donderdag 6 oktober 2022

Dag 12 - Van koetjes en kalfjes … geen spoor (The Sequel)

Hallo allemaal,

Eergisteren had we de oostelijke helft gedaan van het almenpad. Vandaag stond het westelijk stuk op de agenda.

Tegen 11 uur of zo waren baasje en ik terug boven, met de lift natuurlijk. Wacht dacht je.

Een optimistische thermometer vertelde ons boven dat het 17 graden was. 

Waarschijnlijk

Uit de wind

Enfin, we waren nog altijd gekleed als een Michelin mannequin want hier zo op de open vlakte tussen de verschillende skiliften, was er weinig of geen bos om de wind tegen te houden.

Wanneer we lage gingen komen, zou de striptease wel volgen.

Enfin, eerste alm van de dag: de Wasserfallalm. Die hadden we vorige week ook al gepasseerd op onze eerste wandeldag (toen het nog niet regende). En net als toen, was alles leeg en verlaten. 

We trokken dus verder met de zon op ons bolleke richting het westen en de tweede alm. Alleen was dat geen alm maar een berghut. Ingewikkeld hier hoor. De Saxnerhutte. 

En deze hut was zelfs nog volledig operationeel, het bier stond fris en de rösti was aan het bakken.

Maar we hadden nog geen honger. We hadden ‘s morgens zelfs iets extra gegeten.

We genoten wel van de warme zon en baasje kon wat op adem komen. De groene pil had ‘s avonds wel geholpen maar de longen waren toch een beetje snotterig. 

Enfin, na een kwartierje gingen we naar de volgende alm, de Aussere Wumblsalm. Vraag me niet wat een Wumbl is, de spellchecker van de aaipad denkt dat het Wimbledon moet zijn. Maar buiten veel gras is er weinig gelijkenis met dat tennisveld in Londen.


Onderweg kwamen we nog een kruis tegen met een mooi uitzichtpunt. Daar moesten we ook effe van genieten natuurlijk.

Eens het kruis voorbij, kwamen we eerst in een bos en dan op iets wat hard geleek op de hoge venen.

Gelukkig had de lokale wandelvereniging overal grote rotsen neergegooid als pad, want anders zouden we met water tot onder de knieën gestaan hebben.

Aan de alm was alweer niets te beleven. De boeren, koeien en melkmeisjes waren allemaal al naar het dal.

Dus trokken we door naar de volgende alm. De Inner Wumblsalm. Inner want die lag dichter tegen het dorpje beneden in de vallei waarschijnlijk. 

Op het plan leek het een lang maar makkelijk stuk waar je al serieus daalde. Ook de gpx track voorspelde dat.

Tja, het was wel de zelfde gpx als twee dagen geleden.

In werkelijkheid moesten we eerst door een tweede deel venen met veel meer riviertjes, en we moesten eigenlijk over een bergkam om te vermijden dat we rond een uitstekende rots moesten vliegen. 


De venen waren wel mooi hoor. En gelukkig lagen er overal stenen als pad. Maar naarmate we hoger liepen, kwam ook de koude wind over de bergtop gevlogen. En dat was niet zo fijn. We hadden toch al een stukje gezwoten en dan koude wind, dat is niet goed voor de longen.

Enfin, de andere kant van de bergrug, stond toch een geriefelijk bankje. En daar hebben we dan maar een keizertje en een suzy chocolade wafel opgepeuzeld en ook wat gedronken. 


Het uitzicht was wel prachtig. En we zagen eindelijk ons volgende deel in de verte liggen. 
En ook belangrijk, er liep ook een brede veldweg naartoe. Dat wandelt makkelijker dan van kei naar kei te springen.
En nog belangrijk, we hadden al af en toe flarden van stemmen gehoord. En nu konden we in de verte vier stipjes zien bewegen. Kan jij ze ook zien?

Maar schijn kan toch bedriegen. We begonnen de afdaling wel met een rotspartij maar al snel zaten we terug in de venen en waren we aan het rotshuppelen. 

Maar kom na een klein half uur konden we aan de alm uitrusten en kijken hoe we verder zouden gaan. 

Er was een pad dat de volledige achterste kom van de bergen volgde om dan uiteindelijk vanaf de Klamalm te dalen naar Flading, het laatste gehucht. Of we konden een stukje de veldweg volgen en dan door het bos af te dalen tot aan de weg. 

Ik stelde voor om de veldweg tot het einde te volgen, maar baasje vond dat geen goed idee want we zouden heel veel kilometers meer moeten lopen. (Achteraf bleek het toch niet zo een slecht alternatief te zijn.)

Enfin we moesten zo’n 250 hoogtemeter dalen in het bos, over nogal steile stukjes bosgrond en grote stenen. Verschil met vorige week was wel dat het al dagen niet meer geregend had en de meeste stukken er dus droog bij lagen. Maar toch, een losse steen of een omgeslagen voet, en we gleden terug een stukje sneller dan voorzien naar beneden.

Af en toe kwamen we een bosweg tegen. En baasje had wel gelijk. We probeerden er een en je moest toch veel meters lopen om netto niet zoveel meters te dalen. Dus gingen we terug over pad nummer twaalf tot we aan de weg kwamen. Het laatste stukje was over lang gras in de schaduw en daar hebben we wel een stukje geschaatst zullen we maar zeggen.

Geen idee wat er aan de hand was , maar was de weg vorige week heel rustig, nu was het eindelijk wel druk. En voor twee auto’s laat staan nog een wandelaar met hond was er eindelijk te weinig plaats. 

Toen we dan nog een pijltje tegenkwamen richting de rivier, dan namen we dat gezwind. Ook al betekende dat terug serieus dalen tussen hoge bomen.

Maar kijk we hoorden de koeien al - die stonden op de wei naast de river - enb we hoorden het water dus diep zouden we niet glijden. 

Alleen wanneer we uit het bos kwamen, mankeerden we iets : de brug. Er lag een houten brugdek op de wei naast het water maar over het water noppes.

Oei, oei, oei.

En het water was koud, nat en snelstromend.

Maar wat bleek, we hadden de laatste aanwijziging gemist. We waren zo blij de rivier te zien, dat we rechtdoor gelopen waren tot de rand, ipv het lint te volgen dat de wei afsloot. Want daar lag er wel een kleine brug over het water. En aan de andere kant was ook een geriefelijke bank.  Die hadden we vorige week in de regen ook uitgetest. 

We lieten aan iedereen weten dat het niet ver meer was, speelden alle kleren uit (bijna) en genoten van de warme zon.

Na een half uurtje gingen we dan voort, het Ratschinger Dalpad af voor de laatste 3,5 kilometer tot aan het hotel.

Op de kamer gingen de rest van de kleren uit en we waren klaar voor wat relaxen in het brubbelbad.

Hehe.

Zo hadden we uiteindelijk het almenpad volledig gedaan en het dalpad twee keer heen en weer. We mochten wel een medaille krijgen.

Bij het eten was er chocomousse. Was dat als beloning?

Tot de volgende keer,

Broer. 






Geen opmerkingen: