donderdag 21 juni 2018

Dag 1 : Terug naar de zee

Dag Allemaal.

Ik val de deur in huis met een filosofische en wiskundige vraag.

Ik heb daar vannacht lang over liggen woelen en nadenken.

Als gisteren Dag -1 was, is het dan vandaag Dag 0 of Dag 1?

In vorige verslagen zijn mijn broer en ik steeds van -1 naar 1 gegaan. Maar is dat wel juist? Want een grote Indische Guru, allez ne wiskundige slimmerik, heeft het getal 0 uitgevonden. En dan kunnen we niet van -1 naar 1 gaan zonder langs 0 te passeren.

Zie je daar lig ik nu van wakker zie.

Heb jij dat ook soms, beste lezer?

Oef, dan ben ik niet alleen. 

Wat zeg je? 

Dat je niet geïnteresseerd bent in filosofie om 6 uur ‘s morgens?

En dat je liever leest wat er dag 1 gebeurt is?

Jaja. Als schrijver van deze blog wil ik je dat wel vertellen maar dan moet ik wel weten wanneer dag 1 is. Vandaag of morgen?

Oei. Een van mijn baasjes leest over mijn schouders mee. Dat ik beter kan stoppen met de filosofische redeneringen. We zijn op verlof en dan wordt er niets gefilosofeerd maar wel ontspannen. Trouwens, er is ook geen jaar Nul. Dus vandaag is dag 1. Voila.

Oei.

Waar was ik gebleven? O ja. Bij het opstaan.

Nog voor zes uur ‘s morgens ging Radio 2 van start. Dat is meestal een teken dat het een lange dag wordt. Nee nee, niet Radio 2 maar wel voor zes uur. 

Gelukkig moet ik niet zo vaak in bad als mensen en kan ik dus op mijn gemak wakker worden. Mensenbaasjes moeten een hoop dingen doen voor ze klaar zijn. Haartjes afsnijden. Vieze gezichten trekken naar zichzelf. Tanden kuisen. Alles nat maken en dan terug droog. En dan nog een reservevelletje aantrekken. En ondertussen nog wat gapen en zo. Enkel het boompje zoeken moeten we allebei doen. Brrr.

Gelukkig zijn de valiezen gisteren al in de auto gelepeld.

En dus hoefden we vanmorgen enkel maar het papier en PMD buiten te zetten samen met het ontbijt. 

Sloefie had zijn baasje ook op tijd uit bed geduwd en zo waren we al rond zeven uur klaar. Enkel nog wat vergeten dingen bij elkaar zoeken. Brillen bijv. En zonnebrillen. En petten. En oh ja, ook de medepassagiers.

Die moesten nog opgehaald worden. 

Want, surprise, surprise, we gaan niet alleen op verlof. Ook onze londerzeelse buren gaan mee op cruise. Hun eerste. Hopelijk zijn ze niet ongerust. 

Mijn broer en ik gaan toch na onze reis eens een hartig woordje met onze baasjes moeten spreken. Want zoveel verrassingen op een week, dat is teveel voor onze pluches hartjes. Meer nog. Nu heeft Loebas nergens om op verlof te gaan. EN DAT IS NIET LEUK VOOR LOEBAS.

Waar was ik? Ah ja, ik was de taxibegeleider en moest mijn baasje tot aan de kleem krijgen.

Pfff. Onze passagiers waren gehaast want ze stonden al buiten te wachten. 

GOEIEMORGEN ALLEMAAL, brulden we in koor.

Het was nog maar kwart na zeven, en Sloefie en ik waren in feite al bekaf. Hopelijk is de rest van de trip niet zo vermoeiend.

Mis poes. We gingen niet - zoals de rest van de auto’s - als zombies naar Brussel om een dagje naar een scherm te staren. We trokken in tegendeel door de smalle weggetjes richting het Vliegveld van Grimbergen. Neen, niet om daar met een tweedekker te vertrekken. Brrr. Maar om alle files te slim af te zijn. En dat lukte ook wel, al was niet iedereen even relax bij het rijden.

Net op tijd een kwartier te vroeg, kwamen we aan bij de bus die ons allemaal tegelijk naar Amsterdam, Piet Hein-kaai zou vervoeren. Mijn broer Sloefie had dan toch gelijk. Wij konden nog wat verder op krachten komen in de bus. Want naar Amsterdam, dat was file van in Rumst tot in Amsterdam. Mijn broer weet dat, want hij heeft vorig jaar ook die reis al eens gedaan. 

Mijn broer is een berezen hond.

Op klokslag acht waren we dan op weg. Iedereen die er moest zijn, was er. Mijnheer Didier zat vooraan, op de plaats van de reislijder. 

Wij zaten met ons zessen achteraan. Ons baasjes hadden allemaal een bank voor zich, wij hielden ons koest in de rugzak want we waren naar gewoonte meegegaan als verstekelingen. Neen, we zijn gaan transmigranten. Wij willen nog terugkomen. Dat willen transmigranten niet. Trouwens, de volgelingen van Emperor Bart houden niet zo van transmigranten en wij willen geen ambras aan het begin van de reis. ANders mogen we niet meer mee,

Samen vielen we in slaap. Er was momenteel geen nood aan waakhonden.

Iep.

We stonden stil. In Schoëte dan nog wel. Allez zo noemen de inboorlingen die plaats. Op de bordjes stond Carrefour Schoten. 

Daar moesten we nogal lang wachten op een paar opstappers. Die stonden op de verkeerde parking. 

Met een beetje vertraging gingen we dan terug op weg. Go West zongen de Village People, onze chauffeur zong Go North en we draaiden de E19 op. Dit baantje kende ik op mijn duimpje want langs hier gaan we ieder jaar treintjes kijken in Utrecht. Ik kon dus weer rustig indommelen. 

Iep.

Hoezo? Grenscontroles?  Nee, oef, toch niet. Een boompjesstop. Alle mensen mochten hun beentje eens gaan opheffen of een koffietje of gebakje eten. Wel grappig. We zijn nog maar 100 meter in Holland en alles van eten beginnen ze in het Frans op te noemen. Alsof het dan lekkerder is. Enkel Ronald niet. Die blijft McDonald. Misschien vinden de ollanders dat McDonald’s geen eten is.

Mijn baasjes gingen naar McDonald’s.

...

Terug het busje op met volle maag en lege blaas. En dan op weg naar Utrecht - tiens, minder druk dan op een treinendag. En dan langs Utrecht heen naar Amsterdam - tiens vaak een plaats van monsterfiles op wel vijf rijvlakken maar vandaag redelijk rustig. Je zou er van in slaap vallen. En dat deed ik dan maar ook. 

Iep.

Oei. File. Maar Sandra was niet ongerust. We waren bijna aan de bootjes. Het verkeer zat wel in de knoop want alle taxi’s van Amsterdam leken wel een passagier voor de boot te hebben. 

Na wat zuchten en een rood licht kon de bus dan toch de parking onder de cruise terminal inrijden. Pfff. Die is groot! Daar kan je een heel leger in verbergen. En dat waren allemaal bussen voor onze boot. O, O. Dat wordt straks drummen. 

En ja hoor, boven was het druk, druk, druk en moesten we slangetje lopen, net zoals wanneer je in Amerika toekomt. Maar hier lopen geen norse immigratiebeambten rond. Oef. 

Schuif, schuif, Wiegel, Wiegel. We gaan langzaam vooruit tot we aan de kop van de slang komen. Het is aan ons.

Ja Mevrouw. We zijn met twee. En met twee verstekelingen.

Ja Mevouw, we zijn allebei gezond. En twee dolle hondjes maar dat mogen ze niet zeggen.

Ja Mevrouw, we hebben ons paspoort mee. En wij niet. Want anders waren we geen verstekelingen.

Allez, we waren goedgekeurd en mochten aan boord. Nog wachten op onze medepassagiers. Om aan boord te gaan moeten we alweer aanschuiven. Een foto, een handontsmetting, een securityscan. En hops, we zijn aan boord van ons huisje op de golven. 

En we mogen dadelijk beginnen eten want het is al middag en zo weten de nieuwelingen dadelijk waar ze moeten zijn als het knort. Europees, Italiaans, Engels, Mexicaans, Aziatisch, Wafels, Ijskreem, ... ons buikje doet al pijn als we denken aan wat we allemaal moeten opeten.

Maar eerst gaan we een drankje drinken op het achterdek. Daar hebben we een mooi zicht op het IJ, de haven van Amsterdam en alle bootjes die voorbij komen. De baasjes zijn duidelijk dorstig. En na een uurtje ook hongerig. 

Na een tijdje is het tijd voor een rondleiding voor de nieuwkomers maar voor ons anciens is er de ligstoel op ons privé-balkon. Daar liggen we al snel met drie hout korter te maken. 

We zitten in de tweede service voor het avondeten dus gaan we eerst nog een vieruurtje zoeken voor onze baasjes. En dan nog wat rusten. Ondertussen is ons bootje vertrokken naar de haven van IJmuiden. Langs de nieuwe waterweg. Eigenlijk is het van centrum Amsterdam tot aan de zee een langgerekte haven met hier en daar een zijdok. 

Tegen het avondeten zitten we in de sluis van IJmuiden en kunnen we eindelijk de zee op. Op weg naar de haven van Peter de Grote. 

Dag lieve lezertjes, mijn pootjes doen nu veel pijn van het vele tikken. En mijn baasjes zijn moe. Ik heb de eerste wacht gekozen.

Groote Broer,

Waakhond, blogger eerste klas, reishond.

1 opmerking:

Sandra De Ryck zei

Schitterend!