Posts tonen met het label Sint Petersburg. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sint Petersburg. Alle posts tonen

zondag 1 juli 2018

Dag 7bis : een tweede dag met Peter de Grote en het weer zit nog altijd niet mee.

Dag beste lezers.

Het begin van dag 7 hebben jullie al bij onze hondenblogger kunnen lezen. De kamer was eerder de ziekenboeg geworden. En de hondjes werden van bloggers snel omgetraind tot verplegers. De hond, de beste vriend van de mens. Ook de pluche. En zeker de pluche. En ik mag het verhaal schrijven van de tweede dag op Russische bodem.

We mochten dus een half uurtje langer slapen. Maar dat was niet omdat onze chauffeur een beetje wou uitslapen. Neen. De Russische grenspolitie. De eerste dag krijg je heel lange en grondige controles van de kandidaat immigranten. Maar op het einde van de controle krijg je een papiertje. En dat papiertje - naar communistische en bureaucratische traditie - is heel belangrijk. Met dat papiertje mag je namelijk 's avonds terug op de boot en de volgende terug aan land.

De immigratiezaal was op twee agenten verlaten toen we er door wandelden. Ons groepje was al een beetje kleiner dan gisteren. Sandra was niet de enige die op dag een sneuvelde.

We waren zo snel dat we onze Russische begeleiders verrasten. Zij waren er nog niet!

Wat stond er vandaag op het programma? Twee originele bouwwerken van Peter de Grote. De eerste was waar hij zich ontspande - de Peterhof - en de tweede moest zijn stad tegen de Zweden beschermen - het fort Sint-Peter en Sint-Paul.

Hopelijk weet de chauffeur waar hij moet zijn. Peterhof is ter zuidwesten van de stad maar hij vertrok in noordwestelijke richting, naar Finland. Oeps. Misschien wou hij ons de nieuwe wijken laten zien. In Putin-stijl. We passeren o.a. het nieuwe voetbalstadion. De Rode Duivels gingen daar enkele weken later ook spelen, maar dit wisten we toen nog niet.

Uiteindelijk kwamen we op de nieuwe rondweg rond de stad. Vergeleken met Brussel ging het verkeer heel vlot. Op internet zie je vaak oerlompe (zatte) (zotte) russen die auto's in de prak rijden. Die kregen wij gelukkig niet te zien.

Na een half uurtje konden we van de snelweg af. We reden verder naar het Westen door een bos met heel veel datcha's. Datsja's zijn heel populair. Zelfs onder de partij waren ze niet verboden ook al waren ze een typisch teken van rijkdom onder de tsaren. Maar je moest dan wel een partijbons zijn.

Uiteindelijk kwamen we op de oude kustweg, de lokale versie van de Koninklijke baan zeg maar. En het eerste wat we zagen was een heel mooi huis boven een kleine heuvel met prachtig zicht op de golf van Sint Petersburg. De eigenaar? Een zekere Vladimir.

Dit gebied was altijd al belangrijk voor machthebbers. Ook nu zie je grote mooie huizen, kazernes, enzo. En overal is alles heel proper onderhouden. Vladimir houdt daar niet van. Onderweg kwamen we ook nog een oud kerkje tegen met keizerlijk verleden. Maar veel konden we er niet van zien want hij was volledig ingepakt in zeil.

Na nog een paar kilometer kwamen we een volgende oude kazerne tegen. Hier moesten we blijkbaar zijn. De tsaren hadden liever altijd genoeg soldaten bij als beveiliging. En die moeten natuurlijk ook kunnen slapen. En er liepen nog altijd kerels rond in camouflagevesten. Maar of het leger of politie was? Ook de politie loopt rond in camouflage.

Op de parking stonden nog maar een paar bussen. Tiens het was maandag en het museum was "speciaal" voor ons vandaag open. Eindelijk geen lange wachtrijen. Dachten we.

Na wat wachtposten en een klein zijparkje slaan we een laatste hoek om.

En oei. Wat we zagen hadden we niet verwacht.

Mensen stonden aan te schuiven om binnen te kunnen.

Honderden mensen.

En het museum was speciaal voor ons open!!!!

En dus begonnen we maar de favoriete bezigheid van een toerist tijdens het topseizoen ... aanschuiven.

En terwijl we aan het aanschuiven waren - een metertje alle tien minuten leek het wel - hadden we niet door dat er ook nog een killer rondsloop tussen de wachtrijen. Neen, niet de bijna-gepensioneerde agenten maar wel een brenger van bronchitis en erger. Er gingen nog slachtoffers vallen vandaag en de volgende dagen.

Tijdens het wachten konden we wel al wat rondkijken naar de buitenkant van het paleis. Het Zomerpaleis gisteren was in pastelblauw. De Peterhof was in paasbloemgeel. Het basisprincipe van beide gebouwen was in feite het zelfde - om het gebouw nog meer impressionant te maken, was het vooral lang en niet diep. Grote zalen liepen van buitenmuur tot buitenmuur maar de overige kamers waren langwerpig en ondiep met een gemeenschappelijke achtermuur. Zo hou je de kosten nog wat onder controle - en misschien ook de bouwtijd.

Schuifel, schuifel, schuifel.

Schuifel, schuifel, schuifel.

Na een klein uur waren we eindelijk binnen. Gelukkig was het hier minder druk dan in het Zomerpaleis. Niet dat je een zaal voor jezelf kon hebben, maar als je een beetje oplette kon je toch een redelijke foto nemen zonder volk dat in de weg stond.

De Peterhof was in feite het eerste grote paleis hier in de buurt. De grote zaal was overdadig met goud en spiegels. Met enkele kaarsen zou je het hier wel volledig kunnen oplichten leek het wel. In de woonkamers had je alweer alle mogelijke kleuren, groene, gele, roze, ... en in het merendeel vond je ook de typische kachels in Delfts Blauw. Het paleis had ook al een schilderijkamer. Deze had de muren volledig bedekt met schilderijen. De ene kader tegen de andere kader zodat je de kleur van de muur niet kon zien. De Romanov's bleven hun collectie trouwens continu uitbreiden. Als je als West-Europese adel wat aan lagere wal was geraakt, vond je in Rusland altijd wel een kandidaat om enkele stukken uit je verzameling voor een prijsje over te nemen.

Onze gids begon ons na een tijdje wel een beetje te pushen. Niet dat we echt buiten moesten maar om elf uur worden de kranen van de fonteinen opengedraaid en dat geeft een mooi spektakel.

Kijk hier maar eens.

Na het plechtige opendraaien van de kranen, mochten we uiteindelijk ook de tuin in. Het weer was trouwens al een heel klein beetje beter geworden. Het was niet meer miezerig. Maar zon was teveel gevraagd.

Het park was in feite toch meer bos dan Engelse of Franse tuin. Dus dat heeft Peter niet laten kopiëren van het Westen. Het park ligt tussen het paleis en de oever van de Golf. En daar staat ook het huisje waar Peter echt wou in leven, veel eenvoudiger dan het grote paleis dat er enkel was om zich te kunnen meten met andere keizers en koningen.

Voor de lunch en het fort moesten we terug naar de stad. De rit met de bus was ideaal om het vroege wekuur te compenseren. Lunch was in de buurt van het oude voetbalstadium van Zenith. Er was ons borscht beloofd. Een typische russische soep voor wanneer het koud is. Koud en grijs was het wel maar rode bietensoep was het niet.

Terwijl we onze lunch verorberden, gebeurde er wel een groot mirakel. Een onverwacht mirakel. Wisten wij veel dat het tot midden augustus zou blijven doorgaan ... De zon joeg de wolken weg en het werd warempel warm.

Op naar onze laatste afspraak. Waar het Grote Peter allemaal om te doen was. Het fort Petrus en Paulus om van hieruit de Golf van Finland te kunnen controleren.

Dit fort ligt op het Hazeneiland. Het ligt tussen de Neva rivier en de zee. Op de andere oever ligt trouwens het Winterpaleis. Het fort heeft altijd het garnizoen van de stad gelegerd. Naast de zes bastions bevat het fort ook de Kathedraal van Petrus en Paulus. De laatste rustplaats van (bijna) alle Romanov's.

En dat is ook wat wij gingen bezoeken.

Aan de buitenkant merk je al dat dit geen typische Russische kerk is. Het ziet er eerder uit als een Italiaanse interpretatie van de kerken die we nog in Tallinn of Stockholm gaan tegenkomen. En dat is het ook want de architect was Italiaans. Ook vanbinnen is dit geen typische orthodoxe kerk. Alles is heel barok met veel licht en veel goud - als je rijk bent, kan je al wat meer.

Het belangrijkste in de kathedraal zijn natuurlijk de graven van de Romanov's. Op enkele tsaren van lang geleden na, zijn ze allemaal terug samen. Elk heeft zijn eigen grafmonument in witte marmer van Carrara, met uitzondering van Alexander II en zijn echtgenote. Die hebben een massieve blok groene jade (hij) of roze rhodoniet. Ze liggen ook niet in het monument maar eronder. Ook de laatste tsarenfamilie wordt speciaal behandeld. Voor hen is er een aparte grafkapel met eenvoudigere grafstenen.

Na onze toer door de kerk en tussen de graven, kregen we nog een kort privé-optreden door enkele leden van het koor van de kathedraal. En dat russische monikken een serieus buikje moeten hebben - hoe kan je anders een kleine kapel laten klinken als een grote kathedraal.

Een keer buiten konden we genieten van een zomerse zon. Het werd eindelijk wat warm.

Een korte rit terug naar de haven. Oef, ons bootje ligt er nog.

Sloefie en Groote Broer waren heel blij ons terug te zien. Hun patient maakte het al een beetje beter en ze konden eens een luchtje gaan scheppen en een boompje opzoeken.

We gingen elke avond maar laat eten en zo konden we het vertrek uit de haven nog meemaken in een lekker zonnetje en vooral de doorvaart door Kronstadt. Dit is een fort en stad op zo'n dertig kilometer voor de stad, gelegen midden in de Finse Golf. Veel van de militaire installaties zijn vervallen of nutteloos - wat helpen bakstenen muren tegen atoombommen. Maar Vladimir blijft toch waakzaam.

Tot schrijfs.

Foto's vind je hier en hier

zaterdag 30 juni 2018

Dag 7 : onderschat Moedertje Rusland niet

Dag allemaal,

Eerst moeten we een kleine verontschuldiging schrijven.

We hebben jullie lelijk in de steek gelaten.

Want zo plots in het verhaal van onze avonturen in het land van nonkel Vladimir lieten we niets meer van ons horen.

Sorry.

Nee. We zijn niet opgepakt bij de grens door de NVKM, de GRU, de KGB of OKRA. En we zijn ook niet naar een goulash gestuurd. Of een goelag. Allez Siberië. 

Niks van dat alles.

We hebben onze taak van blogschrijver tijdelijk moeten neerleggen.

Want mijn broer en ik waren onder de wapens geroepen. 

Niet dat we in kaki moesten rondlopen. Neen, we liepen in het wit rond. Verplegerswit.

Waarschijnlijk herrineren jullie je nog dat we een derde hond gehoord hadden enkele nachten terug.

Na de eerste dag Rusland heeft het echt miezerige weer de derde hond mee aan boord gebracht.  We hadden dan wel mijn baasje naar de dokter gestuurd voor pillen en spuiten maar het was te laat. Ze zat al met de vlooien de zware valling.

En tijdens de volgende nacht werd het nog veel erger.

We moesten de volgende dag dan wel maar een half uurtje later opstaan - de tweede dag waren de Russen veel vriendelijker of zo. Net als de vorige dag werd er eten besteld via de tv. Dat was handig, zelfs al kwam het terwijl we nog in onze pyjama rondliepen.

En voor vandaag hadden we speciaal gecontroleerd dat er wel worstjes opstonden.

Maar de bestelling was alweer niet juist. 

Mijn baasje verroerde zich niet toen de wekker afliep.

Geveld door Moedertje Rusland.

Mijn broer porde zijn baasje dan maar om de deur open te doen. Want de levering was meer te vroeg dan gisteren. In plaats van een half uur later was het eerder op het zelfde moment.

Gezien de toestand van mijn baasje hebben mijn broer en ik dan wel spoedoverleg bij de Veiligheidsraad aangevraagd. Want ze bleef maar bassen en bassen. Daar moet meer dan een zieke hond in huizen.

