donderdag 24 september 2015

Dag 14 - Vermist

Auw auw auw auw.

Mijn poep doet pijn.

Heel hard pijn.

Auw auw auw.

Ik heb op mijn poep gekregen

Ik ben blijkbaar stout geweest.

Ik vond nochtans van niet.

Mijn baasjes waren vannacht twee mangrovebossen aan het omzagen en ik kon niet slapen.

Dus dacht ik dacht zo, 

Sloefie ga eens op verkenning 's nachts. Jaag eens op de hotelkater. 

Geen goed idee blijkbaar.

Sandra had al snel door dat ik verdwenen was en ze moest en zou me terugvinden. En ze vond me. Logisch. Ze had me onder het deksel begraven.

En toen Steven me dan toch terugvond, hebik flink op mijn poep gekregen en ik moest beloven dat nooit meer te doen.

Auw auw auw.

De rest vaan de dag heb ik me maar stilletjes gehouden. Want het was ook valiezeninpakdag. En ik weet uit ervaring dat dat ook een stressmoment kan zijn.

Vandaag was het Swahili Dag in het hotel.

Je kon er een les Swahili volgen - hadden we tijdens de safari al gedaan - of verse jonge kokos drinken en eten - lekker !! - of een tattoo zetten - daar vertel ik lekker niets over. En 's avonds was er nog een strandparty - na negen uur dus veel te laat voor mijn baasjes, daar zou ik wel voor zorgen.

De dag begon wel niet goed. Een dikke mijnheer lag onder een van de palmbomen te slapen. En toe plots boem. Er viel een grote tak naar beneden. Grote paniek. Niet nodig. De mijnheer had ook een dikke kop. Gelukkig voor de mijnheer en het hotel.

Vandaag zaten we aan de oceaan op het strand. Heel rustig. Niet veel te beleven. Geen aanspoelende drenkelingen of dwalende hotelkaters.

Sandra is twee keer tot halverwege het rif gelopen. Het is hier niet diep dus ze hoefde zelfs niet te zwemmen. En steven heeft zich laten vangen aan de zon. Die ziet er een beetje veel kreeftrood uit. Hihi. Eerst smeren dan zonnen zeg ik altijd.

Voor de rest hebben we heel lekker gegeten en veel gedoezeld. Want van doezelen word je moe.

Niet dat ik vannacht terug op verkenning wil gaan. Mijn poep doet no altijd pijn.

Auw auw auw.

Tot morgen,

Op weg naar ander weer.

Sloefie.

woensdag 23 september 2015

Dag 13 - nixen maakt ook moe

Daag,

Ik zit een beetje met een writers block. Ttz ik heb niet echt inspiratie om mijn dagelijks stukje te schrijven. Maar als ik niet schrijf komt er geen been op de plank, of brood, maar ik heb liever been dan brood.

Mijn plan met de drankjes was goed gelukt. En de mevrouw van de bar had extra geholpen met nog een lekkere ijstee. Hihi. De baasjes waren maar om kwart na zeven wakker. Hihi.

Maar ze hadden toch rap zich klaar gemaakt voor ontbijt en handdoek leggen. Niet dat er veel toeristen zijn maar je moet wel op tijd je favoriet plaatsje zoeken rond het zwembad.

Vandaag gingen we onder het afdak liggen. Dat was een beetje koeler voor mij en Steven en Sandra kon dan makkelijk naar het water of een plekje in de zon als het te heet of te fris was.

Ik ging het rustig aandoen. Maar eerst moest ik nog een blogje inhalen.

Na de tweede blog heb ik dan maar mijn pootjes laten rusten. Zalig. Niets doen. Zoet niets doen. Oei, dat was de titel van gisteren.

Na een klein vullingetje voor mijn maag kon ik er weer tegen. Lekker niets doen.

Sandra rende van het water naar de zon naar de koelte naar de zee. Pfff. Veel te vermoeiend.

En zon bleef lekker branden.

Gelukkig was steven ook eens naar de kamer gegaan want daar lag een briefje dat er vanavond een verrassing zou zijn in de kamer.

Nu was ik wel nieuwsgierig. Zouden loebas en loebas komen spelen? Want ik mis ze wel. Of zou ik extra spicy beentjes krijgen? Mmmmm.

Rond halfzes joeg ik dan ook mijn baasjes uit bed naar de kamer. Ik was razend benieuwd naar de verrassing. 

Ik ging al op het terras liggen om goed te kunnen zien wanneer de verrassing zou komen. De hotelkater kwam langs maar die heb ik snel doen afdruipen. 

En dan zag ik een grote plateau passeren. Jipie, beentjes!!!

Ik liep snel naar de deur. En wat had de ober allemaal mee?

Wel een karafje witte wijn, een cola light - we are 33 - een hapje met vlees, een hapje met vis en een grote garnaal in wortelpuree.

Awouhou, geen beentjes. 

En ook geen loebas. 

Snif.

Maar mijn baasjes waren heel content. Dus was ik ook wel een beetje content.

Buiten kwamen de muggetjes al dansen. Dus was het tijd om mijn "langer slapen" actieplan terug in gang te zetten.

Ik sleepte mijn baasjes mee naar de bar - het was te vroeg voor het diner - en bestelde alvast een ijstee en cola. Er was weinig volk in de bar en dus bleef de cheffin van de obers wat langer plakken en babbelen. En van babbelen krijg je dorst - ook van chips en nootjes trouwens. En dus werd er een tweede drankje besteld.

Bingo. Nu zouden ze wel tot negen uur slapen. Ha, eindelijk eens echt uitslapen morgen.

Bij het diner liep wel het een en het ander mis. Sandra stootte haar glas om, de ober was de tel kwijt en bij het pseudo-Caribisch bandje zongen een paar valse katten en katers.

Maar nu tijd voor dodo. Maar weet ik al wat doen, nix.

Sloefie

dinsdag 22 september 2015

Dag 12 - I am 33

Dag,

Eigenlijk zou ik hier het verhaal van gisteren kunnen kopiëren. Maar dan heb ik vandaag niet echt gewerkt en dan krijg ik geen beentjes vanavond. Jaja. Een echt hondenleven.

Maar allez wat is er vandaag allemaal gebeurd?

Wel, al een beetje vooruitgang qua uur van wakker worden. Mijn baasjes zijn maar om half zeven wakker geworden. Oef. Vanavond nog wat meer alcohol en ze slapen misschien wel tot acht. Hihi.

We waren nog altijd als eerste in de ontbijtzaal. Dus we hadden lekker veel keuze van tafel en eten. Alleen waren er geen sappige kippenboutjes voor mij. Dat is alleen maar 's avonds. En mijn baasjes namen ook al geen zwaar ontbijt. Dat was wel goed voor mijn cholesterol maar mijn maagje bleef leeg. Kreeg ik straf omdat mijn blogje gisteren zokort was?

Na het ontbijt was het tijd om uit te rusten. Maar ik hield wel een oog open. Op snuitboek - het Facebook voor bloggende honden - had ik gezien dat het hier vanmorgen wel eens kon regenen. En dus moest ik mijn baasjes kunnen waarschuwen. Er hing trouwens ver weg al een donkere wolk.

Na een uurtje moest Steven wel plots weg. Hij moest dringend naar de receptie.

Had hij ook te weinig geschreven? Of waren er klachten over zijn gesnurk? Want soms denk ik toch dat er een olifant in de buurt is hoor. Maar ssst, niet voortzeggen.

Uiteindelijk bleek het de mijnheer van Leopard Tours te zijn die kwam kijken of alles in orde was en of we nog een safari of zo wilden doen. En om de terugvlucht te bestellen. Had ik dat geweten! Zullen ze nu wel malse beentjes voor mij aan boord hebben? 

Maar Sloefie toch, het is een slaapvlucht. Dan krijg je geen eten aan boord. Enkel ontbijt.

Na een half uurtje ben ik dan toch maar beginnen blaffen, want ik voelde de eerste druppels. Maar mijn baasjes hadden weer last van de zon. Ze wilden niet bewegen. In België zou dat niet het geval zijn. Ik kroop dan maar onder de safarihoed van Steven. Zo zat ik toch een beetje droog.

Gelukkig was het zachte regen. En na een kwartiertje brande de zon alweer. Nu kon ik rustig slapen want er was geen regen meer te zien.

Rond een uur gaf ik een grote knor. Of eerder mijn buikje. Ik klonk wel als een wrattenzwijn. Mijn baasjes hadden het gelukkig snel door. Lekker eten samen met een ijstee en een cola light. Hips. Rare ijstee. Hips. Een beetje zoet. Hips. En een beetje straf. Hips.

Ik kroop terug onder mijn hoed voor een namiddag rust.

Maar niet voor lang.

Ik werd plots opgepikt, in de sjakosh gepropt en ontvoerd. 

HELP. DOGKNAPPING. HELP.

