vrijdag 3 september 2021

D7 Rondje rond de kerktoren, rondje rond het meer

Dag beste lezers en lezeressen,


Vakantie, ik zou er wel aan kunnen wennen.


Traag wakker worden, tafeltje dat al mooi gedekt staat, geen alarmen of andere ondingen. Hehe.


Alleen zijn er wel die muggen ‘s nachts. Niet dat ik er last van heb. Ik heb een dik vel en weinig bloed, dus niet echt top of the list van het nachtelijke menu van de plaatselijke muggen. Mijn baasje daarentegen, die draait en keert en slaat een hele nacht door maar ‘s morgens zie je waar de muggen toch gescoord hebben. 


Technologie gebruiken, zegt u mevrouw. Maar ach we zijn naar hier gekomen voor de natuur en de gezonde lucht. Dan kan je toch geen gifmenger in de stekker steken!


Het plan voor vandaag? 


Eerst gaan we een korte wandeling doen rond een kerktoren hoog boven Menagio - hopelijk vinden de baasjes tijd om in de haven terug te stoppen voor een lekkere ijsthee zoals enkele dagen geleden - en dan een rondje rond een meertje dat boven op de pas tussen het Lago di Lugano en het Lago di Como ligt. Gezien de nachtelijke veldslagen met muggen groot en klein, leek dit niet zo een goed idee voor ons pluchen maar he, het zijn onze armen en benen niet die er uitzien als een berglandschap van rode puntjes.


Na nog een plasje en wat gerommel in de koffer, waren we klaar voor de grote rit van dertig minuten. Tot Menagio was er weinig te beleven. Er waren geen accidenten en reuzefiles in tunnels te rapporten. Baasje was wel een beetje verstrooid. Hij volgde de zelfde route als de vorige dag. Jipie, krijgen we eerst een ijsthee? 


Maar Sandra had het in de mot en stuurde ons dan toch de juiste bergweg op. 


Dit werd dan de eerste bergrit voor Nona. Nog niet zo spectaculair als de Splugen op zaterdag maar toch genoeg voor eerste kreetjes. Maar ze hoefde niet bang te zijn, we hielden haar hand vast - we waren speciaal daarvoor achteraan gaan zitten ipv met onze neus tegen de voorruit. 


We hoefden ons niet te haasten want de lokale bus was voor ons uit aan het rijden. En we hadden ook geen afspraak met de pastoor. Dus beemer kon het rustigaan doen. 


De wandeling dan. Naar het kapelletje van San Domenica. Dachten we dat we alles in handen konden laten van de baasjes … neen dus. Na nog maar dertig meter waren ze de weg kwijt. Allez, wisten ze niet hoe het verder moest. Moesten we nu links of moesten we nu rechts? Wel links liep omlaag en rechts omhoog. Links is dus verleidelijk om te volgen. EN dus neem je rechts. Want na een eerste inspanning is de afdaling des te leuker. Dat is domme pluchen wandellogica. 


Na vijf minuten waren ook de baasjes er van overtuigd. Pfff.


Na een flinke kilometer stijgen door het bos, alweer twee bordjes en een dilemma - tiens trilemma bestaat dat ook ? En gooi je dan ook kop of munt ? - plots was er een tweede heilige in het spel gekomen. 


Die tweede heilige had ook een kapel gekregen en die zagen we al staan. Voor de fotograferende baasjes leek dat alleszins een leuke plek. En dus gingen we eerst naar daar. 


Het eerste stukje was vlak. Maar daarna … wel honderd treden recht naar boven. Alsof we de trappen van Montmartre beklommen! Als een stoomtrein (puffend en kreunend dus) ging iedereen naar boven. De pluchen kreunden wat mee want we kregen een darm van de waterzak met elke stap tegen onze neus. Niet leuk!




Maar het uitzicht was wel heel heel mooi. Je zag helemaal het meer tot bijna in Como - had er niet zoveel smog of vocht in de lucht gehangen. 


En weet je wat ook nog goed nieuws was? Om verder te gaan mochten we de honderd treden terug aflopen. Jipie. Goed voor de knieen van de baasjes. Hihi.


We gingen tot aan het trilemma en kozen nu de pijltjes naar San Domenica naar omhoog. Gelukkig hadden we Sandra mee. Met haar scherpe ogen had ze verse krokkebazen zien hangen boven het pad en met haar lange armen kon ze er ook aan. We smulden er allemaal van. Hmmm. Lekker, zo’n verboden vrucht. 


Ondertussen waren we Nona wel uit het oog verloren. Maar ver kon ze niet lopen want er was maar een pad. 




We vonden haar terug aan het kapelletje van San Domenico, druk in gesprek met een Zwitser. San Domenico had een heel mooi plekje gekregen voor zijn kapelletje met een schitterend uitzicht over het meer. Maar je kan wel best niet teveel grappa of vino gedronken hebben op weg naar hier want het was nogal steil naar beneden als je verkeerd wandelde. 


Vanaf hier was het dan heuvelafwaarts naar de tuut terug. Mijn baasje vond het allemaal wat traag. En we liepen dan wel onder de bomen, maar ik denk dat hij ergens een zonneslag had gekregen. Want hij besloot nog eens naar boven te klimmen tot aan de andere heilige. Poco loco zijn die home sapiens sapiens soms. 


Ik ging natuurlijk mee want ik kon niet op tijd uit de rugzak. 


Tik tik tik tiiik. Dat is niet de vijfde van Beethoven maar het getik van de wandelstok op de stenen in het pad. Vanaf de kapel liep een stenen pad terug naar de parking. En, slim gezien, zo wisten wij al dat er ook een herberg was in het klein plaatsje. Daar zouden we dan ons buikje kunnen vullen alvorens naar de volgende wandeling te rijden.


En of de buikjes gevuld waren! Mijn baasje koos een pizza … met vis !!! Ansjo-vis. Voor de derde dag op rij. Zou hij een vergelijkende studie aan het maken zijn? Nona had beter gekozen. Een supergrote bistecca. Met dan nog een selectie groenten erbij. En het was allemaal op, met krot en mot. Wij hondjes keken heel sip. Hadden we toch gehoopt op een klein repeltje vlees, liefst met een beetje sappig vet er nog aan. Snif. 


Geen ijsthee gekregen. Geen vleesje gekregen. Snif, snif. 


Na nog een koffie en dessert (ook dat nog!) waren we klaar om met beemer naar de Lago Piano te rijden. Zouden ze daar ook concerten geven? Met die naam moet dat toch.


Na een half uurtje bochtenwerk om terug te rijden naar Menaggio en dan verder naar Lugano, kwamen we aan in Piano Piano of zo iets. Alleen waren alle leuke plekjes ingenomen door campings. En moesten we dus op zoek naar een plaatsje voor beemer want die mocht niet mee op de wandeling. Uiteindelijk vonden we een plek net naast de hoofdweg.


En dan waren we terug op weg voor de tweede wandeling. Vanmorgen was het een op en neer wandelen. Deze zou een vlakke bedoening worden … dachten we. 


Het eerste stuk was heel makkelijk langs de oever van het meer. We zwaaiden naar de eendjes en de futen die leerden duiken. Maar ze moesten te goed opletten en ze zwaaiden niet terug.


Samen met mijn baasje liep ik in de voorhoede. Maar blijkbaar hadden we niet onze goeie ogen mee. We hadden het papiertje links van de weg niet opgemerkt en baasje liep a grande vitesse verkeerd. Maar wat geroep en gezwaai bracht ons terug op het juiste pad.



Wat was het plan?


Dat pad zwabberde tussen de bomen en modderpoeltjes door. Als ik mijn pootjes maar proper hou, dacht ik. Na een halve kilometer draaide het pad plots naar omhoog, weg van het meer. Wijzer (nou ja) geworden van de vorige gemiste afslag, bleven we wachten tot iedereen aansloot.


Hehe we waren toch op het goeie pad volgens komoor of zo. Het pad ging verder over boomwortels en stenen tot aan een oude stenen muur. Blijkbaar moesten we nog verder naar het westen tot we aan een straat kwamen. 


Erg populair was het wandelpad niet. We kwamen echt niemand tegen tot we aan de eerste huisjes kwamen … een oude versterkte hoeve uit misschien wel Romeinse tijd. Maar geen straat te bespeuren. En dus gingen we maar verder en verder, over een oude kasseiweg. Ouw. 


Eindelijk een straat. We konden even rusten naast een drenkbak met stinkend water. We hadden wel zin in fris maar toch maar liever niet. 


Na een tien minuten was de wandelploeg compleet. En was de vraag wat nu.


Uiteindelijk werd beslist om de voorgestelde wandeling niet meer verder te volgen. Sommige mensen hadden graag een boompje gevonden of een drankje. En dus werd langs een fietspad terug naar Piano Piano gelopen. Dit bleek trouwens een oude spoorweg te zijn, lekker vlak en zonder wortels of afbrekende stenen. We hadden daar al een deel van gedaan trouwens, toen mijn baasje de afslag miste.


Na een noodboompje kwamen we terug aan de auto. We hadden gehoopt op een afspanning met een flinke frisse pint, maar in Piano Piano was er enkel een louche Thaise bar. En je kon er zelfs niet buiten zitten. 


Dus terug naar Menaggio. In de file. Met zotte Italianen op twee wielen voor wie een doorlopende lijn alleen maar een aanduiding is tussen auto’s (rechts) en moto’s (links). Dat er ook tegenliggers waren op de linkse vak, was een detail of een fiat-divers zoals een oud-burgemeester van Brussel ooit zei.


we moesten zelfs een stukje terug. Niet omdat baasje verkeerd reed maar drie vrachtwagens moesten elkaar passeren in een haarspeldbocht en dat is niet makkelijk.


En hadden Sloefie en ik nog gehoopt op een tussenstop in Menaggio voor een ijsthee… Noppes. We doken de tunnel in en reden naar het hotel. 


Iedereen leek een beetje op.


Wat zou morgen ons brengen?

Geen opmerkingen: