Dag lieve lezertjes,
Nog een laatste dag cowboy en indiaan spelen?
Neen, de laatste dollars uitgeven.
Paniek? Neen, de economie moet toch ook draaien!
En onze auto ook eens een dagje rust gunnen. Morgen nemen we afscheid van elkaar na bijna 3500 mijl van lief en leed, asfalt en zand.
We passeerden o.a. op het forum (Caesars Palace), Bellagio, Miracle Mile (voor een koffie), Monte Carlo. Ondertussen deden we ook een gokje op de automaten (1) en we verloren al ons geld (1$) want kwartjes lustten ze niet. Hoezo kwartjes? Wel Sandra had haar best gedaan om alle kwartjes die we terugkregen bij te houden en op de laatste dag te vergokken. Nada dus.
Wat er wel genoeg te vinden was - en betaalbaar met kwartjes - waren de t-shirts. In alle maten, soorten en kleuren waren ze te krijgen. En we hadden nog veel plaats in onze valiezen ... later meer hierover.
Van al dat shoppen wordt je moe en dus gingen we nog een beetje uitrusten in het hotel. Maar onze kamer was nog niet klaar. In half engels, half spaans kregen we te horen dat het zeker nog een half uur ging duren. We probeerden de lounge (met ingebouwd zwembad) dan maar maar dat was betalend en al ons geld was op. Dus maar de bar uitgekozen. Volgens Sandra is de Long Island Iced Tea beter bij Hard Rock. En een Corona smaakt altijd.
Terug op de kamer wachtte er een voice mail op ons. Met de uitleg dat onze kamer niet kon gekuist worden. Maar die was wel gekuist. Mysterie.
We hadden een kort diner en een kort valiezenpakken gepland zodat we vroeg konden gaan slapen.
Maar dat liep anders. Het Resto duurde wat langer - maar zo hadden we wel een serieuze korting van 20% vandaag (Sandra was zogezegd verjaard). We zijn nu wel levenslang lid van de Hard Rock Club maar op een korting van 5% en dadelijk tafel na, hebben we nog geen nadelen kunnen vinden. Op de terugweg passeerden we nog een paar winkeltjes maar ook hier was er een zekere moeheid te bespeuren.
Terug in het hotel vroeger we maar of we een early checkout konden krijgen. Want morgen waren we rond half vier weg (hopelijk). De laatste rekening werd betaald en we waren vrij om te gaan.
Het was al na acht wanneer Sandra aan het pakken sloeg.
Overgewicht of niet?
Allebei meer dan 60 pond.
Na enig herschikken 55 pond.
Fout!
Valiezen mogen maar 50 pond zijn. We gingen nog eens met de fijne kam door alles door. Verhuisden zware dingen naar de handbagage...
Een onder de 50, een boven de 52.
En een primeur, Sandra geeft het op... Ze kan het niet meer lichter krijgen. Is ook al plots 9u... (normaal duurt pakken maximum 20 min)
Oeioeioei. Tijd voor een interventie van VN Blauwhelmen of moeten we toch een bijkomende valies kopen?
Hoeveel gaat ons dat kosten?
Nog maar eens de grote en kleine letters gelezen.
Ah! Hier staat dat medaillon members 70 pond * 2 valiezen mogen hebben.
Ben je daar zeker van?
Euh! Dat lijkt nogal vrijgevig - CRM op zijn best als dat waar is. Je verwacht zoiets eerder voor gold members, niet voor het voetvolk.
Bel eens naar het call center.
Een volledig automatische IVR met Lernhout en Hauspie technologie. Maar uiteindelijk gebruik je toch optie 9 - met een mens spreken.
Neen, we zijn fout. Het is 50.
Ja, maar op het web staat 70.
Effe wacht, ik vraag het na.
...
70.
Alle emotie en transpiratie van de afgelopen uren voor niets!?!
Alles mag terug in de valies. Sandra deed nog een efforke. Ze kon alles mooi verdelen, 60 – 60 (pond)
Wekkertje gezet. 3.15. Dat is binnen minder dan vijf uur.
Steven deed de ogen dicht – en startte ongetwijfeld de motorzaag. Sandra niet. De stress van het pakket was er teveel aan.
Kalmerend chatje gedaan.
En dan ook boompjes zagen.
Tot zzz.
Posts tonen met het label Nevada. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Nevada. Alle posts tonen
dinsdag 2 november 2010
Dag 23 - The last furlong
Dag lieve trouwe bloglezers,
Waar we de reis begonnen met een hoop sneeuw krijgen we voor de laatste dagen nog een hoop zon en warmte op ons bolleke. En zo begonnen we ook aan onze laatste trip.
Wat stond er nog op ons programma? Little Finland of Valley of Fire. Off road of paved?
In elk geval gingen we het vandaag een beetje trager aandoen. Een paar vitessen naar beneden zoals dat heet.
Onze dag begon zo rond 10 uur. Sandra had al haar ochtendportie chat achter de kiezen en konden een begin maken met de keuze van de bestemming. De vraag was nog maar gesteld of de locale Armand Pien draaide aan de knopjes en i.p.v. een zonnige dag buiten was het plotseling donker. Gingen we dan toch van die 10% regen kunnen genieten?
Alles werd dus een half uurtje uitgesteld. Want regen in de woestijn daar moeten we niet zo van weten. De banden van de auto houden niet al te veel van modder. Op zandpiste gaan het nog maar als het goed regent heb je betere banden nodig.
We konden wel al de hypothetische vraag Finland of Fire beantwoorden. Voor het eerste moesten we ongeveer 40 mijl piste doen - enkel. Vorige week had het in de buurt plaatselijk goed geregend - zelfs de gewone TV-uitzending werd er voor onderbroken om een stormwaarschuwing te geven. En met de nieuwe dreiging van regen / flash floods zag dat er zeker niet goed uit. Dus mocht het opklaren, dan Fire geen Finland.
Tien minuten later konden we naar beneden om onze tuut naar boven laten komen. De zon was terug en ook de wind.
Eerst tanken van mens en dier euh transportvoertuig. We hadden gekozen voor de langere rit via Lake Mead, het grote stuwmeer en recreatiezone achter de Hooverdam en niet voor de snelle maar oninteressante rit via de Interstate. Op Lake Mead Blvd lieten we ons vollopen met koffie en koeken en Jiepie kreeg zijn kluts naft. Ondanks alles vrat die er nog altijd 11 of 12 liter per 100 kilometer.
We snorden verder door North Las Vegas. De boulevard was echt een doorsnede van Vegas. Eerst chique winkels, dan wat meer vervallen huizen en povere winkels - met Spaanse opschriften, dan een rijke buurt met mooie plantsoenen en huizen achter muren en prikkeldraad, quasi op de rand van het park. Het einde van het groen was dan ook het begin van het park. Gelukkig was dit federaal gebied en hoefden we niet te betalen. Een stempel kregen we wel niet :-(.
Om eerlijk te zijn, het landschap kon ons niet echt bekoren. We zijn hier ten noordwesten van de Grand Canyon, maar dan met minder diepe valleien en met minder kleurschakeringen. In feite wat we merendeels de afgelopen drie weken te zien kregen maar dan alles wat minder. Boif. Verwend? Reken maar!
Enfin ons autooke reed op automatiek en wij ook. Fotoke hier, panoke daar, nieuwe asfalt ginder - de miljarden van Obama aan het werk. Eindelijk de afslag naar Valley of Fire, na zo'n 35 mijl.
Na 500 meter stopte de nieuwe asfalt, de geel-bruine rotsen, Lake Mead park. In de plaats kwam oude asfalt, rode rotsen, Valley of Fire S.P. en een bordje om toegang te betalen. 5$ per persoon aub. Het geld moest in een envelop. Als je geen gepast geld had, dan hielp je het deficit van Nevada mee verminderen. Hopelijk nu meer waar voor ons geld dan in Bodie!
Tegelijk met de betaalzuil kregen we wel dadelijk de eerste speciale rots te zien, de elephant rock. je raadt nooit welke vorm die heeft ... inderdaad een olifant die steunt op zijn slurf, mooi in rode rotsen uitgebeiteld door wind, zand en een heel klein beetje regen. Over wind gesproken, die was sinds vanmorgen nog niet verminderd in kracht. Met hele vele zand hier voelde je je als in een zandstraalkabine, als we onze bruine teint maar niet kwijtspelen zo.
Hop naar het volgende specialleke. Oei, dat is drie kilometer wandelen. PDF, dat doen we niet meer. Wel namen we nog een paar foto's her en der. Een van de volgende stops was duidelijk heel populair. De seven sisters zijn zeven (!) grote en kleine rotsen langs de kant van de weg en speciaal uitgerust voor trouwpartijen/foto's. Daar mochten we niet stoppen, geen plaats voor de gewone ongetrouwde zielen.
Op naar het visitor center dan maar. Hmm. We gaven ze een 3 op 10 voor de moeite en een nul voor het gespendeerde geld. Enfin, ze waren aan het renoveren.
Een laatste stop aan een zijweggetje is Atlatl Rock. Op de rots staan heel oude petroglyfen, rotstekeningen van lang uitgestorven indianen.
En dan kwamen we al aan de uitgang van het park. Een gemengd gevoeld dus, iets minder dan bij Bodie, maar toch.
Terug naar huis dan maar. Met de lage zon en de eentonig baan een ideale uitnodiging om in slaap te vallen. Zo gezegd, zo Steven gedaan. Gelukkig reed Sandra. We gingen ook nog eens langs in Rio. Neen, niet de Janeiro maar een van de weinige casino's die niet op de strip liggen. Om kaarten op te halen voor de show van vanavond. En omdat het rustig was in deze parking kuisten we ook nog de auto uit. We hebben van alles gevonden behalve een magic quarter ... om de jackpot te winnen.
Eens in het hotel was het al na vieren. Stilaan tijd voor het avondeten. TexMex met rockmuziek werd het.
De avondshow begon maar om 9. We hadden dus eerst nog wat tijd om uit te rusten in het hotel. Wat was dan de show? Als je geen Cirque du Soleil wil zien, of blote billen, dan heb je nog altijd de goochelaars. We kozen voor Penn en Teller. De recensies beloofden klassieke goocheltrucs waarvan ze sommige uitleggen en dan zo snel doen dat je het toch niet kan volgen. Tussendoor gooien ze nog wat grappen en grollen over de huidige toestand in Amerika. Als afsluiter proberen ze elkaar neer te schieten met een .357 Magnum maar vangen de kogels met hun tanden.
Tada.
Waar we de reis begonnen met een hoop sneeuw krijgen we voor de laatste dagen nog een hoop zon en warmte op ons bolleke. En zo begonnen we ook aan onze laatste trip.
Wat stond er nog op ons programma? Little Finland of Valley of Fire. Off road of paved?
In elk geval gingen we het vandaag een beetje trager aandoen. Een paar vitessen naar beneden zoals dat heet.
Onze dag begon zo rond 10 uur. Sandra had al haar ochtendportie chat achter de kiezen en konden een begin maken met de keuze van de bestemming. De vraag was nog maar gesteld of de locale Armand Pien draaide aan de knopjes en i.p.v. een zonnige dag buiten was het plotseling donker. Gingen we dan toch van die 10% regen kunnen genieten?
Alles werd dus een half uurtje uitgesteld. Want regen in de woestijn daar moeten we niet zo van weten. De banden van de auto houden niet al te veel van modder. Op zandpiste gaan het nog maar als het goed regent heb je betere banden nodig.
We konden wel al de hypothetische vraag Finland of Fire beantwoorden. Voor het eerste moesten we ongeveer 40 mijl piste doen - enkel. Vorige week had het in de buurt plaatselijk goed geregend - zelfs de gewone TV-uitzending werd er voor onderbroken om een stormwaarschuwing te geven. En met de nieuwe dreiging van regen / flash floods zag dat er zeker niet goed uit. Dus mocht het opklaren, dan Fire geen Finland.
Tien minuten later konden we naar beneden om onze tuut naar boven laten komen. De zon was terug en ook de wind.
Eerst tanken van mens en dier euh transportvoertuig. We hadden gekozen voor de langere rit via Lake Mead, het grote stuwmeer en recreatiezone achter de Hooverdam en niet voor de snelle maar oninteressante rit via de Interstate. Op Lake Mead Blvd lieten we ons vollopen met koffie en koeken en Jiepie kreeg zijn kluts naft. Ondanks alles vrat die er nog altijd 11 of 12 liter per 100 kilometer.
We snorden verder door North Las Vegas. De boulevard was echt een doorsnede van Vegas. Eerst chique winkels, dan wat meer vervallen huizen en povere winkels - met Spaanse opschriften, dan een rijke buurt met mooie plantsoenen en huizen achter muren en prikkeldraad, quasi op de rand van het park. Het einde van het groen was dan ook het begin van het park. Gelukkig was dit federaal gebied en hoefden we niet te betalen. Een stempel kregen we wel niet :-(.
Om eerlijk te zijn, het landschap kon ons niet echt bekoren. We zijn hier ten noordwesten van de Grand Canyon, maar dan met minder diepe valleien en met minder kleurschakeringen. In feite wat we merendeels de afgelopen drie weken te zien kregen maar dan alles wat minder. Boif. Verwend? Reken maar!
Enfin ons autooke reed op automatiek en wij ook. Fotoke hier, panoke daar, nieuwe asfalt ginder - de miljarden van Obama aan het werk. Eindelijk de afslag naar Valley of Fire, na zo'n 35 mijl.
Na 500 meter stopte de nieuwe asfalt, de geel-bruine rotsen, Lake Mead park. In de plaats kwam oude asfalt, rode rotsen, Valley of Fire S.P. en een bordje om toegang te betalen. 5$ per persoon aub. Het geld moest in een envelop. Als je geen gepast geld had, dan hielp je het deficit van Nevada mee verminderen. Hopelijk nu meer waar voor ons geld dan in Bodie!
Tegelijk met de betaalzuil kregen we wel dadelijk de eerste speciale rots te zien, de elephant rock. je raadt nooit welke vorm die heeft ... inderdaad een olifant die steunt op zijn slurf, mooi in rode rotsen uitgebeiteld door wind, zand en een heel klein beetje regen. Over wind gesproken, die was sinds vanmorgen nog niet verminderd in kracht. Met hele vele zand hier voelde je je als in een zandstraalkabine, als we onze bruine teint maar niet kwijtspelen zo.
Hop naar het volgende specialleke. Oei, dat is drie kilometer wandelen. PDF, dat doen we niet meer. Wel namen we nog een paar foto's her en der. Een van de volgende stops was duidelijk heel populair. De seven sisters zijn zeven (!) grote en kleine rotsen langs de kant van de weg en speciaal uitgerust voor trouwpartijen/foto's. Daar mochten we niet stoppen, geen plaats voor de gewone ongetrouwde zielen.
Op naar het visitor center dan maar. Hmm. We gaven ze een 3 op 10 voor de moeite en een nul voor het gespendeerde geld. Enfin, ze waren aan het renoveren.
Een laatste stop aan een zijweggetje is Atlatl Rock. Op de rots staan heel oude petroglyfen, rotstekeningen van lang uitgestorven indianen.
En dan kwamen we al aan de uitgang van het park. Een gemengd gevoeld dus, iets minder dan bij Bodie, maar toch.
Terug naar huis dan maar. Met de lage zon en de eentonig baan een ideale uitnodiging om in slaap te vallen. Zo gezegd, zo Steven gedaan. Gelukkig reed Sandra. We gingen ook nog eens langs in Rio. Neen, niet de Janeiro maar een van de weinige casino's die niet op de strip liggen. Om kaarten op te halen voor de show van vanavond. En omdat het rustig was in deze parking kuisten we ook nog de auto uit. We hebben van alles gevonden behalve een magic quarter ... om de jackpot te winnen.
Eens in het hotel was het al na vieren. Stilaan tijd voor het avondeten. TexMex met rockmuziek werd het.
De avondshow begon maar om 9. We hadden dus eerst nog wat tijd om uit te rusten in het hotel. Wat was dan de show? Als je geen Cirque du Soleil wil zien, of blote billen, dan heb je nog altijd de goochelaars. We kozen voor Penn en Teller. De recensies beloofden klassieke goocheltrucs waarvan ze sommige uitleggen en dan zo snel doen dat je het toch niet kan volgen. Tussendoor gooien ze nog wat grappen en grollen over de huidige toestand in Amerika. Als afsluiter proberen ze elkaar neer te schieten met een .357 Magnum maar vangen de kogels met hun tanden.
Tada.
zondag 31 oktober 2010
Dag 22 – Van de hel naar een plek van verderf (Update)
Dag lieve lezerkes,
Dit verhaal is een beetje vertraagd.
Door omstandigheden.
Die we jullie niet gaan verklappen.
Waar waren we gebleven? Juist ja, de warmste plek op het westelijk halfrond. Of was het nu de diepste plek op het westelijk halfrond.
Waarschijnlijk het tweede. Het eerste is hoogstens tijdens de zomermaanden.
Vanmorgen was het vroeg ochtend.
ZO vroeg.
Hoe vroeg?
Wel in Bryce hebben we twee pogingen gedaan om een mooie zonsopgang te hebben (ZO). In Zion moet je daarvoor een nachtje op een berg doorbrengen (zo avontuurlijk zijn we nu ook weer niet). En dit was een beetje de laatste kans op een zonsopgang.
De vorige dagen was die niet helemaal gelukt. De eerste maal omdat het zo hard waaide dat je gezandstraald was nog voor de zon op was. De tweede maal omdat iemand slaap nodig had. Vandaag was het dus anders. Geen wekker gezet maar gewoon het slecht geweten geactiveerd/slecht geslapen.
Het begon dan nog met een valse start. Om half drie. In Californië hebben we negen uur tijdsverschil met België. Als je dus niet oplet, dan gaan je alarmen midden in de nacht af. Steven had ze allemaal verzet … behalve een, vannacht. Alhoewel. Voor Sandra kon het blijkbaar geen kwaad. Die hoopte dat het al half zeven was …
Om half zeven was de hemel al klaar. Enkele minuten later stonden we al buiten, uitgerust met camera, fleece en eenpoot. Om wat fotokes te maken van de zon die de bergen verlicht.
We hadden al een goeie plaats gevonden, boven het zwembad met zicht op de indianen en de ranch. Elke 5 minuten of zo werd een afwachtende foto genomen. Kwestie van de intrede van het (indirecte) licht in de vallei te noteren. Zo werd de tijd gevuld tot ongeveer half acht. Het echte moment van de zonsopgang.
De hemel was – vergeleken met de vorige dag – al heel goed opgeklaard, maar … in het oosten hing er nog altijd een sluiterbewolking. – Je voelt het al komen – De bovenste topjes van de bergen werden even verlicht en dan, hups, het licht was weer weg.
Gadver.
Enfin, een tiental minuten later was de zon ook boven de laatste wolken uitgekomen en kon je mooi volgen hoe het licht verder de vallei inkroop, tot alle huisjes en boompjes en beestjes en zandkorreltjes terug aan een dagje bakken en braden konden beginnen.
Ondertussen was het al bijna acht uur geworden. Tijd om te controleren of Sandra al zin had in ontbijt.
Nja, Njeen.
Er zat meer achter. Eens uit bed, dan wisten we wat het doel was … de laatste (lange) rit op weg naar de eindbestemming. Als we de vorige dagen nog konden beweren dat we niet wisten welke dag het was (tenzij voor de blog) dan konden we nu niet voorbij de waarheid. ’t Is bijna gedaan met spelen.
Ontbijt werd niet op bed of op de veranda gedaan. We namen een laatste ontbijt met service op het schoon verdiep. Genoeg eten en drinken om het tot in Vegas uit te houden.
De kamer werd opgekuist, de auto naar boven gereden en de valiezen een voorlaatste keer ingeladen. Water bijgevuld. Eens tegen de banden geschopt.
Pfff.
Neen, niet een lossende band maar de berusting dat er een tijd is gekomen van vertrekken.
Maar we hebben wel nog wat op het bezoeklijstje staan.
We volgen de normale weg naar Vegas niet. Die deden we vorig jaar namelijk al – slaapverwekkend trouwens. Nee. We gingen langs het diepste (en warmste) plakje op het westelijk halfrond, Badwater. Vergeleken met vorig jaar leek de zoutvlakte een stuk groter en egaler. Maar ja, het geheugen durft al eens een spelletje te spelen met de arme mens die er eigenaar van is. Echt warm was het niet op die plek. We stonden er wel 86 meter onder water. Verder was alles zoals op de duizenden foto’s van deze plek. Weinig water, droge lucht, veel toeristen. En een beetje leven. Een meeuwachtige vogel zat op een eilandje midden het brakwater. Duidelijk gewond. Een vogel voor de kat – i.c. coyote – wanneer die door het water durft. Zoniet zullen de kraaien alles wel opkuisen.
Terwijl iedereen terugkeerde naar Furnace Creek in het Noorden, keerden wij naar het Zuiden. Een eenzame weg richting de Mojave woestijn. Onderweg moesten we nog een noodmaneuver maken voor de enige tegenligger op deze weg. De man had een jonge coyote gezien langs de weg en blokkeerde alle vakken. Bang? Alleszins was de coyote bang. Die durfde geen kant meer uit. Arm beest. Arme toerist.
De weg slingerde zich verder door berg en dal. Met een pas over 400 en 1000 meter raakten we weg uit de vallei van de dood. En, tiens, het werd hier ook warmer. Dat staat zo toch niet in de boekskes hoor!
We passeerden door Shoshone, een klein indianendorpje. Hoe moest het nu verder? Alle wegwijzers (en Tommeke) stuurden ons op de CA-178. Maar dan moesten we naar het noorden en Vegas ligt in het zuiden. Onze goesting op unpaved was ondertussen gestopt. We volgden dan maar de GPS. De Old Spanish Trail was het alternatief maar die weg was (vroeger) in niet al te beste staat.
Na nog meer eenzaamheid kwamen we dan terug in Nevada. En dadelijk sprongen alle lichten op rood. We waren de grens nog niet over of een grote zwarte sedan draaide zich in het stof niet achter de grens. Wisten ze dat we op komst waren? Ziet Steven er teveel uit als Osama met zijn lange grijze baard? Of reden we nogal vlot?
In elk geval, de State Trooper kwam dadelijk achter ons aan. De eerste flik in feite in drie weken. Onze tuut wist niet waar hij het had. Zo strikt hadden we nog nooit de regeltjes gevolgd. Enfin, na een tiental mijl snorde de Trooper ons voorbij, tegen 50 waar je maar 35 mocht. Where’s the police when you need them?
En kijk, we waren zover in de beschaafde wereld beland dat ook AT&T besloten had om er een GSM-mast neer te poten. Konden we nog eens laten weten dat alles ok was. Ook al was het bijna tien uur ’s avonds in Europa.
Meer eentonigheid langs de weg. Meer State Troopers langs de weg. Meer klungelende chauffeurs langs de weg.
Pfff.
Nog een laatste onderbreking. We namen de afslag naar Red Canyon. Langs Red Canyon road kwamen we een aantal burros tegen. Dat zijnn geen reuze-buritos maar wilde ezels. Er is geen Trooper te zien en dus draaien we ons om over een dubbele lijn. Snel wat foto's genomen en na een tweede keerom gaan we verder naar de echte Canyon. Naar het schijnt hebben we dat 10 jaar geleden ook bezocht. Toen was het nog een onverharde weg ver van Vegas. Nu een megalomaan visitor center en veel volk, heel veel volk. Stel je voor dat Blankenberge op 15 kilometer zou liggen van Brussel. De natuur werd vertrappeld door dagjesmensen en de Scenic Route was een grote parkeerplaats. Een afsluiter in mineur in feite. Of waren we teveel gewoon geworden en legden we de lat te hoog?
In elk geval, Vegas zagen we van hier al schitteren als een echt fata morgana. We konden er niet meer tussenuit. Op weg naar onze laatste slaapplaats.
We reden Vegas binnen langs de gewone straten en begonnen echt op de noordkant van de strip. Langs oude glories – die afgebroken worden –, langs nieuwe mastodonten zonder karakter tot in de file van taxi’s en bussen en huurauto’s vol met toeristen. En die laten deze mallemolen draaien, een beetje trager dan vroeger maar toch.
Moeder, leg de kredietkaart in de kluis en gooi de combinatie weg. Ze zijn in Sodom en Gomorra.
(Update)
Na een korte verfrissing gingen we op zoek naar wat eten en wat kwalitatieve ontspanning. Het eerste was niet zo moeilijk op de Strip. Het tweede is heel wat moeilijker.
Uiteindelijk hadden we ’s morgens beslist om toch maar kaarten te kopen van een Cirque du Soleil, als verlate verjaardagsfuif. We kozen voor Kà in het MGM.
We hadden maar tot 6 om onze kaarten op te pikken. Dus eerst mochten we de volledige vloer van het MGM afzoeken tot we de ticketverkoop vonden. In elk geval het MGM is een heel groot hotel met een heel groot casino. Bangelijk groot. En file aan de ticketverkoop was ook al groot maar na een kwartiertje hadden we dan toch onze tickets. Ook al waren ze last minute, het waren toch goeie plaatsen. Oef.
Dan een bezoek aan de texmex:-)
En dan terug door de doolhof van het MGM naar het Kà theater.
Wat is Kà? Het verhaal gaat over een Koninklijke tweeling. Wanneer ze aankomen aan het koninklijk hof wordt dat overval en de Keizer en Keizerin vermoord. De tweeling kan vluchten maar ze raken elkaar kwijt. Via omzwervingen bij rare volken en beesten komt het uiteindelijk tot het (typische) epische gevecht tussen goed en kwaad.
Kà is geen typische Cirque du Soleil stuk, net zoals O dat we vorig jaar ook in Vegas zagen. Omdat de attractie statisch is, kunnen ze veel meer speciale effecten gebruiken. Bij O is dat het grote zwembad, bij Kà werken ze met verschillende grote platformen die in alle richtingen kunnen draaien en bewegen. Het grootste platform is 8 op 15 meter, kan horizontaal volledig rond draaien, beweegt tot 22 meter hoog en kan zo draaien dat het volledig vertikaal hangt.
Na anderhalf uur verbazing waren we klaar voor een nachtje Vegas.
Tot lezens,
Dit verhaal is een beetje vertraagd.
Door omstandigheden.
Die we jullie niet gaan verklappen.
Waar waren we gebleven? Juist ja, de warmste plek op het westelijk halfrond. Of was het nu de diepste plek op het westelijk halfrond.
Waarschijnlijk het tweede. Het eerste is hoogstens tijdens de zomermaanden.
Vanmorgen was het vroeg ochtend.
ZO vroeg.
Hoe vroeg?
Wel in Bryce hebben we twee pogingen gedaan om een mooie zonsopgang te hebben (ZO). In Zion moet je daarvoor een nachtje op een berg doorbrengen (zo avontuurlijk zijn we nu ook weer niet). En dit was een beetje de laatste kans op een zonsopgang.
De vorige dagen was die niet helemaal gelukt. De eerste maal omdat het zo hard waaide dat je gezandstraald was nog voor de zon op was. De tweede maal omdat iemand slaap nodig had. Vandaag was het dus anders. Geen wekker gezet maar gewoon het slecht geweten geactiveerd/slecht geslapen.
Het begon dan nog met een valse start. Om half drie. In Californië hebben we negen uur tijdsverschil met België. Als je dus niet oplet, dan gaan je alarmen midden in de nacht af. Steven had ze allemaal verzet … behalve een, vannacht. Alhoewel. Voor Sandra kon het blijkbaar geen kwaad. Die hoopte dat het al half zeven was …
Om half zeven was de hemel al klaar. Enkele minuten later stonden we al buiten, uitgerust met camera, fleece en eenpoot. Om wat fotokes te maken van de zon die de bergen verlicht.
We hadden al een goeie plaats gevonden, boven het zwembad met zicht op de indianen en de ranch. Elke 5 minuten of zo werd een afwachtende foto genomen. Kwestie van de intrede van het (indirecte) licht in de vallei te noteren. Zo werd de tijd gevuld tot ongeveer half acht. Het echte moment van de zonsopgang.
De hemel was – vergeleken met de vorige dag – al heel goed opgeklaard, maar … in het oosten hing er nog altijd een sluiterbewolking. – Je voelt het al komen – De bovenste topjes van de bergen werden even verlicht en dan, hups, het licht was weer weg.
Gadver.
Enfin, een tiental minuten later was de zon ook boven de laatste wolken uitgekomen en kon je mooi volgen hoe het licht verder de vallei inkroop, tot alle huisjes en boompjes en beestjes en zandkorreltjes terug aan een dagje bakken en braden konden beginnen.
Ondertussen was het al bijna acht uur geworden. Tijd om te controleren of Sandra al zin had in ontbijt.
Nja, Njeen.
Er zat meer achter. Eens uit bed, dan wisten we wat het doel was … de laatste (lange) rit op weg naar de eindbestemming. Als we de vorige dagen nog konden beweren dat we niet wisten welke dag het was (tenzij voor de blog) dan konden we nu niet voorbij de waarheid. ’t Is bijna gedaan met spelen.
Ontbijt werd niet op bed of op de veranda gedaan. We namen een laatste ontbijt met service op het schoon verdiep. Genoeg eten en drinken om het tot in Vegas uit te houden.
De kamer werd opgekuist, de auto naar boven gereden en de valiezen een voorlaatste keer ingeladen. Water bijgevuld. Eens tegen de banden geschopt.
Pfff.
Neen, niet een lossende band maar de berusting dat er een tijd is gekomen van vertrekken.
Maar we hebben wel nog wat op het bezoeklijstje staan.
We volgen de normale weg naar Vegas niet. Die deden we vorig jaar namelijk al – slaapverwekkend trouwens. Nee. We gingen langs het diepste (en warmste) plakje op het westelijk halfrond, Badwater. Vergeleken met vorig jaar leek de zoutvlakte een stuk groter en egaler. Maar ja, het geheugen durft al eens een spelletje te spelen met de arme mens die er eigenaar van is. Echt warm was het niet op die plek. We stonden er wel 86 meter onder water. Verder was alles zoals op de duizenden foto’s van deze plek. Weinig water, droge lucht, veel toeristen. En een beetje leven. Een meeuwachtige vogel zat op een eilandje midden het brakwater. Duidelijk gewond. Een vogel voor de kat – i.c. coyote – wanneer die door het water durft. Zoniet zullen de kraaien alles wel opkuisen.
Terwijl iedereen terugkeerde naar Furnace Creek in het Noorden, keerden wij naar het Zuiden. Een eenzame weg richting de Mojave woestijn. Onderweg moesten we nog een noodmaneuver maken voor de enige tegenligger op deze weg. De man had een jonge coyote gezien langs de weg en blokkeerde alle vakken. Bang? Alleszins was de coyote bang. Die durfde geen kant meer uit. Arm beest. Arme toerist.
De weg slingerde zich verder door berg en dal. Met een pas over 400 en 1000 meter raakten we weg uit de vallei van de dood. En, tiens, het werd hier ook warmer. Dat staat zo toch niet in de boekskes hoor!
We passeerden door Shoshone, een klein indianendorpje. Hoe moest het nu verder? Alle wegwijzers (en Tommeke) stuurden ons op de CA-178. Maar dan moesten we naar het noorden en Vegas ligt in het zuiden. Onze goesting op unpaved was ondertussen gestopt. We volgden dan maar de GPS. De Old Spanish Trail was het alternatief maar die weg was (vroeger) in niet al te beste staat.
Na nog meer eenzaamheid kwamen we dan terug in Nevada. En dadelijk sprongen alle lichten op rood. We waren de grens nog niet over of een grote zwarte sedan draaide zich in het stof niet achter de grens. Wisten ze dat we op komst waren? Ziet Steven er teveel uit als Osama met zijn lange grijze baard? Of reden we nogal vlot?
In elk geval, de State Trooper kwam dadelijk achter ons aan. De eerste flik in feite in drie weken. Onze tuut wist niet waar hij het had. Zo strikt hadden we nog nooit de regeltjes gevolgd. Enfin, na een tiental mijl snorde de Trooper ons voorbij, tegen 50 waar je maar 35 mocht. Where’s the police when you need them?
En kijk, we waren zover in de beschaafde wereld beland dat ook AT&T besloten had om er een GSM-mast neer te poten. Konden we nog eens laten weten dat alles ok was. Ook al was het bijna tien uur ’s avonds in Europa.
Meer eentonigheid langs de weg. Meer State Troopers langs de weg. Meer klungelende chauffeurs langs de weg.
Pfff.
Nog een laatste onderbreking. We namen de afslag naar Red Canyon. Langs Red Canyon road kwamen we een aantal burros tegen. Dat zijnn geen reuze-buritos maar wilde ezels. Er is geen Trooper te zien en dus draaien we ons om over een dubbele lijn. Snel wat foto's genomen en na een tweede keerom gaan we verder naar de echte Canyon. Naar het schijnt hebben we dat 10 jaar geleden ook bezocht. Toen was het nog een onverharde weg ver van Vegas. Nu een megalomaan visitor center en veel volk, heel veel volk. Stel je voor dat Blankenberge op 15 kilometer zou liggen van Brussel. De natuur werd vertrappeld door dagjesmensen en de Scenic Route was een grote parkeerplaats. Een afsluiter in mineur in feite. Of waren we teveel gewoon geworden en legden we de lat te hoog?
In elk geval, Vegas zagen we van hier al schitteren als een echt fata morgana. We konden er niet meer tussenuit. Op weg naar onze laatste slaapplaats.
We reden Vegas binnen langs de gewone straten en begonnen echt op de noordkant van de strip. Langs oude glories – die afgebroken worden –, langs nieuwe mastodonten zonder karakter tot in de file van taxi’s en bussen en huurauto’s vol met toeristen. En die laten deze mallemolen draaien, een beetje trager dan vroeger maar toch.
Moeder, leg de kredietkaart in de kluis en gooi de combinatie weg. Ze zijn in Sodom en Gomorra.
(Update)
Na een korte verfrissing gingen we op zoek naar wat eten en wat kwalitatieve ontspanning. Het eerste was niet zo moeilijk op de Strip. Het tweede is heel wat moeilijker.
Uiteindelijk hadden we ’s morgens beslist om toch maar kaarten te kopen van een Cirque du Soleil, als verlate verjaardagsfuif. We kozen voor Kà in het MGM.
We hadden maar tot 6 om onze kaarten op te pikken. Dus eerst mochten we de volledige vloer van het MGM afzoeken tot we de ticketverkoop vonden. In elk geval het MGM is een heel groot hotel met een heel groot casino. Bangelijk groot. En file aan de ticketverkoop was ook al groot maar na een kwartiertje hadden we dan toch onze tickets. Ook al waren ze last minute, het waren toch goeie plaatsen. Oef.
Dan een bezoek aan de texmex:-)
En dan terug door de doolhof van het MGM naar het Kà theater.
Wat is Kà? Het verhaal gaat over een Koninklijke tweeling. Wanneer ze aankomen aan het koninklijk hof wordt dat overval en de Keizer en Keizerin vermoord. De tweeling kan vluchten maar ze raken elkaar kwijt. Via omzwervingen bij rare volken en beesten komt het uiteindelijk tot het (typische) epische gevecht tussen goed en kwaad.
Kà is geen typische Cirque du Soleil stuk, net zoals O dat we vorig jaar ook in Vegas zagen. Omdat de attractie statisch is, kunnen ze veel meer speciale effecten gebruiken. Bij O is dat het grote zwembad, bij Kà werken ze met verschillende grote platformen die in alle richtingen kunnen draaien en bewegen. Het grootste platform is 8 op 15 meter, kan horizontaal volledig rond draaien, beweegt tot 22 meter hoog en kan zo draaien dat het volledig vertikaal hangt.
Na anderhalf uur verbazing waren we klaar voor een nachtje Vegas.
Tot lezens,
woensdag 27 oktober 2010
Dag 18 - Loneliness 2
Dag lieve lezers,
deze nacht hebben we toch iets beter geslapen dan de dag voordien... we zullen dan toch niet zo van het avondtuurlijke type zijn denk ik. Maar na een verkwikkende nachtrust kwamn het 2de deel van de lange trip er aan. Geen van ons beide hadden er echt zin in, maar als het de enige manier is om van punt 1 naar punt 2 te geraken dan moet het... Zo'n 200 mijl saaie, doodrechte baan.
De eerste mijlen waren nog oke. Er was voldoende verkeer op zodat je nog wat kon auto en mensjes kijken. Maar na enkele mijlen splitste de baan zich op en plots waren we terug alleen op de wereld. Kilometers rechte baan ... zonder enig einde in zicht, zonder enige mederijders of tegenliggers... Na enkele berg(jes) en uitgestrekte dalen, kwam er uiteindelijk een iets aantrekkelijker stuk : een roetsj baan. Op en neer, linkse bocht gevolgd door ne korte rechtse... ale... het enige wat ontbrak was nen overkop... Maar daar hadden we nu eigenlijk geen zin in...
Na een 20 mijlen roetsj baan kwam er uiteindelijk einde aan de fun en ging de baan over in een rustige baan met aan beide kanten bomen. Bomen betekent dat we dichter bij water komen... en uiteindelijk beginnen we ook langzaam een eerst doel te zien: Monolake. Het meer is meer dan 1 miljoen jaar geleden ontstaan en behoort tot een van de oudste meren van heel Noord-Amerika. Na een korte pitstop beginnen we aan de trail die ons langs het meer en de Tufa's deed wandelen. Tufa's zijn kalksteentorens ontstaan doordat mineralen & zout achterbleven toen het water wegtrok of verdampte. Buiten de enkele wandelaars is het er enorm rustig en we nemen dan ook de tijd om wat foto's te nemen.
Na een leuke wandeling reden we maar verder en daar we toch goed voor op de planning zaten besloten we maar ook Bodie terug aan te doen. Bodie was een zeer geisoleerde stad draaiend op de mijnbouw. Bijna alle huizen waren in hout gebouwd en dit is ook direct de oorzaak van de teloorgang. In 1932 brande een groot deel van de stad af en iedereen vetrok niet lang nadien. Wat overbleef is van de best bewaarde spooksteden. Om eerlijk te zijn.. het leek wel leuk, maar het was te koud om er van te genieten. We hebben ongeveer een uurtje in de stad rondgewandeld, maar dan wijselijk besloten om terug naar de auto te gaan (om op te waren). Op de terugweg zag Sandra plots een kudde schapen in de wei en wie goed nadenkt weet dan dat er wel enkele op de weg kunnen lopen ook... Hier waren de schapen echter goed getraind, mooi op het gras blijven, maar was het de herdershond die kuren had.
Eenmaal terug de baan op (want Bodie ligt zo'n 14 mijl verwijderd van een normale baan), was het nog de berg af tot in Bridgeport. Toen we aan het hotel aankwamen twijfelden we even want wij leken wel de enigen te zijn die geboekt hadden in het hotel. Maar het hotel lag op een top locatie : niet te ver van het centrum, maar ook niet in het centrum en de meeste kamers hadden zicht op de het riviertje dat er achterliep.
Daar het een tijdje geleden was dat we nog eens een wasje konden doen, zijn we uiteindelijk naar een wasserijtje gegaan. Nadien hebben we zoals de lokake bevolking gegeten in lokale Sportsbar. Samen met hen genoten we van Maandag avond = Football avond met een american voetbal match tussen de NY Giants en de Dallas Cowboys. Sandra was in haar nopjes, want was een tijdje geleden dat ze nog wat van die sport gezien had en genoten had.
Nadien was het hoog tijd voor het bedje...
Tot de volgende
Sandra
deze nacht hebben we toch iets beter geslapen dan de dag voordien... we zullen dan toch niet zo van het avondtuurlijke type zijn denk ik. Maar na een verkwikkende nachtrust kwamn het 2de deel van de lange trip er aan. Geen van ons beide hadden er echt zin in, maar als het de enige manier is om van punt 1 naar punt 2 te geraken dan moet het... Zo'n 200 mijl saaie, doodrechte baan.
De eerste mijlen waren nog oke. Er was voldoende verkeer op zodat je nog wat kon auto en mensjes kijken. Maar na enkele mijlen splitste de baan zich op en plots waren we terug alleen op de wereld. Kilometers rechte baan ... zonder enig einde in zicht, zonder enige mederijders of tegenliggers... Na enkele berg(jes) en uitgestrekte dalen, kwam er uiteindelijk een iets aantrekkelijker stuk : een roetsj baan. Op en neer, linkse bocht gevolgd door ne korte rechtse... ale... het enige wat ontbrak was nen overkop... Maar daar hadden we nu eigenlijk geen zin in...
Na een 20 mijlen roetsj baan kwam er uiteindelijk einde aan de fun en ging de baan over in een rustige baan met aan beide kanten bomen. Bomen betekent dat we dichter bij water komen... en uiteindelijk beginnen we ook langzaam een eerst doel te zien: Monolake. Het meer is meer dan 1 miljoen jaar geleden ontstaan en behoort tot een van de oudste meren van heel Noord-Amerika. Na een korte pitstop beginnen we aan de trail die ons langs het meer en de Tufa's deed wandelen. Tufa's zijn kalksteentorens ontstaan doordat mineralen & zout achterbleven toen het water wegtrok of verdampte. Buiten de enkele wandelaars is het er enorm rustig en we nemen dan ook de tijd om wat foto's te nemen.
Na een leuke wandeling reden we maar verder en daar we toch goed voor op de planning zaten besloten we maar ook Bodie terug aan te doen. Bodie was een zeer geisoleerde stad draaiend op de mijnbouw. Bijna alle huizen waren in hout gebouwd en dit is ook direct de oorzaak van de teloorgang. In 1932 brande een groot deel van de stad af en iedereen vetrok niet lang nadien. Wat overbleef is van de best bewaarde spooksteden. Om eerlijk te zijn.. het leek wel leuk, maar het was te koud om er van te genieten. We hebben ongeveer een uurtje in de stad rondgewandeld, maar dan wijselijk besloten om terug naar de auto te gaan (om op te waren). Op de terugweg zag Sandra plots een kudde schapen in de wei en wie goed nadenkt weet dan dat er wel enkele op de weg kunnen lopen ook... Hier waren de schapen echter goed getraind, mooi op het gras blijven, maar was het de herdershond die kuren had.
Eenmaal terug de baan op (want Bodie ligt zo'n 14 mijl verwijderd van een normale baan), was het nog de berg af tot in Bridgeport. Toen we aan het hotel aankwamen twijfelden we even want wij leken wel de enigen te zijn die geboekt hadden in het hotel. Maar het hotel lag op een top locatie : niet te ver van het centrum, maar ook niet in het centrum en de meeste kamers hadden zicht op de het riviertje dat er achterliep.
Daar het een tijdje geleden was dat we nog eens een wasje konden doen, zijn we uiteindelijk naar een wasserijtje gegaan. Nadien hebben we zoals de lokake bevolking gegeten in lokale Sportsbar. Samen met hen genoten we van Maandag avond = Football avond met een american voetbal match tussen de NY Giants en de Dallas Cowboys. Sandra was in haar nopjes, want was een tijdje geleden dat ze nog wat van die sport gezien had en genoten had.
Nadien was het hoog tijd voor het bedje...
Tot de volgende
Sandra
maandag 25 oktober 2010
Dag 17 - Loneliness
We hebben vannacht allebei slecht geslapen. Slecht geweten? Te kort bed? Te weinig lawaai? Te stoffig? Whatever. We stonden een beetje mottig naast ons bed.
Buiten was al uren een zuidwester aan het blazen. Hopelijk waren de regenwolken van gisteren daardoor weg (en niet dat er nog bijgekomen waren, we hadden onze buik vol van die depressie in Zuid-Californie.
Het was zondag en iedereen zou wel naar de kerk hier zijn zekers?
Nee hoor.
De eetzaal van het motel was goed gevuld met jagers en locals. En de ontbijtporties leken leken voldoende om een hele dag op te kunnen marcheren.
Na de geslaagde kip- en cheeseburger van gisteren probeerden we de locale omelet. Maar we moesten wel geduld hebben ... Met 230 mijl voor de boeg is dat geen probleem.
Na de menschen kreeg ook de voiture zijn eten en drinken ook la was zijn tankje nog halfvol. Maar, net als in bush in Australie, moet je hier tanken wanneer je kan. In totaal gingen we vandaag 4 plaatsen passeren met een tankstation. Dat was nummer 1.
Allez, iedereen had gegeten en gedronken. We konden op weg.
Steven stelde voor om toch maar te gaan kijken of de weg naar de "top" open was. Whealer Peak ligt boven de 12000 voet en je kan met je auto tot boven de 10000 voet (of 3000 meter wie geen rekenmachine bij de hand heeft).
Zo gezegd, zo gedaan. We passeren niet langs de VC. Als het niet veilig is, dan hadden ze de weg maar moeten sluiten vanmorgen.
Na een 8 mijl stonden we terug in het park en aan de afslag naar de top. De bareeltjes stonden mooi open. Allez, hop het eerste stuk dan maar tot aan de campgrounds.
Na nog eens 4 mijl ... de bareeltjes staan hier nog altijd open. Hop tot aan Mather Overlook. Dan hebben we tenminste al een mooie foto van de top - of de sneeuwstorm errond.
Na enkele haarspeldbochten staan we aan Mather Overlook. bijna 9000 voet. Steven probeerde de deur van de auto open te krijgen maar dat lukte niet goed. Technisch mankement? Rots in de weg? Nee hoor. Er was zoveel wind (en zo een grote deur) dat je al je gewicht moest gebruiken om de deur open te krijgen. En de wind bracht ook ... sneeuw mee. Na enkele pogingen om een foto te nemen, moesten we het opgeven. De sneeuw vloog recht in de lens en de resulterende foto's waren niet bruikbaar.
Maar ... de bareeltjes stonden nog altijd open. Dus reden we verder. In de verte zagen we al een jeep van de Park Service komen. Dus wegwezen voor we naar beneden gestuurd worden.
Na Mather reden we door de smeltende sneeuw maar de weg was nog goed berijdbaar. We passeerden 10.000 voet. We passeerden 3000 meter. En zo kwamen we aan de hoogste parking. Hier lag nog maagdelijke sneeuw. Een Inch misschien maar toch. Sneeuw. En we waren niet tegengehouden door een "Road Closed".
Net op tijd trouwens. De jeep van de NPS was ook hier en de ranger begon alles te controleren en af te sluiten. Tijd om af te dalen. Af en toe stopten we nog op een veilige plaats voor een paar fotootjes. Beneden was het ondertussen stralende zon. Hopelijk bleef het zo.
We hoefden geen stempel meer dus kon Tommeke ons dadelijk naar onze eindbestemming brengen. Dat wou hij dan wel via een wandelpad doen (de wegeninfo zou toch echt beter moeten tomtom) maar we wisten beter. 220 mijl nog te doen. Geschatte aankomst: 16u15 of iets meer dan 4,5 uur rijden.
Waren de wegen gisteren kaarsrecht, nu draaide de baan alle richtingen uit en deed vooral omwegen. We waren op US-6, de weg die van "nowhere to nowhere" gaat.
IN de enige stad met een BoA kantoor stopten we even voor wat papieren dollars en dan kan het verder. Eerst was het nog heel druk maar een keer voorbij de afslag naar Las Vegas zijn we alleen op de wereld. Op de resterende 150 mijl hadden we een tiental tegenliggers, een (1) verlaten (indianen-)dorp en enkele huizen ver weg.
Een lang stuk reden we trouwens net boven het uitgebreid oefenterrein van Nellis AFB (qua oppervlak bijna 40% van Nevada) en in het midden van niets zagen we plots een C-130 optrekken. Een geheim vliegveld? CIA? Crembo in actie? Geen idee.
Maar aan alle eenzaamheid kwam een einde. Met 45 minuten voorsprong op het schema kwamen we aan in Tonopah. Een oude mijnsite - erger dan in de Borinage - maar ook een van de weinige plaatsen met eten, drinken en een goed bed in deze woestenij.
Morgen gaan we naar het land van Governator, California. En alweer een ghost town, Bodie.
Als we zelf maar geen geesten worden.
Tot morgen, misschien.
Buiten was al uren een zuidwester aan het blazen. Hopelijk waren de regenwolken van gisteren daardoor weg (en niet dat er nog bijgekomen waren, we hadden onze buik vol van die depressie in Zuid-Californie.
Het was zondag en iedereen zou wel naar de kerk hier zijn zekers?
Nee hoor.
De eetzaal van het motel was goed gevuld met jagers en locals. En de ontbijtporties leken leken voldoende om een hele dag op te kunnen marcheren.
Na de geslaagde kip- en cheeseburger van gisteren probeerden we de locale omelet. Maar we moesten wel geduld hebben ... Met 230 mijl voor de boeg is dat geen probleem.
Na de menschen kreeg ook de voiture zijn eten en drinken ook la was zijn tankje nog halfvol. Maar, net als in bush in Australie, moet je hier tanken wanneer je kan. In totaal gingen we vandaag 4 plaatsen passeren met een tankstation. Dat was nummer 1.
Allez, iedereen had gegeten en gedronken. We konden op weg.
Steven stelde voor om toch maar te gaan kijken of de weg naar de "top" open was. Whealer Peak ligt boven de 12000 voet en je kan met je auto tot boven de 10000 voet (of 3000 meter wie geen rekenmachine bij de hand heeft).
Zo gezegd, zo gedaan. We passeren niet langs de VC. Als het niet veilig is, dan hadden ze de weg maar moeten sluiten vanmorgen.
Na een 8 mijl stonden we terug in het park en aan de afslag naar de top. De bareeltjes stonden mooi open. Allez, hop het eerste stuk dan maar tot aan de campgrounds.
Na nog eens 4 mijl ... de bareeltjes staan hier nog altijd open. Hop tot aan Mather Overlook. Dan hebben we tenminste al een mooie foto van de top - of de sneeuwstorm errond.
Na enkele haarspeldbochten staan we aan Mather Overlook. bijna 9000 voet. Steven probeerde de deur van de auto open te krijgen maar dat lukte niet goed. Technisch mankement? Rots in de weg? Nee hoor. Er was zoveel wind (en zo een grote deur) dat je al je gewicht moest gebruiken om de deur open te krijgen. En de wind bracht ook ... sneeuw mee. Na enkele pogingen om een foto te nemen, moesten we het opgeven. De sneeuw vloog recht in de lens en de resulterende foto's waren niet bruikbaar.
Maar ... de bareeltjes stonden nog altijd open. Dus reden we verder. In de verte zagen we al een jeep van de Park Service komen. Dus wegwezen voor we naar beneden gestuurd worden.
Na Mather reden we door de smeltende sneeuw maar de weg was nog goed berijdbaar. We passeerden 10.000 voet. We passeerden 3000 meter. En zo kwamen we aan de hoogste parking. Hier lag nog maagdelijke sneeuw. Een Inch misschien maar toch. Sneeuw. En we waren niet tegengehouden door een "Road Closed".
Net op tijd trouwens. De jeep van de NPS was ook hier en de ranger begon alles te controleren en af te sluiten. Tijd om af te dalen. Af en toe stopten we nog op een veilige plaats voor een paar fotootjes. Beneden was het ondertussen stralende zon. Hopelijk bleef het zo.
We hoefden geen stempel meer dus kon Tommeke ons dadelijk naar onze eindbestemming brengen. Dat wou hij dan wel via een wandelpad doen (de wegeninfo zou toch echt beter moeten tomtom) maar we wisten beter. 220 mijl nog te doen. Geschatte aankomst: 16u15 of iets meer dan 4,5 uur rijden.
Waren de wegen gisteren kaarsrecht, nu draaide de baan alle richtingen uit en deed vooral omwegen. We waren op US-6, de weg die van "nowhere to nowhere" gaat.
IN de enige stad met een BoA kantoor stopten we even voor wat papieren dollars en dan kan het verder. Eerst was het nog heel druk maar een keer voorbij de afslag naar Las Vegas zijn we alleen op de wereld. Op de resterende 150 mijl hadden we een tiental tegenliggers, een (1) verlaten (indianen-)dorp en enkele huizen ver weg.
Een lang stuk reden we trouwens net boven het uitgebreid oefenterrein van Nellis AFB (qua oppervlak bijna 40% van Nevada) en in het midden van niets zagen we plots een C-130 optrekken. Een geheim vliegveld? CIA? Crembo in actie? Geen idee.
Maar aan alle eenzaamheid kwam een einde. Met 45 minuten voorsprong op het schema kwamen we aan in Tonopah. Een oude mijnsite - erger dan in de Borinage - maar ook een van de weinige plaatsen met eten, drinken en een goed bed in deze woestenij.
Morgen gaan we naar het land van Governator, California. En alweer een ghost town, Bodie.
Als we zelf maar geen geesten worden.
Tot morgen, misschien.
Dag 16 - naar het grote bassin
Hallo,
Vandaag verlaten we Utah voor goed.
Als je wil weten hoe de ochtendstond was, lees dag 15 nog eens. Enige verschil, nu regende het echt pijpestelen. De valiezen werden dichtgegooid. De portier verzoop quasi op weg naar de auto. Dan de rest van de bagage en we waren klaar voor checkout. Nog een laatste koffie op de rekening en wegwezen.
Enkel koffie?
Wel we moesten een kleine technische wijziging aanbrengen aan het parcours. De harde schijf van de pc begint aardig vol te lopen dankzij 7D files. Dus bleef enkel nog de backup harde schijf over. Dat is een beetje gevaarlijk - derde wet van Murphy zegt "je backup zal kaput zijn wanneer het origineel niet meer bestaat" (of zoiets). Dus zat er niets anders op dan een bijkomende HD aan te schaffen. Een omweg van zo'n 20 mijl. En daar de *bucks op minder dan 2 kilometer was, ook een ontbijt bij het gekende koffiehuis.
Na deze onderbreking werd het programma hervat. Langs de interstate was er Gsm netwerk en dus werd noch een berichtje gestuurd naar het thuisfront. En na een half uurtje waren we aan onze eerste bestemming: Kolob Canyon.
Hoezo? Dat stond gisteren toch ook al op het programma?
Neen. Dat was de Kolob Terrace Road. Nu gaan we naar de Canyon zelf. Enfin, dat is het plan. Het grootste deel van de ochtend - buiten Zion - was droog gebleven en met hoge bewolking. Maar dat was hier niet meer het geval. Het was terug vlot aan het regenen en na een kleine kilometer veredween de parkweg in de wolken. Niet goed dus. We haalden eerst onze dagstempel in het kleine visitorcenter. We informeerden ook over de toestand van de weg en de zichtbaarheid.
Hier en daar waren er gaten in het wolkendek en kan je mooie zichten zien van de Canyon.
Hmm. We vroegen maar niet naar de grootte van die gaten.
Op weg terug naar de auto werden we nogmaals goed uitgeregend.
We draaiden terug de interstate op. Trop is teveel.
Tommeke stuurde ons nu naar de grens van Utah en Nevada, in het midden van het grootste niets, ook gekend als The Great Basin.
Een keer voorbij Cedar city draaiden we van de interstate. Nu volgden 150 mijl eenzame wegen door welgeteld drie (3) dorpen/stadjes.
Het eerste deel liep nog door gedeelteljk groene velden. Hier hebben ze nog water dus. Na Minersville is dat volledig gedaan. We reden door een halfwoestijn met af en toe een raaf als enig teken van leven. De baan draaide flauw van links naar rechts met een hellinkje hier en een valleitje daar. Zo was er nog enige arbeid voor de chauffeur.
Eens voorbij Milford is ook dat gedaan. We steken twee oude zeebodems over. Telkens met een kaarsrechte weg van meer dan 20 mijl lang. Af en toe kregen we een bui of een beetje zonneschijn maar geen regenbogen.
En dan een verblindende flits.
De engel Gabriel? Neen. Gewoon een idee. Wat als we dadelijk naar het park rijden i.p.v. morgen? Trouwens tussen Utah en Nevada is er een tijdszoneverschil. We komen niet om 3 maar om 2 toe in Baker. Misschien kunnen we de toer van 3 uur nog hebben en hoeven we niet te wachten tot morgen. Als we morgenvroeg dan ook de rest van het park doen, hoeven we maar een nacht in Baker te blijven en kunnen we de rit van maandag van 600 kilometer in twee splitsen. Dat is veiliger. En dan lopen we het risico niet om twee nachten in een baancafe zonder gsm, internet of propere kamers te moeten blijven. (enkel het eerste klopte)
Zo gezegd zo gedaan. Tommeke werd geherprogrammeerd. ETA (estimated time of arrival) 14u30 Utah tijd dus half twee lokaal. We snorden verder over de UT-21 met als doel Baker, NV en het locale park. De weg was nog altijd kaarsrecht. De natuur gelig, de lucht zwart, wit, grijs of blauw. Vermoeiend.
Om kwart na een stonden we in het VC. En ja hoor er was nog plaats voor het bezoek aan de Lehman grotten om 3 - zaterdag was de eerste dag dat alle toers uitverkocht waren sinds de zomermaanden. Voor 20$ mogen we mee.
Wat nu? Misschien een late mini-lunch met wat crackers kaas en lunchworst. Ondertussen was het regenweer tot aan het park geraakt. En de toppen boven de 3000 meter begonnen wittekes te worden. Oei. Hopelijk is het er binnenkort ook niet "road closed".
Om half drie pikken we nog een filmpje mee over de grotten, duidelijk uit de jaren dertig of veertig. Zuinig zijn ze hier wel.
En dan was het zover, we werden opgesloten in een donkere grot en iemand deed het licht uit.
Na een minuutje grappen van de ranger en een hysterische baby krijgen we dan toch alles te zien. Zo een beetje als de grotten van Han maar dan veel compacter en met een aantal unieke rotsformaties zoals parachutes ttz geen stalagtieten of stalagmieten maar twee cirkelvormige schijven silicaat die parallel aan elkaar verder groeien en als het boven al eens te nat is, dan loopt het water zo naar beneden alsof het de kabels van een parachute zijn.
Na een uurtje mochten we terug naar buiten. Veel te snel trouwens. Het was buiten koud en nat. Omdat we allemaal snel waren hadden we wel de volledige toer van 90 minuten in 60 minuten gekregen.
Terug naar het VC, of de weg naar boven nog goed was? Er was een macho ranger net aan het vertellen of hoe gevaarlijk het wel was. De rangers wouden het ons niet verbieden maar ...
Dus gingen we op zoek naar onze Border Inn. Letterlijk op de grens van Utah en Nevada op US-6 en US-50. maar aan de Nevada-kant zodat er kon gegokt worden.
Er was Wifi, propere lakens en lekkere burgers en werkende TV, iets waar ze in Zion niet in slaagden - de twee laatste dingen toch.
Tot de volgende keer.
Vandaag verlaten we Utah voor goed.
Als je wil weten hoe de ochtendstond was, lees dag 15 nog eens. Enige verschil, nu regende het echt pijpestelen. De valiezen werden dichtgegooid. De portier verzoop quasi op weg naar de auto. Dan de rest van de bagage en we waren klaar voor checkout. Nog een laatste koffie op de rekening en wegwezen.
Enkel koffie?
Wel we moesten een kleine technische wijziging aanbrengen aan het parcours. De harde schijf van de pc begint aardig vol te lopen dankzij 7D files. Dus bleef enkel nog de backup harde schijf over. Dat is een beetje gevaarlijk - derde wet van Murphy zegt "je backup zal kaput zijn wanneer het origineel niet meer bestaat" (of zoiets). Dus zat er niets anders op dan een bijkomende HD aan te schaffen. Een omweg van zo'n 20 mijl. En daar de *bucks op minder dan 2 kilometer was, ook een ontbijt bij het gekende koffiehuis.
Na deze onderbreking werd het programma hervat. Langs de interstate was er Gsm netwerk en dus werd noch een berichtje gestuurd naar het thuisfront. En na een half uurtje waren we aan onze eerste bestemming: Kolob Canyon.
Hoezo? Dat stond gisteren toch ook al op het programma?
Neen. Dat was de Kolob Terrace Road. Nu gaan we naar de Canyon zelf. Enfin, dat is het plan. Het grootste deel van de ochtend - buiten Zion - was droog gebleven en met hoge bewolking. Maar dat was hier niet meer het geval. Het was terug vlot aan het regenen en na een kleine kilometer veredween de parkweg in de wolken. Niet goed dus. We haalden eerst onze dagstempel in het kleine visitorcenter. We informeerden ook over de toestand van de weg en de zichtbaarheid.
Hier en daar waren er gaten in het wolkendek en kan je mooie zichten zien van de Canyon.
Hmm. We vroegen maar niet naar de grootte van die gaten.
Op weg terug naar de auto werden we nogmaals goed uitgeregend.
We draaiden terug de interstate op. Trop is teveel.
Tommeke stuurde ons nu naar de grens van Utah en Nevada, in het midden van het grootste niets, ook gekend als The Great Basin.
Een keer voorbij Cedar city draaiden we van de interstate. Nu volgden 150 mijl eenzame wegen door welgeteld drie (3) dorpen/stadjes.
Het eerste deel liep nog door gedeelteljk groene velden. Hier hebben ze nog water dus. Na Minersville is dat volledig gedaan. We reden door een halfwoestijn met af en toe een raaf als enig teken van leven. De baan draaide flauw van links naar rechts met een hellinkje hier en een valleitje daar. Zo was er nog enige arbeid voor de chauffeur.
Eens voorbij Milford is ook dat gedaan. We steken twee oude zeebodems over. Telkens met een kaarsrechte weg van meer dan 20 mijl lang. Af en toe kregen we een bui of een beetje zonneschijn maar geen regenbogen.
En dan een verblindende flits.
De engel Gabriel? Neen. Gewoon een idee. Wat als we dadelijk naar het park rijden i.p.v. morgen? Trouwens tussen Utah en Nevada is er een tijdszoneverschil. We komen niet om 3 maar om 2 toe in Baker. Misschien kunnen we de toer van 3 uur nog hebben en hoeven we niet te wachten tot morgen. Als we morgenvroeg dan ook de rest van het park doen, hoeven we maar een nacht in Baker te blijven en kunnen we de rit van maandag van 600 kilometer in twee splitsen. Dat is veiliger. En dan lopen we het risico niet om twee nachten in een baancafe zonder gsm, internet of propere kamers te moeten blijven. (enkel het eerste klopte)
Zo gezegd zo gedaan. Tommeke werd geherprogrammeerd. ETA (estimated time of arrival) 14u30 Utah tijd dus half twee lokaal. We snorden verder over de UT-21 met als doel Baker, NV en het locale park. De weg was nog altijd kaarsrecht. De natuur gelig, de lucht zwart, wit, grijs of blauw. Vermoeiend.
Om kwart na een stonden we in het VC. En ja hoor er was nog plaats voor het bezoek aan de Lehman grotten om 3 - zaterdag was de eerste dag dat alle toers uitverkocht waren sinds de zomermaanden. Voor 20$ mogen we mee.
Wat nu? Misschien een late mini-lunch met wat crackers kaas en lunchworst. Ondertussen was het regenweer tot aan het park geraakt. En de toppen boven de 3000 meter begonnen wittekes te worden. Oei. Hopelijk is het er binnenkort ook niet "road closed".
Om half drie pikken we nog een filmpje mee over de grotten, duidelijk uit de jaren dertig of veertig. Zuinig zijn ze hier wel.
En dan was het zover, we werden opgesloten in een donkere grot en iemand deed het licht uit.
Na een minuutje grappen van de ranger en een hysterische baby krijgen we dan toch alles te zien. Zo een beetje als de grotten van Han maar dan veel compacter en met een aantal unieke rotsformaties zoals parachutes ttz geen stalagtieten of stalagmieten maar twee cirkelvormige schijven silicaat die parallel aan elkaar verder groeien en als het boven al eens te nat is, dan loopt het water zo naar beneden alsof het de kabels van een parachute zijn.
Na een uurtje mochten we terug naar buiten. Veel te snel trouwens. Het was buiten koud en nat. Omdat we allemaal snel waren hadden we wel de volledige toer van 90 minuten in 60 minuten gekregen.
Terug naar het VC, of de weg naar boven nog goed was? Er was een macho ranger net aan het vertellen of hoe gevaarlijk het wel was. De rangers wouden het ons niet verbieden maar ...
Dus gingen we op zoek naar onze Border Inn. Letterlijk op de grens van Utah en Nevada op US-6 en US-50. maar aan de Nevada-kant zodat er kon gegokt worden.
Er was Wifi, propere lakens en lekkere burgers en werkende TV, iets waar ze in Zion niet in slaagden - de twee laatste dingen toch.
Tot de volgende keer.
woensdag 28 oktober 2009
Dag 18 - Las Vegas
Na de schitterende show van gisteren en de auto-ruil was het deze ochtend verschrikkelijk moeilijk om op te staan. We zijn uiteindelijk maar opgestaan, want in een bed kan je overal ter wereld liggen en daarvoor zijn we niet naar Vegas gekomen. Maar voor we de bekendste straat 'De Strip' onveilig gaan maken, moesten we nog wat foto's kopiëren. Ook was het dringend tijd om eens een back-up te maken van alle foto's die op de harde schijf stonden. Het verrast dan ook niemand als ik zeg dat we uiteindelijk rond 11u00 vertrokken.

Ik denk dat we gewoonweg alle hotels binnen en buiten gelopen hebben en er is toch nog steeds een groot verschil tussen de hotels: Sommige casino-hotels zijn gewoon een hotel met op het gelijkvloers een set van pokertafels, roulettes en slotmachines; In andere hotels wordt je als het ware in een verhaal gezogen van voor je het hotel binnenstapt, de receptie, ... tot in het casino gedeelte en de staf. Na een dagje analyse werk kunnen we garanderen dat de leeftijd van het hotels niets te maken heeft of ze in het ene of in het andere type vallen.

Rond 4u zijn we moe gekeken (neen niet gespeeld) en komen we gelukkig aan het Venetian toe. Daar moesten we zijn om naar het tweede spektakel te gaan. Sandra had immers als tweede keuze "Blue Man Group" gekozen. Blue Man Group is een creatieve organisatie rondom drie personen, die zwarte kleding dragen en totaal blauw geschminkt zijn. De hoofden geven de indruk volledig kaal te zijn en de oren zijn bedekt door een gladde kap. Ze worden begeleid door een band met hoofdzakelijk slagwerkinstrumenten. Nadat we de bestelde ticketten opgepikt hadden bij de reservationdesk, was er nog net voldoende tijd om iets te eten. Nu, wat kan je anders eten in de Venetian dan een pasta in een van de vele restaurants. De obers waren niets zo tevreden met onze kleding denken we, want we werden in een hoekje neer gezet; De tip was evenwel recht evenredig met hun keuze. De show was een geweldig succes. Het was 2 uur muziek, schetsjes en gelach. Een echte aanrader!


Op de terugweg naar ons hotel zijn we even blijven plakken bij de Mirage want daar stond net als voor ons hotel veel volk. Na enkele minuten wachten begon het daar plots te rommelen en begon er een water en vuur concert. (Wie zou het nu van wie overgenomen hebben?)Brrr... De zomer is echt voorbij. We waren nog beide in een t-shirt en hadden het eigenlijk niet te warm. Dus besloten we maar snel naar huis terug te keren.
Eenmaal binnen op onze kamer bij Bellagio besliste Steven om toch nog even buiten te blijven hangen om nog een fontein spektakel mee te pikken. Uiteindelijk hebben we na 3 liedjes gekozen voor onze warme kamer (1 liedje is 1 spektakel en in de avond uren wordt er om de 15 minuten een liedje gespeeld; dus reken maar zelf hoelang we buiten zijn gebleven.)
Oei... het gaat weer pijn doen morgen... want het is nog maar eens een dagje verder op onze klokken. Dus de hoogste tijd om wat te slapen.
Tot morgen
Ik denk dat we gewoonweg alle hotels binnen en buiten gelopen hebben en er is toch nog steeds een groot verschil tussen de hotels: Sommige casino-hotels zijn gewoon een hotel met op het gelijkvloers een set van pokertafels, roulettes en slotmachines; In andere hotels wordt je als het ware in een verhaal gezogen van voor je het hotel binnenstapt, de receptie, ... tot in het casino gedeelte en de staf. Na een dagje analyse werk kunnen we garanderen dat de leeftijd van het hotels niets te maken heeft of ze in het ene of in het andere type vallen.
Rond 4u zijn we moe gekeken (neen niet gespeeld) en komen we gelukkig aan het Venetian toe. Daar moesten we zijn om naar het tweede spektakel te gaan. Sandra had immers als tweede keuze "Blue Man Group" gekozen. Blue Man Group is een creatieve organisatie rondom drie personen, die zwarte kleding dragen en totaal blauw geschminkt zijn. De hoofden geven de indruk volledig kaal te zijn en de oren zijn bedekt door een gladde kap. Ze worden begeleid door een band met hoofdzakelijk slagwerkinstrumenten. Nadat we de bestelde ticketten opgepikt hadden bij de reservationdesk, was er nog net voldoende tijd om iets te eten. Nu, wat kan je anders eten in de Venetian dan een pasta in een van de vele restaurants. De obers waren niets zo tevreden met onze kleding denken we, want we werden in een hoekje neer gezet; De tip was evenwel recht evenredig met hun keuze. De show was een geweldig succes. Het was 2 uur muziek, schetsjes en gelach. Een echte aanrader!
Op de terugweg naar ons hotel zijn we even blijven plakken bij de Mirage want daar stond net als voor ons hotel veel volk. Na enkele minuten wachten begon het daar plots te rommelen en begon er een water en vuur concert. (Wie zou het nu van wie overgenomen hebben?)Brrr... De zomer is echt voorbij. We waren nog beide in een t-shirt en hadden het eigenlijk niet te warm. Dus besloten we maar snel naar huis terug te keren.
Eenmaal binnen op onze kamer bij Bellagio besliste Steven om toch nog even buiten te blijven hangen om nog een fontein spektakel mee te pikken. Uiteindelijk hebben we na 3 liedjes gekozen voor onze warme kamer (1 liedje is 1 spektakel en in de avond uren wordt er om de 15 minuten een liedje gespeeld; dus reken maar zelf hoelang we buiten zijn gebleven.)
Oei... het gaat weer pijn doen morgen... want het is nog maar eens een dagje verder op onze klokken. Dus de hoogste tijd om wat te slapen.
Tot morgen
Dag 17 - Op weg naar Vegas
Wat was het warm deze nacht, maar ja het was onze eigen fout : wie de airco afzet, die moet niet komen klagen.
Na het inpakken, de frigo en daarna de auto te vullen waren we klaar voor vertrek.... Ah ja want we wouden immers ontbijten op een van de mooiste plekjes en dat betekent niet treuzelen! Maar niet te vlug Sandra, want hier in Furnace Creek staan nog enkele oudere treinen en die moeten we toch eens gaan bekijken. Enkele foto's later en ook een shoppingske later, zijn we vertrokken.
Eerste stop : Zabriskies Point. Je moet een korte maar stevige heuvel beklimmen en dan krijg je een schitterend zicht op een set van uitgesleten zachte rotsen, precies zandduinen. "Grrrr" "ga er dan achter" "neen, doe jij maar.... Ik ga zo wel wat genieten.".. Sandra is haar kodak in de auto vergeten, dus ze kan enkel genieten met haar ogen. Steven daarentegen kon mooie foto's nemen en geraakte in gesprek met Amerikanen over ons raar taaltje. Terwijl heeft Sandra een padje gevonden en had ze zich ze op een rustgevend punt neergezet... Ale t'is dat wat ze Steven wijsmaakte

Na enkele tientallen minuten daar te mogen genieten, zijn we terug binnen keren naar de auto. Lap, Sandra is er weer van door... Deze keer wou ze tonen dat ze zich zo vrij voelde als een vogel (met op dat smalle strookje te gaan staan en de wind goed in haar gezicht te voelen spelen).

Uiteindelijk belandden we toch nog tot aan de auto. "Laten we toch maar eerst tot het volgden punt rijden alvorens te eten". Dus reden we nog zo'n 30 mijl verder met de laatste mijl steil naar boven. "Wow" Dante's view. Daar aten we ons ontbijt (crackers met kaas en appel, mmmm) terwijl we genoten van het spectaculair uitzicht over de Vallei van de Dood. Nadien wandelden we tot het eindpunt van de trail en namen we afscheid.

En nu restten ons nog zo'n 70 mijl tot de grootste gokstad Las Vegas. Afzien dat die route was... Na mijlen draai op draai te mogen bekijken in het natioale park, waren deze mijlen eentonig, saai en kaarsrecht.

In Vegas parkeerden we onze auto in een van de parkings van het hotel en checkten we in. Steven had een kamer geboekt met zicht op de strip en wat belangrijker is zicht op de fonteinen. 'S avonds is er om 30 min een fontein spektakel op basis van muziek... De kamer is groot en de badkamer deed ons direct aan Imde denken. Na een korte toiletpauze voor beiden hebben we de tickets voor de show van de avond gaan oppikken : "O" van Cirque du Soleil. "Nog even geduld Sandra, de show is pas binnen 4 uur".
Dus zijn we op een korte verkenningstocht vertrokken met 2 doelen : iets eten en even wat shoppen. We besloten naar het Zuiden op te gaan en daar iets te kiezen waar we konden zitten om te eten, genieten van de omgeving en waar we wisten dat het ging in orde zijn. Uiteindelijk zijn we een Hard Rock Cafe tegen gekomen en die binnen gestapt. Enkele Long Island Ice Teas (volgens de afrekening slechts 2 maar dat klopt niet helemaal) en een beetje later, zijn we terug vertrokken. Nog even de souvenirwinkel van het restaurant, de M&M en de CocaCola winkels geplunderd en dan wou Sandra echt terug naar het hotel.
De watershow van Cirque du Soleil was schitterend en spectaculair, had toffe stukken en heel mooi muziek. "O" was ontworpen door een Belg en we mogen echt trots op hem zijn.
Nadien heeft Steven contact opgenomen met de wegenhulp van Alamo om onze korte versie van de platte band uit te leggen. Na enkele minuten werd er gemeld dat we de auto mochten gaan omwisselen op de luchthaven. Rond 23u zijn we met onze 'nieuwe' auto in het hotel terug geraakt en was Sandra niet meer van de venster weg te krijgen. Elk fonteingespuit heeft Sandra gezien tot het stopte voor de nacht en terwijl heeft ze dan ook maar de film kwaliteiten van de canon kodak getest. We zullen haar morgen avond nog maar wat laten oefenen, want ze deed het niet slecht voor de eerste keer.
Nu is het al ver voorbij bedtijd, maar deze keer had het een goeie reden... "Gelukkige verjaardag Sandra".... En toen zijn we maar gaan slapen.
Na het inpakken, de frigo en daarna de auto te vullen waren we klaar voor vertrek.... Ah ja want we wouden immers ontbijten op een van de mooiste plekjes en dat betekent niet treuzelen! Maar niet te vlug Sandra, want hier in Furnace Creek staan nog enkele oudere treinen en die moeten we toch eens gaan bekijken. Enkele foto's later en ook een shoppingske later, zijn we vertrokken.
Eerste stop : Zabriskies Point. Je moet een korte maar stevige heuvel beklimmen en dan krijg je een schitterend zicht op een set van uitgesleten zachte rotsen, precies zandduinen. "Grrrr" "ga er dan achter" "neen, doe jij maar.... Ik ga zo wel wat genieten.".. Sandra is haar kodak in de auto vergeten, dus ze kan enkel genieten met haar ogen. Steven daarentegen kon mooie foto's nemen en geraakte in gesprek met Amerikanen over ons raar taaltje. Terwijl heeft Sandra een padje gevonden en had ze zich ze op een rustgevend punt neergezet... Ale t'is dat wat ze Steven wijsmaakte
Na enkele tientallen minuten daar te mogen genieten, zijn we terug binnen keren naar de auto. Lap, Sandra is er weer van door... Deze keer wou ze tonen dat ze zich zo vrij voelde als een vogel (met op dat smalle strookje te gaan staan en de wind goed in haar gezicht te voelen spelen).
Uiteindelijk belandden we toch nog tot aan de auto. "Laten we toch maar eerst tot het volgden punt rijden alvorens te eten". Dus reden we nog zo'n 30 mijl verder met de laatste mijl steil naar boven. "Wow" Dante's view. Daar aten we ons ontbijt (crackers met kaas en appel, mmmm) terwijl we genoten van het spectaculair uitzicht over de Vallei van de Dood. Nadien wandelden we tot het eindpunt van de trail en namen we afscheid.
En nu restten ons nog zo'n 70 mijl tot de grootste gokstad Las Vegas. Afzien dat die route was... Na mijlen draai op draai te mogen bekijken in het natioale park, waren deze mijlen eentonig, saai en kaarsrecht.
In Vegas parkeerden we onze auto in een van de parkings van het hotel en checkten we in. Steven had een kamer geboekt met zicht op de strip en wat belangrijker is zicht op de fonteinen. 'S avonds is er om 30 min een fontein spektakel op basis van muziek... De kamer is groot en de badkamer deed ons direct aan Imde denken. Na een korte toiletpauze voor beiden hebben we de tickets voor de show van de avond gaan oppikken : "O" van Cirque du Soleil. "Nog even geduld Sandra, de show is pas binnen 4 uur".
Dus zijn we op een korte verkenningstocht vertrokken met 2 doelen : iets eten en even wat shoppen. We besloten naar het Zuiden op te gaan en daar iets te kiezen waar we konden zitten om te eten, genieten van de omgeving en waar we wisten dat het ging in orde zijn. Uiteindelijk zijn we een Hard Rock Cafe tegen gekomen en die binnen gestapt. Enkele Long Island Ice Teas (volgens de afrekening slechts 2 maar dat klopt niet helemaal) en een beetje later, zijn we terug vertrokken. Nog even de souvenirwinkel van het restaurant, de M&M en de CocaCola winkels geplunderd en dan wou Sandra echt terug naar het hotel.
De watershow van Cirque du Soleil was schitterend en spectaculair, had toffe stukken en heel mooi muziek. "O" was ontworpen door een Belg en we mogen echt trots op hem zijn.
Nadien heeft Steven contact opgenomen met de wegenhulp van Alamo om onze korte versie van de platte band uit te leggen. Na enkele minuten werd er gemeld dat we de auto mochten gaan omwisselen op de luchthaven. Rond 23u zijn we met onze 'nieuwe' auto in het hotel terug geraakt en was Sandra niet meer van de venster weg te krijgen. Elk fonteingespuit heeft Sandra gezien tot het stopte voor de nacht en terwijl heeft ze dan ook maar de film kwaliteiten van de canon kodak getest. We zullen haar morgen avond nog maar wat laten oefenen, want ze deed het niet slecht voor de eerste keer.
Nu is het al ver voorbij bedtijd, maar deze keer had het een goeie reden... "Gelukkige verjaardag Sandra".... En toen zijn we maar gaan slapen.
Abonneren op:
Posts (Atom)