donderdag 30 oktober 2014

Dag 9 – Op stempeljacht

Dag allemaal.

Zoals je gisteren al kon lezen, is ons verblijf in Kona heel wat minder inspannend dan het verblijf in Volcano. Ook het ontbijt is wat minder, maar ik mag niet te hard klagen want wie weet ...

Het eerste stukje van de dag ... is een kopietje van gisteren. Alweer een vroege kamermadam die probeerde binnen te geraken en een chauffeur die duidelijk wou uitslapen. Misschien dat de nachtelijke muziek aan de bar er voor iets tussen zat. Want die was tot zeker 2 uur blijven doorspelen. Gelukkig was er niet al te veel Hawaïaanse muziek bij want dat is toch niet echt mijn stijl.

Want stond er allemaal op de plank vandaag? Zegt men zoiets?

Om te beginnen, geen zware wandelingen dus ook geen omelet als ontbijt. Zoals een bekend Vilvoords politicus ooit zei ... geen commentaar.

Wie ook honger had, was tuut. Dus die kreeg een lekkere schelp als ontbijt. Sorry Victor, er was geen Chevron in de onmiddellijke buurt.

En dan gingen we op weg. Gisteren waren we naar de natte kant gereden, vandaag gingen we naar de droge kant. En blijkbaar was de bedoeling om de ontbrekende stempels van de nationale parken te vinden. Ha. Ik begon al te zoeken samen met Minneke. Maar Minneke kende geen stempels, wel parken. Dat was dan toch al een begin.

Als eerste stopten we aan Kaloko-Honokohau. Alweer zo een lange Hawaïaans naam. Het is een klein parkje, voor het grootste deel een zwarte eentonige lava-landschap. En de lava is van de puntige en brokkelige a’a soort. Waarom heet dat zo? Wel loop eens met je blote pootjes op dat soort lava, dan zeg je dadelijk zijn naam.

Maar wat is er nu zo bijzonder aan deze plaats. Wel hier zijn restanten gevonden van een oude nederzetting waar men vissen ving en kweekte. En ook zijn er enkele putten met drinkbaar water. En daarom was er ook een dorpje.

Je zou zeggen, maar op Hawaii regent het toch veel dus er is toch regenwater genoeg. Dat is juist. Maar hier in Kona zitten we wel op het droge stuk van het eiland want de regenwolken worden tegengehouden door de grote vulkaan. En dus was het wel belangrijk dat een dorp toch toegang had tot grondwater. Met al die lava in de grond, vind je niet zo vaak water.

Hoe ving en kweekte men nu vissen? Wel de vissen werden gevangen met muren, niet met netten. De Hawaïanen hadden namelijk muurtjes gebouwd in een lagune. En bij laag water stonden de muurtjes boven het water uit. Bij hoog tijd of hoge golven, stonden de muurtjes onder water. En met de sterke stroming werden de vissen in de lagune opgeschept door het water en over het muurtje gegooid. Geniaal he? Ik zou er zelf niet kunnen opkomen. Een keer laag water konden ze de vissen zo opscheppen. Ze hadden ook bassins gemaakt met lavasteen die een beetje hoger gelegen waren. Daar konden ze de vissen bewaren.

Na dit leerrijk parkje was het tijd om naar het tweede nationaal park te gaan. We waren wel efkes onderweg. En het was heet buiten. Pfff. Wat een verschil met gisteren bij de koning.

Na een dertig mijlen stopten we aan de Pu’ukohola Heiau. Nog zo een naam om je pootjes bij te breken wanneer je je blog aan het schrijven bent.

Dit parkje is het tweede Koninklijk parkje, samen met het parkje van gisteren. Hier had namelijk koning Kamehameha I namelijk zijn tempel voor Ku gebouwd. En Ku is de oorlogsgod van de Hawaïanen. En als je alle eilanden wil veroveren, dan kan je er maar beter voor zorgen dat de oorlogsgod je gunstig gezind is. En daarom dat Kamehameha een grote tempel bouwde voor de god Ku. En deze tempel is een van de weinige die nog redelijk goed bewaard gebleven is. De meeste tempels zijn vernield in 1820 toen de oude godsdienst en wetten werden afgeschaft.

En zo hebben jullie dank zij mij alweer een mooi stukje cultuur mee opgepikt.

En wat staat er morgen op het programma? We vertrekken naar de sterren. Jipie. Ik hou van reizen.

Big Brother

Geen opmerkingen: