vrijdag 18 september 2015

Dag 9 - Migratie en contra-migratie

Dag allemaal,

Een van mijn baasjes is treinengek. Je moet er dan ook niet van verschieten dat de vertragingen zich aan het opstapelen zijn. Hihi.

Pole pole. Rustig aan.

Vandaag was het nog nacht toen ik al uit bed moest. 

Trouwens wat voor een nacht. Toen we van het avondeten terugliepen moesten we af en toe stoppen van de wachter die met ons meeging. Een drietal nijlpaarden waren aan het grazen op nog geen tien meter van een hut. Overal in de struiken hoorde je lawaai en zag je oogjes blinken. Groene of gele kon nog niet zoveel kwaad maar oranje was gevaarlijk. Die waren van katten, leeuwen in feite. Trouwens de rest van de nacht heb ik niet veel geslapen. Overal was er lawaai. Brekende takken, gesnuif, getrippel.

Maar het was dus nog vroeg om op te staan. Want vandaag gingen we al om 7 vertrekken. Voor een lange rit tot op de grens met Kenia. Om beestjes die rivier te zien overwandelen. Rare baasjes die van mij. Ik gingnog wat slapen in de jeep. Ik was het hotsen en botsen al gewoon.

Alhoewel.

We waren nog geen tien kilometer ver of Moussa moest hard remmen. De lokale kudde gnoes had besloten om een rondje "ik steek plots de weg over" te spelen. Met zijn honderd tegelijk.

En dan reden we verder naar het noorden. Ik dommelde wat, want als je begint antiloopjes te tellen, dan is dat zoals schaapjes tellen. Zzzzz.

Na anderhalf uur rijden kwamen we aan de oude grenspost naar Kenia. Vroeger kon je langs hier van en naar Masai Mara. Maar omdat het vooral Kenianen waren die tours organiseerden in Serengeti, werd de grens gesloten. De Tanzanianen verdienden niets aan hun eigen nationaal park. 

Mijn baasjes gingen hier eens naar het toilet maar dat was hun blijkbaar niet goed bekomen. Ze zagen er nogal wittekes uit toen ze terugkwamen. Ik heb me dan ook flink gehouden en geen boompje uitgezocht. Je weet maar nooit wat voor schufterige kat of hyena ook de boom had gebruikt. Brrr.

Aan de douna post stopte de officiƫle rijksweg. Allez, officieel was het een rijksweg maar daar was weinig van te merken. Nu werd de weg nog slechter. Ik kon mijn dommelen wel vergeten. Ik morst nu wakker blijven om Kenianen in hun broek te bijten als ze zich van park vergisten. Grrr.

Na een tijdje werd de weg terug iets beter wanneer we over een grote vlakte begonnen rijden. In de verte zagen we de Mara rivier liggen, de grens met Kenia en ook de plaats van de Grote Migratie, tenminste als de gnoes er zin in hebben.

We kwamen vooral antilopen tegen op de vlakte maar ook af en toe een giraf of een zebra of gnoe of buffel. En uiteindelijk ook een wandelende leeuwin. Het was niet echt duidelijk of ze aan het jagen was of gewoon eens de pootjes wou strekken. Ik doe dat ook wel eens na een dagje hard mediteren.

In verte zagen we ook nog wat olifanten. En voor hun deden we een tweede detour. Geen slim idee bleek kort daarna. Er was net een grote kudde gnoes door het water gemigreerd. Te laat dus op de afspraak. Onze chauffeur was duidelijk niet blij. Nu moest hij hopen dat er toch nu gnoes genoeg hadden van Keniaans gras en dus wilden oversteken.

Er waren een paar honderd gnoes aan de overkant maar die liepen alle richtingen uit. Moussa begon dan langs de rivier te rijden op zoek naar kandidaat migranten. We zagen wel nijlpaarden - grote, krokodillen - grote - en nog een enkele olifanten.

Na een nogal moeilijke oversteek van een riviertje - een jeep vol chinezen zat vast met de achteras en een van de chinezen wou hara-kiri plegen terwijl een tweede jeep de eerste over de rand duwde - sloeg de stemming om.

We kwamen een de plaats waar de meeste migraties gebeurden, gekend van Richard Attenborough en BBC. Het water lag vol met kadavers, verdronken of met gebroken poten. Het abattoir van eergisteren was er niks tegen. Ik was heel bedroefd. Boehoehoe. Dit is niet leuk. Boehoehoe.

Na nog wat heen en weer gerij, nog meer kadavers, nog meer dikke krokodillen loerend op een vette kluif, besloten we dan toch maar te eten. We hadden nu een echte picknickmand gekregen. Met lekkere sappige kippenbouten en peterseliepatatjes en groenten en en en. Mijn cholesterol ontplofte en mijn buikje ook, bijna.

Halverwege de lunch begon er wel vanalles rond ons te gebeuren. Er kwam een groep gnoes van de heuvels naar beneden, in onze richting. Aan de andere kant van de rivier was er terug een kudde gnoes aan het vormen. Misschien, hopelijk, zouden we dan toch een migratie te zien krijgen.

Snel snel verder eten. We wilden geen tweede keer telaat zijn.

De jeep,stond in positie. De camera's waren opgewarmd. De chinezen ver weg. Tijd voor wat actie. Maar, maar, maar ...

Een contra-migratie!!! Hadden ze het script niet goed gelezen? Of was het gras toch niet lekker? Het waren de gnoes naast ons die terug naar Kenia wilden gaan. 

Allez, ongeveer de helft dan toch. Het was een geplons van jewelste. Maar niet iedereen geraakte aan de overkant. Sommige keerden terug, een gnoe bleef met zijn poten omhoog liggen tussen de rotsen.

En een gnoe zat in de kaken van een krokodil. De twee vochten het uit op leven en dood. De gnoe kwam telkens wat dichter bij de over, vervolgens trok de krokodil hem terug naar het midden van de rivier. Meer dan tien minuten duurde het gevecht. Uiteindelijk kreeg de gnoe een paar poten aan de grond en kon hij de krokodil afschudden.

Jippie. 1-0 voor de gnoes.

 Alhoewel.

Dom van de gnoes want uiteindelijk moeten ze toch door de rivier naar de Serengeti want binnen enkele maanden wordt het gras in Masai Mara geel en dor.

We bleven nog wat kijken naar de Keniase groep en je zag dat de beslissing genomen was. Ze wilden oversteken, inclusief die welke nog maar net teruggegaan waren. Domme beesten.

Moussa draaide de jeep zodat we een goed zicht zouden hebben, maar de groep wist niet goed waar over te steke. En wij moesten volgen. En spijtig genoeg was dat niet het enige slechte nieuws. De chinezen waren terug. Heel slecht nieuws zou blijken.

Op het uiterste randje stonden ze nu, de gnoes, nog niet de chinezen. Daar waar al de kadavers lagen in de rivier. En na nog wat geloei en gekerm gingen de eerste dan toch in de rivier. Maar het gekrijs van een cultuurloze Chinees zorgde dat het spel niet doorging. De gnoes gingen terug.

Maar niet voor lang gelukkig. 

De eerste sprongen in het water, gevolgd door meer en meer. De jeeps van de chinezen stormden veel te vroeg naar voor, recht naar de oversteek en ... De gnoes draaiden om. 

Net als overal in de toeristenbusines vervloekte iedereen de lompe chinezen en ook stilletjes de drivers van hun jeeps.

Maar de drang was te groot. De blaas stond op springen en de gnoes begonnen aan hun derde poging. De goeie deze keer. We begonnen met fotootjes en filmpjes maar we stonden wat ver om alles goed te zien. Tenminste dat vond Moussa. En dus begon hij uiteindelijk ook naar de oversteekplaats te rijden. Zo zagen we ook wat van dichtbij. Met chinezen in de weg. Maar ja. De wereld is aan de bullebakken.

Een van de gnoes, uit de voorhoede, bleef achter in het water. Het tweede krokodillengevecht kon beginnen. De gnoe bleef lang tegenvechten. De krokodil sleurde hem bijna vijfhonderd meter mee. Ook de chinezen hadden bloed geroken. Er liepen er zelfs uit de jeep om toch maar goed te kunnen zien en filmen. Bah. 

En gnoe, hij bleef vechten. Hij geraakte bijna tot een vlak deel van de over. Maar de krokodil was te sterk. En dan tot een volgende plaats om uit het water te komen. En bijna had hij zijn eerste poten op het droge. Maar de krokodil bleef vechten en vechten.

En het werd 1-1. Snif. De gnoe dreef verder langs de hoge oever en gaf het op. Na zeker twintig minuten vechten. Snif.

Ondertussen was het hard aan het regen.

Er was alweer een grote groep verschenen aan de overkant en alle jeeps zetten zich klaar aan derand van de heuvel. Voor de volgende opvoering. Maar mijn baasjes hadden geen zin meer. We hadden nog veel kilometers te rijden.

Ver kwamen we niet. Aan de oversteek waar de chinezen vast zaten, was het nu een modderparcours. En de landrover, hij deed zijn best maar net op het randje verloren de wielen grip en wij bolden terug tot in de rivier. En opnieuw en opnieuw en opnieuw. 

Sandra werd een beetje zenuwachtig.

Moussa werd heel zenuwachtig en liep geambeteerd rond de jeep. Hij gooide wat stenen in de groeven. Liep nog eens rond de auto. En gaf dan heel veel gas. En ...

We rolden terug.

En nog een keer, en het lukte net. Iedereen blij. 

We slalomden verder langs de rivier en kwamen aan de doorsteek waar we de leeuwin gezien hadden. Die had bezoek van een vriendin gekregen. En samen beslopen ze een gazelle. Tot de chinezen toekwamen... De leeuwin was niet echt aan het sluipen, de antilope schrok van de chinezen en het feest ging niet door voor de katten. Moest ik nu juichen of janken?

Op de terugweg gebeurde niks spectaculair meer. Gewoon hotsen en botsen en beestjes kijken. 

Ik moet wat sneller tikken want de batterij is bijna op

Terug in het kamp maakten we ons snel klaar voor het avondeten. Want ik had wel honger om een olifant op te eten.

En ik had dat nog maar tegen James onze boy gezegd of ... de lokale olifantenfamilie besloot door het kamp te trekken. Overal brekende takken en bomen, wachters met schijnwerpers om de fanten te verjagen. De situatie was hopeloos maar niet ernstig of zoiets. Als je nog niet in de eetzaal zat, had je pech want niemand mocht nog op de paden lopen. Wij zaten gelukkig op de veranda en konden alles van dichtbij maar heel veilig bekijken. Jipie.

Een paartje vierde hun huwelijk met een speciaal etentje op de rand van de rivieroever. Het was heel speciaal. Drie wakers met geweren en schijnwerpers moesten de olifanten van hun tafel houden. Een heel speciaal diner, dat je zelfs niet op voorhand kan bestellen.

Ik wi hier niet weg. Maar dan moeten loebas en loebas wel naar hier komen. Ik mis ze wel. Snif.

Ik ben nu moekes en ga wat slaapjes doen.

Tot schrijfs,

S.

Geen opmerkingen: