Hey beste
vriendjes,
Vandaag hadden we
een extreem drukke dag. Om 7 uur zouden we de haven van Havana beginnen binnen varen en volgens Ilse lagen we aan de mooie kant. Sandra had haar wekker dus
maar net voor 7u gezet, maar zoals alle ander dagen waren we weer op voor het 7
u was.
Deze nacht was
Sandra al eens gaan piepen en ze vertelde me dat we aan het dobberen waren voor de
haven. Ah ja, want de Pilot van de haven kwam maar om 7u aan boord, dus veel
vroeger zou er niets gebeuren. Toen we buiten op het terras kwamen, zagen we nog net de Pilot aan boord gaan. De boot kwam langzaam terug op gang en
we ‘dreven’ de haven binnen. Je mag nooit op de eerste indruk afgaan, maar we
zagen heel veel mooie gebouwen die tamelijk tot zwaar vervallen waren. Hoe
dichter we kwamen, hoe sterker er een rare geur ons tegemoet kwam. Het werd duidelijk dat de stad nog diende te
ontwaken en dat er een groot verschil was tussen arm en rijk. Het verschil was schrijnend : langs de ene
kant zag je super mooie villas en tegelijk zag je enkele mannen water scheppen
uit de oceaan..
Net voor 8u kwamen we aan plaats 360 en kwamen we mooi naast de kade tot stilstand.
En het leek wel op de seconde getimed : net toen Sandra terug binnenkwam werd
er op de deur geklopt.. “Room Service”
Sandra deed open en snel werd duidelijk dat ze een foutje had gemaakt /
of ze het verkeerd hadden begrepen : in plaats van 1 bord met 3 spiegeleieren, had ze 3 borden met 2 sunny side up gekregen.
Nu eet ze dit super graag, maar 6 eieren zie ik haar niet opeten. Zelfs met mijn hulp kregen we het niet op.
Iedereen was mooi
op tijd op het appel : 9u30 in de martinis bar. En toen gingen we van boord.
Sandra had het zekere voor het onzekere genomen: mij goed weggestoken dat ik
niet gehondknapt kon worden en haar green-card veilig in de safe gelaten. Ze
wou immers een vlotte en snelle toegang krijgen en volgens sommigen werden er
willekeurig Amerikanen geweigerd ook al hadden ze een visum. De mevrouw van immigratie nam het paspoort,
wou dat Sandra het haar voor haren oren opbergde en SNAP een foto werd genomen. Direct nadien
kregen we een stempel in het paspoort en we waren in Cuba. Toen kwam de volgende vraag op : wisselen
we Euro’s om in de lokale wisselmunt of
toch maar niet. Ilse liep snel naar de gids en vroeg hem om advies. We dienden
niet te wisselen J We zouden normaal alles kunnen betalen met
Euros .. Neen, niet met dollars want Cuba en Amerika, dat klikt nog niet echt
Eens iedereen
door de immigratie was kon het avontuur beginnen. Eerste vervoermiddel om de
stad te herkennen : de ‘toffetaxi’. Het was een geel ding die net het
omgekeerde was van Sandra haar moto – 1 wiel vooraan en 2 wielen achteraan.
Maar in zo’n toffetaxi kan je maar met 2 personen zitten dus er werd wat
gezocht naar een geschikte ritparner. Uiteindelijk kwamen ze uit op de pa van
de 2 zonen. Ja we noemen die zo want hij is met zijn 2 volwassen zonen op reis.
Pa had ongeveer het karikatuur van Sandra en dus de 3 wieler zou in evenwicht
moeten blijven. We hadden een supertijd – ook al denk ik dat de massa in onze
toffetaxi veel hoger was dan bij de anderen, wij stoven regelmatige de anderen
gewoon voorbij. Die meneer Papa van de zonen, was ook een echte fotograaf en
diene had ehet chte materiaal mee. Je zag Sandra af en toe echt jaloers zijn op
zijn foto-materiaal… maar gelukkig was ik er om haar gerust te stellen :
Handbagage gewicht was belangrijk – je hebt de beste keuze gemaakt.
Na zo’n 40 min
door de stad te cruisen met de toffetaxi stonden we op de ‘plaats van de
revolutie’. Hier spreekt de baas van Cuba zijn volk toe en ook hier mocht
popie-jopie eens hallo zeggen tegen de mensheid. Het is een tamelijk groot
plein met duidelijke communistische trekjes . Op 2 gebouwen aan rond het plein stonden 2 afbeeldingen van hun meest favoriete leiders. Vraag me niet
naar de namen want ik weet het niet zo goed meer L
Na een korte fotopauze mochten we op een zeer verfrissende bus. Deze reed ons nog wat verder
door de binnenstad terwijl onze Engelse gids zijn lesje opdreunde. Maar plots
stopten we op de zijkant en bleven we dan wel 20 minuten staan. Onze chauffeur
werd gekidnapt door de politie : hij diende te bewijzen dat hij met de bus
mocht rijden, dat de bus verzekerd was en zo veel meer. Terwijl was er net voorbij onze bus een klein autootje gestopt in het midden van de baan(volgens mijn
snuffel capaciteiten zou die geen nummerplaat hoeven te dragen) Daar onze bus
daar half geparkeerd stond en dat klein onnozel ding echt gewoon met pinkers op
(zonder chauffeur) stond, werd gans de bus op een mooi auto-concencerto.
Uiteindelijk
stapte de chauffeur met wat gegrom in de bus en we reden verder. We hielden
uiteindelijk halt aan een soort toeristisch
mini-bokrijk : hier zouden we kennis maken met de magic 3 : de correcte manier van een sigaar opsteken ,
een super kleine expresso en wat cubaans water.
Ik kan jullie verklappen het was zalig en ik was nadien een heel klein
beetje haai. Sandra heeft dan maar wat verder gedronken en gerookt.. en nadien
de Romeo&Julia voorzichtig uitgedaan. “van deze gaan we wel aan boord na het
avondeten eens genieten zonder al die lamfertrand” en nog enkele gingen
akkoord. Afspraak om 22u30 in het
rokerskot aan de pool.
Na deze
uitspatting begon een korte wandeling door de binnenstad en zwaaiden we even
naar onze boot. We waren op weg naar onze lunchplaats : daar kregen we eerst
een Mojitto van het huis, een dikke lekkere soep en dan een visje. Volgens
Sandra was het visje super lekker, maar een hond die graag vis heet … die moet
nog uitgevonden worden hoor. Na een aardbei-ijscreme
die Sandra natuurlijk afsloeg ging de wandeling door de stad verder.
Uiteindelijk
kwamen we terug aan de grote steenweg waar 6 typische cubaanse wagens ons
opwachtte. Per 3 of 4 werd een wagen
gekozen en je kreeg er de chauffeur
automatisch bij. Onze wagen was een van 1955 en de eigenaar die er mee
reed vertelde in zeer gebrekkig engels dat hij toen ook geboren was. De auto reed wel wel goed maar ingang geraken
was nog al schokkend. Onze chauffeur zette zijn muziek wat luider zodat hij
niet hoefde te praatte (want begrepen elkaar toch niet) en weg waren we .. Na een korte in de buitenwijk van Havana
kwamen we dan bij het museum van Hemmingway. Hier woonden hij een hele tijd en
ontving hij ook regelmatig gasten.
Sandra was heel stillekes geworden – ik vermoed door de hitte een beetje bevangen. Na een uitleg over het huis
mochten we dan op visite. Allez, je kan door de openstaande deuren naar
binnenkijken maar het gaf je toch een mooie indruk hoe ‘zot’ hij wel was. En je
zou niet Sloefie de speurhond noemen, als je niet stiekem met de hulp van
security even binnen mocht. Sandra heeft
het bewijs als ze ooit de foto’s er bij zet. Nadien was het tijd om respect te
tonen voor mijn bondgenoten. Hemminway had naast zijn zwembad een kleine
begraafplaats voor zijn liefste viervoeters de honden. Ik heb Sandra gevraagd
of ik daar even alleen kon zijn.
Nadien stapten we
allemaal terug in ons stalenros en gingen we de autostrade op om via een andere
weg Havana terug binnen te rijden. Maar
stel jullie een autoastrade niet voor zoals wij die kennen : hier mogen bussen
gewoon op stoppen, mag je met kaard en par rijden (he Ilse), en kan je ook
gewoon met fiets of te voet gaan. Op een
bepaalde ogenblik reden we dan van de autostrade af en plots was mr de chauffeur
in zijn nopjes. Hij vertelde “nu jullie mijn dorp zien… ik hier wonen” Sandra
wist eerst niet goed wat antwoorden, maar vertelde dat ze blij was dat ze ook
even konden zien hoe hij woonde. Wel, ik heb er eigenlijk een nachtmerrie over
gehad. We zagen wel de mooie oceaan, maar nadien reden we door een wijk waar gebouwen
die volgens mij tijdens de koude oorlog waren gezet, langzaam aan het
wegbrokkelen waren. De chaufeur leek heel trots te zijn om zijn gebouw, we
hebben maar geknikt en stiltjes geweend.
Uiteindelijk kwamen
we terug in de stad en werden we afgezet aan ons 5de vervoermiddel. Ahja : de toffetaxi,
de bus, onze pootjes, de auto en nu…. Kaard en par. (opmerking van de nalezer: ik denk dat sloefie iets teveel water ophad) Met 3 of 4 klommen we in de open koets en
kregen we nog een stukje van dezelfde stad voorgeschoteld. We genoten wel maar
ik was uiteindelijk wel heel blij toen we terug aan het schip kwamen en onze
veilige kajuit konden opzoeken. De geur
op sommige plaatsen was voor mijn snuffelneus niet te harden.
Eens aan boord
gingen we snel allemaal iets drinken aan de poolbar alvorens ons klaar te maken
voor ons 2de specialiteitenrestaurant. Red ginger was een aziatisch
getind restaurant waar ik Sandra heb zien genieten van elke hap die ze nam. Ze
had R&R en M&L wat geadviseerd
over wat er allemaal op de kaart stond, maar het was duidelijk hemels.
Nadien werd het
tijd om snel aan mijn verslag te beginnen en dan aan hopelijk rustgevende dodo
te beginnen.
Slaapwel van de
vermoeide snuffehond
Sloefie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten