zondag 26 oktober 2014

Dag 6 – De lange rit

Vandaag was een beetje een rare dag. Ik verstond het niet helemaal.

De dag begon nochtans heel lekker. Met omelet natuurlijk – vandaag met ham en bacon en Jack kaas – en worstjes en wafels. Dus we gingen terug wandelen. Jipie. Ik vind dat fijn ... om gedragen te worden. Alhoewel. Helemaal gerust was ik er toch niet in. Vergeleken met de vorige dagen hing er toch heel wat meer rook boven de krater. Dat had ik vanmorgen al gezegd.

Ah, dat had ik nog niet gezegd. We zijn vanmorgen om halfzes al eens opgestaan. Om nog eens foto’s te pakken van de rookpluim boven de krater maar met wat meer licht in de lucht. Boven de krater hing er een grote paddenstoel, groter dan anders. En ook waar we gisteren gewandeld hadden, hing er veel meer rook. De vulkaan zou toch niet uitbarsten zeker?






Nu ben ik wel mijn schrijfdraad kwijt. Waar zat ik nu?


Ah ja. Ik zat op de tafel in de kamer. En ik had niet veel plaats want de rugzakken en valiezen lagen allemaal op bed. Oei. Steven was aan het inpakken. Zat de vakantie erop? Moest ik terug 24 uur in de rugzak? En gingen we dan niet meer wandelen?

Na een half uur werd ik dan naar de auto gedragen. Oef. Ik mocht naast mijn nieuw vriendje zitten. Minneke heb ik hem genoemd. Of is het een haar? Mijn vriendje heeft wel nog niets gezegd. Alleen maar biep. Gelukkig zag ik ook de wandelrugzak liggen in de auto. Jipie, we gingen toch wandelen. Zouden de valiezen ook mee gaan op wandeling?

En dan waren we weg met de tuut. Maar vriendje had nog wat vrijetijd gekregen. We gingen verder het park in. We gingen terug de Chain of Craters Road af. We gingen wandelen over het Pu‘u Huluhulu Trail. Das een pad met veel u-kes he?

Wat is er nu zo speciaal aan het Pu‘u Huluhulu pad? Ik wist het ook niet hoor. Ik heb het ook moeten vragen. Pu‘u Huluhulu is blijkbaar een van de meest recente bijkraters van de Kilauea. In de jaren zeventig is hij een aantal keer actief geworden. En als je tot het einde van het pad loopt, dan zie je zijn jong broertje Pu?u ????. Die is al 30 jaar actief en heeft al een dertigtal huizen laten opbranden met zijn lava.

We gingen dus wel moeten opletten en af en toe voelen of het onder onze pootjes niet te warm aan het worden was. Letterlijk. Het was wel een redelijk makkelijke wandeling. Geen rookpluimpjes boven de lava. Niet net op het randje van de krater. Wel veel lava. En niet veel volk. Boif een beetje.


Uiteindelijk kwamen aan een klein heuveltje. Van daar konden we in de verte Pu'u 'Ō'ō zien. Of liever de helikopters die erboven ronddraaien om de toeristen mooie foto’s te laten maken.


We waren na een klein uurtje terug aan de tuut. En vriendje werd ook wakker. Want nu ging we een grote toer maken. Helemaal rond Mauna Kea, de grootste berg ter wereld en ook de grootste vulkaan.

En omdat de Mauna Kea zoveel groter is, heeft hij ook veel meer lava geproduceerd. En dus werd de rit al snel een beetje eentonig. En omdat vriendje de weg in het oog hield, kon ik mijn oogjes een beetje sluiten. Om zes uur opstaan was toch vroeg hoor.

Na een uurtje ben ik dan wel plots wakker geschoten. Het schemerde voor mijn ogen. Steven zei me dat het de ruitenwissers waren. We waren nu aan de andere kant Mauna Kea, de kant waar de wolken vanuit de zee tegendrijven. En dan is er regen, veel regen. En de brede weg van een uur geleden was nu een smal baantje geworden met een scherpe bocht elke tweehonderd meter.

Na nog een uurtje stopte het eindelijk met regen en begon het zonnetje te schijnen. Eindelijk. En blijkbaar waren we op onze bestemming. Want nu reden we file van verkeerslicht naar verkeerslicht. En we stopten uiteindelijk aan een koninklijk hotel. Allez King Kamehameha hotel en dat is genoemd naar de grootste Hawaiiaan.

Hier gaan we terug wat dagen blijven. Dus ik moet nog niet in de valies. Jipie.

Tot morgen.

Geen opmerkingen: