donderdag 29 oktober 2009

Dag 20 - Overgangsetappe

Je kent ze wel van de Tour de France of de Giro d'Italia, de overgangsetappen.

Dit jaar hebben we er ook zo een ingelast. Tussen Las Vegas en San Francisco liggen verschillende hoge bergketens. Als je die wil vermijden, dan moet je of langs Reno, NV of langs Bakersfield, CA rondrijden. En dat vraagt veel kilometers en nog veel tijd.

Gelukkig schijnt vandaag de zon. De grijze (zand/mist) lucht is verdwenen maar de koude wind is er nog. Het hotel ligt aan twee Outlet Malls. En je kan de toestand van de Amerikaanse Consument gaat merken. De kleinere mall is grotendeels gesloten. Slechts enkele winkels hokken samen in een klein stukje van het complex. Het tweede complex is wel volledig operationeel. Maar de klanten worden aangevoerd met bussen. En het zijn Chinezen die de dollars laten rollen in de winkel, niet Amerikanen. Die zijn al content dat ze hier kunnen werken. Boom and bust economie.

Dan maar op weg naar King City, 280 mijl verder. Vandaag geen snelwegen maar gewone wegen, dwars door het westen van de Mojave woestijn en dan de Centrale Vallei. En we komen langs Bakersfield - waar we in de lente al passeerden op weg naar Sequoia en Kings Canyon.

Er is in feite weinig te vertellen over de rit. Het eerste deel loopt over deels twee-, deels vierbaansweg. Langs beide kanten van de weg liggen dorre vlakten met af en toe een verloren cactus of omgewaaid reclamebord. State Route 58 is wel heel druk. Het is de kortste vlakke weg tussen de Centrale Vallei van Californië en de rest van het Zuidwesten.

In Bakersfield stoppen we voor een natje en droogje voor onszelf en de auto. Tanken dus. En dan gaat het naar de State Route 46. Die moet ons naar El Camino Real brengen, de oude Spaanse weg die de verschillende missies verbond in Alta California.

Deze weg is nog veel drukker dan SR-58. Enerverend voor de chauffeur. De laagzittende zon, de slechte chauffeurs en de wegenwerken maken het niet gemakkelijk. En dan plots na een tiental kilometer zwaailichten, ambulance, brandweer. Er is een zwaar ongeval gebeurd. De weg is tweevaks en een lichte Toyota probeerde in te halen maar verloor de controle over het stuur. De ganse rechterzijde van de wagen is verdwenen. Drie jonge mensen op slag dood. Slik.

We rijden in stilte voort.

De weg begint de klimmen tot we aan de US-101 komen, de Camino Real. Deze is bijna volledig omgebouwd tot autostrade. Veel veiliger en ook minder druk dan de SR-46. We kunnen terug opschieten en met het invallen van de duisternis komen we aan het hotel. Morgen wacht een weinig gekend park.

San Francisco is minder dan 200 mijl.

Halloween is in zicht.

Tot morgen

Dag 19 - Met beperkte zichtbaarheid

Dienstmededeling

Wegens beperkte toegang tot het internet ontbraken enkele dagen. In Dag 13 is het tweede deel toegevoegd. Dag 16 is gereconstrueerd.


Einde Dienstmededeling.

Als het gisteren (dag 18) al moeilijk was om op te staan, was het vandaag nog eens zo moeilijk. Sandra is wat ouder geworden. Steven is al oud. En we zijn voorbij halfweg op onze vakantie. Om stil van te worden. En we moeten onze bagage terug inpakken want vanaf blijven we overal maar een dag.

Na het gepak en gezak, tijd voor ontbijt. We willen voor de verandering eens een Starbucks ontbijt en daarvoor moesten we bij de buren zijn, Caesar's Palace. Snel de straat overgestoken. Ha, het was minstens tien graden kouder dan de dag ervoor. En er blies een gure wind. Zonder de zon (overdag) of lichtjes ('s nachts) zie je Las Vegas voor wat het werkelijk is, een lelijke stad met lelijke gebouwen en veel lawaai. Dus snel het casino ingedoken. Nee, niet om te gokken - gisteren wel $4,00 vergokt - maar om door te steken naar de winkelgalerij waar we de Starbucks vermoeden. Maar wat we ook zochten, geen SB te vinden. Dus namen we maar een ontbijt in Planet Hollywood. Voor een scherpe prijs kreeg je daar een volledig ontbijt. Edoch, net als in Hollywood, schijn bedriegt. De bediening duurde "uren", het glas fruitsap was microscopisch klein, en de koffie trok op geen k*en. De tip voor de kelner was dan ook navenant, net iets meer dan $1,00. Ha.

En dan was het tijd voor Sandra's nagerecht van gisteren ... het bezoek aan de "O" winkel. Hier kan je allerlei mooie t-shirts, Cd's, Dvd's, ... bekijken en kopen van de verschillende Cirque du Soleil optredens. Alleen al in Vegas zijn er vijf verschillende shows. Een moeilijk te weerstane verleiding, heet dat dan.

Het was al voorbij de middag als we met ons nieuw autootje (28.000 mijl op de teller, een oudje dus) uit de parking van het hotel vertrekken. Richting het zuiden, Los Angeles, California here we come.

Maar vergis je niet. Het was buiten nog altijd koud en grijs. Dus nog snel een foto genomen van het typisch Welkom bord van Vegas en klaar voor de Interstate-15 en het monument van de dag.

Na een tiental mijl op de snelweg leek het wel of het verderop hevig aan het regenen was. Echt iets voor ons. Regen in de woestijn. Of was het mist?



Het bleken zandstormen te zijn. We reden dan ook door Sand Valley door. De schim op de foto is trouwens een casino, letterlijk op de grens met Californië gebouwd. Ons kon het niet verleiden tot stoppen, we gingen wel een beetje verder de snelweg af, richting Cima en Kelso. De namen zeggen jullie waarschijnlijk niets - tenzij je interesse hebt in de Union Pacific spoorweg en het speciale traject door de Mojave-woestijn. Die woestijn is nu voor een groot deel National Preserve geworden. Hazo! En wat is het verschil met een Park? Wel je mag er jagen. Vraag is op wat. Want nog de landschildpadden, nog de herten laten zich vaak zien.


In het park zelf was de zichtbaarheid duidelijk beter dan langs de snelweg. We konden in de verte een lange goederentrein de helling zien opkruipen richting Cima en Vegas, en naar het noorden de zwarte cinderkegels als bewijs van alweer vulkanische activiteit in dit deel van de VS. En uiteindelijk kwamen we in een reusachtige boomgaard vol Joshua bomen. Er staan er hier veel meer dan in het park 100 mijl verderop dat officieel Joshua Tree NP heet. Tiens.


En uiteindelijk komen we aan het visitor center. Het is ingericht in het vroegere Kelso Depot, het hoofdgebouw van de vroegere locomotiefstelplaats Kelso. In 1943 woonden en werkten hier nog 2200 mensen, vandaag 22. Een vriendelijke dame vertelde honderduit over het park, het gebouw, het leven hier. Sinds kort is de oude spoorwegkantine terug open en we aten een hyperverse en hyperlekkere sandwich (op zijn Engels weliswaar).

En dan is het tijd om verder te rijden. Op aanraden van de vriendelijke ranger reden we langs het zuiden, langs de Kelso Dunes. Nu we een andere auto - met reservewiel - hebben, durfden we terug een stuk unpaved road te nemen. We begonnen ook aan het pad naar de top van de duinen. Maar we hebben het niet gehaald. De zon verborg zich achter de wolken en het was alsof er een grijze mist over de woestijn kwam. We vonden het dus veiliger om terug te keren naar de auto. Er wachtte ons trouwens nog 90 mijl freeway voor we konden gaan rusten in Barstow. Nog zo een oude spoorwegstad trouwens.



Tot morgen.

woensdag 28 oktober 2009

Dag 18 - Las Vegas

Na de schitterende show van gisteren en de auto-ruil was het deze ochtend verschrikkelijk moeilijk om op te staan. We zijn uiteindelijk maar opgestaan, want in een bed kan je overal ter wereld liggen en daarvoor zijn we niet naar Vegas gekomen. Maar voor we de bekendste straat 'De Strip' onveilig gaan maken, moesten we nog wat foto's kopiëren. Ook was het dringend tijd om eens een back-up te maken van alle foto's die op de harde schijf stonden. Het verrast dan ook niemand als ik zeg dat we uiteindelijk rond 11u00 vertrokken.


Ik denk dat we gewoonweg alle hotels binnen en buiten gelopen hebben en er is toch nog steeds een groot verschil tussen de hotels: Sommige casino-hotels zijn gewoon een hotel met op het gelijkvloers een set van pokertafels, roulettes en slotmachines; In andere hotels wordt je als het ware in een verhaal gezogen van voor je het hotel binnenstapt, de receptie, ... tot in het casino gedeelte en de staf. Na een dagje analyse werk kunnen we garanderen dat de leeftijd van het hotels niets te maken heeft of ze in het ene of in het andere type vallen.



Rond 4u zijn we moe gekeken (neen niet gespeeld) en komen we gelukkig aan het Venetian toe. Daar moesten we zijn om naar het tweede spektakel te gaan. Sandra had immers als tweede keuze "Blue Man Group" gekozen. Blue Man Group is een creatieve organisatie rondom drie personen, die zwarte kleding dragen en totaal blauw geschminkt zijn. De hoofden geven de indruk volledig kaal te zijn en de oren zijn bedekt door een gladde kap. Ze worden begeleid door een band met hoofdzakelijk slagwerkinstrumenten. Nadat we de bestelde ticketten opgepikt hadden bij de reservationdesk, was er nog net voldoende tijd om iets te eten. Nu, wat kan je anders eten in de Venetian dan een pasta in een van de vele restaurants. De obers waren niets zo tevreden met onze kleding denken we, want we werden in een hoekje neer gezet; De tip was evenwel recht evenredig met hun keuze. De show was een geweldig succes. Het was 2 uur muziek, schetsjes en gelach. Een echte aanrader!



Op de terugweg naar ons hotel zijn we even blijven plakken bij de Mirage want daar stond net als voor ons hotel veel volk. Na enkele minuten wachten begon het daar plots te rommelen en begon er een water en vuur concert. (Wie zou het nu van wie overgenomen hebben?)Brrr... De zomer is echt voorbij. We waren nog beide in een t-shirt en hadden het eigenlijk niet te warm. Dus besloten we maar snel naar huis terug te keren.

Eenmaal binnen op onze kamer bij Bellagio besliste Steven om toch nog even buiten te blijven hangen om nog een fontein spektakel mee te pikken. Uiteindelijk hebben we na 3 liedjes gekozen voor onze warme kamer (1 liedje is 1 spektakel en in de avond uren wordt er om de 15 minuten een liedje gespeeld; dus reken maar zelf hoelang we buiten zijn gebleven.)

Oei... het gaat weer pijn doen morgen... want het is nog maar eens een dagje verder op onze klokken. Dus de hoogste tijd om wat te slapen.

Tot morgen

Dag 17 - Op weg naar Vegas

Wat was het warm deze nacht, maar ja het was onze eigen fout : wie de airco afzet, die moet niet komen klagen.

Na het inpakken, de frigo en daarna de auto te vullen waren we klaar voor vertrek.... Ah ja want we wouden immers ontbijten op een van de mooiste plekjes en dat betekent niet treuzelen! Maar niet te vlug Sandra, want hier in Furnace Creek staan nog enkele oudere treinen en die moeten we toch eens gaan bekijken. Enkele foto's later en ook een shoppingske later, zijn we vertrokken.

Eerste stop : Zabriskies Point. Je moet een korte maar stevige heuvel beklimmen en dan krijg je een schitterend zicht op een set van uitgesleten zachte rotsen, precies zandduinen. "Grrrr" "ga er dan achter" "neen, doe jij maar.... Ik ga zo wel wat genieten.".. Sandra is haar kodak in de auto vergeten, dus ze kan enkel genieten met haar ogen. Steven daarentegen kon mooie foto's nemen en geraakte in gesprek met Amerikanen over ons raar taaltje. Terwijl heeft Sandra een padje gevonden en had ze zich ze op een rustgevend punt neergezet... Ale t'is dat wat ze Steven wijsmaakte



Na enkele tientallen minuten daar te mogen genieten, zijn we terug binnen keren naar de auto. Lap, Sandra is er weer van door... Deze keer wou ze tonen dat ze zich zo vrij voelde als een vogel (met op dat smalle strookje te gaan staan en de wind goed in haar gezicht te voelen spelen).



