

Oef. Ze vonden wat ze niet zochten (nog meer glaasjes en t-shirts) en we konden eindelijk terug naar de bus.

Die stond ons al op te wachten. Op het Erotica plein volgens Mijnheer Didier. Mis poes, het was het Erottajankatu. Mijnheer Didier zat verkeerd met zijn gedachten.

Mijn broer en ik waren bekaf en nog voor we aan het schip waren, lagen we allebei al stil te snurken. (Ah ja want als ze ons horen, dan kunnen ze ons vinden en dan worden we betrapt als verstekelingen en dan moeten we daar blijven). 

Ik ben blij dat het vandaag eindelijk warm was. Mijn baasjes allemaal zien er blij en ook een beetje rood uit. Ik kan nu met een gerust hart mijn hoofdje onder mijn kussentje stoppen., Want baasje gaat vannacht terug boompjes zagen.

Daaag tot morgen

Sloefie.

dinsdag 26 juni 2018

Dag 4 : rekken, strekken, drukken, relaxen

Waf waf waf waf waaaaf.

Waf?

Oei, ik merk het al. Jullie verstaan er geen waf van. Ik zal maar verdergaan in baasjestaal. Dan kunnen jullie meevolgen.

Ik zei dus dag allemaal, blij om terug te zijn.

Jullie ook?

Vandaag was het een zeedag. Dan gaat het er wat rustiger aan toe aan boord, tenzij je natuurlijk alles wil proberen, proeven, sporten, ... dan is een zeedag nog meer vermoeiend dan een landdag.

Het was vanmorgen nogal stoffig in de kajuit. Niet dat Allan - dat is onze kajuitman - vergeten was om te stofzuigen. Nee. Het baasje van mijn broer was duidelijk aan het oefenen voor de terugmatch boompjeszagenbijnacht. Amai. Uiteindelijk ben ik vanmorgen maar onder mijn kussen gaan slapen om toch efkes te kunnen rusten. Pfff. En ‘s morgens heb je dan een hoop zagemeel waar je door moet baggeren. Pffff.

Hihi. Dat is maar spreekwoordelijk stof hè. Het is geen echt zagemeel. Maar ik plaag mijn broers baas graag.

Een zeedag dus. Dus mijn baasjes gaven maar een teken van leven na acht uur ‘s morgens. En dan was het nog op heel traag tempo. Want het was een zeedag.

En de eerste afspraak was maar om half elf voor baasje 1. In de Spa. En baasje twee moest maar rond de middag naar daar. De grote chef kreeg wel een speciale verjaardagsbewerking. Dus dat ging wel wat langer duren.

Wat doe je dan wanneer je baasjes aan zich laten trekken en sleuren of zweten in een stoomkabine of allerlei geurtjes uitproberen? Wel wij hebben als slimme knuffelhonden onze algemene kennis vergroot. Door te lezen bijvoorbeeld, terwijl ons baasje in de computer- en fotoboekjes zat te lezen, hebben wij onze neus gestopt in de Dag Allemaal van de laatste maandenhalf. Daarmee konden we weer mee met de volgende afleveringen van Thuis en Familie enzo. 

En ter ontspanning hebben we ook nog wat kruisen met woordjes gemaakt en Japanse vierkantjes met cijfertjes. 

Pfff. Intellectueel was deze zeedag top, maar we waren toch liever met onze baasjes gaan wandelen langs de zee of in de bergen, Want dan laten we ons als echte knuffels dragen. 

Morgen gaan we aan land, bij mensen die een onverstaanbaar taaltje spreken. Vins, naar het schijnt. ZOuden ze dan ook kieuwen hebben. Met je vinnen praten moet toch lastig zijn denk je niet?

Tot morgen,

Sloefie de Hond,

Allerliefste bloghond ter wereld. 

maandag 25 juni 2018

Dag 3 : The Rain in Spain stays mainly on the Plain - en in Noord-Duitsland?

Dag allemaal,

Hier volgt ons vierde verhaal of ook onze derde dag, voor wie goed kan tellen. Straks wordt het moeilijker want we hebben maar vier pootjes en geen twintig vingertjes zoals mensen. 

We hebben ons baasjes maar terug laten slapen tot 8 uur. Zo te horen hadden ze het nodig. 

Buiten zag er het grijs maar droog uit. En niet echt warm. Maar, zoals mijnheer Didier al zei op de briefing, het kan hier rap veranderen aan de Oostzee.

Op naar dek 14 voor een lekker ontbijt. Mijn baasje bleef bij zijn Engelsachtig ontbijt, Sandra hield het eerder gezond. Sloefie houdt niet zo van gezond en dus heb ik maar een plakje bacon met hem gedeeld. En toch blijft hij zo mager. Zucht.

Terug naar de kamer dan om tanden en nagels nog eens proper te poetsen. En we waren er klaar voor. Warnemunde, here we come.

... and here we stay.

We waren nog niet tot aan de deur van de kajuit of een gigantische stortbui zette ons balkon onder water. En het was niet de lokale brandweer die het schip onderspoot maar echte harde regen zoals je die alleen aan de Belgische kust of hier aan de Oostzeekust kan vinden.

Brrrr.

Mijn baasjes zagen dat niet zitten.

Wandelen, tot daar toe. Maar in de plenzende regen? No way, José. 

Dus werd er een koerier uitgestuurd naar de bar op dek 5 om onze niet deelneming mee te delen aan wie het aanbelangde.

En wat gingen wij doen?

Sloefie ging nog wat doezelen., Sinds hij in de bank werkt, is hij daar nog beter in geworden. En ik? Ik mocht nog wat verder schrijven aan de blogpagina’s. ‘T Is dus niet dat we aan het niksen waren terwijl de rest van de groep uitgeregend werd, er werd wel degelijk gewerkt door sommigen. Ter ontspanning werd trouwens ook nog de krant gedownload en nagelezen. 

Het middagmaal was in buffetstijl. Alle verlokkingen van het ontbijt waren verdwenen en vervangen door lekkers van over heel de wereld. Texaan, Mexaan, Indiaan, allemaal kwamen zij aan hun trekken.

En dan moest de tweede belangrijke beslissing van de dag genomen worden. Rostock or bust? Wel het was ondertussen al enkele uren droog, dus waarom niet Rostock. Voor alle veiligheid toch maar een fleeze en een regenjasje meenemen. En dan van boord, tot op Duitse bodem.

Na enkele minuten wachten was de expeditie compleet en konden we vertrekken. Had ik al gezegd dat het enkele uren droog was? Mis poes. We waren het tentje van de security nog niet gepasseerd of een volgende plensbui trok richting zee. Een veeg, nat voorteken voor de rest van de namiddag.

Hatsjie, hatsjie, ... snif. Ik ben verkouden. Snif. Oei, maar nu loop ik wel op het verhaal voor.

Het station van Warnemunde (gebouwd door Belgen) was vroeger de vertrek en aankomstplaats van de ferries naar Kopenhagen. Vandaag gaat het er veel rustiger aan toe. We wandelden langs nog een grote CruiseLiner en passeerden ook een lokale overzet. Enkele BR 426 stelletjes stonden te wachten voor de volgende S-bahn dienst naar Rostock Hauptbahnhof. Het was een beetje een daluur en we vonden allemaal een plaatsje in het midden van de trein.

Een S-bahn is een trein die zo een beetje als een snelle tram rijdt rond grote steden. We waren op die vijfentwintig minuten heel vaak gestopt. Pfff. Ik wist niet dat Rostock zoveel gehuchtjes had. Het goeie nieuws was wel dat het in Rostock nog droog was. 

Na de trein kwam de tram. En we hadden geluk, het was niet zo een oud Oost-Duits geval maar een moderne Stadler. Twee haltes verder gingen we over op transport #3, de pootjes. We stapten uit aan de Steenpoort, een overblijfsel van de oorspronkelijke wallen van Rostock. Rond de toren was veel kapot naar de oorlog (en niet hersteld door de communisten) maar de toren stond er nog als een echt obstakel voor tram, auto en fiets. 

Na de nodige foto’s konden we verderwandelen tot aan de volgende belangrijke plaats, het stadhuis. Net als in veel Belgische steden was dat eerst een middeleeuwse handelshal en door de jaren werden er stukken bij- en voorgebouwd tot een ratjetoe van stijlen en kleuren. Het plein voor het stadhuis stond vol met kraampjes. Rostock viert volgend weekend zijn 800 jarig bestaan. En alle Hanzesteden waren op de verjaardag uitgenodigd. Ook Brugge was present en Amsterdam, de enige Hanzesteden in de Nederlanden. 

Toen we terug buitenstonden, was het uit met de pret. De sluizen werden opengedraaid en het was pijpenstelen aan het regenen. We konden even schuilen onder het balkon van het stadhuis maar het werd al snel een gedrum van jewelste. Ik hoorde mijn broer al snotteren. Gelukkig had Sandra ook voor onze rugzak een kaweetje mee, knalrood zodat we goed opvielen. 

Toen iedereen zijn kaweetje aanhad, stopte het ook met regenen. We konden verder naar de Marienkirche, ondanks de naam toch protestants. En daar gingen we binnen voor een zegening. En wat restoratoren in actie te zien. Toen we terug buitenkwamen, werden we allemaal driedubbel gezegend. 

Van de kerk wandelden we naar het Universiteitsplein - de oudste van noord-Europa - en de Bron van de Levensvreugde. Het was over trouwens op dat moment. En van daar zakten we af naar de oever van Warnow en de oude haven van Rostock. Hier hadden de Britten het oude havenkantoren volledig in puin gelegd. Zoals vaker meer missers dan doeltreffers. 

Het weer speelde met onze voeten, we bleven veilig onder ons rood kaweetje. 

Na een mislukte drink - we waren met teveel voor de vele drankkraampjes - trokken we voor naar de Heilige Petrus - een kerk wel te verstaan. Die toen was lang de hoogste ter wereld, tot er liften uitgevonden werden - en had tot de hereniging van Duitsland moeten wachten op een nieuwe torenspits. 

Alles zag er heel snoezig uit, ware het niet dat iedereen er zeiknat bijliep - behalve wij natuurlijk maar een kaweetje doet je wel zweten en dus waren we ook nat. 

Oef, een café wou ons toch ontvangen en we konden ons een beetje laven.

En hop na een kwartiertje waren we terug op weg. Zoals een moe paard vonden we vanzelf de weg terug naar het Stadhuis en een drukke tram om ons naar onze stal - euh schip te brengen. Werden we onderweg nog eens nat? Ja. Natuurlijk. Maar morgen konden we allemaal opdrogen want het wordt een zeedag.

Tot schrijfs, en wie in zonnig België achtergebleven is ... profiteer ervan, het zal niet blijven duren die zon.

Groote Broer.

zaterdag 23 juni 2018

Dag 2 : Eerste zeedag

Dag lieve lezertjes en lezeresjes.

Hier zijn we dan weer.

Mijn kleine broer Sloefie is zijn paswoord kwijt of Google vertrouwt het zaakje niet. Met andere woorden het is terug aan bibi, Groote Broer, om het dagelijks logboek in de wolken bij te houden.

De dag begon veelbelovend. Al rond zes uur kwam er een zonnetje pieren door een spleet tussen de gordijnen. Maar mijn baasjes gaven geen teken van leven. Allez, niet het juiste soort leven. Ze waren allebei deelnemers in het wereldkampioenschap boompjes zagen bij nacht. En het ging er hard aan toe in de finale. 

Maar ondanks de weersvoorspelling van gisteravond was er dus zon. 

Tegen acht uur, kwam er beweging in bed en om klokslag acht uur begonnen de vogeltjes te zingen. Nee, nee. Dat is een van de standaard geluidjes van een iPhone. 

Hoe je dat moet instellen? Klok - Bedtijd - Opties - Wekkergeluid : Vogelgezang.

Enfin, waar was ik gebleven? O ja, opstaan.

Het was gisteren niet laat geworden en dus kwamen onze baasjes redelijk vlot uit bed. Ze hadden dan ook een extra uur slaap van ons gekregen. 

De meeste lezers en lezeressen kennen wel het mensenritueel van het Opstaan. Dat duurt soms uren!!! 

Allez na een half uur wachten waren we klaar voor het eerste ontbijt. Op dek 14 was het een chaos van jewelste. Wij, volleerde cruise-honden, wisten wat er aan de hand was. Iedereen zocht overal naar alle soorten eten bij alle standjes. En vond toch niet wat hij of zij zocht. Typisch. Wij hadden onze bestelling op voorhand doorgegeven aan onze baasjes ... lekkere worstjes van bij het Engels ontbijt, een stukje wafel en een sneetje gekookt bacon (Engels) voor mij en hard gebakken bacon (Amerikaans) voor Sloefie. Je moet je baasjes voor jou laten werken.

Er was nog plaats in het zonnetje op het achterdek en dus zaten we met ons zessen daar, een beetje fris maar toch zonnig. Wij konden nog wat nasoezelen want we zaten lekker uit de wind. Rondom ons was er enkel water en in de verte wolken, laag hangend, ook gekend als mist. Van het land was er geen spoor meer.

Vandaag stond er niet veel op het verplichte programma. Om 11 was er briefing van Mijnheer Didier en voor de rest ... zorgen dat je op tijd voldoet aan de geboden van een cruise - eten, drinken, slapen, herhaal 3 maal.

De briefing van Mijnheer Didier was heeel gedetailleerd maar ook heeeel lang. Achteraan zaten er zelfs een paar te knikkebollen. Wacht maar tot het straks examen is en Poetin’s politie niet kan lachen met de verkeerde antwoorden. In Siberië spelen de Rode Duivels niet. 

Mijn maagje was al een dik half uur aan het knorren toen we eindelijk gelost werden. Tiens, mijn baasje had zelfs een prijs gewonnen - dat gebeurt niet vaak - een pet van Go For Cruise omdat hij wist dat Peter de Grote, groot was. Daarom noemen ze mij ook Groote Broer he. Omdat ik zo groot ben. In vergelijken met Sloefie.

In de namiddag ben ik dan samen met mijn baasje begonnen aan het schrijven van de eerste dagboekbladzijden. Een geestelijk inspannend werkje en de prijs die mijn broer en ik moeten betalen om mee op reis te mogen. Want het motto luidt - wie niet werkt, gaat ook niet op vakantie. Het lijkt wel de slogan van de partij van Bartje. 

Je steekt daar nogal wat tijd in, in dat schrijven. En voor je het weet staan de buren aan de deur te bellen. Of we zin hebben om eens te gaan aperitieven? Mijn broer en ik hebben daar altijd zin in, of we nu aan het schrijven zijn of niet. Naar het schijnt schrijven we zelfs beter na het aperitief dan ervoor. Maar ik herinner mij daar meestal niets van.

Na het lange aperitief - all-in heeft zo zijn voordelen - was het dan tijd voor de tweede shift in het restaurant. Snif. Wij hoopten toch minstens op een lekkere kluif voor ons maar zelfs uit de kip waren de beentjes verwijderd. Voor ons werd het een droge koek. Ons baasjes ging het beter af. Snachts waren er verlengingen bij het kampioenschap boompjeszagenbijnacht.

Tot morgen, tot in Voorpommeren.

Groote Broer,

Gediplomeerd cruise-blogger.

donderdag 21 juni 2018

Dag 1 : Terug naar de zee

Dag Allemaal.

Ik val de deur in huis met een filosofische en wiskundige vraag.

Ik heb daar vannacht lang over liggen woelen en nadenken.

Als gisteren Dag -1 was, is het dan vandaag Dag 0 of Dag 1?

In vorige verslagen zijn mijn broer en ik steeds van -1 naar 1 gegaan. Maar is dat wel juist? Want een grote Indische Guru, allez ne wiskundige slimmerik, heeft het getal 0 uitgevonden. En dan kunnen we niet van -1 naar 1 gaan zonder langs 0 te passeren.

Zie je daar lig ik nu van wakker zie.

Heb jij dat ook soms, beste lezer?

Oef, dan ben ik niet alleen. 

Wat zeg je? 

Dat je niet geïnteresseerd bent in filosofie om 6 uur ‘s morgens?

En dat je liever leest wat er dag 1 gebeurt is?

Jaja. Als schrijver van deze blog wil ik je dat wel vertellen maar dan moet ik wel weten wanneer dag 1 is. Vandaag of morgen?

Oei. Een van mijn baasjes leest over mijn schouders mee. Dat ik beter kan stoppen met de filosofische redeneringen. We zijn op verlof en dan wordt er niets gefilosofeerd maar wel ontspannen. Trouwens, er is ook geen jaar Nul. Dus vandaag is dag 1. Voila.

Oei.

Waar was ik gebleven? O ja. Bij het opstaan.

Nog voor zes uur ‘s morgens ging Radio 2 van start. Dat is meestal een teken dat het een lange dag wordt. Nee nee, niet Radio 2 maar wel voor zes uur. 

Gelukkig moet ik niet zo vaak in bad als mensen en kan ik dus op mijn gemak wakker worden. Mensenbaasjes moeten een hoop dingen doen voor ze klaar zijn. Haartjes afsnijden. Vieze gezichten trekken naar zichzelf. Tanden kuisen. Alles nat maken en dan terug droog. En dan nog een reservevelletje aantrekken. En ondertussen nog wat gapen en zo. Enkel het boompje zoeken moeten we allebei doen. Brrr.

Gelukkig zijn de valiezen gisteren al in de auto gelepeld.

En dus hoefden we vanmorgen enkel maar het papier en PMD buiten te zetten samen met het ontbijt. 

Sloefie had zijn baasje ook op tijd uit bed geduwd en zo waren we al rond zeven uur klaar. Enkel nog wat vergeten dingen bij elkaar zoeken. Brillen bijv. En zonnebrillen. En petten. En oh ja, ook de medepassagiers.

Die moesten nog opgehaald worden. 

Want, surprise, surprise, we gaan niet alleen op verlof. Ook onze londerzeelse buren gaan mee op cruise. Hun eerste. Hopelijk zijn ze niet ongerust. 

Mijn broer en ik gaan toch na onze reis eens een hartig woordje met onze baasjes moeten spreken. Want zoveel verrassingen op een week, dat is teveel voor onze pluches hartjes. Meer nog. Nu heeft Loebas nergens om op verlof te gaan. EN DAT IS NIET LEUK VOOR LOEBAS.

Waar was ik? Ah ja, ik was de taxibegeleider en moest mijn baasje tot aan de kleem krijgen.

Pfff. Onze passagiers waren gehaast want ze stonden al buiten te wachten. 

GOEIEMORGEN ALLEMAAL, brulden we in koor.

Het was nog maar kwart na zeven, en Sloefie en ik waren in feite al bekaf. Hopelijk is de rest van de trip niet zo vermoeiend.

Mis poes. We gingen niet - zoals de rest van de auto’s - als zombies naar Brussel om een dagje naar een scherm te staren. We trokken in tegendeel door de smalle weggetjes richting het Vliegveld van Grimbergen. Neen, niet om daar met een tweedekker te vertrekken. Brrr. Maar om alle files te slim af te zijn. En dat lukte ook wel, al was niet iedereen even relax bij het rijden.

Net op tijd een kwartier te vroeg, kwamen we aan bij de bus die ons allemaal tegelijk naar Amsterdam, Piet Hein-kaai zou vervoeren. Mijn broer Sloefie had dan toch gelijk. Wij konden nog wat verder op krachten komen in de bus. Want naar Amsterdam, dat was file van in Rumst tot in Amsterdam. Mijn broer weet dat, want hij heeft vorig jaar ook die reis al eens gedaan. 

Mijn broer is een berezen hond.

Op klokslag acht waren we dan op weg. Iedereen die er moest zijn, was er. Mijnheer Didier zat vooraan, op de plaats van de reislijder. 

Wij zaten met ons zessen achteraan. Ons baasjes hadden allemaal een bank voor zich, wij hielden ons koest in de rugzak want we waren naar gewoonte meegegaan als verstekelingen. Neen, we zijn gaan transmigranten. Wij willen nog terugkomen. Dat willen transmigranten niet. Trouwens, de volgelingen van Emperor Bart houden niet zo van transmigranten en wij willen geen ambras aan het begin van de reis. ANders mogen we niet meer mee,

Samen vielen we in slaap. Er was momenteel geen nood aan waakhonden.

Iep.

We stonden stil. In Schoëte dan nog wel. Allez zo noemen de inboorlingen die plaats. Op de bordjes stond Carrefour Schoten. 

Daar moesten we nogal lang wachten op een paar opstappers. Die stonden op de verkeerde parking. 

Met een beetje vertraging gingen we dan terug op weg. Go West zongen de Village People, onze chauffeur zong Go North en we draaiden de E19 op. Dit baantje kende ik op mijn duimpje want langs hier gaan we ieder jaar treintjes kijken in Utrecht. Ik kon dus weer rustig indommelen. 

Iep.

Hoezo? Grenscontroles?  Nee, oef, toch niet. Een boompjesstop. Alle mensen mochten hun beentje eens gaan opheffen of een koffietje of gebakje eten. Wel grappig. We zijn nog maar 100 meter in Holland en alles van eten beginnen ze in het Frans op te noemen. Alsof het dan lekkerder is. Enkel Ronald niet. Die blijft McDonald. Misschien vinden de ollanders dat McDonald’s geen eten is.

Mijn baasjes gingen naar McDonald’s.

...

Terug het busje op met volle maag en lege blaas. En dan op weg naar Utrecht - tiens, minder druk dan op een treinendag. En dan langs Utrecht heen naar Amsterdam - tiens vaak een plaats van monsterfiles op wel vijf rijvlakken maar vandaag redelijk rustig. Je zou er van in slaap vallen. En dat deed ik dan maar ook. 

Iep.

Oei. File. Maar Sandra was niet ongerust. We waren bijna aan de bootjes. Het verkeer zat wel in de knoop want alle taxi’s van Amsterdam leken wel een passagier voor de boot te hebben. 

Na wat zuchten en een rood licht kon de bus dan toch de parking onder de cruise terminal inrijden. Pfff. Die is groot! Daar kan je een heel leger in verbergen. En dat waren allemaal bussen voor onze boot. O, O. Dat wordt straks drummen. 

En ja hoor, boven was het druk, druk, druk en moesten we slangetje lopen, net zoals wanneer je in Amerika toekomt. Maar hier lopen geen norse immigratiebeambten rond. Oef. 

Schuif, schuif, Wiegel, Wiegel. We gaan langzaam vooruit tot we aan de kop van de slang komen. Het is aan ons.

Ja Mevrouw. We zijn met twee. En met twee verstekelingen.

Ja Mevouw, we zijn allebei gezond. En twee dolle hondjes maar dat mogen ze niet zeggen.

Ja Mevrouw, we hebben ons paspoort mee. En wij niet. Want anders waren we geen verstekelingen.

Allez, we waren goedgekeurd en mochten aan boord. Nog wachten op onze medepassagiers. Om aan boord te gaan moeten we alweer aanschuiven. Een foto, een handontsmetting, een securityscan. En hops, we zijn aan boord van ons huisje op de golven. 

En we mogen dadelijk beginnen eten want het is al middag en zo weten de nieuwelingen dadelijk waar ze moeten zijn als het knort. Europees, Italiaans, Engels, Mexicaans, Aziatisch, Wafels, Ijskreem, ... ons buikje doet al pijn als we denken aan wat we allemaal moeten opeten.

Maar eerst gaan we een drankje drinken op het achterdek. Daar hebben we een mooi zicht op het IJ, de haven van Amsterdam en alle bootjes die voorbij komen. De baasjes zijn duidelijk dorstig. En na een uurtje ook hongerig. 

Na een tijdje is het tijd voor een rondleiding voor de nieuwkomers maar voor ons anciens is er de ligstoel op ons privé-balkon. Daar liggen we al snel met drie hout korter te maken. 

We zitten in de tweede service voor het avondeten dus gaan we eerst nog een vieruurtje zoeken voor onze baasjes. En dan nog wat rusten. Ondertussen is ons bootje vertrokken naar de haven van IJmuiden. Langs de nieuwe waterweg. Eigenlijk is het van centrum Amsterdam tot aan de zee een langgerekte haven met hier en daar een zijdok. 

Tegen het avondeten zitten we in de sluis van IJmuiden en kunnen we eindelijk de zee op. Op weg naar de haven van Peter de Grote. 

Dag lieve lezertjes, mijn pootjes doen nu veel pijn van het vele tikken. En mijn baasjes zijn moe. Ik heb de eerste wacht gekozen.

Groote Broer,

Waakhond, blogger eerste klas, reishond.

Dag -1 : Verrast

Oei, oei, oei.

Mijn broer en ik zijn een beetje boos.

Heel boos.

En blij.

Een beetje blij.

Terwijl we braaf een frietje met stoofvleessaus aan het verorberen waren, kregen we plots te horen van ons baasjes of onze valies wel klaar was voor morgen.

Hoezo valies?

Hoezo morgen?

Moesten we verhuizen? Gingen we op reis en waren we niet geconsulteerd?

En mocht Grote Loebas dan gaan logeren op de kleem?

Mijn kleine broer Sloefie viel van de stress flauw. Of hij deed alsof. Want wanneer ik hem snuit-op-snuit beademing wou geven, was hij terug springlevend.

Wij gingen dus blijkbaar op reis. 

En wel meteen morgenvroeg.

Dat was al heel lang afgesproken blijkbaar. 

Op cruise dan nog wel.

Jipie.

En naar Rusland. 

Jipski (of hoe zeg je zoiets in het Russisch?)

En we vertrekken met de bus vanuit Vilvoorde. 

Jipie. Dan hoeven we niet te bibberen dat de Amerikaanse douane ons in de bagage vindt en ons laat deporteren of erger nog opsluiten in kooien. Want dat doen ze nu met mensen aan de grens. Niet Jipie!

En wat moesten we dan wel meedoen? Een wollen zwembroek blijkbaar en een zonnebrilzonnebril.

Wij hadden dan snel gepakt. Mijn broer en ik zijn de laatste jaren al getraind in het snel klaar zijn voor een reisje. Ons baasjes durven al eens snel een idee krijgen, en dan sta je beter klaar met je rugzakje. 

Ons baasjes hadden meer tijd nodig. We hadden hun al met zakken zien sleuren eerder op de week. En nu bleek dat ze niet content waren met hun pakkunst. Alles zat zo dicht gepakt - ons baasje Sandra is daar Belgisch kampioen in - dat er geen cadootje bij zou kunnen op de terugweg. En voor een keer was er geen gewichtsbeperking. Dat kon dus niet.

En dus werden er twee andere valiezen naar beneden gesleurd. 

En herpakt.

En nog eens herpakt.

Wij hielden wel alles goed in het oog. Kwestie dat we toch nog plaats hadden om ons te verstoppen aan de grens. 

Een ding snappen we wel niet. Een van onze baasjes wil een babushka meebrengen. In haar bagage. Maar waarom wil ze een oud grootmoedertje uit Rusland smokkelen? 

We gaan nou dodo doen. Want we moeten nog vroeger opstaan dan op een gewone werkendag. En mijn baasje speelt voor taxichauffeur en ik mag dus kaartlezen. 

Baai Baai

Tot morgen