maandag 10 november 2014

Dag 18 – een maandag in het water gevallen

Dag allemaal. Gisteren was het allemaal heel 007 met mijn eerste helikoptervlucht door tropisch Hollywood. Indiana Jones, Jurassic Park, Blue Lagoon, ... Allemaal opgenomen op Kauai.
Vandaag gingen we het wat eenvoudiger en minder gevaarlijk houden.

Eerst het belangrijkste moment van de dag, na het wakker worden, het ontbijt. Want hier zijn terug gevulde omeletjes te krijgen. En dus moesten we dat vandaag wel opnieuw proberen. Hmm. De vulkaanomelet was lekkerder, of had ik dat al gezegd?

Vandaag omelet, dus dat betekende wandelen vandaag.

Vandaag reden we naar de noordkust van Kauai, naar het meest noordelijke punt van Hawaii (waar mensen wonen tenminste). Want op dat noordelijkste punt ligt ook een groot vogelreservaat. We gingen dus vogeltjes kijken.

Uiteindelijk is Kauai niet zo groot als eiland. Op een halfuurtje waren we ter plaatse. We vonden een plaatsje voor tuut. We hadden onze 5 dollar al klaar om binnen te mogen. Maar er was een probleem. Er was een poort. En die was dicht. En die ging dicht blijven. Neen. Ze waren hier niet aan het staken. Het was maandag. En het park viel niet onder de Park Service maar onder het ministerie van landbouw. En die doen niet open op maandag.

Boehoehoe. Geen vogels te zien. Boehoehoe.

Er zat dus niets anders op dan tuut terug op te zoeken. En te vertrekken naar de volgende afspraak van de dag. We gingen naar het Ke’e strand en naar het Kalaiau pad. Allebei liggen aan het einde van de wereld, of toch minstens aan het einde van de HI-560. Verder kan je niet rijden want hier begint de Na’Pali kust van Kauai, 20 kilometer onherbergzame rotsflanken die bijna loodrecht in het water storten.

De afstanden zijn hier niet groot maar de wegen zijn niet altijd breed. Het duurde toch een klein uurtje voor we aan het einde van de weg waren. Het laatste stuk was zelfs een beetje moeilijk om te rijden. De vorige nachten had het hard geregend en verschillende beekjes waren kleine riviertjes geworden. En ze liepen gewoon over straat in plaats van door de buizen onder de straat.

Ook de parking stond een beetje onder water en het laatste stuk van de weg moesten we te poot lopen. Door orkaan Ana was er hier nogal wat schade en er waren stukken rots die moesten verwijderd worden omdat ze konden naar beneden rollen.

Ke’e Beach is een mooi strandje. Er was in feite wel wat volk, maar niet voor lang want er was onweer op komst. Wij gingen dus wandelen. Eerst volgden we een pad net echter de kust maar na een tijdje was het pad een grote modderpoel.

En dus zat er nets anders op terug te keren naar het beginpunt. Vanaf het strand konden we ook een tweede pad nemen dat hoger liep boven de kust. Maar na 100 meter konden we al terug. Het begon te onweren.

Er zat dus niets anders op dan terug te keren naar tuut.

En dan besloten we om toch maar terug naar het hotel te gaan.

Onze maandag was in het water gevallen.

Hopelijk morgen beter.

Tot morgen.

Geen opmerkingen: