vrijdag 6 november 2009

Dag 21 - Op handen en voeten

Vandaag stond het laatste Nationaal Park of liever het laatste Nationaal Monument op het programma, de Pinnacles. Maar wat is dat een "Pinnacle"? Oorspronkelijk komt dit uit de Middeleeuwen. Een pinakel is de stenen spits die je vaak vindt bovenop de steunberen van Gotische kathedralen. Dus we gaan vandaag naar het Nationaal Monument van de Spitsen. Ha.

Maar eerst moesten we natuurlijk wakker worden. Het plaatsje waar we overnachtten was niet van die grootte dat het gezegend was met hotels en motels van de grote namen - met uitzondering van de Best Western, maar die had zo een slechte kritiek op het web, dat we elders een bed opzochten. Onze keuze bleek alles behalve slecht. Een ietwat ouder motel maar heel recent gerenoveerd, met waarschijnlijk de beste internetverbinding van alle plaatsen waar we verbleven. 's Morgens besloten we wel om toch maar de straat over te steken voor een warme hap en - vooral - een lekkere koffie.

En dan zijn we er klaar voor.

We bollen met ons Nissannetje holderdebolder door Main Street, King City en op een wip en een zucht zijn we door het stadje heen. Eerst rijden we nog langs wat wijngaarden - tip: enkele staan te koop. Dan wordt het druivenblad vervangen door grasland met zwarte en bruine koeien. Ook dat is Californi?.

En dan plots, alle remmen dichtgegooid, terwijl we over een bochtige bergweg onze weg zoeken. Wat zit daar in het gras? Een vos? Een uitgemergelde wolf? Nee hoor. Het is een Coyote. Wat de vos is voor de Belgische kippenkweker is de coyote voor de Amerikaanse veeboer. Je kunt maar beter letten op je vee. Het beest doet trouwens alsof het ons niet gezien heeft. Vossenstreken ja. We doen stilletjes het raam naar beneden maar de lens heeft zelfs geen tijd om scherp te stellen. De vogel huppelt vrolijk weg achter een heuveltje.



Dan rijden we maar verder nietwaar. Enkele kilometers verder zien we ons tweede exemplaar. Maar deze loopt een stuk verder weg van de straatkant en ook hij kiest het hazenpad. Hopelijk hebben we straks meer geluk in het park.

En dan passeren we een klein bordje Pinnacles. Het is dan ook een klein parkje en de boeren zijn nog altijd malcontent dat ze een deel van de goeie grond hebben moeten afstaan.

Het park is gekend voor drie activiteiten:
- rotsklimmen (niet echte onze dada)
- vogels kijken (condors en gieren - de dada van zaza)
- wandelen door gedeeltelijk overdekte riviertjes ttz grotten (of dat onze dada is weten we nog niet)

Eerst het bezoek aan het visitor center. Veel wijzer werden we niet en de mevrouw was de meest onvriendelijke van tien jaar parkbezoek. Duh! Zelfs noord en zuid kan ze niet uit elkaar halen op het plannetje.

Dan maar zelf op zoektocht.

Van het Internet wisten we dat je de condors vaak kan zien door de twee verrekijkers aan het VC. Dat deden we dan ook. In echte Amerikaanse stijl reden we met de auto ernaartoe - we moesten van de madam aan de toog!

Sandra heeft goeie ogen en zag even een paar vleugels boven de horizon maar dan is het spel uit. Vogels waren gevlogen. We hoorden wel geritsel in de struiken. Naast condors zitten er ook "Kalkoengieren" in het park (Turkey Vulture). De vogels zagen er uit als kalkoenen maar zijn het nu gewone kalkoenen of gieren? We weten nog altijd niet wat ze waren. Hoewel we nooit de typische gierenkreet gehoord hebben.

Dan maar ingestapt en op verkenning naar de rest van het park. Het park is in feite in verschillende stappen gegroeid. We kwamen dus nog een tweede en derde ingangsbord tegen! Het oudste is het mooiste. Op de laatste splitsing kozen we voor de weg die naar Bear Gulch loopt - echt een naam uit een Lucky Luke strip. Ver hoefden we niet te bollen. De weg stopt na een twee kilometer - het is dan ook een klein park. We werden verwelkomd door een uit de kluiten gewassen knaagdier dat onophoudelijk aan het fluiten was. Hij had het waarschijnlijk liever wat stiller.

Welke wandeling zouden we doen? De Cliff Loop leek ons wat moeilijk en lang. Dus toch maar de wandeling in de Bear Gulch tot aan de "grot". Er staan allerlei waarschuwing aan het begin - maar niet dat je niet te groot mag zijn of geen grote rugzak mag dragen. Het is er wel donker maar dat was geen probleem want we hadden voor een keer een mijnwerkerslamp mee. Spijtig genoeg maar een (1).

De weg was niet echt zwaar maar loopt wel continu naar boven, grote en nog grotere rotsblokken. Maar het was lekker warm in de zon en we voelden ons in vorm. En dan achter een draai, een zware metalen deur, alsof beren of superstieren moeten tegengehouden worden. Daar moesten we dus in. Het is inderdaad donker maar de eerste stukken waren er nog vele grote spleten langs waar licht kan binnenkomen. En de weg kon je nog gemakkelijk vinden. Altijd vooruit! (Immer gerade aus!)

Na nog een brugje en een deur werd het wel smaller. De rugzak paste maar net in de opening en voor Sandra was het gemakkelijker om dwars door de opening te gaan. Het werd ook donkerder. De rugzak kon je beter dragen want de spleten werden nog smaller en eerst voor Zaza, dan voor Bibi kwam het moment om op de knie?n te gaan. Dat stond niet beneden aan het pad vermeld! Uiteindelijk kwamen we in een grote open ruimte waar een klein beekje doorstroomt. Maar naar waar moeten we nu? Er is een pijl maar die wijst naar verschillende openingen. En net hier zijn er natuurlijk geen spleetjes licht meer te zien. Uiteindelijk moest een van beide op zoek naar de volgende pijl. Sandra was kandidaat - ik heb betere ogen in het donker. En oef, ze vond het anders zou je deze blog niet meer kunnen lezen :-).



Nu staat alles gelukkig wel goed aangeduid en na een wirwar van hoeken en "steegjes" kwamen we terug aan het oppervlak. Een smalle steile trap leidt naar het "reservoir" een klein meertje achter een kunstmatige rotsdam. Vanaf hier moesten we de Rim Loop volgen naar de parking - hadden we al dit geweten ... Enfin, we kregen nog mooie zichten op de vallei van bovenaf. En zo kwamen we na een kleine twee uur terug aan ons autootje. De fluitende knager was verdwenen en wij verkozen het zelfde te doen.

Op naar de Stille Oceaan.

Maar als in een schelmenstreek vloog er dan plots toch een grote vogel over de auto ? buiten het park natuurlijk, wat dacht je. Snel aan de zijkant gepasseerd en enkele foto?s genomen. Zaza houdt het bij een condor ? wegens zijn manier van zweven ? Bibi bij een gier omwille van de kreet. Zullen we het ooit weten?

Na een tiental kilometers Ranchland, kwamen we in een brede vallei, het oostelijk deel van Monterey County. Onze GPS stuurde alles wel nog in de war. Ondanks zijn "Up-to-date" kaarten, kende hij de nieuwe omleiding niet. Hij probeerde ons door nieuwe tuinwijken te sturen - slecht idee - of via een nog grotere omweg naar Santa Cruz te laten rijden of via een dirt road door te steken naar de US-101, de Camino Real. Maar we hielden het beeld stijf. We deden wel omweg maar de naft was toch al betaald.

Het hotel in Santa Cruz rook van boven tot onder nog naar het nieuw. Je verwachtte achter elke hoek nog wel een pot verf of een rol behang te vinden. Niet dat de service slecht was. Sandra was een "Gold Member" en ze werd gediend als een koningin. Een upgrade mevrouw? Onze beste kamer? Had U nog iets gewenst? ... Dan was er tijd voor enkele administratieve telefoontjes. Conclusie, Amerikaanse Klantendiensten zijn ook niet altijd jedat - of waren het Indi?rs die moesten klinken als? Het werd wel snel donker en ons kort bezoekje aan de pier en co viel dik tegen - gewoon geen mens op straat te zien enkel betaalparkings. Misschien hebben we gewoon de verkeerde afslag genomen maar Santa Cruz was doods voor een universiteitsstad en plezierboothaven.

Enfin, dan nog maar wat tv gekeken en gesurft en gemaft.

Tot later!

Geen opmerkingen: