dinsdag 4 mei 2010

Dag 10 - Puntarenas, Costa Rica

Alweer 470 zeemijl gedobberd sinds het Panamakanaal. Vandaag werd het nog eens een actieve dag. Met alweer een andere tijdszone mochten we een uurtje langer slapen. Maar niet voor lang want morgen zijn we het uur alweer kwijt. Gelukkig maar dat we een uurtje langer mochten maffen. Om iets na 7 uur werden we verwacht in het Celebrity Theater, niet omdat we er optreden maar omdat alle excursies (met uitzondering van de uurwerk/juweel/stenenjagers) daar in groep losgelaten worden.

Maar zo ver was het nog niet. We vermoedden dat er wel veel volk zou zijn aan het ontbijtbuffet. Dus maakten we voor de eerste keer gebruik van het ontbijt op bed aanbod. De keuzelijst was redelijk lang en niet altijd even duidelijk. Als je twee keer bacon aanduidt, krijg je dan twee flinterdunne knisperende velletjes bacon of twee eenheden? Zou de toast wel voldoende gebakken zijn? En zullen we wel op tijd leveren? Enfin. echte existentiele vragen ... voor verwende cruisegasten.

En dan was het zover. Een resolute klop op de deur en een brede caraibische dame stapte met enige moeite ons kamertje binnen met een plateau drie hoog gestapeld met eten, drinken, bestek en fruit. Van honger zullen we vandaag is niet omkomen. We aten alles wat gezond was op ... en ook nogal wat van het ongezonde want dat smaakt zo lekker mijnheer doktoor.

Een twintig minuten later waren we klaar met het ontbijt en met de reisbagage. De wandelzak is omgebouwd tot water- en zonnecremecontainer, de fotorugzak kwam voor de eerste keer vanonder het bed vandaan. Allemaal klaar voor de grote trip naar de vulkaan. Maar eerst nog de formaliteiten van het vetrek. Aan de overkant van de pier lag trouwens nog een schip, de Statendam van HAL, en deze was zijn toeristen al aan het lossen.

Wij haastten ons dus naar beneden naar het theater. Oeps, verkeerd verdiep. We moesten op 4 zijn ipv 5. Troepjes mensen verdwenen door een geheime deur opzij van het theater. Komt dat wel goed? Een oververhitte begeleidster stond vooraan het verkeer te (ont-) regelen, ze was duidelijk haar trappers al kwijt en dat om 5 na zeven 's morgens. Foei. De chaos was dan ook ondanks de cruisegangers. Iedereen had mooi op voorhand zijn code voor zijn tocht van buiten geleerd (Wij hadden CR-7 of zoiets). Maar de mevrouw wou alles in kleurtjes en cijfertjes doen - andere cijfertjes dan die op de tickets. Groep Red One, White Two en Orange Five waren al vertrokken dus als je hier nog stond was je een grote oen en je geld kwijt. En of elke party een volunteer naar beneden kon sturen voor het ophalen van de stickers. Sandra offerde zich op als Chinees van dienst en kwam na enkele minuten verward terug. Wij waren Yellow Seven. Wij waren allemaal Yellow Seven. En dat is niet echt onze gewoonte, een uitstap kiezen die meer dan de helft van de andere mensen ook kiest. En dan mochten we allemaal naar beneden om via de ingewanden van het schip naar midscheeps dek 2 te gaan. Maar, ohwee oh ramp, Steven komt tot de consternerende constatie dat hij geen zonnebril meeheeft. Hij is zo dom geweest om zijn zonnebril af te zetten bij het tandenpoetsen en heeft dus de bril in de kamer laten liggen. (Wie is nu zo dom om met een zonnebril op naar de badkamer te gaan?) Dus mag steven 4 verdiepingen terug naar omhoog lopen en Sandra zal wel wachten op dek 2.

Je voelt zo al beste lezer, dat dit niet goed kon aflopen. De spurt naar boven (4 -> 8) en naar beneden (8 -> 2) werd wel in een recordtempo afgewerkt. Maar er was geen Sandra in velden of wegen te bespeuren. Wel een eindeloze rij mensen van Yellow Seven. Na een tiental minuten waren al die voorbij maar nog steeds geen Sandra te bespeuren. Tada. De telecommunicatie kwam ter hulp ... maar het staal van het schip was te dik voor de lichte straling van het locale GSM netwerk en een SMS kon niet vertrekken of ontvangen worden. Maar de redding was nabij. Een vriendelijke security stelde voor om te kijken of Sandra nog op het schip was. Bleek dat die minder dan een minuut geleden aan wal was gegaan. Er was licht aan het einde van de tunnel. Kwam het dan toch nog allemaal goed?

Wat was er in tussentijd gebeurd? Sandra voelde zich niet op haar gemak in zo een grote groep turistas (wel 4 grote bussen) en ging het (des-)organisatieteam nog eens verbaal te lijf. Blijkbaar hadden we dan toch de verkeerde kleur gekregen. We waren purple nine en niet yellow seven ... en vooral we waren maar met twaalf mensen, niet tweehonderd. Maar ... het venijn zat in de staart. Purple nine moest wel naar buiten via de voorste uitgang op dek 3. En zo kon Sandra nooit meer verschijnen op midscheeps dek 2. Maar die van Um vonden elkaar terug op de pier (niet iedereen is meer dan 1,92 meter of draagt een Duvel op zijn kop). Het was net niet om zeep.

Eens iedereen ingeladen was, alle twaalf, kon ons busje vertrekken. De begeleidster verontschuldigde zich voor het ontbreken van een toilet maar daar ging onderweg voor gezorgd worden. De struiken waar hier groot en hoog en niet-doorzichtig. Sommige schonken zelfs koffie of bananen. Aan het einde van de pier werd nog een ambulancier opgepikt (we gingen vandaag naar meer dan 2400 meter hoogte) en we doken het Costarricaans leven in. Op het eerste zicht leken we terug in Kenia : Vervallen huisjes, slechte (zij-)wegen, net Mombassa. Maar wel heel wat meer auto's en GSM's en mensen op hun zondags (logisch ook, het was zondag!).

De dame vooraan de bus ratelde ondertussen voort over het leven, het werken, de geschiedenis van Costa Rica. Hoe ze altijd het arme broertje waren geweest. Dat een banaanboom genoeg bananen levert voor een grote bananendoos en dan sterft. Dat die doos 4 USD waard is. Dat ze blij waren met hun spiksplinternieuwe Highway - met tol net zoals de Autoroute du Soleil. Het was wel duidelijk dat Costa Rica haar lievelingskind was en in feite stak het ook niet echt tegen. Niemand lag te knikkebollen. Na een klein uurtje rijden was het uit met de mooie hoofdweg. We doken de gewone straten in om zo rond San Jose (de hoofdstad) te rijden richting de Poas Vulkaan, het meest bezocht nationaal park van Costa Rica met een echt werkende vulkaan - weliswaar niet zo hard werkend als deze in IJsland maar toch, je weet maar nooit.

De beloofde plaspauze kwam er aan en inderdaad je kon er ook echte koffie en bananen zien en kopen. Het was het winkeltje van een grote koffieplantage. En de koffie was echt lekker. Na een tiental minuutjes konden we terug op weg, verder de bergen in. Veel zon was er niet te zien maar volgens het weerbericht was het vanochtend aan de caraibische kant van Costa Rica zonnig. Er was dus hoop. Ondertussen vertelde de dame over de verschillende types woud. Het droog woud (van hier tot in Californie), het nat woud (het regenwoud) en zelfs helemaal vanboven op de topjes van de vulkanen gematigd woud met eiken enzo. Iedereen knikte. We waren bij de les en de rest deden de gaten in de weg wel.

En zie, met minder grandeur dan een Amerikaans Nationaal Park, waren we eindelijk aan de ingang van het Poas Volcano National Park gekomen. Vroeg genoeg blijkbaar voor de drukte van de bezoekers uit de stad - want het was vandaag zondag! Het weer zag er goed uit en de begeleidsters "joeg" ons met kwieke stap het pad op naar de kraterrand. Niet omdat ze er snelsnel komaf wou van maken maar omdat ze het weer niet betrouwde. Het kan hier op 5 minuten omslaan. En dan waren we er. Een lichte stank van rotte eieren (maar minder dan de vorige dagen) en een grote pluim mist die van beneden naar boven trok. Even konden we beneden een groen meertje zien liggen (puur zuur met een Ph van bijna 0) maar de kraterpluim dekte alles terug af. Hadden we na al die belevenissen vanmorgen dan toch pech?

Nee hoor, een gezamelijk zucht en de wind keerde zich. Klikkerdeklik, klakkerdeklak. Alle fototoestellen schoten in actie. Uiteindelijk kwam de volledige krater vanonder de pluim vandaan. Iets wat hier blijkbaar niet alle dagen gebeurt. Een van de toeristen had wel pech. Ze hadden geen reservekaartje mee. Het was dus uit met de pret. Snel nog wat foto's van de andere kant van het platform en zelfs - hou U vast - een uniek moment: Sandra en Steven samen met een reuzevulkaan op een (1) foto.

Na enkele minuten veranderde de wind van gedacht en richting. Het spel was gedaan en we mochten terug naar de bus. Eerst wel nog een korte wetenschappelijke DVD met uitleg over de krater (de werkende, de ondergelopen en de oude krater) en dan kruipen we terug in het busje. Want het ging gaan regenen. Tiens, de zon scheen toch nog?

Ons busje hotste en botste terug naar beneden en inderdaad na enkele minuten mochten de wissers effe op. Een enorme wolk kroop langs de voet van de vulkaan naar omhoog en liet alle beekjes vollopen. Ondanks de geanimeerde rijstijl van de chauffeur slaagde de mevrouw erin om een "slaw" te zien in de bomen. Noodstop en tien toeristen rennen naar de bomen. Wat bleek: in de boom zat een mama-luiaard met een baby-luiaard en het was net voedingstijd. Een redelijk uniek moment blijkbaar want je vind niet veel luiaards meer tussen de plantages. De mama vertrouwde het niet helemaal en wou stilletjes verdwijnen maar onze juf liet het niet zover komen en we moesten terug naar de bus. Niet omdat we stout waren maar om de luiaard niet verder te storen. Net zoals koala's leven ze van moeilijk verteerbare planten. Elke beweging is er dan ook een teveel.

En hop we reden verder naar San Jose. Veel van de huisjes zijn er arm uit maar de tuintjes zijn groen en proper. We reden zelfs door een van de gevaarlijkste wijken van San Jose en gelukkig hadden we geen platte band - dat kregen we achteraf te horen. De lunch was rijk naar costariccaanse normen. Rijst en bruine bonen met kip, papaya's, groentemengeling en nog wat dressing. Wel heel lekker.

We vatten dan de lange weg terug naar het schip aan. We passeerden wel eerst nog langs Sarchi, het centrum van de ossenkarrenindustrie - ten minste lang geleden. Eerst reden we naar de grootste ossenkar ter wereld. Veel tijd om een foto te nemen was er niet. De regen had zich lang ingehouden maar nu was het zover, we kregen een echt onweer op ons hoofd. De kar stond gelukkig onder een afdak maar de weg terug naar het busje was lang en heel nat - zo'n drie meter, genoeg om doornat de bus in te duiken. Enkele kilometers verder konden we opdrogen bij een authentieke ossenkarrencarrossier. Die verkocht voornamelijk houten souvenirs en houten kinderwagens in de vorm van ossenkarren maar het merendeel was te groot of te zwaar om mee te nemen.

Terug in de bus werd het redelijk stil tot de mevrouw haar tweede adem vond en de overige wetenswaardigheden over Costa Rica begon te vertellen, de ganse Panamerican Highway lang.

Uiteindelijk kwamen we rond 4 uur terug aan de boot. Goed optijd en redelijk droog. De boot vertrok maar om 7 en we hadden dus alle tijd om de terugkerende touristas te bekijken vanaf ons dek 8.
\
De avond was nog niet gedaan. Het avondeten in het restaurant was een beetje bizar. Niet om wille van het eten, want dat was naar gewoonte in orde, maar door de bediening. Elke avond heb je wel een andere tafel. We zaten net naast de doorgang naar de keuken en al het personeel dat ons de vorige avonden had bediend kwam een babbeltje slaan, alsof we de geheime inspecteurs van Gault-Millau uit Mijn Restaurant zijn.

De avond werd afgesloten met een gigantisch vuurwerk. Neen het was niet het equivalent van de 4th of July, Quatorze Juillet en Drache National. Het was de combinatie van dat alles. Het onweer van de Poas had ons ingehaald en we hadden een enorm schouwspel met bliksem en donder langs alle kanten en het zeewater was aan het bruisen zoals enkel lekkere champagne kan.

Slaapwel

1 opmerking:

Anoniem zei

Hallo,

Wat een prachtig verhaal zeg! Wil je wat meer informatie over puntarenas klik dan hier.

Groeten,

Monique