Het was aan het regenen blijkbaar. En mijn baasjes gingen naar de kamer. Oef. Ik dacht dat ik loebas en loebas nooit meer zou zien. Ik mis ze wel een beetje veel.

Op de kamer begon Sandra de laatste fotootjes te tellen. Want dat hadden we nog niet gedaan.

En de telling stopte bij 8443. Maar dat vond Sandra geen mooi getal. Dus had Steven nog wat werk.

Ik had ondertussen mijn "lang uitslaap plan" in werking gezet. Als welkom hadden we een fles lokale schuimwijn gekregen. Ik had al voor een ijsemmer gezorgd. En nu zorgde ik dat de glaasjes goed gevuld bleven. Zo zouden mijn baasjes wel langer slapen vannacht. Hihi.

En ook voor het avondeten bracht ik hen in verwarring. Zo konden ze nog een lekkere ijstee drinken. Hihi.

Maar de mevrouw van de bar was niet zo blij dat Steven maar een cola light nam en geen van lekkere cocktails of fruitdrankjes. Tot we ons kamernummer zegden.

Ah! You are 33! 

Blijkbaar hadden ze vandaag nog eens een briefing gekregen dat 33 iemand was die geen gewone toeristendrankjes mocht drinken. We hadden al gemerkt dat de obers onze kamer radden wanneer er een cola light was besteld.

I am 33.

Nu voel ik me echt oud zie.

Tijd om te gaan slapen.

Sloefie XXXIII

maandag 21 september 2015

Dag 11 - Dolce far niente

Daag,

We waren veel te vroeg wakker.

We stonden nog op safaritijd dus opstaan om zes. Ook al omdat er iemand wat ziekjes was alweer.

Maar het ontbijt was maar om half acht. 

Dus heb ik mijn baasjes maar wat bezig gehouden. Met het nalezen van mijn blogs bijvoorbeeld. Ah ja. Ze denken toch niet dat ik hier het vel van mijn pootjes tik voor mijn plezier. Bloggen is hard werk, je moet er voor denken, onthouden, grappig zijn, ... pfff. Je wordt er moe van. Bloggen, wat een hondenleven.

En na tien dagen hard werken wou ik ook wel eens wat verlof.

Wat was het scenario?

1. Wakker worden
2. Eten
3. Plaatsje zoeken voor het slapen
4. Slapen

herhaal 3 maal per dag.

Slaapwel

Sloefie

PS. Neen, wij zijn een zindelijk hondje. We gingen af en toe wel ook eens naar toilet.

Dag 10 - weg uit de rimboe

I Hehe,

Gisterenavond was heel spannend. Met al die losgeslagen olifanten aan tafel. Dat ga ik nooit meer vergeten denk ik.

Vandaag werd alweer een totaal andere dag. Want vandaag vertrokken we naar het zeetje. En niet zomaar een zeetje maar de Indische Oceaan. Daar heb ik nog nooit mijn pootjes ingestoken.

Alleen snapte ik niet hoe we daar gingen geraken. Want we waren nu al dagen ver van de grote luchthaven.

Maar eerst moest ik helpen bij het pakken - ik hield de kabeltjes van vanalles bijeen. En dan was het tijd voor ontbijt. De olifanten waren nog niet wakker, dus het ontbijt was minder spectaculair dan het avondeten. Snif. Daar had ik toch op gehoopt.

Maar nietgetreurd. Ik zei dan maar tot ziens tegen de aapjes en de lyraxen.

En dan was het tijd om te vertrekken.

Moussa stond al klaar met de jeep en de valiezen. We zegden nog goodbye tegen James. En dan vertrokken we uit het kamp. Ik zwaaide nog eens maar de beestjes waren allemaal verdwenen.

We hotsten en botsten over de toegangsweg naar het hotel en plots stond Moussa hard op de rem. Ook een andere jeep stopte met piepende remmen.

Wat was er aan de hand? In het gras achter de bomen zat een cheeta - een jachtluipaard - uit te kijken over de vlakte. Snel,had Sandra er nog twee andere gevonden die onder een van de bomen lagen te rusten. Jippie. De katten kwamen dan toch ook afscheid nemen.

Mijn baasjes waren heel content en ik ook.

Na een klein half uurtje stopten we alweer.

We waren er blijkbaar. De luchthaven.

Ik snapte het niet. Ik zag alleen maar een klein wctje en een oude vrachtwagen staan.

Een beetje verder stond ook een vliegtuig met een platte band. Dat was eergisteren gebeurd bij het landen. Hoezo? Wel dit als een brousse vliegveld. Zonder asfalt op de landingsbaan.

Hè?

En ga wij hier vliegen Sandra?

Ja Sloefie.

En gaan de bandjes ons wel kunnen dragen van de vlieger?

Hopelijk wel Sloefie.

En, en, ... Ikke was een beetje bang. Want ik had dat nog nooit gedaan. 

Er kwamen nog wat jeeps toe. iedereen was blij. Wisten ze dan niet dat die geen echt vliegveld was?

En dan hoorden we een zwerm bromvielgen aankomen. Dat bleek het vliegtuig te zijn. 

Zo klein. Het was een soort kangoeroe-vliegtuig want het had een grote zak op zijn buik. Daar ging onze bagage inzitten zei Steven. Gelukkig mocht ik in de rugzak mee in het vliegtuig. Oef.

Heel de tijd was Sandra al zenuwachtig geweest over het gewicht van de bagage. Want volgens de papieren hadden we maar 15 kg mogen hebben maar onze gewone bagage was al zo zwaar en onze rugzakken waren ook heel zwaar. Zelfs ik, een sterke hond, kon die met moeite dragen. Kuch, kuch.

Maar nee Sandra. Hakuna matata. We zijn in Afrika. Er was zelfs geen weegschaal. Dus konden ze niet controleren. Zen. Relax. 

Eigenlijk was ik mezelf moed aan het inspreken want die bandjes van het vliegtuig waren toch maar dun. Maar ik mocht dat als stoere waakhond niet laten merken.

En dan mochten we op de vlieger. Ik moest wal achteraan gaan zitten in de bagagehangmat. Snif. Straks bij de volgende vlucht wil ik iets beter hoor.

De deuren gingen dicht, de motoren maakt enorm veel lawaai, de remmen piepten, het vliegtuig schudde als een oud beest dat wakker wordt. En dan begon het hotsen en botsen. Als in de jeep maar anders. 

Na een twee minuten stopte het schudden. Waren we er al? 

Nee, we moesten ons keren.

Nog was het lawaai en botsen nog veel erger. Ik jankte een beetje en dan ... Werd het stil. Ik zweefde. Ik kon vliegen. Allez, het vliegtuig vloog.

Sandra had gezegd dat ik een klein uurtje braaf moest zijn maar na nog geen twintig minuten, wat gebeurde er dan? De motor maakte minder lawaai. Het vliegtuig kantelde.

We storten neer. Tussen de leeuwen en de tijgers. Paniek. Ik riep op Sandra. Maar in plaats was het plots een gehost en gebots nog erger dan daarnet. 

En dan was het gedaan. 

Waren we er al?

Blijkbaar niet. We waren geland op een andere airstrip. Veel groter. Met wel tien vliegtuigen die klaar stonden. Ik was voor niets bang geworden. Gelukkig had ik geen broek aan. Anders had ik een probleempje gehad.

Twintig minuutjes later herhaalde het verhaal zich. Maar nu wist ik wat het was en hoefde niet te waken. Ik had alle vertrouwen in de piloten. Ik ben een bereisde hond.

En van het gerond van zo'n vliegtuigmotor kan je heel goed slapen. Beter dan schaapjes of antilopen tellen.

Boink. Blink. Boink.

Ik schrok wakker. Wat gebeurde er?

Ach. We waren geland. En te horen aan het lawaai niet meer in de rimboe. Oef. 

We waren in arusha. Niet het grote vliegveld maar het kleine voor de kleine vliegtuigjes. Allemaal met een dik buikje. Vol met toeristen.

We mochten allemaal uitstappen want straks kregen we een nieuw vliegtuig. Misschien was dit al wel een beetje moe vandaag van al dat hotsen en botsen en landen en opstijgen.

We moesten dertig munten wachten. Tijd om een boompje te zoeken, te bedelen om een lekker beentje en op zoek te gaan naar loslopende katten. Ha. Ik voelde mij als een hond in Frankrijk.

En dan mochten we vertrekken. Ik stuurde Steven al op pad om toch een tof plaatsje te hebben vooraan in het vliegtuig. Zo kon ik tenminste eens iets zien uit de lucht. Op de eerste rij zou wel niet mogen want daar zitten normaliter de piloten.

We moesten nog even wachten op de piloten. Een was er al.

Hè?

De piloot vroeg aan een jong meisje of ze mee vooraan wou zitten!

Hoezo?

Was de tweede piloot ziek?

Wat als de piloot ziek wordt?

Mijn laatste uur was geslagen. 

Ik wou ook vooraan zitten.

Boehoehoe. 

Snif.

We mochten dan wel net achter de piloot zitten maar dat was toch niet het zelfde.

En ik had loebas en loebas nog niet verteld waar ik de lekkere beentjes verstopt had.

Boehoehoe.

Maar ik leek de enige die zich zorgen maakte. Dus zweeg ik maar.

En keek uit het raam.

Het vliegtuig begon al snel te bollen. Eerst nog voorrang geven aan een landend vliegtuig en we waren weg. Tot aan het einde van de startbaan.

Daar maakt hij een grote draai en we waren eindelijk echt weg. Naar de zon en het strand en de zee, de grote zee.

De vlieger was wel speciaal. In plaats van vele kleine en grote wijzerplaten zaten er drie tv's vooraan en wat knopjes. De piloot duwde op een knopje, draaide aan een wieltje, en de vlieger ging wat hoger of lager of naar links of naar rechts. Als vanzelf. Zelfs ik kan dat. Alleen ben ik te klein om over de rand van de cockpit te kijken.

Ik viel al rap in slaap. Alles was veilig.

Boink, boink, boink.

Ik schrok wakker. Wat gebeurde er?

Au, we waren alweer eens geland. Hoeveel stationnetjes zouden we nog doen vandaag?geen blijkbaar want we moesten allemaal uitstappen.

Het was heet. Heet. Heet. Heter dan in de brousse. Ik wou terug.

We sloften over de tarmac naar een ud gebouwtje. Maar toch niet te traag want er was net een grote vlieger geland en die zou ons wel eens kunnen overrijden.

In het gebouwtje moesten we nog wat papier invullen - ik kon weer eens ongemerkt binnen - nog een beetje bagage bijeenzoeken en we konden naar buiten. Daar stonden wel veertig chauffeurs ons op te wachten. Niet allemaal voor ons natuurlijk maar voor de toeristen op de grote vlieger. Zo'n VIP's zijn we nu ook weer niet.

Mohammed van Leopard Tours stond ons op te wachten en bracht ons naar een blinkende Japanner van Toyota. We gingen comfortabel reizen. Wat een verschil met de vorige dagen. 

Als eerste kennismaking was er een stukje van tweehonderd meter Afrikaanse massage. Dan waren het lange straten met typische Afrikaanse taferelen. Veel krotjes, veel telefoonwinkeltjes, gammele fietsen en dure Japanners. En zelfs af en toe nog een karretje met een magere koe ervoor. 

Na een tijdje was er gelukkig meer en meer groen. De chauffeur vertelde over de verschillende soorten fruit langs de weg. Het verschil tussen kleine en grote bananen - de grote moeten zij koken, de kleine eten ze zo. En dat er wel twintig soorten mango's zijn en groene appelsienen. En. En. En.

Het werd me een beetje teveel en deed dus maar een dutje.

En na een uurtje stopten we aan een grote bruine poort. Waar als het hotel? Een stuk achter de poort blijkbaar. Mooie witje huisjes en een groot zwembad en een nog grotere zee met wit strandzand. En wel vier restaurants. Ik ging hier zeker niet vermageren.

Maar nu ga ik slapie doen. Ik ben een beetje moe van al die vermoeiende dingen van de dag. Spijtig dat er geen olifanten zijn in de tuin.

Hoe zou het met loebas en loebas zijn. Ik mis ze wel weer.

Sloefie de woefie

vrijdag 18 september 2015

Dag 9 - Migratie en contra-migratie

Dag allemaal,

Een van mijn baasjes is treinengek. Je moet er dan ook niet van verschieten dat de vertragingen zich aan het opstapelen zijn. Hihi.

Pole pole. Rustig aan.

Vandaag was het nog nacht toen ik al uit bed moest. 

Trouwens wat voor een nacht. Toen we van het avondeten terugliepen moesten we af en toe stoppen van de wachter die met ons meeging. Een drietal nijlpaarden waren aan het grazen op nog geen tien meter van een hut. Overal in de struiken hoorde je lawaai en zag je oogjes blinken. Groene of gele kon nog niet zoveel kwaad maar oranje was gevaarlijk. Die waren van katten, leeuwen in feite. Trouwens de rest van de nacht heb ik niet veel geslapen. Overal was er lawaai. Brekende takken, gesnuif, getrippel.

Maar het was dus nog vroeg om op te staan. Want vandaag gingen we al om 7 vertrekken. Voor een lange rit tot op de grens met Kenia. Om beestjes die rivier te zien overwandelen. Rare baasjes die van mij. Ik gingnog wat slapen in de jeep. Ik was het hotsen en botsen al gewoon.

Alhoewel.

We waren nog geen tien kilometer ver of Moussa moest hard remmen. De lokale kudde gnoes had besloten om een rondje "ik steek plots de weg over" te spelen. Met zijn honderd tegelijk.

En dan reden we verder naar het noorden. Ik dommelde wat, want als je begint antiloopjes te tellen, dan is dat zoals schaapjes tellen. Zzzzz.

Na anderhalf uur rijden kwamen we aan de oude grenspost naar Kenia. Vroeger kon je langs hier van en naar Masai Mara. Maar omdat het vooral Kenianen waren die tours organiseerden in Serengeti, werd de grens gesloten. De Tanzanianen verdienden niets aan hun eigen nationaal park. 

Mijn baasjes gingen hier eens naar het toilet maar dat was hun blijkbaar niet goed bekomen. Ze zagen er nogal wittekes uit toen ze terugkwamen. Ik heb me dan ook flink gehouden en geen boompje uitgezocht. Je weet maar nooit wat voor schufterige kat of hyena ook de boom had gebruikt. Brrr.

Aan de douna post stopte de officiële rijksweg. Allez, officieel was het een rijksweg maar daar was weinig van te merken. Nu werd de weg nog slechter. Ik kon mijn dommelen wel vergeten. Ik morst nu wakker blijven om Kenianen in hun broek te bijten als ze zich van park vergisten. Grrr.

Na een tijdje werd de weg terug iets beter wanneer we over een grote vlakte begonnen rijden. In de verte zagen we de Mara rivier liggen, de grens met Kenia en ook de plaats van de Grote Migratie, tenminste als de gnoes er zin in hebben.

We kwamen vooral antilopen tegen op de vlakte maar ook af en toe een giraf of een zebra of gnoe of buffel. En uiteindelijk ook een wandelende leeuwin. Het was niet echt duidelijk of ze aan het jagen was of gewoon eens de pootjes wou strekken. Ik doe dat ook wel eens na een dagje hard mediteren.

In verte zagen we ook nog wat olifanten. En voor hun deden we een tweede detour. Geen slim idee bleek kort daarna. Er was net een grote kudde gnoes door het water gemigreerd. Te laat dus op de afspraak. Onze chauffeur was duidelijk niet blij. Nu moest hij hopen dat er toch nu gnoes genoeg hadden van Keniaans gras en dus wilden oversteken.

Er waren een paar honderd gnoes aan de overkant maar die liepen alle richtingen uit. Moussa begon dan langs de rivier te rijden op zoek naar kandidaat migranten. We zagen wel nijlpaarden - grote, krokodillen - grote - en nog een enkele olifanten.

Na een nogal moeilijke oversteek van een riviertje - een jeep vol chinezen zat vast met de achteras en een van de chinezen wou hara-kiri plegen terwijl een tweede jeep de eerste over de rand duwde - sloeg de stemming om.

We kwamen een de plaats waar de meeste migraties gebeurden, gekend van Richard Attenborough en BBC. Het water lag vol met kadavers, verdronken of met gebroken poten. Het abattoir van eergisteren was er niks tegen. Ik was heel bedroefd. Boehoehoe. Dit is niet leuk. Boehoehoe.

Na nog wat heen en weer gerij, nog meer kadavers, nog meer dikke krokodillen loerend op een vette kluif, besloten we dan toch maar te eten. We hadden nu een echte picknickmand gekregen. Met lekkere sappige kippenbouten en peterseliepatatjes en groenten en en en. Mijn cholesterol ontplofte en mijn buikje ook, bijna.

Halverwege de lunch begon er wel vanalles rond ons te gebeuren. Er kwam een groep gnoes van de heuvels naar beneden, in onze richting. Aan de andere kant van de rivier was er terug een kudde gnoes aan het vormen. Misschien, hopelijk, zouden we dan toch een migratie te zien krijgen.

Snel snel verder eten. We wilden geen tweede keer telaat zijn.

De jeep,stond in positie. De camera's waren opgewarmd. De chinezen ver weg. Tijd voor wat actie. Maar, maar, maar ...

Een contra-migratie!!! Hadden ze het script niet goed gelezen? Of was het gras toch niet lekker? Het waren de gnoes naast ons die terug naar Kenia wilden gaan. 

Allez, ongeveer de helft dan toch. Het was een geplons van jewelste. Maar niet iedereen geraakte aan de overkant. Sommige keerden terug, een gnoe bleef met zijn poten omhoog liggen tussen de rotsen.

En een gnoe zat in de kaken van een krokodil. De twee vochten het uit op leven en dood. De gnoe kwam telkens wat dichter bij de over, vervolgens trok de krokodil hem terug naar het midden van de rivier. Meer dan tien minuten duurde het gevecht. Uiteindelijk kreeg de gnoe een paar poten aan de grond en kon hij de krokodil afschudden.

Jippie. 1-0 voor de gnoes.

 Alhoewel.

Dom van de gnoes want uiteindelijk moeten ze toch door de rivier naar de Serengeti want binnen enkele maanden wordt het gras in Masai Mara geel en dor.

We bleven nog wat kijken naar de Keniase groep en je zag dat de beslissing genomen was. Ze wilden oversteken, inclusief die welke nog maar net teruggegaan waren. Domme beesten.

Moussa draaide de jeep zodat we een goed zicht zouden hebben, maar de groep wist niet goed waar over te steke. En wij moesten volgen. En spijtig genoeg was dat niet het enige slechte nieuws. De chinezen waren terug. Heel slecht nieuws zou blijken.

Op het uiterste randje stonden ze nu, de gnoes, nog niet de chinezen. Daar waar al de kadavers lagen in de rivier. En na nog wat geloei en gekerm gingen de eerste dan toch in de rivier. Maar het gekrijs van een cultuurloze Chinees zorgde dat het spel niet doorging. De gnoes gingen terug.

Maar niet voor lang gelukkig. 

De eerste sprongen in het water, gevolgd door meer en meer. De jeeps van de chinezen stormden veel te vroeg naar voor, recht naar de oversteek en ... De gnoes draaiden om. 

Net als overal in de toeristenbusines vervloekte iedereen de lompe chinezen en ook stilletjes de drivers van hun jeeps.

Maar de drang was te groot. De blaas stond op springen en de gnoes begonnen aan hun derde poging. De goeie deze keer. We begonnen met fotootjes en filmpjes maar we stonden wat ver om alles goed te zien. Tenminste dat vond Moussa. En dus begon hij uiteindelijk ook naar de oversteekplaats te rijden. Zo zagen we ook wat van dichtbij. Met chinezen in de weg. Maar ja. De wereld is aan de bullebakken.

Een van de gnoes, uit de voorhoede, bleef achter in het water. Het tweede krokodillengevecht kon beginnen. De gnoe bleef lang tegenvechten. De krokodil sleurde hem bijna vijfhonderd meter mee. Ook de chinezen hadden bloed geroken. Er liepen er zelfs uit de jeep om toch maar goed te kunnen zien en filmen. Bah. 

En gnoe, hij bleef vechten. Hij geraakte bijna tot een vlak deel van de over. Maar de krokodil was te sterk. En dan tot een volgende plaats om uit het water te komen. En bijna had hij zijn eerste poten op het droge. Maar de krokodil bleef vechten en vechten.

En het werd 1-1. Snif. De gnoe dreef verder langs de hoge oever en gaf het op. Na zeker twintig minuten vechten. Snif.

Ondertussen was het hard aan het regen.

Er was alweer een grote groep verschenen aan de overkant en alle jeeps zetten zich klaar aan derand van de heuvel. Voor de volgende opvoering. Maar mijn baasjes hadden geen zin meer. We hadden nog veel kilometers te rijden.

Ver kwamen we niet. Aan de oversteek waar de chinezen vast zaten, was het nu een modderparcours. En de landrover, hij deed zijn best maar net op het randje verloren de wielen grip en wij bolden terug tot in de rivier. En opnieuw en opnieuw en opnieuw. 

Sandra werd een beetje zenuwachtig.

Moussa werd heel zenuwachtig en liep geambeteerd rond de jeep. Hij gooide wat stenen in de groeven. Liep nog eens rond de auto. En gaf dan heel veel gas. En ...

We rolden terug.

En nog een keer, en het lukte net. Iedereen blij. 

We slalomden verder langs de rivier en kwamen aan de doorsteek waar we de leeuwin gezien hadden. Die had bezoek van een vriendin gekregen. En samen beslopen ze een gazelle. Tot de chinezen toekwamen... De leeuwin was niet echt aan het sluipen, de antilope schrok van de chinezen en het feest ging niet door voor de katten. Moest ik nu juichen of janken?

Op de terugweg gebeurde niks spectaculair meer. Gewoon hotsen en botsen en beestjes kijken. 

Ik moet wat sneller tikken want de batterij is bijna op

Terug in het kamp maakten we ons snel klaar voor het avondeten. Want ik had wel honger om een olifant op te eten.

En ik had dat nog maar tegen James onze boy gezegd of ... de lokale olifantenfamilie besloot door het kamp te trekken. Overal brekende takken en bomen, wachters met schijnwerpers om de fanten te verjagen. De situatie was hopeloos maar niet ernstig of zoiets. Als je nog niet in de eetzaal zat, had je pech want niemand mocht nog op de paden lopen. Wij zaten gelukkig op de veranda en konden alles van dichtbij maar heel veilig bekijken. Jipie.

Een paartje vierde hun huwelijk met een speciaal etentje op de rand van de rivieroever. Het was heel speciaal. Drie wakers met geweren en schijnwerpers moesten de olifanten van hun tafel houden. Een heel speciaal diner, dat je zelfs niet op voorhand kan bestellen.

Ik wi hier niet weg. Maar dan moeten loebas en loebas wel naar hier komen. Ik mis ze wel. Snif.

Ik ben nu moekes en ga wat slaapjes doen.

Tot schrijfs,

S.

Dag 8 - U gaat naar Noord via Centraal. U ontvangt geen startgeld.

Dag lezertjes,

Hopelijk heeft mijn laatste post jullie niet te hard doen schrikken. Ik heb een beetje onder mijn pootjes gekregen van Sandra.

Hopelijk kan ik over vandaag dan ook een positief bericht schrijven.

Het begon naar gewoonte om 6 met de tonen van 24, het alarm van steven.

Ik blijf lekker slapen terwijl mijn mensenbaasjes hn velletje en haartjes schrobden. Ik had nog maar gisteren een privé massage en bad van Sandra gekregen. Blijkbaar zag het water toen bijna bruin. Pfff, is mijn bruineertruuk was mislukt.

Normaliter moeten we met wachters naar de keuken uit schrik voor de beesten. Maar die vonden het niet nodig. Tot we honderd meter verder een groepje zebra's tegenkwamen op het pad. Toen begon iedereen te rennen, de zebra's en de wachters. Hihi. Ik was niet bang.

Ontbijt heeft me lekker gesmaakt. Een eitje of twee, een echt lekkere pannenkoek en wat spek. Weer een paar gram bijgekomen dus.

Na nog een bezoekje aan het winkeltje, konden we terug naar de chalet om snel de tanden en de plaat te poetsen. De dragers stonden al klaar voor ons. Hoefde ik geen zakje te dragen. Hihi.

Vlug vlug alles klaar maken en dan hop naar de kassier en dan naar de tuut.

Het eerste stukje hadden we nu al drie keer gedaan. Er was niet veel veranderd. Tot aan de rivier. Dan was het uit met de pret en de beestjes. 

Na een uurtje kwamen we dan toch terug beestjes tegen en na nog wat kilometers kwamen we een grote groep zebra's tegen. En die waren zo lief om toch voor ons een zebra crossing te doen. Alles is mooi op camera gezet.

En voort gingen we naar het oosten. 

Meer en meer beestjes. Dat wel. Zebra's, gnoes, olifanten, buffels, enz. En dan de leeuwen op jacht, de luipaarden luierend in een boom en een jachtluipaard dat twijfelde wat te doen.

Veel van wat we de vorige dagen gezien hadden, maar toch veel plezieriger dan de abattoir van gisteren. Iedereen fleurde op in de auto. Ik was echt blij.

Na de lunch, blijkbaar een grote tegenvaller, gingen we verder. Met meerdere sightings van alweer katten en gnoes, zebra's, olifanten, enz.

Na een tijdje begonnen we onze trektocht naar het noorden.

Het werd hotsen botsen op de highway naar Kenia. Het aantal beesten werd wel wat minder maar de camera's waren vol geschoten en de batterijen leeg en mijn oogjes waren zwaar.

Na nog een wildebeest crossing kwamen we plots aan het kamp. 

Niet te beschrijven. Iedereen sliep in tenten. In de rivier op dertig meter zaten wel honderd nijlpaarden. De olifanten waren net uit de tuin verdwenen en er was snelle WiFi.

Voor mijn baasjes was dit de hemel op aarde. Zouden ze hier wel willen vertrekken?

Dat vertel ik jullie morgen dan wel weer.

Dat schrijfs,

Sloefie de kattenjager.