Uiteindelijk besloot de raad tot een algemene mobilisatie. Wij werden verpleegster. Het andere baasje werd aan land gestuurd om te zorgen voor wat fotootjes en zo. Want ja we waren toch in Rusland vandaag, een kans die je niet elke dag krijgt.

En wat hebben we dan een hele dag gedaan?
  • Op tijd en stond zorgen voor nieuwe neusdoekjes.
  • Af en toe een glaasje water brengen
  • Af en toe een lepeltje levertraan of snoepjes in de mond stoppen
  • Veel waken (wij) en slapen (baasje)
Het meest kritische moment was wel wanneer de kamer eens moest verlucht worden. We hebben dan ons baasje onder de oksels vastgepakt en haar meegenomen naar de koffiehoek. Zo kreeg ze ook wat warmte binnen.

Hadden we al gezegd dat het koud was en miezerig? 

Neen? 

Dat was nochtans het geval. Alsof het al herfst was. 

Na de kuis kon ons baasje onbelemmerd verder uitrusten. De koffie met had duidelijk geholpen.

Het was lang wachten tot de rest van het gezelschap terug was.

En Moederjte Rusland was blijkbaar nog niet klaar met vechten, want nog twee meer slachtoffers waren te betreuren - zelfs al wouden die dat niet toegeven. Wij wisten wel beter. 

Broer heeft aan zijn baasje gevraagd om nog een verslagje te schrijven van de avonturen aan land. Hopelijk moeten jullie geen twee maanden wachten.

Sloefie en Groote Broer,
Niet-gediplomeerde verplegers

vrijdag 29 juni 2018

Dag 6 : De tweede Slag om Leningrad

Dag allemaal,

Dit is een moeilijk verslag om te schrijven. Niet dat er niet veel gebeurd is vandaag maar eerder omdat we er niet veel hebben mogen van zien.

Maar beginnen bij het begin zegt een van mijn baasjes.

Reveil. 

In feite eerder nog, bij het slapen gaan. Roomservice.

Ik haat dat woordje roomservice op een cruise. Want dat wil zeggen dat we allemaal er heel vroeg uit moeten om op te staan. En meer nog. Er staan bijna nooit beentjes op het menu en hoe kan een deftige hond nu een dag beginnen zonder een smakelijk, sappig, krakend beentje.

Ha. 

Reveil dus.

En die was vroeg. OM ZES UUR!!!

Ah ja. 

  1. Twee baasjes en twee hondjes die elk de badkamer nodig hebben in de ochtend. Bij de hondjes gaat dat snel maar bij de baasjes. Uren duurt dat, of zo lijkt het toch wanneer ik op mijn ontbijt moet wachten.
  2. Gisteravond raadde bijna iedereen van het personeel ons af om roomservice te bestellen en dus ging dat uren duren alvorens we konden eten. En dan zou mijnheer Didier niet op ons wachten. En dan moesten wij aan boord blijven. Boehoe. Mijn baasjes dachten slim te zijn en bestelden dan maar ontbijt tussen zes en halfzeven. Ze hoopten dat het eerder zeven dan zes zou worden. Ze zouden beter moeten weten. Maar ja, naar mij en mijn broer wordt op zo’n momenten niet geluisterd. Dan zijn het de grote mensen die beslissen. En die weten wat ze doen. Jaja.
Terwijl baasje een al zijn baartjes aan het afknippen was, draaide mijn baasje zich nog eens glimlachend om in bed.

MIS POES. DRIIIIIIIING. DRIIIIIIING.

Wie belt er nu om vijf na zes in de ochtend?

De roomservice.

Dat de roomservice onderweg was. 

Ha. Zie je wel. Wat had ik hun gisteren proberen in de oren te knopen? Maar nee. De baasjes wisten het wel beter.

Nog geen minuut later stonden zes dampende vliegende schotels op het kleine tafeltje van de living. 

ZES?!?

Wat hadden mijn baasjes allemaal besteld?

  • Twee keer Amerikaans bacon
  • Twee keer toast
  • Twee keer gebakken ham
  • Twee keer roerei
  • Twee keer croissant
  • Vier keer meloen (groene en rode)
Alles was er twee keer.

Of er beentjes bij waren, vroegen we.

Neen Sloefie, geen beentjes.

GDVRDMM.

Of er dan misschien een worstje over was voor ons. Als versterving wilden we dat wel oppeuzelen, zelfs zonder Tierentyn mosterd.

Neen Sloefie, geen worstjes.

GDVRDMM.

Maar dat stond wel op het blad, dat heb ik gisteren gezien.

Ja Sloefie, dat hebben we besteld maar dat is er niet bij.

GDVRDMM.

En gaan jullie niet reclameren?

Neen Sloefie, het is ongetwijfeld druk in de keuken en die worstjes komen nooit op tijd aan.

GDVRDMM. 

Ik denk dat ik de OVP ga oprichten, de Onafhankelijke Vakbond van Pluchewaakhonden. En als er iets mij niet aanstaat, dan ga ik in staking. Net als de collega’s van de OVS die hun trein stokken in de wielen steken als hun kleine teen zeer doet.

Ik zag wel aan mijn baasjes dat hun planning goed overhoop stond, net zoals het tafeltje met de zes ontbijt UFOs. De baasjes moesten hun rugzak nog herschikken, een plaats voor ons en flesjes water vinden en hun Internationaal Paspoort niet vergeten. Vooral dat laatste is belangrijk want anders is zowel Vladimir Vladimirovitsj als Mijnheer Didier boos.

Eigenlijk feitelijk maakte ik mij wel een beetje zorgen. Niet over mijnheer Vladimir enzo, maar wel over mijn baasje. Vannacht was ik plots wakker geworden van hondengeblaf. Ik dacht dat er een derde hond in de kamer was. Na grondige inspectie - door mijn broer, wat dacht je - kon ik maar een conclusie trekken. Het was mijn baasje. De bronchodinges was weer opgedoken. Als die haar te pakken krijgt, dan klinkt ze zoals de hond van de Baskervilles. En dat is niet leuk. Dan moeten we de mannen in witte jassen laten komen om haar longetjes beter te maken. 

‘S morgens zwegen mijn broer en ik maar over de bassend hond vannacht maar we lieten mijn baasje niet uit het oog. Tot ze ons diep onder kaweetjes stopte zodat de grenspolitie ons niet kon volgen. Ja, dan kunnen we ook niet veel zien hè. 

Opmerking van de redactie: De rest van het verhaal is dus niet op basis van visuele vaststellingen van de blogger van dienst maar op basis van wat ze later gehoord hebben. De werkelijkheid kan verschillen van wat hierna volgt.

Zo te horen stonden we in een hele lange rij. Al vanaf dek drie (de lift zegt telkens waar hij stopt, mocht er iemand in staan die ondertussen vergeten is waar ie wil uitstappen) en we konden pas op dek twee naar buiten. Pfff. Zo vroeg opstaan en dan zo lang aanschuiven. We zijn toch niet in de USSR zeker? 

Schuif, schuif, schuif ...

Schuif, schuif, schuif ...

Please sir ...

Bonk

Thank you sir ...

Eindelijk terug beweging. Ik denk dat we er door zijn. We zijn Rusland binnengesmokkeld. Hihi, wij zijn supersmokkelaars.

Schuif, schuif, schuif ... 

Oei. Te vroeg victorie gekraaid? Ah nee, iedereen wachtte op Mijnheer Didier of op de bus of op iets anders.

Na een tien minuten wachten kwam dan toch het bericht dat we naar de bus konden. Een paar ongeduldigen stonden ondertussen al buiten op het voetpad en mochten niet terug binnen. Iedereen moest wel zijn paspoort afgeven aan Mijnheer Didier. Was hij bang dat er toeristen zouden willen achterblijven in dit paradijs? 

Van de busrit kan ik niet zoveel meer vertellen. Het was nogal donker in de rugzak. Een keer uit de bus gingen we een beetje te voet en dan moesten we naar de metro. Daar was het sowieso een stuk warmer dan buiten. Het moet een heel diepe geweest zijn want aan de trap leek maar geen einde te komen. Ik snapte wel niet goed waarom we de metro in moesten. We hadden toch een bus. Ik denk zelfs dat ze een stukje heen en weer gereden hebben. Ik hoop dat baasje wat fotootjes heeft kunnen maken van de treintjes. Dit moet toch wel speciaal zijn, zo’n Russische metro.

Van de metro ging het in de bus en het werd dadelijk een lange reis. Ik hoorde iets over een zomerpaleis en over stoute Duitsers. Tja. Met Duitsers kan je toch maar beter opletten. Dat is met hondjes ook zo. Er zitten altijd valse tussen. Allez, ik bedoel gevaarlijke, met grote tanden en kwijl die uit hun bek loopt. De echte elite zijn natuurlijk de Mechelse. Huh? Ik spreek wel over herdershonden hè. Wat dachten jullie?

Na een lange rit mochten we dan eindelijk uit de bus. En plots was er de Brabançonne te horen. Een kleine fanfare zo te horen. Leuk.

Schuif, schuif, schuif ...

Schuif, schuif, schuif ...

Goed in groep blijven. Niemand anders er tussen laten.

Schuif, schuif, schuif ...

Dat klonk helemaal niet klantvriendelijk hier. De gids had ons ook al gewaarschuwd voor draken. Die loerden overal in de zalen van het paleis. En die konden vuur schieten. Wanneer er iets gebeurde dat hun niet aanstond. En dan moest je  vooral niets zeggen en angstig zijn. Of in plat vloms antwoorden en dan hopen dat de gids iets aardig in het Russisch vertaalde.

Schuif, schuif, schuif ...

Enfin de hele voormiddag werd er aangeschoven. En er waren heel veel mensen dicht bij elkaar. dat konden we tot in de rugzak ruiken. Pfff. Dan ruiken propere honden toch beter hoor.

Na een dik uur was het geschuif over. Er werd terug gewandeld en er werd over eten gepraat. Altijd een goed teken.

Na het eten, terug een uurtje bus. En de gids waarschuwde ons alweer voor gevaarlijke draken en dat we dicht bijeen moesten blijven.

Het volgende schuifelbezoek dan maar. 

Bonk, schuif, schuif, bonk, schuif, schuif ...

Zo te horen was dit paleis nog groter dan het vorige. Dat was het paleis voor in de winter en waar de favorieten waren opgesloten. Voor plezier van de tsarina’s. Baasje was veel foto’s aan het nemen. Ik denk dat er veel mooie schilderijen aan de muur moeten hangen. Dan neemt hij veel foto’s.

Schuif, schuif, bonk, schuif ...

...

Alarm fase Rood. De derde hond was terug. Mijn baasje probeerde wel om hem weg te stoppen. Maar broer en ik wisten hoe laat dat het was. Baasje was goed ziek. De kou en de regen van vandaag waren natuurlijk het ideale weer om de bashond naar boven te laten komen.

Het schuifelen hield op. We stapten terug. 

Maar niet voor lang. Transportmiddel drie : duidelijk een rivierboot. Gaan we een stadsrondvaart doen in de regen? Dan wordt het straks alarmfase donkerrood!

De gids vertelde honderduit over haar stad. En vooral over de paleizen die je overal kon zien. Elke tsaar had wel een ander paleis laten maken. En over de familieruzies van de tsaren. Als het niet vlotte, dan sloeg je mekaar gewoon het hoofd in of wurgde elkaar per ongeluk.

Wat is er zwaarder dan alarm Donkerrood? Heel de boot was aan het kuchen en snotteren. Het wordt de volgende dagen superdruk bij de dokter en apotheek. Hopelijk hebben ze voldoende anti-snot in voorraad.

En dan was het tijd voor de bus en de veiligheid van onze Eclipse. 

Please sir ...

Thank you sir ...

En we mochten terug aan boord en wij uit de zak.

Broer en ik hebben dan een heel indringend gesprek gehad met mijn baasje. Dan we de bashond gehoord hadden vannacht en ook op de bus en op het rivierbootje. En dat het beter was om die hond zo snel mogelijk de nek om te wringen. En dus naar de dokter te gaan en naar de apotheek. 

Gelukkig stribbelde mijn baasje niet te lang tegen. Anders hadden we de hulp van andere baasjes moeten inroepen. 

Na een kwartier was baasje terug. Zonder griep maar wel met twee flessen Night and Day. Prognose bevestigd.

Nu stop ik met schrijven want ik moet mijn baasje verzorgen.

Tot morgen misschien, tenzij ik verpleegstertje moet blijven spelen.

Sloefie