Dag beste
bloglezers,
Inderdaad
vandaag geen hondse blog maar een mensenblog.
Sloefie
staakt vandaag. Hij is boos. En kwaad. Op George W. En Osama.
En dus is
het een mensenblog vandaag.
Vandaag
werden we alweer op een vroeg uur – 10 na 8 – in de grote zaal verwacht voor
onze dagelijkse excursie. Het was dus alweer vroeg opstaan. Het ontbijt was
besteld voor 7 uur en dus haalde de wekker ons uit dromenland om kwart voor
zeven. Gelukkig stond hij luid genoeg want maar enkele minuten later klonk er
al geroffel op de kamerdeur. Het “ontbijt op bed” had een vroegere trein
genomen – of iedereen had honger om 7 uur – en in de gang stond al iemand te
trappelen om onze omelet, vers fruit, magere melk en magere toast te serveren.
Buiten was
het al lekker warm en we kozen voor een ontbijt op het balkon met zicht op de
Aloha Tower, de plaatselijke versie van het Zuider- en Noorderterras in
Antwerpen zeg maar. Sandra ging helemaal de gezonde toer op voor de 2de
keer met twee borden meloen, twee kommen gemengd fruit en twee soorten
fruitsap. Bij Steven bleef het meer klassiek met een ham-en-kaas omelet en een
Dannonnetje met aardbeien.
Na een kort
ontbijt kwam dan het moment om in te pakken voor de excursie. Enfin, juister
gezegd … het uitpakken voor de excursie. Vandaag ging het naar verschillende
monumenten en herdenkingsplaatsen rond de tweede wereldoorlog. En omdat een
deel van die monumenten op de militaire basis liggen van Pearl Harbor, mag je
geen rug- of andere zakken meenemen. Zelfs geen buideltje of GSM-hoesje of
portemonnee of flesje drank. Niets, nada, noppes. En dus moesten we de
levensnoodzakelijke dingen zoals reservekaartjes voor de camera’s,
reservebatterijen, plastiek geld, … in onze broekzakken proppen. Allez, op goed
geluk besloot Sandra om toch maar de wandelrugzak mee te nemen zodat we dan
toch op de bus nog wat van onze dingen zouden hebben.
Pal op tijd
stonden we vooraan met onze tickets te zwaaien. Vandaag waren we “Red 18”. We
kregen een ronde rode sticker opgeplakt op ons hemd en die mochten we niet
verliezen want “anders mochten we niet terug naar de boot”. Hmm. Ik denk niet
dat de kapitein het eens zou zijn met die uitspraak want dan zou hij vanavond
niet mogen vertrekken. Enfin, na enkele minuten wachten vertrokken we met zo’n
30 mensen naar buiten in de warmte, op weg naar “Pearl Harbor, Honolulu and the
Mighty Mo”.
En hoe was
het ondertussen met Sloefie? Wel die had zich stiekem verstopt in de
wandelrugzak. Want hoe kon hij de blog schrijven als hij niet mee kon op de
excursie?
De eerste
afspraak van de dag werd het “National Cemetery of the Pacific” in de Punchbowl
krater. Die krater is een overblijfsel van een van de twee mini-vulkanen
waartussen het centrum van Honolulu ligt. Na de 2de wereldoorlog
werden in de krater veel van de soldaten begraven die in de Pacific gesneuveld
waren. Voor alle soldaten werd er ook een groot monument opgericht. Want vele
zijn nooit teruggevonden.
Na een
rondje op het kerkhof met de bus, ging het terug bergafwaarts richting het
centrum van Honolulu. De chauffeur reed langs enkele oude gebouwen – nu ja oud
in Amerikaanse termen, uit de jaren 1800. EN hij was heel trots op de
“koninklijke” gebouwen. Inderdaad, vooraleer Hawaii met slinkse trucen geannexeerd
werd door de VS werd het geregeerd door koningen en koninginnen. Er staat dan
ook een koninklijk paleis in Honolulu en heel wat koninklijke gebouwen zoals
het hospitaal voor de Hawaianen van Queen Emma. We kregen ook nog Pater Damiaan
te zien. Die heeft een ereplaats gekregen aan de hoofdingang van het Capitool,
het parlement van Hawaii.
Na een
korte stop aan het standbeeld van koning Kamehameha III – de Napoleon van Hawaii
– vertrokken we dan eindelijk naar de haven, naar Pearl Harbor. Daarvoor
moesten we op de Interstate zijn. Hoezo Interstate? Blijkbaar kon je in de
jaren 50 enkel subsidies krijgen voor de wegen als je ook Interstates
(snelwegen tussen 2 of meer staten) aanlegde. In Hawaii kan je dat dus niet
want de dichtstbije staat ligt 4000 kilometer ver. Voor de lieve centen heeft
men dan toch een tweetal snelwegen van Honolulu naar … Honolulu aangelegd. De
H1 loopt zo downtown Honolulu en verbindt een legerbasis met de haven van Pearl
Harbor.
Na een
kwartiertje waren we dan eindelijk aan de haven en de toegang tot Pearl Harbor
en het Visitor Center. De chauffeur liet ons even uit de bus voor een eventueel
plasje en om … de rug- en andere zakken achter te laten. En Sloefie? Hij mocht
bidden en smeken en droevig of kwaad kijken. Het hielp allemaal niet. Geen
dieren toegelaten op het terrein. Bevel van de President, George W. Uit schrik
voor Osama. En daar heeft Obama nog niets aan veranderd, zeker niet in dit
verkiezingsjaar. En Sloefie? Hij is dus boos en in staking. (Noot van de
Sloefie: heb ik geen woef gelijk misschien? Waarom mogen honden nu niet hun
respect betuigen aan de hondjes die toen omkwamen? Het zijn niet enkel
militairen die omkwamen hoor… ook burgers en hondjes!)
Na de stop
kregen we een uitgebreide veiligheidscontrole … een vriendelijke man kwam
kijken of we tassen meehadden en liet ons dan doorrijden. Nou dat geeft je echt
een veilig gevoel vanbinnen. Na de controle reden we terug het complex buiten
richting de lange brug naar Ford Island. Hier lag vroeger het groot vliegveld
en lagen ook de grote schepen aangemeerd die niet in onderhoud waren. Ford
Island was op 7 september 1941 dan ook het hoofddoel van de Japanse
vliegtuigen.
Op Ford
Island liggen verschillende musea maar vandaag gingen we maar naar een museum,
het slagschip Missouri (Mighty Mo). De Missouri is het laatste slagschip dat
voor de US Navy gebouwd werd. Pas in juni ’44 was het af. Uiteindelijk heeft
het in 3 oorlogen gevochten: de Pacific, Korea en de eerste Golfoorlog. Zijn beroemdste
moment was bij de ondertekening van de overgave van Japan in september ’45. In
1998 ging het schip op rust en uiteindelijk mocht het naar Pearl Harbor komen,
op Battleship Row, waar de WO 2 voor de Amerikanen begon.
Aan de
loopbrug naar de Missouri werden we alweer in 2 groepjes gesplitst. Onze gids
had een heel eigen kijk op de geschiedenis – zowel van de Missouri als van de
rest van de wereld – en hij overdonderde ons met allerlei details over het
schip. Sandra had meer oor voor de uitleg van de gids van de tweede groep. Die
uitleg was op maat van niet-militairen of –burgies. Enfin, na 3 kwartier uitleg
mochten we dan toch nog even vrij over het dek en in de ingewanden van het
schip rondslenteren. Het voordeel van zo’n slagschip is dat ze er wel veel
plaats hebben. Onder het achterdek was er zelfs een grote McDonalds gehuisvest
naast een grote bakkerij en nog grotere keuken. Voor de rest mocht je wel niet
te lang zijn want overal liepen er wel buizen kriskras over het plafond.
Maar onze
bus was ondertussen wel ongeduldig geworden. Het was tijd om naar de overkant
terug te rijden. We hadden tickets voor de sloep van 1 uur naar de USS Arizona
en we moesten voort maken. De gids vroeg bezorgd aan Sandra of ze geen pattotter
gedaan had op de boot of de “Stars en Stripes” op haar knie has laten tatoeĆ«ren?
Sandra stelde de man gerust. De blutsen en builen van de water-val van Maui
waren van rood naar blauw verkleurd. Twee van de mede-toeristen waren
ondertussen verloren gelopen en dus verloren we nog wat extra tijd met
nutteloos wachten. Na tien minuten was iedereen aan boord en waren we op weg
naar het vasteland.
Terug bij
het bezoekerscentrum was de eerste taak om de NPS stempels te vinden. Vandaag
konden we er 3 oogsten – voor de Arizona, de Oklahoma en de oorlog in de
Pacific. Dan ging het naar de hotdogstand want ons ontbijt waren we al lang
vergeten. Een hotdog en een slaatje werden snel verorberd zodat we de giftshop
een bezoekje konden brengen. Rijen en rijen boeken over de aanval op Pearl Harbor
en de oorlog in de Pacific – of wat dacht je. Niet echt een klassieke Park
Service winkel dus. En dan bleef er nog net een half uurtje over om de 2 kleine
exposities te bezoeken met maquettes van boten, enkele stukken afweergeschut,
radar, originele torpedo’s en heel wat uitleg waarom de Japanners uiteindelijk
een oorlog met de VS begonnen.
Dan was het
tijd om aan te schuiven voor de sessie van 1 uur. De USS Arizona is een van de
weinige parken waar je moet reserveren om er binnen te mogen, net als bijv. het
Vrijheidsbeeld in New York. Zo wil men het aantal bezoekers op piekdagen
beperken. Maximaal 4500 mensen mogen de ferry nemen naar het memorial. Eerst
kregen we nog een korte film van de Park Service over de aanval op Pearl Harbor,
het vooraf en het verloop van de oorlog in de Pacific. En dan volgden nog wat
regeltjes: geen foto’s nemen op de boot, niet bellen of sms’en op de boot en op
de USS Arizona…
Dan konden
we doorschuiven naar de ferry. Er stonden ons twee militairen met glimmende
schoenen op te wachten. Heel stoer. Heel jong. Heel kwaad kijkend. Was Sloefie
er bij geweest dan had hij zeker in hun poep gebeten. (Noot van de Sloefie: waf
waf) Het bootje zat vol en wij waren weg. De twee keken niet alleen stoer, ze
stonden ook stoer aan het roer. Ze voeren recht op een terugvarende ferry af en
net op het laatste weken ze uit met veel geplets van water en schuim.
Na een
ritje van 5 minuten waren we eindelijk aan de USS Arizona. Van de acht
slagschepen die op 7 december getroffen werden door de Japanners, is de Arizona
de enige die nog steeds onder water ligt. De aanval was nog geen tien minuten
bezig toen een speciale geprepareerde bom door het dek sloeg net voor de eerste
toren, tot in het poedermagazijn. Enkele seconden later ontplofte het magazijn
en de boot werd volledig opengereten. Het merendeel van de andere slagschepen
kon na de aanval terug gerepareerd worden maar de Arizona en de Oklahoma waren
"total loss". Omdat bijna de helft van de gesneuvelden op de Arizona
vielen, heeft de Navy de Arizona behouden als een speciaal soort begraafplaats.
Iedereen
was heel stil op de gedenkplaats, behalve een pasgetrouwd Japans stel. Die
hadden zich miskeken op de kracht van de wind. Een harde windstoot en hups hun
nieuwe strooien hoed ging vliegen en landde in een kleine olieplek. Hopelijk
brengt dit geen ongeluk. Het was ondertussen tijd om terug te keren naar de wal
en de bus. Het weer was nog altijd heel mooi en we konden gerust nog wat zon
gebruiken. Onderweg naar de boot maakte de bus wel nog een korte stop bij “Hilo
Hatties”, een gekend paradijs voor shoppers maar … iedereen was het shoppen moe
– of de portemonnee leeg.
Zo lagen we
dan ook rond half vier eindelijk te zonnen op het achterdek. Dat was in feite
quasi leeg op enkele zonnebaders en barjongens na. De wolken bleven boven de
bergen hangen en dus konden we tot een uur of zes lekker rustig zonnen rond en
in het water.
Maar een
mens leeft niet van zon alleen. Het middageten was al lang verteerd en het werd
tijd om de maag te vullen. Het dilemma … aan boord eten of aan wal. En waar aan
wal… Waarom het moeilijk maken? Gisteren was Hooters goed meegevallen en er
stond nog wel meer op de kaart dan Chicken Wings … dus werd het terug Hooters.
Een burger en een chicken mix later – en ja ook nog wat Long Island Ice Tea –
waren we klaar voor het vertrek naar onze volgende haven. (Noot van de Sloefie: en ik mocht terug mee…
mjam mjam lekker aan de beentjes knabbelen)
Wij waren
rond half acht aan boord maar volgens security ontbrak er nog veel volk. We
mochten tot half elf aan wal blijven. Wat nu gedaan? Sandra vond het tijd om
wat papierwerk te doen, Sloefie had nog wat spelfouten te verbeteren in zijn
blogs en Steven nam nog wat foto’s van Honolulu by night, gevolgd door wat
rusten in het bubbelbad.
En om 11
uur vertrok kapitein Henk met veel getoeter uit de haven van Honolulu, richting
het noorden en het eiland Kauai.
Hopelijk is
Sloefie morgen niet meer boos en krijgen jullie terug een hondjesblog te lezen.
(Noot van de Sloefie: misschien als ik morgen terug mee mag en wat extra
beentjes krijg)
Daaag
Steven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten