zaterdag 25 augustus 2018

Dag -1 : Oei gaan we al terug op trot?

Hallo lieve hondjes en mensenvriendjes,

Ik heb groot nieuws en kan er niet over zwijgen. Ook al zijn mijn broer en ik nog bezig aan het verlof in Russia … ik mocht mijn valiesje al klaarmaken want ik mag al terug op verlof vertrekken. 

Als ik eerlijk mag zijn ik begrijp het niet zo goed hoor. Baasje had me in het begin van het jaar verteld dat we niet veel op verlof gingen hebben door de Groene bank. En nu vertelde ze plots dat we MORGEN al op verlof vertrokken.  Ik dacht eerst dat ze ijlde van al die uren werken van deze week, maar ze herhaalde het nog eens : we gaan morgen met een bootje op stap.

En plots drong het door... Ik moest dringend mijn valiesje maken:
Snel snel want mijn valies moet in mijn baasje haar valies passen. Anders moet ik ze zelf sleuren.
Dus t-shirts check, shortjes check, ..
Maar oei waar was mijn zwembroekje?
 Waar waren mijn zwembandjes?
Waar heb ik toch mijn zonnebril gelaten?
Wat bleek, Sandra had alles al klaar gelegd zodat ik deze niet vergat… zodat ik geen zonneslag zou oplopen en mee in het water kon pletsen..
JIPIE we gaan op verlof…

Om zeker te zijn dat Sandra in alle rust alles voor haar pakte en weer niet in alarmfase 4 verkeerde, lieten we haar maar rondcrossen. Ik heb me veilig op mijn favoriet plekje genesteld en naar de vogeltjes gekeken.

Dingdong Dingdong…. Ik werd wakker gemaakt door de bel.
Blijkbaar was ik de laatste die het doorhad want broer en zijn baasje stonde al aan de deur.
Oh .. oma-grootmoeter-meter en opa kwamen een aperitiefje drinken.
Oei oei als dat maar goed komt... Sandra die verstoord werd in het pakken.
Maar daar was baasje en ze leek toch iets ontspannen te zijn.
Uiteindelijk zijn we naar het hofje gereden : beentjes voor de hondjes en schelpjes voor de mensen stond op het menu.

Deze namiddag heeft Sandra nog verder gepuzzeld om haar valies te vullen.
“Waf Waf.. mijn valiesje niet vergeten”  riep ik net op tijd.
En alles vloog terug uit de rollende verkleeddoos en werd herstapeld.
“Waar is de weegschaal” riep baasje..
Ik wist dat ze dat ding nodig ging hebben en dus  had ik het weegding in mijn mond gestoken.
Ik kreeg een grote knuffel.

Baasje heeft heel de namiddag al heel raar gedaan hoor.
Het lijkt erop of ze niet echt kan ontspannen.
Ze heeft zitten spelletjes spelen, lego opruimen, rondlopen,  .. Geen minuut bleef ze zitten.
Als dat maar vannacht goed komt


Nu ben ik doodop en ga dus snel nog op zoek naar een boompje.

Slaapwel

Sloefie de reizende hond

PS. Mijn broer Groote Broer gaat de laatste verhaaltjes van Rusland enzo doen. En ook de fotookes. Heeft hij belooft. Dus die gaan dwars door mijn verhaaltjes komen. Hopelijk wordt het niet te verwarrend.

PPS. Dankuwel Groote Broer.

woensdag 15 augustus 2018

Dag 12 1/2 : 't is gedaan

Dag beste lezertjes,

Met tranen in de ogen moet ik U melden dat dit mijn laatste blog is... 

Over de cruise bij de Vikings en de Slaven.

Waar de volgende blog over zal gaan, dat weten Sloefie en ik nog niet. Ons baasjes houden de lippen stijf op elkaar. 

Grrr.

Hoe kunnen we nu ons lezerspubliek op een gepaste wijze voorbereiden op wat er gaat komen? 

Straks zijn wij de enige - Sloefie en ik - die niet weten naar waar de reis gaat. Misschien weten we meer na de grote presentatie van mijnheer Didier ergens rond de verkiezingen in October. 

Dag laatste dag dus, want hierover gaat het.

We moesten toch redelijk vroeg uit ons gerieflijk bedje.

‘S avonds waren al de valiezen buitengezet. We vroegen wel of wij hondjes niet moesten op wacht zitten, maar toen we na twee minuten gingen kijken, waren de valiezen al verdwenen. En dat op volle zee. Hopelijk zagen we ze toch nog terug. Anders stonden Sloefie en ik wel voor aap. 

In het restaurant was er veel abmiance. Iedereen wou op de foto met oma. (Ga maar eens kijken op de fotosite onderaan

Na een korte nacht, wachtte ons nog het laatste ochtendmaal. Maar iedereen in de keuken had zijn hoofd eerder bij het proper kuisen van de togen dan bij het aanbod. Geen beentjes meer op zijn Engels, of boontjes in tomatensaus. Wel een beetje croissants. Snif. 

Mijnheer Didier had voor ons een late ontscheping geregeld. We hoefden ons dus niet te haasten. Wij mochten als quasi laatsten van het erf de boot. 

Vriendelijke security liet ons van boord.

Vriendelijke douane liet ons aan land.

Vriendelijke politie liet de deur voor ons open.

Vriendelijke security liet ons tussen de valiezen snuffelen.

Geen bus met Belgische platen te zien.

Wachten.

Wachten.

Wachten.

Onvriendelijke security had onze bus terug naar buiten gestuurd want die was meer dan een uur te vroeg en je mag maar een uur wachten. 

Onvriendelijke security liet de bus niet terug binnen want hij was te laat.

Nederland, onvriendelijk land? 

Na lang wachten mocht dan toch ons busje terug de parking inrijden,

Iedereen was snel aan boord. Geen valiezen ontbraken. 

Ook op de ring van Amsterdam ging het vlot, geen files op zondag.

Op de E19 ging het vlot, geen files op zondag.

Op de ring van Antwerpen ging het vlot, geen files op zondag.

Aan de Carrefour van Schoten ging het vlot, we waren net voor de zondagse files voor mosselen a volonté . 

En voor we wisten waren we in Vilvoorde.

Baasje speelde taxichauffeur en voor iedereen goed ingesnoerd zaten, was iedereen thuis.

Nu was het aan Mieke en co om overhoren te doen. 

Alle foto’s vind je terug op de Sloefie en Broer Foto Web Site. Daar vind je ook al onze andere avonturen terug. 

Daaag.

Hopelijk weet ik in oktober wie burgemeester wordt waar we volgend jaar naartoe varen. 

dinsdag 14 augustus 2018

Dag 12 : de vikings achterna

Dag allemaal,

Auw. Auw. 

Ik heb onder mijn pootjes gekregen want ik heb de blog van de zomerbriesje nog niet afgemaakt.

En baasjes houden niet zo van losse eindjes.

Dus ben ik nog maar eens in mijn pen en mijn geheugen gekropen.

Waar was ik gebleven?

In Kopenhagen denk ik. Bij de Denen.

De volgende dag was een zeedag. 

En na zo een lange en inspannende reis, is zo een zeedag wel een groot verschil. 

Niets meer te doen.

De vaten zijn af, de flessen leeg en de portemonnees ook.

Na een extra laat ontbijt moesten we wel eerst naar het dek 14.

We kregen de laatste onderrichtingen van meester Didier. Hoe we veilig van boord konden, wanneer onze valiezen buiten moesten staan, hoe warm het ging worden. Allez, vanillestokje waardoor je wist dat de reis wel op zijn einde aan het lopen was.

Maar mijnheer Didier had een slim plan.

Eerst deelde hij nog wat centjes uit aan wie niet naar alle uitstapjes kon meegaan. Wie ziek was, werd beloond/getroost.

En daarna maakte hij eerst reclame voor de grote voorstelling van het programma aan het zeetje ergens in October. 

En dan liet hij een mooie film zien van alle cruises die het afgelopen jaar allemaal doorgegaan waren. 

Allez zo een beetje mensen die net aan het bekomen zijn van 14 dagen zee, vergasten op nog eens drie maanden luxe en avontuur.

Ik heb ondertussen al druk overlegd met mijn broer Sloefie. Ik denk dat we volgend jaar nog eens er met de boot op uit trekken. De baasjes willen niets zeggen maar we hebben hen wel door. Ik ga misschien voor het eerst kangoeroes zien. Wie weet. Jipie. Waar we ook naar toe gaan. Jipie.

Na de slaait show, hadden we wel honger gekregen. En het was onze laatste keer dat we nog eens gratis van alles mochten proeven en op ons bord laten liggen.

Buiten was het nog altijd heel warm. En de baasjes besloten om effetjes van de zon te genieten op het golfgras. Er waren geen golfers en dus konden we dat veilig doen zonder balletjes op ons hoofd kregen.

Maar na een paar drankjes begon dat ook tegen te steken.

De baasjes gingen dan wat slenteren.

Een slecht teken.

Want op de laatste dag is het ook solden. 

Alles moet weg, want er moet plaats gemaakt worden voor de nieuwe ... cruisegangers. 

En slenterende baasjes tussen de solden, dat is vragen om problemen.

Gelukkig waren het echt lage prijzen.

Het slenteren stak ook tegen en dus gingen we nog wat golfen, allez op het golfgras zitten. Met een drankje.

En dan was het echt tijd voor afscheid.

Van de boys die onze kamer proper hielden en van de garçons in het grote restaurant. 

Buiten zagen we rare torens midden in de zee staan. Boortorens blijkbaar. 

Het was voorbij. We waren in de Waddenzee.

maandag 13 augustus 2018

Dag 11 : een dagje wandelen rond Tivoli

Woeah,

Gaap,

Woeah,

Brrrr

Neen, beste lezertjes, er zit geen beest in je webbrowser. 

Cruisen is vermoeiend.

En je hoorde net mijn broer wakker worden.

Hihi.

Vandaag gingen we op bezoek bij de Denen. Dat is daarmee ons derde Scandinavisch volkje op onze reis. Of ons vierde als je ook de Letten meeteld. Maar die hebben geen kruis in hun vlag. Dus telt dat?

Tijdens ons ontbijt gleed onze boot heel stilletjes de haven binnen van Kopenhagen, of is het Frederiksborg? 

Het was vanmorgen alvast bakken en braden buiten. We gingen richting 30 graden vertelde de lokale Armand Pien aan boord. Pfff. Hopelijk hebben ons baasje een rugzak gevuld met water want dat werd zweten.

Terwijl we onze beentjes aan het afknuifelen waren, hadden we enkele van de obers aan de haak geslagen en ze mochten pas los als ze ons flesjes frisse drank brachten. Ha. Ons baasjes gingen ons niet liggen hebben. 

Zo tegen half tien stonden we dan eindelijk op de kade. De Langelinie-kade. Waar vroeger de boten naar Verweggistan vertrokken. Zoals in veel plaatsen waren de oude boten verdwenen. En in de plaats waren moderne gebouwen voor uppies en juppies. 

En in design zijn Denen sterk. Na een paar honderd meter wandelen zagen we al enkele voorbeelden daarvan. Als eerste kwamen we de Kleine Zeemeermin tegen. Maar er klopte iets niet. Mijnheer Didier had ons gewaarschuwd voor horden toeristen die allemaal een foto van de Kleine willen. Maar, er was niemand aan het fotograferen. En ze leek ook een beetje ziek want er zaten gaten in haar lijf. 

Oef, het was een moderne interpretatie. 

Een beetje verder had een andere kunstenaar een stenen interpretatie van een Salvador Dali schilderij gemaakt. 

Brrr. Als ik teveel beentjes gekloven heb, heb ik ook zo’n dromen. 

Na een bruggetje en wat trapjes kwamen we terug op de grote kade en mochten verder naar het stad wandelen. We mochten niet te snel wandelen want we moesten vandaag veel wandelen zei onze gids. 

In de verte zagen we wat bussen ronddraaien en zag het ook redelijk zwart van het volk. Dat was onze volgende fotoshoot met de bekendste Deense, al meer dan honderd jaar jong.

We kwamen gelukkig tussen twee busladingen Chinese toeristen toe. Zo moesten we niet te hard drummen om een mooie foto of twee te maken. Onze fotoalbum moet ook gevuld raken. 

Nadat iedereen zijn kiekje gemaakt had, konden we terug verder. We kwamen ook enkele sprookjes van Hans Andersen tegen, twee lelijke eendjes. Auw. Ik bedoel mooie zwanen.

Als echte toeristen wandelden we verder naar de stad. We kwamen nog wat standbeelden tegen en ook een pompeuze fontein met grote ossen en een gevaarlijke stuurvrouw. Ons pootjes deden al wat pijn en we hebben ze dan maar eens gesopt in het frisse water. Zalig.

En dan moesten we verder. Naar het paleis. Niet dat de Koningin thuis was. Maar we moesten nog ver wandelen en dus was er haast. Koning Frederik was wel een slimme. Eerst liet hij een paar rijke families nieuwe paleizen bouwen volgens zijn plannen. Daarna verhoogde hij de belastingen en moesten de families de paleizen aan hem afgeven. En zo had hij niet een maar vier nieuwe paleizen. Ze lijken allemaal op elkaar en toch niet. Je kan ook de aflossing van de wacht gaan bekijken maar daar was niet genoeg goesting of tijd voor. We moesten voortmaken.

Er stond ook eens Japanse TV-crew. Niet voor de aflossing van de wacht maar om een reportage over Danish te maken. We verstonden wel niet waarom ze dan een schaal met pateekes stonden te filmen. Tot baasje uitlegde dat pateekes in het Engels Danish heten. En in het Duits ook. Omdat in Amerika de bakkers van patisserie vaak van Deense origine waren. Ah ja. Logisch. 

Ik moest mijn baasje achter zijn vodden zitten want hij was achterop geraakt met dat kijken naar de pateekes. De andere waren al tot aan een oud graanpakhuis geraakt. Dat was blijkbaar een gekend hotel geworden. Opa Vic was daar al gaan slapen en mijn baasje ook. Wat ze zich nog herinnerden? Dat het heel duur was voor een nacht slapen in een klein kamertje. 

Als volgende fotoshoot stond de Nyhavn op programma. Letterlijk de nieuwe haven. Het is een van de oudste delen van de stad. Mensen en namen, raak er maar wijs uit hoor.

Het was er wel schilderachtig. En ze hadden er veel keus uit bier en ijskreem maar niet voor ons. We moesten voort. Dwars over een groot plein dat volledig opgebroken was. Waren het hier binnenkort verkiezingen? 

Puf puf puf. Hijg, hijg, hijg. 

Nu begon het moeilijkste stukje van de wandeling blijkbaar. Neen. Het ging niet steil bergop. Maar nu gingen we door de duurste straat van Denemarken lopen. Met allemaal winkeltjes. En zorg er dan maar voor dat iedereen blijft volgen. Want tot nu toe had niemand al veel kans gehad om iets te kopen en het was al het einde van de maand. 

Maar onze gids hield als een goede herdershond de groep goed bij elkaar. Sloefie of ik heeft zelfs niet te blaffen. Goed zo mijnheer Didier. De nodige BTW zal ook wel geholpen hebben om iedereen bij elkaar te houden. Hihi. 

Puf puf puf. Hijg hijg hijg.

Het was wel warm hoor. En dorstig. En er waren zoveel mogelijkheden om al eens te stoppen en bij te tanken. Of efkes de pootjes afkoelen in een fonteintje of zo. 

maar nee hoor. De stoet trok door, dwars door de stad. Naar wat? Naar de Rathusplats - het equivalent van het Stadshuis in Stockholm, stond hier in Kopenhagen en heet hier Rathus. Dat in Stockholm is hoger, lieten de Zweden weten. 

Puf puf puf. Hijg hijg hijg.

Baasje. Ik heb een Hardrock gezien. Heel goed Broer, daar gaan we straks binnen, zelfs als het niet mag. 

Maar eerst iets drinken baasje.

En kijk, we waren aan het verste punt van onze wandeling geraakt. De Westerbrug. En daar was een mikrobrouwerij met heel lekker bier en heel lekker eten. Eindelijk, mijn pootjes waren afgesleten tot onder mijn oksels zo voelde het. 

Oh ja. Heb ik het al gehad over de studenten? 

Neen dus. Wel het was vandaag de laatste dag van het schooljaar blijkbaar. En al wie niet meer naar de school moest, reed op allerhande oude vrachtwagens door de stad met veel muziek, veel plezier en ook wat drank waarschijnlijk. En iedereen was heel blij daarmee. Je moest het hier proberen. Dat zou zeker niet mogen van mijnheer De Wever, want die droomt enkel van de lat en de roe, dat waren nog eens tijden.

Na de lunch wachtte ons een lange wandeling terug. 

Eerste stop was het Raadhuis. Maar mijn baasje zag dat niet meer zitten. En dus gingen we wat in de schaduw zitten.

Volgende ongeplande stop was de HRC. Of de rest het graag had of niet, mijn baasjes waren plots verdwenen.

En dan begon het wandelen terug. Nu door de studentenbuurt. Hier had je ook veel keus in bier en plezier. Langs de Joodse ambassade met boze agenten. Langs een oude boekentoren. En ik zat ondertussen al te knikkebollen bovenop de camerazak. Ik had besloten me te laten dragen.

We dweilden straat na straat af tot we plots in een mooi park stonden. De Koningstuin blijkbaar. Met onze volgende fotostop, het Rosenborg kasteel waar al de juwelen van de Denen liggen. 

Samen met baasje bleef ik op de bagage waken. We waren trouwens niet de enige wakers. Er liepen ook twee soldaten rond, met hoge zware dikke berenmutsen. De sukkels moesten zo om de twee minuten een toertje lopen langs het kasteel. En ondertussen werden ze gefilmd en lastig gevallen door toeristen. Hopelijk zijn de geweren niet geladen. 

Terwijl Sloefie en de rest binnen in het kasteel zat, konden we ook nog de wisseling van de wacht volgen. Maar de nieuwelingen hadden het beter. De nieuwe wachten droegen gewone legerkleding met een klein petje, geen beren meer op het hoofd. Pfff. 

Ah ja, de wachten moesten zich wel een keer boos maken. Een Chinese mevrouw wou alles filmen vanuit een van de grasperkjes. Maar daar mogen enkel katten en vogels op lopen, geen mensen. En mevrouw wou geen Deens verstaan. Tot een sergeant madam uit haar bottines schoot. Hihi. 

Na een half uurtje was iedereen terug uit de schatkamer. Niks mee naar buiten gebracht. En dus mochten we nu naar de boot terug.

mijn baasje had blijkbaar herwonnen krachten. Ik kon hem niet bijhouden. 

We trokken nog door de citadel van de stad, een complex van oude verdedigingswallen, waar we vanmorgen rondgewandeld waren. 

Aan de Kleine Zeemeermin stond nu veel minder volk. Ik heb nog eens gezwaaid naar haar. 

En dan waren we terug aan ons schip. Een laatste keer door de security. Een laatste keer een scan van de bagage. Een laatste keer als verstekeling aan boord. Alweer gelukt. (Anders zou ik er geen blog kunnen over schrijven).

En dan was het wachten op de rest van de wandelkudde. 

Gelukkig was de bar niet gesloten. Want mijn pootjes hadden dringend verkoeling nodig.

Vanavond gingen we nog eens lekker eten. Njam njam njam. Hopelijk zijn er beentjes. 

Tot schrijfs

Groote Broer


zondag 12 augustus 2018

Dag 10 : van Gamla Stan naar Havn

Dag allemaal,

waar was ik gebleven?

Oh ja, ik zat samen met de baasjes en Sloefie op het achterdek van onze boot te kijken naar de ondergaande zon en al de mooie plekjes op de vele eilandjes op weg van Stockholm naar de zee.

De volgende dag ging een rustige dag.

Far niente stond er in de agenda van mijn baasje.

Gelukkig was het aan boord niet zo warm als op het land. Want gisteren hadden we toch heel wat watertjes laten vloeien hoor toen we op stap waren door de oude stad.

Vandaag hoefden we niets te doen.

We vergaten zelfs om onze blog bij te houden.

Ai, ai, ai. De baasjes gingen niet blij zijn.

In de ochtend was er wel nog een activiteit gepland voor Sloefie en haar baasje. Ze gingen op inspectie achter de schermen. Van de keuken. Ah ja, Sloefie en haar baasje zijn bijna gediplomeerde chef-koks en dus moeten ze zich wel bijscholen qua technieken in de grootkeuken. En zo wisten we misschien ook wat we 's avonds gingen eten.

Voor de middag hadden ons baasjes iets speciaals in gedachten. Geen hamburger of sla of zo. Niets van dat. Ze gingen oosters. Er was ook namelijk ook een japans restaurant aan boord. En dus gingen we sushi eten.

Mijn broer en ik zijn daar niet zo happig op. Ons pootjes zijn niet zo groot en het is nogal moeilijk om een brokje op te pikken met die stokjes. Het is veel makkelijker om het gewoon uit het potje te eten met ons pootjes maar dat mag niet van de etikette. 👿

Wat kregen we allemaal? Lekkere miso soep - en in tegenstelling tot wat opa en oma kregen in Japan, was het meer dan alleen maar water. Het was zelfs lekker. Njam. En dan kregen we allerlei soorten sushi. Dat is voor mijn broer altijd een grote brok om te eten maar hij kan op tijd en stond wel eens een grote mond opzetten en dan past een brokje sushi er net in. Hihi.

Na het middageten zochten mijn baasjes een rustig plaatse op in de zon om te lezen of te dromen. En de hondjes kropen onder een zonneklak om van daaruit te waken. Ha. Wij weten ook wel ook het mooie leven is.

Zo tegen het avondeten begonnen de baasjes onrustig te worden. Altijd een gevaarlijk teken. Ze keken naar hun gsm.

- Heb jij dat ook?

- Watte?

- Dat je GSM op Vodafone Duitsland staat?

Lap het was weer van dat. Ze waren nu een dikke week rustig gebleven en daar begon de IT terug de kop op te steken.

- Ja ik heb dat ook. Maar we zijn pas morgen in Kopenhagen.

- En ik heb ook al Teledenmark gehad. Ik zal eens gaan horen.

Lap. 't Is om zeep. Baasje verdween. Om vragen te stellen.

Oef. Na twee minuten was hij al terug. Hij was mijnheer Didier tegen het lijf gelopen en die had hem dadelijk terug gestuurd.Want wat was er aan de hand? Wel tussen Kopenhagen en Malmeu is er sinds enkele jaren een brug - ze maken daar zelfs films over op tevee. En die dure brug? Die is te laag voor de grote cruiseboten zoals de onze. En dus moeten al die boten helemaal rond Denemarken varen. En daarom zijn we pas morgen in Kopenhagen.

Nu de baasjes gerust waren, konden we verder rusten tot het tijd was voor de diner. Oef.

In Kopenhagen gingen we veel wandelen. Dus konden we beter maar vroeg gaan slapen om ons pootjes rust te geven.

Tot morgen.

zaterdag 11 augustus 2018

Dag 9 : waar Birger Jarl zijn stok plantte

Dag beste lezertjes.

Vandaag zijn mijn broer Sloefie en ik extra vroeg opgestaan. Niet omdat we alweer ontiegelijk vroeg van de boot moesten maar wel omdat we het binnenvaren in Stockholm wouden meemaken.

Ons baasjes? Die hebben er dwars doorgeslapen.

Die waren dan ook verrast wanneer ze moesten wakker worden in het midden van de stad.

Ach baasjes. Je kan niet zonder maar soms zou je ze toch vijf cent geven.

Het was een prachtige ochtend. Er hing zelfs een lichte geur van verband hout in de lucht. (Opmerking van de redactie: Broer overdrijft. De zweedse bossen waren al twee weken aan het branden. Maar dat was wel honderden kilometers verder. En zo scherp is hun neus nu ook weer niet.)

Mijnheer Didier had ons wel een heel interessante dag beloofd. Met vooral veel cultuur en veel wandelen.

Na het lekkere ontbijt waren we er allemaal klaar voor.

Onze eerste afspraak was met een oude dame die zo'n vierhonderd jaar verborgen had gelegen in het slijk van de haven van Stockholm.

We gingen namelijk naar het Vasa museum.

Sloefie dacht we een museum van vasen gingen bezoeken. Maar ik had al beter geluisterd. Ik wist dat we naar een boot gingen kijken.

Want het verhaal van de Vasa was in feite nogal tragisch. Toen het schip gebouwd was, was Zweden een grote zeemacht en het was regelmatig in gevecht met Rusland of Denemarken.

De Amerikanen bouwen nu vliegdekschepen die groter zijn dan alle andere landen. Wel Zweden had beslist om een schip te bouwen met alle mogelijke snufjes. En naarmate ze verder bouwden aan het schip, moesten er dingen toegevoegd worden. Nog een rijtje kanonnen. Nog een rijtje standbeelden. Nog een dekje daar. En het schip groeide en groeide, vooral in de hoogte.

Er werden kosten noch moeite gespaard om het schip op te smukken met duur hout en duur goud.

En dan waren de Zweden klaar om hun Vasa te lanceren. Heel de bevolking stond er op te kijken.

En nog geen vijf minuten in de vaart, begon de wind wat harder te waaien. Het schip legde zich in de wind. Maar de onderste kanonnen waren zo laag dat het water gewoon begon binnen te lopen. En naarmate er meer water inliep, ging het schip nog platter liggen. En zo liep er meer water in. En op enkele minuten was het schip gezonken met veel van de matrozen nog aan boord.

Een nationale tragedie. Zelfs in tijden dat er nog geen internet was of twitter of smoelenboek.

Elke Zweed dat het schip ergens in de haven lag, maar niemand wist echt waar. Tot er een schattenduiker systematisch begon te zoeken in de haven. En zo werd het schip in de jaren vijftig gevonden. En de Zweden beslisten dat ze het schip gingen bergen om zo de schande van zoveel jaar geleden ongedaan te maken.

En het zijn slimme jongens de Zweden. Ze bouwden een museum rond het droogdok waar ze het schip naartoe sleepten. Rond het schip maakten ze een speciale wandelbrug zodat je alle details van het schip mooi kan zien.

En dat gingen wij nu vanmorgen doen.

Ik vond wel dat het er een beetje rook naar rottend hout maar voor de baasjes was het ok. Mensen kunnen niet goed ruiken he.

Er was vannalles te zien. Het schip natuurlijk maar ook een nagebouiwde kajuit, een stukje dek - oei wat laag - borden, vorken en messen uit het schip enzovoort. Het was echt een grote schok, zoveel cultuur en geschiedenis op een ochtend. Gelukkig hadden we een stevig ontbijt genomen. Fotootjes vind je binnenkort hier.

Na zoveel cultuur gingen we onder leiding van Mijnheer Didier op stap naar het oudste deel van Stockholm, de Gamla Stan. Daar staan allemaal oude huisjes heel dicht tegen mekaar - zo vallen ze niet om. Daartussen zijn kleine pleintjes, een koninklijk paleis, veel kinderkopjes - dat deed pijn aan mijn pootjes - en leuke plekjes om te fotograferen. En dat allemaal terwijl het buiten toch 35 graden was. Puf puf puf.

Na een vrije lunch gingen we verder op stap. We passeerden terug langs de Koning, langs het parlement en dan langs de oever van het meer tot aan het Stadhus. Zweden wonen niet in een huis maar een hus. Grappig he.

De Zweden zijn heel trots op hun stadhuis. Het is een voorbeeld van Scandinavische architectuur. Vanbuiten ziet het er gewoontjes maar groot uit. Binnen was het lekker fris vergeleken met buiten. Eerst vond ik alles redelijk kaal, toch in vergelijking met het paleis van de Tsaar. (Opm. redactie: Broer die heeft wel wat meer geld dan een arme burger he). Maar de grote zaal was wel heel mooi met veel goud en mooie tekeningen. Als je ooit een Nobelprijs wint, mag je hier komen dansen. Tof he!

Op het laatste moesten we ons wel beginnen reppen. Want de boot ging nogal vroeg vertrekken vandaag.

We hebben ons dan maar geinstalleerd op het achterdek bij de bar. Daar hadden we een mooi uitzicht over de baai en over de vele eilandjes rond Stockholm. Hier zouden Sloefie en ik wel willen wonen in de zomer.

Oh ja. Wat is er nu aan de hand met Birger en zijn stok. Wel Birger is de mythische stichter van Stockholm, hij heeft een pseudograf in het stadhuis. En de stok? Wel om aan te geven waar je wil wonen, plante je vroeger eerst een (vlagge)stok. En Birger deed dat op de Holm (heuvelrug) tussen het Mälarmeer en de zee. Dus Stok-holm. Simpel he.

Tot morgen

Groote Broer

Halftijdse blogger en ontdekkingsreiziger.

vrijdag 10 augustus 2018

een gesprek tussen honden ...

Sloefie ...

Sloefie, slaap je nog?

Zeg broer, neen, nu slaap ik niet meer? Wat is er broer?

Ik heb slecht nieuws voor ons.

Zeg Broer. Wat voor slecht nieuws? Gaat het terug 38 graden warm worden?

Neen, veel erger.

Maar Broer, je overdrijft. Wat is er aan de hand?

Wel ik heb vanmiddag gezien dat de baasjes met hun fotootjes van de reis bezig waren.

En dan? Ik laat mijn baasje daar mee spelen, dan ben ik een paar uurtjes gerust en kan ik lekker niets doen.

Neen, Sloefie. Je verstaat het niet. Ze zijn met hun fotootjes tot in Rusland geraakt.

Ah dat is mooi hé. Dan hebben we eindelijk wat foto's om in onze blog te zetten. Daar moet je je toch geen zorgen over maken.

Maar Sloefie, dumpfkopf. Dat is het hem juist.

Alle hondendrollen, we hebben niet voortgeschreven aan onze blog.

Juist Sloefie.

Maar we konden toch niet want we moesten mijn baasje verzorgen met haar host van een Sint Bernard.

Dag is waar Sloefie. Maar je baasje is nu wel genezen he.

Oei. Maar ik ben al teen en tander vergeten hoor.

Sloefie. Ik heb een idee. We volgen zo een beetje welke foto's er gemaakt zijn en dan maken wij er een verhaaltje rond.

Broer. Jij bent een slimme hond. Jij mag van mij die fotootjes proberen te onthouden.

Zeg Sloef. Jij mag ook wel iets doen hoor.

Maar Broer toch. Ik bedenk de plot. En ik kan heel lief kijken, alsof het de schuld van iemand anders is.

Grrr. Slaapwel Sloefie.

Slaapwel Groote Broer. Hihi.