Uiteindelijk belandden we toch nog tot aan de auto. "Laten we toch maar eerst tot het volgden punt rijden alvorens te eten". Dus reden we nog zo'n 30 mijl verder met de laatste mijl steil naar boven. "Wow" Dante's view. Daar aten we ons ontbijt (crackers met kaas en appel, mmmm) terwijl we genoten van het spectaculair uitzicht over de Vallei van de Dood. Nadien wandelden we tot het eindpunt van de trail en namen we afscheid.



En nu restten ons nog zo'n 70 mijl tot de grootste gokstad Las Vegas. Afzien dat die route was... Na mijlen draai op draai te mogen bekijken in het natioale park, waren deze mijlen eentonig, saai en kaarsrecht.



In Vegas parkeerden we onze auto in een van de parkings van het hotel en checkten we in. Steven had een kamer geboekt met zicht op de strip en wat belangrijker is zicht op de fonteinen. 'S avonds is er om 30 min een fontein spektakel op basis van muziek... De kamer is groot en de badkamer deed ons direct aan Imde denken. Na een korte toiletpauze voor beiden hebben we de tickets voor de show van de avond gaan oppikken : "O" van Cirque du Soleil. "Nog even geduld Sandra, de show is pas binnen 4 uur".

Dus zijn we op een korte verkenningstocht vertrokken met 2 doelen : iets eten en even wat shoppen. We besloten naar het Zuiden op te gaan en daar iets te kiezen waar we konden zitten om te eten, genieten van de omgeving en waar we wisten dat het ging in orde zijn. Uiteindelijk zijn we een Hard Rock Cafe tegen gekomen en die binnen gestapt. Enkele Long Island Ice Teas (volgens de afrekening slechts 2 maar dat klopt niet helemaal) en een beetje later, zijn we terug vertrokken. Nog even de souvenirwinkel van het restaurant, de M&M en de CocaCola winkels geplunderd en dan wou Sandra echt terug naar het hotel.

De watershow van Cirque du Soleil was schitterend en spectaculair, had toffe stukken en heel mooi muziek. "O" was ontworpen door een Belg en we mogen echt trots op hem zijn.

Nadien heeft Steven contact opgenomen met de wegenhulp van Alamo om onze korte versie van de platte band uit te leggen. Na enkele minuten werd er gemeld dat we de auto mochten gaan omwisselen op de luchthaven. Rond 23u zijn we met onze 'nieuwe' auto in het hotel terug geraakt en was Sandra niet meer van de venster weg te krijgen. Elk fonteingespuit heeft Sandra gezien tot het stopte voor de nacht en terwijl heeft ze dan ook maar de film kwaliteiten van de canon kodak getest. We zullen haar morgen avond nog maar wat laten oefenen, want ze deed het niet slecht voor de eerste keer.

Nu is het al ver voorbij bedtijd, maar deze keer had het een goeie reden... "Gelukkige verjaardag Sandra".... En toen zijn we maar gaan slapen.

Dag 16 - Met een driewieler

De vorige dag hebben we de auto goed op de proef gesteld. Vandaag gaan we wat betere wegen opzoeken - met uitzondering van een paar stukjes "unpaved" van telkens enkele mijl.

In de voormiddag gaan we enkele sites doen in de Paramint vallei, het meest westelijk deel van Death Valley NP. De eerste stop is Agueberry Point, een uitkijkpunt over de centrale vallei maar veel minder gekend dan Dante's View aan de overkant. Eerst krijgen we een stuk gewone unpaved road, vervolgens enkele mijl "high clearance" ttz niet voor een gewone auto. Maar wij rijden met een verre afstammeling van de oer-Jeep. Dat kan geen probleem zijn. De hoogte van de auto was niet het probleem maar het TPM maakte ons met een schrille kreet attent op een ander probleem. Stenen, van de uitstekende puntige soort, die banden doorprikt. Met andere woorden de rechter-achterband verloor lucht. Dus ijlings de auto gekeerd en gestopt op de eerste vlakke plaats met stevige ondergrond. En dat is niet snel te vinden als je in de bergen rondtoert. Volgende stap: de handleiding. Jeep levert die namelijk niet meer op papier mee maar op CD. Handig als je in the middle of nowhere problemen hebt. Enfin er zat dan toch nog een dun boekje bij, Getting started & frequent questions. Hoera, een band wisselen hoorde bij het tweede. De reserveband vanonder de auto halen met 50 keer draaien, krik onder de achteras vastzetten en opkrikken, moeren losvijzen, band wisselen, ... Blijkbaar waren we heel professioneel bezig want de weinige auto's die er waren, stopten niet, laat staan dat ze vroegen of we hulp nodig hadden. Wanneer onze driewieler terug een werkend vierde wiel had, stopte er wel iemand. Beter laat dan ooit.

Zonder reserveband moesten we onze planning wel aanpassen. de langere stukken unpaved hebben we maar geschrapt. Maar in Death Valley zijn er niet veel plaatsen die je kan bezoeken zonder asfalt te verlaten.

De eerste stop, Agueberry Point, werd geschrapt. Idem voor de sites dieper in de vallei. We keerden dan maar terug naar de hoofdweg. Volgende stop was Mosaic Valley. 2,5 mijl unpaved bergop, slik. Zouden we dat proberen? Wel als er iets gebeurt, dan trekken we strootje wie naar de garage van Stovepipe Wells lift. Dat is maar 4 mijl ver. Enfin, we geraken veilig tot op de parking aan het begin van de canyon. Bepakt en beladen met water en fotomateriaal vertrekken we. De canyon versmalt na een honderd meter tot een smalle gleuf uitgesloten tussen twee rotswanden gepolijst tot schitterend marmer. Gewoon prachtig, om van omver te vallen - of is het van de warmte want de zon staat er recht boven. We puffen voort tot we in het circus aankomen. Tijd voor een verfrissing en we keren terug naar ons rijtuig. Op enkele plaatsen is de rots zo gladgepolijst dat we ons gewoon naar beneden laten glijden, zoals een schuifaf uit je peutertijd. Leuk.

Na een uurtje staan we terug op de parking. Snel controle van de banden. Geen gesis of gescheur te horen. We dalen voorzichtig terug naar de geasfalteerde wereld. Volgende stop: de duinen. De zee is hier al lang opgedroogd maar de wind jaagt het zand nog altijd op hopen. Maar door wegenwerken is alles afgesloten. Je kan enkel van ver een foto nemen.

Op naar het visitor center. We hebben nu tijd om eens deftig in de winkel rond te neuzen. De t-shirts van 2000 zijn aan vervanging toe!

En dan moeten we beslissen hoe we morgen naar Las Vegas rijden. Het zuiden of het oosten? Het wordt het oosten. Dus rijden we na de middag naar Badwater, het laagste punt in de VS. Naarmate we verder afdalen naar dit punt, stijgt de temperatuur. 92 F ttz 32 C is het in Badwater maar door de droge wind en de weerkaatsing op het zout lijkt het meer dan 40 C. En toch staat er water, een beetje weliswaar want de zomer was lang en droog.

Tijd om stilaan terug te keren naar Furnace Creek. Maar eerst nog even stoppen aan Natural Bridge. Het plan zegt 1 mijl unpaved, de wegwijzer 2. De wegwijzer heeft gelijk. Het laatste stuk is steil bergop en in ruwe staat. Maar we halen het zonder banden-problemen. Maar je krijgt je monument niet gratis. Je moet een steile helling opklauteren over losse stenen met de zon op je bolleke. En aan het einde staat dan de natuurlijke brug, uitgesleten door honderden jaren flash floods van een klein bergbeekje. Mooi toch.

Onze tweede stop is Artist Drive. De weg loopt langs de voet van een aantal woeste bergen en kloven die een ding gemeen hebben: ze tonen alle mogelijke schakeringen van geel, bruin en grijs, naargelang de grondlagen waaruit ze opgebouwd zijn. Een paradijs voor geologen. De Drive is wel geafalteerd. En dat merk je, het is hier en daar filerijden.

De schaduwen vertellen ons nog iets anders: het is bijna avond en dan kan je beter maken dat je thuis bent. Trouwens we hebben nog een zwempartijtje te goed van gisteren. Zo kunnen we de perikelen van de ochtend vergeten. En onze drie/vierwieler laten rusten.

Tot morgen

Dag 15 - Naar de hel

Het opstaan lukt niet zo goed vandaag. Misschien ligt het aan de hoogte? Misschien ligt het aan het slechte nieuws dat de reden van ons bezoek dicht is. Enfin. We staan dus laat op.

Sandra is al sinds de buitenwijken van San Francisco aan het hunkeren naar een Starbucks-koffie. Er zou er wel een moeten zijn in Mammoth. Nu is de kwestie nog om die te vinden. De GPS leidt ons tot in de velden. Geen koffiehuis te bespeuren. Ook het internet heeft het deze keer fout. Maar een koffiejunkie vindt altijd wel zijn plaats voor een shot. Verscholen in de lokale supermarkt.

Na de koffie en de koeken zijn we klaar voor de reis. We zijn Belgen en dus beslissen we toch maar eens te gaan kijken of we in het monument binnen kunnen. Het is niet omdat het "closed" is, dat je er niet binnen kan. De weg kronkelt naar boven. We komen langs verschillende skipistes. Mammoth Lakes Ski Resort lijkt nog altijd in zijn zomerslaap. En dan komen we te midden van alle skiliften tot stilstand. Die Amerikanen hier zijn niet van gisteren. Om alle Belgen tegen te houden hebben ze gewoon een berg sneeuw dwars over de weg gedeponeerd. Snif en grombel. Geen monument. Geen stempel. En we waren speciaal voor dit langs gereden. Het is niet eerlijk.



En dus vertrekken we maar naar Death Valley. We doen nog een kleine detour langs een scenic road maar de GPS neemt het heft in handen en stuurt ons over steeds smallere boswegen. Als voorbereiding van wat ons te wachten staat in DV.

Terug op weg langs de US-395 South. Richting San Diego en Los Angeles. Dat staat zo op de wegwijzers. Wij gaan er sneller af dan voorzien. Want de GPS heeft een snellere weg in petto naar het Nationaal Park. Dat belooft.

Bovenop een van de passen houden we effe halt. Terwijl Steven wat pano'tjes maakt van het landschap is Sandra op zoek naar wild. En ja hoor. Na een paar kleine vogeltjes krijgt ze een grote kat in het oog. Je moet maar goeie ogen hebben. Onze eerste lynx (bergleeuw) denken we. Later krijgen we te horen dat het geen lynx maar een bobcat is. Maakt niet uit. De kans om die dieren te zien is klein en van zo'n afstand quasi nihil. Vandaag niet op de loterij spelen.

klik op de link om de kat groter te zien

Na dit kort intermezzo gaat het verder richting de Vallei van de Dood, tromgeroffel.

Enkele mijlen voorbij Bishop, CA moet er een beslissing genomen worden. Volgen we de voorgekauwde route naar DV uit de boekskes of laten we ons leiden door de TomTom GPS - met een verleden van geen onderscheid te maken tussen goede geasfalteerde wegen en karresporen van voor 14-18. Wie delft het onderspit? ...

De boekskes natuurlijk want die zitten niet mee in de auto.

We verlaten de kalme snelweg US-395 en begeven ons op de "Death Valley Road". De naam is alleszins juist. En volgens de kaart is het de kortste route. Na enkele mijl verlaten we het Owens dal en begint de weg gezapig de stijgen. We passeren nog een bordje dat ons gerust stelt. De weg naar Death Valley is open. Eerst rijden we op goede asfaltweg door het Inyo National Forest. Over een afstand van 25 mijl komen we een (1) auto tegen. Dan komen we op het grondgebied van de BLM, de nationale landmaatschappij. De weg is geasfalteerd maar dan wel ergens in de koude oorlog. We komen over 15 mijl een (1) fietsster tegen. Proficiat.

En dan is het zover. We zijn in het Death Valley National Park. En we merken het dadelijk. Er is geen asfalt meer. Unpaved Road, heet dat. Nog 35 mijl. Dat was de vervroegde verjaardagskado van TomTom voor Sandra.



Net als de favoriete martini van James Bond, komen we "Shaken not stirred" toe aan de afslag naar Scotty's Castle, nog zo een gek uit Death Valley. Nu we er toch zijn, brengen we nog een bezoekje aan Uehebe krater, een plaats waar oververhitte rotsen en grondwater een kratertje van 200 meter diep maakten.

En dan zijn we klaar voor een avondje uitrusten. Het wordt hier snel donker en de zon is klaar om zich achter de hoge bergen te verstoppen. Plus we willen nog voor sluitingsuur in het bezoekerscentrum zijn. En we halen het net. 5 uur. Nu tijd voor een natje en een droogje. En misschien een duik in het zwembad, zoals in onze kindertijd opgewarmd door de zon.

Morgen verkennen we de rest van de vallei.

Tot lees.

Dag 14 - Wild( )Life

Vandaag is het zover. We verlaten Yosemite. Bibi is bedroefd. Het is nu eenmaal zijn favoriet park. Zaza is het daar niet mee eens. Maar dat is goed. Dan heb je meer bestemmingen om op verlof te gaan :-)

We laden ons autootje vol met bagage, controleren nog eens de banden, maken de voorruit extra schoon (voor de foto's natuurlijk) en we gaan op weg. We hebben de vorige dagen nog een kort lijstje gemaakt van waar we allemaal nog foto's willen maken. Lang is het wel niet meer, want het merendeel van de Tioga Road is al genomen gisteren. Grrrr. En wij Europeanen die denken dat Amerikanen goed zijn in communicatie. Ha. Zal wel de schrik voor de advocaten zijn zeker.

Maar genoeg gezeurd. Op weg naar Mammoth Lakes. Een skiresort in zomerslaap.

Eerste stop, de ingang van het park. Voor onze foto-site hebben we nog een deftige foto nodig van het toegangsbord van het park. Om jullie later welkom te heten. Even verder komen we een verdwaald schaap euh ree tegen. Echt wild kan je het niet noemen. Het eet een paar plukjes gras, kijkt eens naar de voorbijrazende toeristen en kijkt dan een beetje verwilderd naar boven. "Kan ik terug de berg op?" We laten het beestje achter ons. De weg is nog lang, maar de gps is ervaren (met dank aan een Brabants trekpaard voor de oorspronkelijke slogan).

De tweede stop brengt ons aan een afgebrand deel van het bos. Beneden in de vallei staan enkele chalets in een mooi grasveld. Erom rond is alles zwart geblakerd. Enkele hectaren bomen en struiken zijn in rook opgegaan. De vogeltjes zijn wel al terug en ook de eerste struiken. Het doet een beetje denken aan de kilometers verbrande bossen in Yellowstone. Maar hier is het op kleinere schaal en wordt je er niet zo depri van.

Her en der staan er bordjes langs de weg. Men is druk bezig om de miljarden van Obama aan het omzetten in nieuwe asfalt en nieuwe boordstenen voor de weg. En dan moeten we even blijven wachten. Een reusachtige vrachtwagen wordt geladen met omgezagen bomen. Tiens. Is dat om de gaatjes in het budget te vullen? Er mag toch niet gekapt worden in de Nationale Parken (wel in de National Forests). Enfin, niet gedraald. De weg is nog lang, de gps ...

Stooooooppppp!!!!!

Chaos op de weg, geen omgevallen bomen of ingestorte bruggen. Een aantal auto's staat kriskras op de weg, alsof King Kong hier langs geweest is. Sommige trachten rechtsomkeer te maken. Hebben ze misschien gehoord dat Sandra op komst is? (Auw, dat was maar om te lachen zulle)

Wat is er hier aan de hand? Mensen vluchten met een video- of fotocamera naar de rand van de weg. Drie dagen geleden kwamen we enkele kilometers verder een beer tegen. Misschien de zelfde? Neen. Ik moet jullie teleur stellen. Het was niet een beer. Het waren er vijf (!!!), drie volwassen beren en twee adolescenten. Je kan je voorstellen hoe al die toeristen door het dak gingen. Moeder met twee berenjongen. Op twintig meter. Gevaarlijk? Maar neen mijnheer. Uit de weg, ik ben aan het filmen voor het thuisfront. We doen dus maar mee. De jongen zijn nog aan het leren beer te zijn en vechten af en toe een robbertje. Van jolijt gaat er zelfs een vlot in een boom hangen. Voila, daarmee is bewezen dat je een beer beter niet probeert te ontlopen door in de bomen te klimmen.



Na een vijftal minuten gaan we maar terug naar de auto. Het verkeer zit ondertussen volledig vast. De truck met bomen kan niet meer vooruit of achteruit. Een dame wordt hysterisch omdat iedereen op de weg staat. En ook de beren beginnen wat onrustig te worden. Onze auto staat mooi aan de kant en we kunnen ons dus snel en veilig uit de voeten maken. Deze dag kan niet meer stuk. In het voorjaar hadden we in Canada al wat beren in de verte gezien. Maar op deze enkele dagen hebben we wel onze schade van de afgelopen 11 jaar ingehaald. Overal maakt men wel reclame/waarschuwt men voor de gevaren van beren. Maar we hebben er nooit gezien. Nu wel. Jipie.

Op naar de Tioga pas en het dak van onze reis. Vergeleken met gisteren is er niet veel veranderd. Een beetje minder ijs op de weg en meer verkeer. Grr. We zijn het er wel over eens dat het rond het meertje en op de Meadows heel mooi en stil is. Om nog eens voor terug te komen misschien?

En dan storten we ons in de diepte. Op een tiental mijl dalen we meer dan 1000 meter en verandert alles van groen en sneeuwwit in bruin en dor. 9 jaar geleden was het hier trouwens aan het branden van de droogte terwijl de pas zelf nog maar net open was wegens teveel sneeuw. Amerika, een land van extremen.

We zijn op weg naar Mono Lake. Een beschermd natuurgebied, bedreigd door de waterzucht van Los Angeles. Het merendeel van het water van LA komt van de vallei achter de Siërra's en wordt honderden kilometers verder getransporteerd. Hun waterrechten hebben ze niet altijd op koshere manier gekregen trouwens. Maar terug naar Mono Lake. Door het aftappen van teveel water is het meeroppervlak zo'n honderd meter gedaald. Sowieso was het water in het meer altijd al heel zout maar door de daling kwamen een aantal heel rare dingen boven water te liggen, de tufa's. Die lijken heel hard op stalagmieten. Alleen zijn ze ontstaan door een omgekeerd proces. De grond is hier heel poreus (oude vulkaan) en het water loopt hier in ondergrondse beekjes. Waar de beekjes in contact komen met het water van het meer, krijg je een chemisch proces waarbij deeltjes in het grondwater reageren met de opgeloste zouten in het meer. En dat geeft dan dingen zoals dit:



Als brave toeristen lopen we verder langs het pad. Ooit moet dit alles terug onder water komen te staan. De waterzucht van LA is gestopt (voor hoelang) en het meer is terug stillaan aan het vollopen. Maar zelfs dan zal het meer nooit meer zijn volledige diepte halen, men heeft een compromis a la belge afgesloten en LA blijft water pompen.

Genoeg gezeurd over LA. Op naar Mammoth Springs. De weg is nu niet meer zo lang. En de GPS kan zich niet vergissen. Er zijn niet veel alternatieven hier.

Na een half uurtje komen we aan de afslag naar Mammoth Springs. Maar daar worden we met de neus op de feiten gedrukt. Hier tellen andere seizoenen. Het Nationaal Monument is gesloten. Closed.

Van frustratie zijn we dan maar de was gaan doen in het hotel. Hebben we tenminste propere kleren voor de rest van de reis.

Tot later.