vrijdag 31 oktober 2014

Dag 11 – Eiland nummer 3

Vanmorgen was het vroeg opstaan. Om 6 uur. Pfff.

Gelukkig was gisteren alles al goed ingepakt behalve de toiletzak en ikzelf. A ja. Ik ga me maar verbergen in de rugzak als het echt niet anders kan. Ik ben dan wel illegaal maar dan wel met standing.

Het hotel was nog heel stil. De afrekening lag ook al aan de voordeur van de kamer. Dus we hoefden enkel nog de sleutels in een sleutelbus te gooien en we konden op weg met de tuut. Minneke kon zat al veilig opgeborgen want we wisten de weg naar de luchthaven – gisteren gecontroleerd bij het terugkeren van de zonsondergang.

Dus was het zo snel mogelijk naar de Alamo site aan de luchthaven. Hier was het dan wel wat drukker. De controleur keek of we tuut geen pijn – lees blutsen – aangedaan hadden. Nee dus. Alle krassen en schrammen waren van vorige bestuurders. En het busje naar de luchthaven – 500 meter verder – stond al klaar. Jiha!

En zo mochten we voor zeven uur al aanschuiven voor een ticket. En ja hoor. Ook op dit klein vliegveld waren de robots al aangekomen. Inchecken via een terminal. En dan naar de veiligheidscontrole. Want zelfs op deze kleine luchthaven moet je gecontroleerd worden. En de voor de scanner moest weer alles uit de rugzak. Ikke gelukkig niet. Oef. Hihi.

En zo werd het dan toch bijna half acht voor we aan het ontbijt zaten. En wat een zonde want de koffie was van ... Nescafé. En dat op de luchthaven van Kona, gekend voor zijn Kona koffieboon. Zonde. Schande. Waf.

Wat wel leuk is aan de luchthaven van Kona is dat je gewoon in de open lucht wacht op je vliegtuig. Het regent er toch zo weinig dat je zelfs kan bruinen terwijl je op het vliegtuig wacht. Tof. Er zijn ook geen grote slurven om tot in het vliegtuig te geraken. Je gaat een deurtje door en je loopt over de tarmac naar het vliegtuig. Simpel toch.

Maar dan was er nog een grote vraag open? Zou de rugzak op het vliegtuig mogen of moest ik in de bagage. Na een tijdje kwam een mevrouw de bagage controleren. Ik heb me zo klein mogelijk gemaakt en het is gelukt, we mogen op het vliegtuig.

Dat is trouwens het kleinste vliegertje tot nu toe. Met twee ventilatoren aan zijn vleugels. Hopelijk moeten we niet trappen tijdens de vlucht. En de bagage werd achter de zetel van de piloot gestopt. Hihi. Een speelgoedvliegertje.

Lang duurde de vlucht ook niet. Na een twintig minuten was de piloot al terug klaar om te landen. Hij moest enkel goed mikken dat hij pal tussen de twee vulkanen van Maui vloog. Want de luchthaven ligt in het vlakke deel tussen de twee vulkanen in. En dat deed hij ook prachtig.

De luchthaven van Maui is heel wat groter dan de twee op Big Island samen. Er komen dan ook veel meer toeristen naar Maui en vooral rechtstreeks van het vasteland. De bagage nam ook haar tijd om er door te komen. Er zat trouwens terug een papierke in dat ze doorzocht was. Hihi. Ze zochten in de verkeerde valies om mij te vinden.

En dan was het tijd om een nieuwe tuut te vinden. Het busje van Alamo stond al te wachten en na twee minuten en 500 meter waren we ter plaatse. En we mochten zelf gaan kiezen met welke auto we wilden rijden. Na een witte Ford Focus en een bruine Chevrolet Cruze werd het nu een witte Chrysler 200. Gebouwd op het onderstel van een Alfa Romeo maar het was er niet aan te merken.

Minneke was in een mum geïnstalleerd. En we konden dus op weg. Wat een file zeg. Gelukkig was ze in de andere richting. Minneke voorspelde een rit van een klein uur. Oei oei. Dan gingen we veel te vroeg zijn. Want meestal mag je maar op je kamer rond 3 uur. We konden het natuurlijk altijd proberen. Maar eerst moesten we nog in Lahaina geraken.

Dat liep vlotter dan Minneke voorzien had en zo waren al voor twaalf in ’t stad. En als goeie toeristen begonnen we met een cruise langs Main Street, allez hier noemt die Front Street want dit was vroeger de straat langs de kust. Veel was er niet verandert aan Front Street volgens Steven. Nog altijd een aaneenschakeling van winkeltjes met van alle soorten prullen met af en toe een tof winkeltje. En bijna op het einde van de winkeltjes was er ook een bekend cafeetje. En daar zijn we dan ook iets gaan eten. Lekkere nacho’s. Njam, njam.

Maar met al dat geslenter en gelunch, was het nog maar goed 1 uur geworden. Er zat niets anders op dan naar het hotel te rijden. Minneke wees de weg maar voor een keer sloeg ze de bal er toch naast. Want waar we volgens haar moesten zijn, was enkel een parking. Dan ook maar eens vriend google geprobeerd. Zelfde resultaat. Het was dus niet de fout van Minneke. Oef. Uiteindelijk zagen we uit een van de appartementjes een kuismadam tevoorschijn komen en die wees ons wel de weg naar het juiste gebouw.

En we hadden pech. Onze kamer was nog niet klaar en we moesten tot 3 uur wachten. Maar we konden alle papierwerk al op voorhand doen. En we lieten ook het spuitgerief van steven achter in de frigo want dat kan niet zo goed tegen de hitte. Dus wat nu te doen? Wel we konden alleszins al zorgen dat de frigo gevuld geraakt. Onderweg hadden we een Safeways gezien en dus zijn we tot daar teruggereden. Maar daar kan je ook al geen twee uur spenderen. Maar er was ook nog een madam S*b* en daar heb ik dan nog een melkske gekregen van Steven. Omdat ik zo braaf was ... en we toch moesten wachten.

En zo tegen drie waren we terug aan de lobby en mochten we naar ons appartementje. Wow. Dat was groter dan een studio met een keuken en een buanderie – hihi – en een grote zetel voor mij alleen en op vier meter van een zwembad.

Nadat we alles wat uitgepakt en weggezet hadden was het al na vijf. Veel toeristisch konden we niet meer doen. En dus heb ik wat geblogd en steven wat tv gekeken.

Morgen is een nieuwe dag.

BB

Geen opmerkingen: