zondag 29 augustus 2021

D1 - Wat een hond leiden kan …

 Dag allemaal,

Sloefie heeft me de laatste dagen wat zitten jennen - dat is wat broers doen he - omdat ik nog geen stukje geschreven heb. Ik heb, met een modern woord, writer’s block. Maar broer wil daar niet van weten. 

Om eerlijk te zijn, ik vind me de laatste tijd wat overbodig. Sinds dat vuil vies beest uit china iedereen is beginnen ziek of bang maken, heb ik eigenlijk niets meer om handen.

Normaliter zat ik elke dag vooraan in de auto om de tuut door het gevaarlijke Brusselse verkeer te loodsen. Maar sinds de covid-gekte alle mensen betoverd heeft, gaat de tuut met moeite nog eens buiten voor een ritje, laat staan dat er een geleidehond nodig is om de weg te vinden en gevaarlijke chauffeurs af te blaffen. 

Zelfs bij de dagelijkse wandelingen van mijn baasje, moet ik niet meer mee. Ik heb hem alle veilige padjes getoond - het zijn er maar een stuk of drie - en hij gaat elke dag wel eens wandelen en komt ook veilig terug thuis. 

Ik haat Covid!!!!!!

Dag 1 dus. Of eerder dag 0. De grote inpak dag. 

Veel was er niet te beleven. Beemer is een auto met een kleine koffer dus er kan niet zoveel mee. Enkel de reiskoffer van oma-grootmoeder was wel een gewicht. Maar met een camerarugzak, een computerrugzak en een klerenrugzak, hadden we toch de koffer gevuld gekregen. Drankjes lieten we langs de zijkant staan. Niet slim denk ik zo. 

Dag 1 dus. Of eerder dag 1/2. De nog wat werken ochtend.

Tja, in tegenstelling tot tuut Sloefie, was mijn tuut maar besteld voor de namiddag. Baasje ging eerst nog wat bitjes en bytejes bij elkaar gooien in poeierpunt. 

En dan was het moment daar om de vakantie van Groote Loebas te beginnen. Hij wist het nog niet, maar hij ging waken / slapen op het appartement van oma-grootmoeder. Hij was heel blij.

En dan was het tijd voor ons. De echte dag 1 kon beginnen.

Om te beginnen met een valse start. Sinds een tijdje hangt er een cameraatje in de beemer en vandaag vond die dat zijn schijf vol was. Baasje was in alle staten en begon pc’s op te starten. Dom idee baasje, daarmee ga je meer in de file staan. Wet van Murphy. 

En of ik gelijk had. Met een half uur vertraging gingen we dan toch op stap. Zonder werkende camera  

Na de file van Zaventem (werken aan de ring) en de file van Tervuren (werken aan de ring in Waterloo, twintig kilometer verder), zat er mijn werk op dacht ik. En al zeker omdat baasje niet een maar twee vrouwen had om hem de les de weg te spellen. Wie heeft dan nog een geleidehond nodig?

Maar de wraak van de weggodinnen zou zoet zijn… 

Het Waalse gewest was aan het werk - nu ja op een vrijdagnamiddag stonden er wel bordjes werken maar geen kat te bespeuren - en gps mevrouw één gooide ons van de autostrade. 

We vlogen de N97 op en dan een baan zonder naam. Het was wel heel mooi, de Condroz, maar het schoot wel niet op. Als toetje kregen we dan ook ongekende asfalteerwerken en een omleiding via Parijs en Rome leek het wel. Hihi. De GPS madammen waren het noorden kwijt. 

Beemer had honger en ik zorgde dat we snel een tankje konden vullen bij Total Habay, de laatste op de autostrade voor Luxemburg. 

En zoef we zoefden verder over ‘s heren wegen richting het (bankiers)paradijs. 

De GPS madammen hadden zich herpakt en madam wees vond dat we een detour via Saarbrücken en Duitsland moesten doen (daar had ik niets op tegen) en dat we vooral zo snel mogelijk van de autosnelweg moesten (dat vond ik een dom idee).

Baasjes luisteren slecht en ja hoor, hij reed er dadelijk af en eindigde in … file wegens werken. Ha. 

Een keer op de juiste autostrade ging het wel vlot maar ja, we zaten al een uur achter op schema. Straks ging ik broer en de andere pluchen niet meer zien. En we moesten nog eten. Hmmm.

Enfin, één keer Schengen (het dorp he, niet de paspoortunie) voorbij, kwamen we op de A8, een autostrade die tot in Salzburg loopt. En nu ging het vooruit. 

Ik was al een tijdje boompjes aan het bekijken want ik zou toch wel efkes een kunnen gebruiken. En na een tijdje vond ik dan toch een proper, hypermodern ding langs de weg. Tijd voor boompjes, worstjes, broodjes met currykip en een lekkere frisdrank. Bytheway we waren voorbij de helft van de rit. 

De A8 in Saarland is totaal niet te vergelijken met die rond München. Hier zijn snelheidsbeperkingen tot 120 maar er is zo weinig volk dat je het eigenlijk niet erg vind. 

We reden ook dwars door Saarbrücken langs het water, tegen 80 of 60 want bij de Duitsers moet je wel goed op de snelheid letten. Het was wel een mooie route moet ik zeggen. Nu hadden de GPS dames eens goed gekozen. Meer nog ze waren het ondertussen eens over hoe we verder moesten rijden. Wat een verademing. 

Na Saarbrücken moesten we plots door de Borinage rijden. Oude fabrieken, roestkoten. Brrr. En plots begon iedereen Frans te spreken. Brrr. En dan kwamen we aan een bareel over de weg. En die ging pas open als een nieuw doosje in de auto piep had gezegd. Ha, peage. Dat had baasje niet gezegd. 

Het voordeel van peage is dat de Johny’s en Marina’s daar niet rijden want geen centen. Het was rustig cruisen tot we aan de poorten van Strassbourg waren. 

HEEEEEEELLLLLLLL. p

Wat was dat allemaal. ZO erg als de periferique in Parijs. Auto’s overal. Wrakken. Hell’s Angels. Doodrijders. Tegen 15 per uur. 

En hier gingen de baasjes eerst blijven slapen. Ik zou geen oog dicht gedaan hebben.

Één keer de periferique af, werd het niet beter. Lichten om de honderd meter. Gehaaste studenten. En overal snelheidscontrole. 

Zucht. Na een kwartiertje waren we eindelijk de Rijn over en in Kehl toegekomen. Geen Duitser te zien maar Fransen op zoek naar een tankstation. 

Oef. Eindelijk. De A5. De veilige route naar het zuiden - en soms ook de stilstaande route van of naar het zuiden. Vandaag was er weinig verkeer op. Er waren zelfs geen bordjes over verplichte snelheid. En Beemer mocht voor het eerst zich uitleven. Beter dan de Opel Insignia. Meer zeggen we niet.

Lang duurde het ook niet. Want er waren werken en daar waren de Staus weer. Midden in de Stau mochten we dan de weg af voor de laatste kilometer naar het hotel. 

De GPS dames waren het niet eens en baasje reed dus niet een maar twee keer de verkeerde parking op. Dat belooft voor de volgende dag.

Ik lag al bijna in slaap en kon dit verhaaltje dus niet schrijven op tijd - writer’s block weet je wel.

Groote Broer. 

Geen opmerkingen: