donderdag 25 februari 2010

Choices, choices, choices ... nog 8 weken te gaan

Terwijl we nog maar net de 5532 foto's hebben verwerkt van onze vorige escapade naar Californië, Alaska en de Canadese Rockies, wordt het tijd om het verlof van 2010 te implementeren.
Deze zin klinkt misschien vertrouwd in de oren voor de blog-abonnee met een extra-goed geheugen. Want zo begonnen we ook onze zoektocht voor het lange verlof van 2009 en ook het iets minder lange verlof.
Is het dan weer moeilijk om te kiezen? Weten we dan nooit wat we willen?
Wel 2010 zou anders zijn. Terwijl we de laatste kadootjes aan het verzamelen waren in Frisco, lag de planning al grotendeels vast voor 2010:

  1. een rustvakantie, alweer aan boord van een dobberschuit, naar de heetste parken van de VS - heter dan Death Valley met andere woorden

  2. een doevakantie naar de Canadese Rockies en de Amerikaanse parken in de buurt - "hoezo", hoor ik daar, "maar jullie zijn nog maar vorig jaar geweest!"; klopt maar we willen Lake Louise ook eens zien wanneer er geen metersdikke ijslaag opligt

We waren dus nog niet terug geland in België en we hadden een perfect plan voor 2010.

"Waarom dan nog zoveel moeite met keuzes? De kleur van het zwempak? De keuze van de auto?"

Euh, nee. Door omstandigheden buiten onze controle vielen beide plannen in duigen.

"Welke omstandigheden?"

Sorry, daar kunnen we niets over openbaren. Ze vallen allen onder een officiële geheimhouding en zullen slechts ten gepaste tijde medegedeeld worden. Op vroegtijdige lekken staan straffen erger dan die van Atlas en Sysifus tezamen.

"Maar jullie vertrekken toch binnen 8 weken?"

Inderdaad. Het geplande bootje is dan wel gekielhaald maar het is niet het enige dat ronddobbert op de grote oceaan. Wat is het dan wel geworden? Wel vorig jaar zijn we onze cruise begonnen op een bootje dat op weg was van Fort Lauderdale (FL) naar Vancouver (BC). En de medereizigers waren heel content, zeker van de doorgang van het Panamakanaal. En dat gaan we dus dit jaar doen. Lekker relax. In twee weken van Florida naar San Francisco.

"En waarom dan nog zoveel keuzes?"

Wel er zijn meer dan honderd mogelijke excursies. De kunst is de leuke te vinden tussen de toeristenvallen. En dat valt niet mee.
En dan is er nog het verlof in het najaar. Willen we wat warmte hebben, dan moeten we naar het zuiden. En dan kunnen we best opschieten met onze reservaties.
Je ziet het dus. Veel keuze, heel veel keuze. En nog meer goesting.

Steven

woensdag 11 november 2009

Dag 24 - Te land, te water en in de lucht

Het was extreem vroeg vanmorgen.

Aan de balie hadden we gevraagd ons om 4 uur te wekken (!!!!!!!!) Maar we waren al vroeger wakker. We wilen de lange rijen voor zijn en de eerste bus naar de luchthaven is om halfvijf. Voortmaken dus.

Douche, scheren, poetsen, laatste kleren ingepakt, hond weggestopt, laders weggestopt. Klaar. 4u28 AM. Naar beneden dus. Oei, de tip vergeten.

Dag mevrouw van wacht

Oei, is de bus al weg

Oef, de bus is er nog niet

Ha, het is niet de onvriendelijke mijnheer van gisteren

De valiezen zijn blijkbaar wat zwaar voor de chauffeur

Wat is het buiten nog donker

Stoppen bij Delta please

Yes we have luggage

Ah, we kunnen niet buiten inchecken

Oef de lengte van de rij valt mee

Brussels please

3 bags please

Waar is de bagagecontrole

Ah schoenen moeten ook uit

Pfff

Oei geen Starbucks hier

Allez we mogen erop

Oei ze meten de grootte van de handbagage

We zullen ons maar wat groter maken dan valt het misschien minder op

Ik zit op 22, ik op 37

Tot straks

Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz

4 uur later - Atlanta

Allez we moeten naar Hal E

Lopen voor het treintje - waarom? treintje komt zo

Wat is er te eten

Oei enkel fast food

Nog een dvd'tje kijken

Ah het inschepen begint

Onze vlucht zal minder dan 7 uur duren

Is de piloot bang een afspraakje te missen op Zaventem

Slaapwel

Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz

The End

Dag 23 - The Day Before

Hehe,

een laatste keer kunnen uitslapen.

Gisterenavond hebben we nog leuk kunnen winkelen in de mall. Niet zo een bedroevend gedoe zoals in Barstow. Een gewoon winkelcentrum met alle kotjes bezet door winkeltjes - weliswaar meestal de usual suspects maar kom. Bij JC Penney was het Sales weekend in de broekenafdeling (het zal wel toeval zijn maar dat is bijna elke keer zo). Gelukkig hebben we eerst onze bagage gewogen vooraleer we gingen winkelen. Kwestie van geen overgewicht te krijgen nietwaar. En dat kwam goed uit, want voor de prijs van omgerekend 40 euro kon je drie broeken meenemen voor de prijs van een bij ons.

Volgens de oorspronkelijke planning gingen we pas vanmorgen naar de mall. Gezien het weer vandaag (grijs, mist, koud) en de plaats (fabriekjes, opslagplaatsen, autoverhuurbedrijven, m.a.w. alles behalve wat natuur of cultuur) gingen we terug naar de mall. Correctie, we gingen eerst ontbijten bij Starbucks - zoals de locals - en dan gingen we naar Barns en Nobles, je kan dit vergelijken met een Standaard Boekhandel maar dan twintig keer groter. Ondanks internet en Amazon vind je nog altijd veel mensen en nog meer boeken in B&N. En je kan er ook rustig lezen, een koffie drinken, eens bijbabbelen, ... kortom een bibliotheek zonder de nadelen.

Na enkele uren culturen nog een laatste boodschappenronde - medicijnen. In de VS vind je namelijk nog een aantal geneesmiddelen zonder voorschrift die in Europa al lang verdwenen zijn.

Maar, je merkt het al aan de lengte van de blog, het einde is nabij. Onze auto moest voor 5 uur bij zijn baasje terug zijn. Het werd tijd om af te sluiten. Met traantjes in de ogen draait Sandra een laatste keer de US-101 op, richting "Car Rental Return". Zoals in de meeste Amerikaanse luchthavens zitten alle verhuurbedrijven in een massief gebouw aan de luchthaven. Wij moesten helemaal bovenaan zijn bij Alamo. Veel beweging was er niet. Een meneer van ver voorbij de zeventig kwam uiteindelijk onze auto afnemen. Bij zijn snelle inspectie viel de kras in de bumper niet op. En we mogen beschikken.

Hoe zouden we terug gaan? We zaten halverwege het hotel en de luchthaven. Toch raadde het hotel ons aan om met de automatische trein tot aan de luchthaven te gaan en daar te vragen naar de hotel shuttle. Dus zo gezegd, zo gedaan. Het treintje was leeg en in de internationale vertrekhal was het ook al redelijk stil. Enkel een groepje Noorderburen was op zoek naar de KLM balie en dat lieten ze horen.

En dan konden we terug genieten van de zon. De hit "Busje komt zo" kenden ze blijkbaar nog niet bij Hilton want het busje kwam niet (ja mijnheer rijd enkel 's morgens om het kwartier) en de hoteltelefoon deed het ook niet (eenrichtingsverkeer). Dus dan maar zelf gebeld voor de reddende chauffeur. Op die tijd waren we er waarschijnlijk ook te voet geweest.

Omdat het hotelrestaurant gesloten was moesten we ook nog op zoek naar een eetgelegenheid. En ja hoor, ook dat konden we doen met de hotelbus. Het werd een Mexicaan in downtown South San Francisco.

En dan waren we terug voor het laatste hoofdstuk van elke reis, het pakken van de valiezen - een liefhebberij van Sandra. De uitdaging: alles in de drie valiezen krijgen en zorgen dat geen van deze overgewicht heeft. 50 pond is de limiet. Een T-shirt heeft de wandeling door de grot enkele dagen geleden niet goed doorstaan en blijft achter. Ook een hoop papier en reklame en dan konden we naar de weegkamer ttz de fitness kamer. Valies een 49,5 pond, valies twee 50 pond, valies drie 48 pond. Missie volbracht. Als afsluiter gingen we nog een beetje uitrusten in het brubbelbad.

En dan werd het tijd om dodo te doen.

dinsdag 10 november 2009

Dag 22 - Surfin' USA

Het einde is nu echt in zicht. Aan elk belangrijk kruispunt herinnerden de wegwijzers er ons aan, San Francisco is nog minder dan 100 kilometer. Zucht. Maar het goede nieuws, we konden op ons gemakje die 100 kilometer afmalen langs een van de mooiste stukjes kust van de Verenigde Staten, de Pacific Coast Highway.

Eerst moesten we ons nog een weg banen door het ochtendverkeer van Santa Cruz. Er was alleszins meer leven in de brouwerij dan de vorige avond. De UCSC bussen (University of California Santa Cruz) reden nogal leeg rond. Misschien dat studenten hier gewoon nooit naar de univ moeten? Na een tiental minuten staan er niet zoveel huizen meer naast de weg en zien we eindelijk de stille oceaan terug. Dat was al geleden van in Alaska. Stranden zijn er wel nog niet te zien. De weg loopt gewoon door de velden op een halve kilometer van de zee.

Maar ook de velden verdwijnen en er blijft alleen nog maar de zee over. De stranden zelf lagen er maar leeg bij. De zomertoeristen waren al lang vertrokken en de weekendtoeristen waren nog op het werk, We waren al een aantal dagen de tel kwijt en met de zon en de zee voelde het niet echt aan als een vrijdag. Af en toe kwamen we dan toch een eenzame surfer tegen. Kwestie niet alle vertrouwen in de cliches van TV te verliezen. En uiteindelijk bleven we dan ook wat staan aan een van de beaches. Kwestie van de benen wat te strekken en de fotokaartjes wat te vullen :-).



De golven mochten vandaag dan wel niet indrukwekkend zijn, Voor beginnende surfers leek het alleszins genoeg. De gevorderde amateur heeft niet echt veel keuze: Het water in of de benzine voor niets verbrand hebben! Sandra besloot dan ook maar een poging te wagen ... tot pootje baden. Het water is hier alleszins veel klaarder dan aan het Belgische strand - minder zand, minder mensen en meer stroming naar het schijnt. De overkant van de PCH is een ander klein parkje, maar dit was spijtig genoeg gesloten. Het is een soort mini-Zwin, natte en droge weiden gelegen langs een klein riviertje, ingesloten tussen twee heuvel/bergruggen. Spijtig.


Na een half uurtje besloten we om verder te gaan. Maar dat was alweer buiten de scherpe ogen van Sandra gerekend. Want tussen de menselijke surfers doken er plots andere op. Met driehoekige vinnen op hun rug. Nee, geen reclame van Schwartzkopf Shampoo. Ook geen remake van Jaws. Een clubje dolfijnen zwom net achter de branding door, op jacht of aan het uitrusten. De surfers leken niet verbaasd, dus het zal ook wel niet uitzonderlijk geweest zijn. Voor ons wel dus. De fotokaartjes konden warm lopen.

Zoals je wel kan denken bleven we nog wat langer hangen bij het strand maar het onvermijdelijke kwam er aan ... de dolfijnen waren verder gezwommen :-). Tijd dus om verder te rijden. Enkele kilometers verder lag het Ano Nuevo State Park, een oude boerderij aan het begin van een schiereiland, een oude vuurtoren op een afgekalfd eiland. En duizenden zeeleeuwen en zeehonden. Dus hier moesten we wil even stoppen - een mens mag niet te kieskeurig worden, het is niet omdat het geen Nationaal Park is dat het niet mooi kan zijn. Eerste verrassing: de man in het hokje heet ons welkom met keurig brits accent. Tweede verrassing: we moeten betalen. Derde verrassing: 10 dollar voor de auto! 10 Dollar !?! Daarvoor mag je in een Nationaal Park 7 dagen blijven! De Gouvernator heeft duidelijk geld nodig - of zijn ze hier allemaal zo rijk in Californië.


Enfin, niet getreurd. We betaalden en waren al snel op weg naar het Visitor Center voor een stempel en een permit om op het schiereiland te mogen komen. Dat maakte wel deel uit van de 10 dollar. Oef. En dan maar op weg. De kust zag er ondertussen wel een beetje anders uit. Boven de zee hing er een witte sluier zoals in een ouderwetse goedkope griezelfilm. De eerste slierten hadden de bergen verderop al bereikt. Hmm, fotogeniek. Ondertussen wandelden we verder richting de duinen. Af en toe kon je een geur van rotte vis herkennen en geluiden van een vismarkt. Ondertussen hadden de scherpe ogen van Sandra onze dolfijne surfers van daarnet in het water teruggekomen. Ondertussen waren ze al minstens met vijf en te horen aan het geluid dat ze maakten, waren van niets of niemand bang. Geen mensen en geen orka's.


En dan gingen we alweer verder. Alhoewel, het was eerder strompelen en schuiven. Want het laatste stukje was dwars door de duinen. En de toeristen mochten niet op de houten paden gaan (waarom?) maar dwars door het zand. En dat zand word je stilaan spuug zat. We zaten bijna op ons droog spuug wanneer we eindelijk de laatste duin bereiken. En daar lag het strand dan vol bakkende en badende, glimmende lijven. Geen Beach Boys en Beach Girls maar jonge zeehonden die wachten op hun eerste verjaardag. Voor de zeeleeuwen waren we te laat of liever te veraf. De meeste waren al vertrokken en de rest zat comfortabel op het vuurtoreneiland. Als mens kan je daar toch niet komen want de zeeleeuwen zijn echt voor niets of niemand bang. En ze kegelen je dus zonder pardon terug van het eiland. Na nog een praatje met de locale gidsen - we are from Belgium, Huh? (I don't know where this is but I ain't gonna show that) - vatten we de terugweg aan. Gelukkig moesten we nu meer dalen dan stijgen in het zand. En zo komen we terug tot aan de parking. Ook onze auto heeft staan bakken en braden in de zon. Dan maar rijden met open vensters.

Er wachtten ons nog een 60 kilometer tot SFO. Volgende stop is Halfmoon Bay. Dat zie je soms wel eens op een hippe T-Shirt vermeld. Het is het enige stadje op de dit deel van de kust en het trekt veel toeristen aan uit SFO en Silicon Valley. Onze auto had dorst en wij ook. Dus toch maar even gestopt. Slim idee of niet, wanneer we terug wouden rijden, zaten we midden in de file. Vergelijk het maar met het bumper rijden over de Koninklijke Baan. En zo kwamen we aan het einde van onze reis. Terug in de Valley, op enkele kilometers van de luchthaven. Gelukkig niet ver van een mall. Daar gingen we 's avonds nog naar toe. Onze derde valies moest ook gevuld geraken. En dan nog een dagje pakken.

vrijdag 6 november 2009

Dag 21 - Op handen en voeten

Vandaag stond het laatste Nationaal Park of liever het laatste Nationaal Monument op het programma, de Pinnacles. Maar wat is dat een "Pinnacle"? Oorspronkelijk komt dit uit de Middeleeuwen. Een pinakel is de stenen spits die je vaak vindt bovenop de steunberen van Gotische kathedralen. Dus we gaan vandaag naar het Nationaal Monument van de Spitsen. Ha.

Maar eerst moesten we natuurlijk wakker worden. Het plaatsje waar we overnachtten was niet van die grootte dat het gezegend was met hotels en motels van de grote namen - met uitzondering van de Best Western, maar die had zo een slechte kritiek op het web, dat we elders een bed opzochten. Onze keuze bleek alles behalve slecht. Een ietwat ouder motel maar heel recent gerenoveerd, met waarschijnlijk de beste internetverbinding van alle plaatsen waar we verbleven. 's Morgens besloten we wel om toch maar de straat over te steken voor een warme hap en - vooral - een lekkere koffie.

En dan zijn we er klaar voor.

We bollen met ons Nissannetje holderdebolder door Main Street, King City en op een wip en een zucht zijn we door het stadje heen. Eerst rijden we nog langs wat wijngaarden - tip: enkele staan te koop. Dan wordt het druivenblad vervangen door grasland met zwarte en bruine koeien. Ook dat is Californi?.

En dan plots, alle remmen dichtgegooid, terwijl we over een bochtige bergweg onze weg zoeken. Wat zit daar in het gras? Een vos? Een uitgemergelde wolf? Nee hoor. Het is een Coyote. Wat de vos is voor de Belgische kippenkweker is de coyote voor de Amerikaanse veeboer. Je kunt maar beter letten op je vee. Het beest doet trouwens alsof het ons niet gezien heeft. Vossenstreken ja. We doen stilletjes het raam naar beneden maar de lens heeft zelfs geen tijd om scherp te stellen. De vogel huppelt vrolijk weg achter een heuveltje.



Dan rijden we maar verder nietwaar. Enkele kilometers verder zien we ons tweede exemplaar. Maar deze loopt een stuk verder weg van de straatkant en ook hij kiest het hazenpad. Hopelijk hebben we straks meer geluk in het park.

En dan passeren we een klein bordje Pinnacles. Het is dan ook een klein parkje en de boeren zijn nog altijd malcontent dat ze een deel van de goeie grond hebben moeten afstaan.

Het park is gekend voor drie activiteiten:
- rotsklimmen (niet echte onze dada)
- vogels kijken (condors en gieren - de dada van zaza)
- wandelen door gedeeltelijk overdekte riviertjes ttz grotten (of dat onze dada is weten we nog niet)

Eerst het bezoek aan het visitor center. Veel wijzer werden we niet en de mevrouw was de meest onvriendelijke van tien jaar parkbezoek. Duh! Zelfs noord en zuid kan ze niet uit elkaar halen op het plannetje.

Dan maar zelf op zoektocht.

Van het Internet wisten we dat je de condors vaak kan zien door de twee verrekijkers aan het VC. Dat deden we dan ook. In echte Amerikaanse stijl reden we met de auto ernaartoe - we moesten van de madam aan de toog!

Sandra heeft goeie ogen en zag even een paar vleugels boven de horizon maar dan is het spel uit. Vogels waren gevlogen. We hoorden wel geritsel in de struiken. Naast condors zitten er ook "Kalkoengieren" in het park (Turkey Vulture). De vogels zagen er uit als kalkoenen maar zijn het nu gewone kalkoenen of gieren? We weten nog altijd niet wat ze waren. Hoewel we nooit de typische gierenkreet gehoord hebben.

Dan maar ingestapt en op verkenning naar de rest van het park. Het park is in feite in verschillende stappen gegroeid. We kwamen dus nog een tweede en derde ingangsbord tegen! Het oudste is het mooiste. Op de laatste splitsing kozen we voor de weg die naar Bear Gulch loopt - echt een naam uit een Lucky Luke strip. Ver hoefden we niet te bollen. De weg stopt na een twee kilometer - het is dan ook een klein park. We werden verwelkomd door een uit de kluiten gewassen knaagdier dat onophoudelijk aan het fluiten was. Hij had het waarschijnlijk liever wat stiller.

Welke wandeling zouden we doen? De Cliff Loop leek ons wat moeilijk en lang. Dus toch maar de wandeling in de Bear Gulch tot aan de "grot". Er staan allerlei waarschuwing aan het begin - maar niet dat je niet te groot mag zijn of geen grote rugzak mag dragen. Het is er wel donker maar dat was geen probleem want we hadden voor een keer een mijnwerkerslamp mee. Spijtig genoeg maar een (1).

De weg was niet echt zwaar maar loopt wel continu naar boven, grote en nog grotere rotsblokken. Maar het was lekker warm in de zon en we voelden ons in vorm. En dan achter een draai, een zware metalen deur, alsof beren of superstieren moeten tegengehouden worden. Daar moesten we dus in. Het is inderdaad donker maar de eerste stukken waren er nog vele grote spleten langs waar licht kan binnenkomen. En de weg kon je nog gemakkelijk vinden. Altijd vooruit! (Immer gerade aus!)

Na nog een brugje en een deur werd het wel smaller. De rugzak paste maar net in de opening en voor Sandra was het gemakkelijker om dwars door de opening te gaan. Het werd ook donkerder. De rugzak kon je beter dragen want de spleten werden nog smaller en eerst voor Zaza, dan voor Bibi kwam het moment om op de knie?n te gaan. Dat stond niet beneden aan het pad vermeld! Uiteindelijk kwamen we in een grote open ruimte waar een klein beekje doorstroomt. Maar naar waar moeten we nu? Er is een pijl maar die wijst naar verschillende openingen. En net hier zijn er natuurlijk geen spleetjes licht meer te zien. Uiteindelijk moest een van beide op zoek naar de volgende pijl. Sandra was kandidaat - ik heb betere ogen in het donker. En oef, ze vond het anders zou je deze blog niet meer kunnen lezen :-).



Nu staat alles gelukkig wel goed aangeduid en na een wirwar van hoeken en "steegjes" kwamen we terug aan het oppervlak. Een smalle steile trap leidt naar het "reservoir" een klein meertje achter een kunstmatige rotsdam. Vanaf hier moesten we de Rim Loop volgen naar de parking - hadden we al dit geweten ... Enfin, we kregen nog mooie zichten op de vallei van bovenaf. En zo kwamen we na een kleine twee uur terug aan ons autootje. De fluitende knager was verdwenen en wij verkozen het zelfde te doen.

Op naar de Stille Oceaan.

Maar als in een schelmenstreek vloog er dan plots toch een grote vogel over de auto ? buiten het park natuurlijk, wat dacht je. Snel aan de zijkant gepasseerd en enkele foto?s genomen. Zaza houdt het bij een condor ? wegens zijn manier van zweven ? Bibi bij een gier omwille van de kreet. Zullen we het ooit weten?

Na een tiental kilometers Ranchland, kwamen we in een brede vallei, het oostelijk deel van Monterey County. Onze GPS stuurde alles wel nog in de war. Ondanks zijn "Up-to-date" kaarten, kende hij de nieuwe omleiding niet. Hij probeerde ons door nieuwe tuinwijken te sturen - slecht idee - of via een nog grotere omweg naar Santa Cruz te laten rijden of via een dirt road door te steken naar de US-101, de Camino Real. Maar we hielden het beeld stijf. We deden wel omweg maar de naft was toch al betaald.

Het hotel in Santa Cruz rook van boven tot onder nog naar het nieuw. Je verwachtte achter elke hoek nog wel een pot verf of een rol behang te vinden. Niet dat de service slecht was. Sandra was een "Gold Member" en ze werd gediend als een koningin. Een upgrade mevrouw? Onze beste kamer? Had U nog iets gewenst? ... Dan was er tijd voor enkele administratieve telefoontjes. Conclusie, Amerikaanse Klantendiensten zijn ook niet altijd jedat - of waren het Indi?rs die moesten klinken als? Het werd wel snel donker en ons kort bezoekje aan de pier en co viel dik tegen - gewoon geen mens op straat te zien enkel betaalparkings. Misschien hebben we gewoon de verkeerde afslag genomen maar Santa Cruz was doods voor een universiteitsstad en plezierboothaven.

Enfin, dan nog maar wat tv gekeken en gesurft en gemaft.

Tot later!

donderdag 29 oktober 2009

Dag 20 - Overgangsetappe

Je kent ze wel van de Tour de France of de Giro d'Italia, de overgangsetappen.

Dit jaar hebben we er ook zo een ingelast. Tussen Las Vegas en San Francisco liggen verschillende hoge bergketens. Als je die wil vermijden, dan moet je of langs Reno, NV of langs Bakersfield, CA rondrijden. En dat vraagt veel kilometers en nog veel tijd.

Gelukkig schijnt vandaag de zon. De grijze (zand/mist) lucht is verdwenen maar de koude wind is er nog. Het hotel ligt aan twee Outlet Malls. En je kan de toestand van de Amerikaanse Consument gaat merken. De kleinere mall is grotendeels gesloten. Slechts enkele winkels hokken samen in een klein stukje van het complex. Het tweede complex is wel volledig operationeel. Maar de klanten worden aangevoerd met bussen. En het zijn Chinezen die de dollars laten rollen in de winkel, niet Amerikanen. Die zijn al content dat ze hier kunnen werken. Boom and bust economie.

Dan maar op weg naar King City, 280 mijl verder. Vandaag geen snelwegen maar gewone wegen, dwars door het westen van de Mojave woestijn en dan de Centrale Vallei. En we komen langs Bakersfield - waar we in de lente al passeerden op weg naar Sequoia en Kings Canyon.

Er is in feite weinig te vertellen over de rit. Het eerste deel loopt over deels twee-, deels vierbaansweg. Langs beide kanten van de weg liggen dorre vlakten met af en toe een verloren cactus of omgewaaid reclamebord. State Route 58 is wel heel druk. Het is de kortste vlakke weg tussen de Centrale Vallei van Californië en de rest van het Zuidwesten.

In Bakersfield stoppen we voor een natje en droogje voor onszelf en de auto. Tanken dus. En dan gaat het naar de State Route 46. Die moet ons naar El Camino Real brengen, de oude Spaanse weg die de verschillende missies verbond in Alta California.

Deze weg is nog veel drukker dan SR-58. Enerverend voor de chauffeur. De laagzittende zon, de slechte chauffeurs en de wegenwerken maken het niet gemakkelijk. En dan plots na een tiental kilometer zwaailichten, ambulance, brandweer. Er is een zwaar ongeval gebeurd. De weg is tweevaks en een lichte Toyota probeerde in te halen maar verloor de controle over het stuur. De ganse rechterzijde van de wagen is verdwenen. Drie jonge mensen op slag dood. Slik.

We rijden in stilte voort.

De weg begint de klimmen tot we aan de US-101 komen, de Camino Real. Deze is bijna volledig omgebouwd tot autostrade. Veel veiliger en ook minder druk dan de SR-46. We kunnen terug opschieten en met het invallen van de duisternis komen we aan het hotel. Morgen wacht een weinig gekend park.

San Francisco is minder dan 200 mijl.

Halloween is in zicht.

Tot morgen

Dag 19 - Met beperkte zichtbaarheid

Dienstmededeling

Wegens beperkte toegang tot het internet ontbraken enkele dagen. In Dag 13 is het tweede deel toegevoegd. Dag 16 is gereconstrueerd.


Einde Dienstmededeling.

Als het gisteren (dag 18) al moeilijk was om op te staan, was het vandaag nog eens zo moeilijk. Sandra is wat ouder geworden. Steven is al oud. En we zijn voorbij halfweg op onze vakantie. Om stil van te worden. En we moeten onze bagage terug inpakken want vanaf blijven we overal maar een dag.

Na het gepak en gezak, tijd voor ontbijt. We willen voor de verandering eens een Starbucks ontbijt en daarvoor moesten we bij de buren zijn, Caesar's Palace. Snel de straat overgestoken. Ha, het was minstens tien graden kouder dan de dag ervoor. En er blies een gure wind. Zonder de zon (overdag) of lichtjes ('s nachts) zie je Las Vegas voor wat het werkelijk is, een lelijke stad met lelijke gebouwen en veel lawaai. Dus snel het casino ingedoken. Nee, niet om te gokken - gisteren wel $4,00 vergokt - maar om door te steken naar de winkelgalerij waar we de Starbucks vermoeden. Maar wat we ook zochten, geen SB te vinden. Dus namen we maar een ontbijt in Planet Hollywood. Voor een scherpe prijs kreeg je daar een volledig ontbijt. Edoch, net als in Hollywood, schijn bedriegt. De bediening duurde "uren", het glas fruitsap was microscopisch klein, en de koffie trok op geen k*en. De tip voor de kelner was dan ook navenant, net iets meer dan $1,00. Ha.

En dan was het tijd voor Sandra's nagerecht van gisteren ... het bezoek aan de "O" winkel. Hier kan je allerlei mooie t-shirts, Cd's, Dvd's, ... bekijken en kopen van de verschillende Cirque du Soleil optredens. Alleen al in Vegas zijn er vijf verschillende shows. Een moeilijk te weerstane verleiding, heet dat dan.

Het was al voorbij de middag als we met ons nieuw autootje (28.000 mijl op de teller, een oudje dus) uit de parking van het hotel vertrekken. Richting het zuiden, Los Angeles, California here we come.

Maar vergis je niet. Het was buiten nog altijd koud en grijs. Dus nog snel een foto genomen van het typisch Welkom bord van Vegas en klaar voor de Interstate-15 en het monument van de dag.

Na een tiental mijl op de snelweg leek het wel of het verderop hevig aan het regenen was. Echt iets voor ons. Regen in de woestijn. Of was het mist?



Het bleken zandstormen te zijn. We reden dan ook door Sand Valley door. De schim op de foto is trouwens een casino, letterlijk op de grens met Californië gebouwd. Ons kon het niet verleiden tot stoppen, we gingen wel een beetje verder de snelweg af, richting Cima en Kelso. De namen zeggen jullie waarschijnlijk niets - tenzij je interesse hebt in de Union Pacific spoorweg en het speciale traject door de Mojave-woestijn. Die woestijn is nu voor een groot deel National Preserve geworden. Hazo! En wat is het verschil met een Park? Wel je mag er jagen. Vraag is op wat. Want nog de landschildpadden, nog de herten laten zich vaak zien.


In het park zelf was de zichtbaarheid duidelijk beter dan langs de snelweg. We konden in de verte een lange goederentrein de helling zien opkruipen richting Cima en Vegas, en naar het noorden de zwarte cinderkegels als bewijs van alweer vulkanische activiteit in dit deel van de VS. En uiteindelijk kwamen we in een reusachtige boomgaard vol Joshua bomen. Er staan er hier veel meer dan in het park 100 mijl verderop dat officieel Joshua Tree NP heet. Tiens.


En uiteindelijk komen we aan het visitor center. Het is ingericht in het vroegere Kelso Depot, het hoofdgebouw van de vroegere locomotiefstelplaats Kelso. In 1943 woonden en werkten hier nog 2200 mensen, vandaag 22. Een vriendelijke dame vertelde honderduit over het park, het gebouw, het leven hier. Sinds kort is de oude spoorwegkantine terug open en we aten een hyperverse en hyperlekkere sandwich (op zijn Engels weliswaar).

En dan is het tijd om verder te rijden. Op aanraden van de vriendelijke ranger reden we langs het zuiden, langs de Kelso Dunes. Nu we een andere auto - met reservewiel - hebben, durfden we terug een stuk unpaved road te nemen. We begonnen ook aan het pad naar de top van de duinen. Maar we hebben het niet gehaald. De zon verborg zich achter de wolken en het was alsof er een grijze mist over de woestijn kwam. We vonden het dus veiliger om terug te keren naar de auto. Er wachtte ons trouwens nog 90 mijl freeway voor we konden gaan rusten in Barstow. Nog zo een oude spoorwegstad trouwens.



Tot morgen.