woensdag 28 oktober 2009

Dag 16 - Met een driewieler

De vorige dag hebben we de auto goed op de proef gesteld. Vandaag gaan we wat betere wegen opzoeken - met uitzondering van een paar stukjes "unpaved" van telkens enkele mijl.

In de voormiddag gaan we enkele sites doen in de Paramint vallei, het meest westelijk deel van Death Valley NP. De eerste stop is Agueberry Point, een uitkijkpunt over de centrale vallei maar veel minder gekend dan Dante's View aan de overkant. Eerst krijgen we een stuk gewone unpaved road, vervolgens enkele mijl "high clearance" ttz niet voor een gewone auto. Maar wij rijden met een verre afstammeling van de oer-Jeep. Dat kan geen probleem zijn. De hoogte van de auto was niet het probleem maar het TPM maakte ons met een schrille kreet attent op een ander probleem. Stenen, van de uitstekende puntige soort, die banden doorprikt. Met andere woorden de rechter-achterband verloor lucht. Dus ijlings de auto gekeerd en gestopt op de eerste vlakke plaats met stevige ondergrond. En dat is niet snel te vinden als je in de bergen rondtoert. Volgende stap: de handleiding. Jeep levert die namelijk niet meer op papier mee maar op CD. Handig als je in the middle of nowhere problemen hebt. Enfin er zat dan toch nog een dun boekje bij, Getting started & frequent questions. Hoera, een band wisselen hoorde bij het tweede. De reserveband vanonder de auto halen met 50 keer draaien, krik onder de achteras vastzetten en opkrikken, moeren losvijzen, band wisselen, ... Blijkbaar waren we heel professioneel bezig want de weinige auto's die er waren, stopten niet, laat staan dat ze vroegen of we hulp nodig hadden. Wanneer onze driewieler terug een werkend vierde wiel had, stopte er wel iemand. Beter laat dan ooit.

Zonder reserveband moesten we onze planning wel aanpassen. de langere stukken unpaved hebben we maar geschrapt. Maar in Death Valley zijn er niet veel plaatsen die je kan bezoeken zonder asfalt te verlaten.

De eerste stop, Agueberry Point, werd geschrapt. Idem voor de sites dieper in de vallei. We keerden dan maar terug naar de hoofdweg. Volgende stop was Mosaic Valley. 2,5 mijl unpaved bergop, slik. Zouden we dat proberen? Wel als er iets gebeurt, dan trekken we strootje wie naar de garage van Stovepipe Wells lift. Dat is maar 4 mijl ver. Enfin, we geraken veilig tot op de parking aan het begin van de canyon. Bepakt en beladen met water en fotomateriaal vertrekken we. De canyon versmalt na een honderd meter tot een smalle gleuf uitgesloten tussen twee rotswanden gepolijst tot schitterend marmer. Gewoon prachtig, om van omver te vallen - of is het van de warmte want de zon staat er recht boven. We puffen voort tot we in het circus aankomen. Tijd voor een verfrissing en we keren terug naar ons rijtuig. Op enkele plaatsen is de rots zo gladgepolijst dat we ons gewoon naar beneden laten glijden, zoals een schuifaf uit je peutertijd. Leuk.

Na een uurtje staan we terug op de parking. Snel controle van de banden. Geen gesis of gescheur te horen. We dalen voorzichtig terug naar de geasfalteerde wereld. Volgende stop: de duinen. De zee is hier al lang opgedroogd maar de wind jaagt het zand nog altijd op hopen. Maar door wegenwerken is alles afgesloten. Je kan enkel van ver een foto nemen.

Op naar het visitor center. We hebben nu tijd om eens deftig in de winkel rond te neuzen. De t-shirts van 2000 zijn aan vervanging toe!

En dan moeten we beslissen hoe we morgen naar Las Vegas rijden. Het zuiden of het oosten? Het wordt het oosten. Dus rijden we na de middag naar Badwater, het laagste punt in de VS. Naarmate we verder afdalen naar dit punt, stijgt de temperatuur. 92 F ttz 32 C is het in Badwater maar door de droge wind en de weerkaatsing op het zout lijkt het meer dan 40 C. En toch staat er water, een beetje weliswaar want de zomer was lang en droog.

Tijd om stilaan terug te keren naar Furnace Creek. Maar eerst nog even stoppen aan Natural Bridge. Het plan zegt 1 mijl unpaved, de wegwijzer 2. De wegwijzer heeft gelijk. Het laatste stuk is steil bergop en in ruwe staat. Maar we halen het zonder banden-problemen. Maar je krijgt je monument niet gratis. Je moet een steile helling opklauteren over losse stenen met de zon op je bolleke. En aan het einde staat dan de natuurlijke brug, uitgesleten door honderden jaren flash floods van een klein bergbeekje. Mooi toch.

Onze tweede stop is Artist Drive. De weg loopt langs de voet van een aantal woeste bergen en kloven die een ding gemeen hebben: ze tonen alle mogelijke schakeringen van geel, bruin en grijs, naargelang de grondlagen waaruit ze opgebouwd zijn. Een paradijs voor geologen. De Drive is wel geafalteerd. En dat merk je, het is hier en daar filerijden.

De schaduwen vertellen ons nog iets anders: het is bijna avond en dan kan je beter maken dat je thuis bent. Trouwens we hebben nog een zwempartijtje te goed van gisteren. Zo kunnen we de perikelen van de ochtend vergeten. En onze drie/vierwieler laten rusten.

Tot morgen

Geen opmerkingen: