Dag lieve lezerkes,
Dit verhaal is een beetje vertraagd.
Door omstandigheden.
Die we jullie niet gaan verklappen.
Waar waren we gebleven? Juist ja, de warmste plek op het westelijk halfrond. Of was het nu de diepste plek op het westelijk halfrond.
Waarschijnlijk het tweede. Het eerste is hoogstens tijdens de zomermaanden.
Vanmorgen was het vroeg ochtend.
ZO vroeg.
Hoe vroeg?
Wel in Bryce hebben we twee pogingen gedaan om een mooie zonsopgang te hebben (ZO). In Zion moet je daarvoor een nachtje op een berg doorbrengen (zo avontuurlijk zijn we nu ook weer niet). En dit was een beetje de laatste kans op een zonsopgang.
De vorige dagen was die niet helemaal gelukt. De eerste maal omdat het zo hard waaide dat je gezandstraald was nog voor de zon op was. De tweede maal omdat iemand slaap nodig had. Vandaag was het dus anders. Geen wekker gezet maar gewoon het slecht geweten geactiveerd/slecht geslapen.
Het begon dan nog met een valse start. Om half drie. In Californië hebben we negen uur tijdsverschil met België. Als je dus niet oplet, dan gaan je alarmen midden in de nacht af. Steven had ze allemaal verzet … behalve een, vannacht. Alhoewel. Voor Sandra kon het blijkbaar geen kwaad. Die hoopte dat het al half zeven was …
Om half zeven was de hemel al klaar. Enkele minuten later stonden we al buiten, uitgerust met camera, fleece en eenpoot. Om wat fotokes te maken van de zon die de bergen verlicht.
We hadden al een goeie plaats gevonden, boven het zwembad met zicht op de indianen en de ranch. Elke 5 minuten of zo werd een afwachtende foto genomen. Kwestie van de intrede van het (indirecte) licht in de vallei te noteren. Zo werd de tijd gevuld tot ongeveer half acht. Het echte moment van de zonsopgang.
De hemel was – vergeleken met de vorige dag – al heel goed opgeklaard, maar … in het oosten hing er nog altijd een sluiterbewolking. – Je voelt het al komen – De bovenste topjes van de bergen werden even verlicht en dan, hups, het licht was weer weg.
Gadver.
Enfin, een tiental minuten later was de zon ook boven de laatste wolken uitgekomen en kon je mooi volgen hoe het licht verder de vallei inkroop, tot alle huisjes en boompjes en beestjes en zandkorreltjes terug aan een dagje bakken en braden konden beginnen.
Ondertussen was het al bijna acht uur geworden. Tijd om te controleren of Sandra al zin had in ontbijt.
Nja, Njeen.
Er zat meer achter. Eens uit bed, dan wisten we wat het doel was … de laatste (lange) rit op weg naar de eindbestemming. Als we de vorige dagen nog konden beweren dat we niet wisten welke dag het was (tenzij voor de blog) dan konden we nu niet voorbij de waarheid. ’t Is bijna gedaan met spelen.
Ontbijt werd niet op bed of op de veranda gedaan. We namen een laatste ontbijt met service op het schoon verdiep. Genoeg eten en drinken om het tot in Vegas uit te houden.
De kamer werd opgekuist, de auto naar boven gereden en de valiezen een voorlaatste keer ingeladen. Water bijgevuld. Eens tegen de banden geschopt.
Pfff.
Neen, niet een lossende band maar de berusting dat er een tijd is gekomen van vertrekken.
Maar we hebben wel nog wat op het bezoeklijstje staan.
We volgen de normale weg naar Vegas niet. Die deden we vorig jaar namelijk al – slaapverwekkend trouwens. Nee. We gingen langs het diepste (en warmste) plakje op het westelijk halfrond, Badwater. Vergeleken met vorig jaar leek de zoutvlakte een stuk groter en egaler. Maar ja, het geheugen durft al eens een spelletje te spelen met de arme mens die er eigenaar van is. Echt warm was het niet op die plek. We stonden er wel 86 meter onder water. Verder was alles zoals op de duizenden foto’s van deze plek. Weinig water, droge lucht, veel toeristen. En een beetje leven. Een meeuwachtige vogel zat op een eilandje midden het brakwater. Duidelijk gewond. Een vogel voor de kat – i.c. coyote – wanneer die door het water durft. Zoniet zullen de kraaien alles wel opkuisen.
Terwijl iedereen terugkeerde naar Furnace Creek in het Noorden, keerden wij naar het Zuiden. Een eenzame weg richting de Mojave woestijn. Onderweg moesten we nog een noodmaneuver maken voor de enige tegenligger op deze weg. De man had een jonge coyote gezien langs de weg en blokkeerde alle vakken. Bang? Alleszins was de coyote bang. Die durfde geen kant meer uit. Arm beest. Arme toerist.
De weg slingerde zich verder door berg en dal. Met een pas over 400 en 1000 meter raakten we weg uit de vallei van de dood. En, tiens, het werd hier ook warmer. Dat staat zo toch niet in de boekskes hoor!
We passeerden door Shoshone, een klein indianendorpje. Hoe moest het nu verder? Alle wegwijzers (en Tommeke) stuurden ons op de CA-178. Maar dan moesten we naar het noorden en Vegas ligt in het zuiden. Onze goesting op unpaved was ondertussen gestopt. We volgden dan maar de GPS. De Old Spanish Trail was het alternatief maar die weg was (vroeger) in niet al te beste staat.
Na nog meer eenzaamheid kwamen we dan terug in Nevada. En dadelijk sprongen alle lichten op rood. We waren de grens nog niet over of een grote zwarte sedan draaide zich in het stof niet achter de grens. Wisten ze dat we op komst waren? Ziet Steven er teveel uit als Osama met zijn lange grijze baard? Of reden we nogal vlot?
In elk geval, de State Trooper kwam dadelijk achter ons aan. De eerste flik in feite in drie weken. Onze tuut wist niet waar hij het had. Zo strikt hadden we nog nooit de regeltjes gevolgd. Enfin, na een tiental mijl snorde de Trooper ons voorbij, tegen 50 waar je maar 35 mocht. Where’s the police when you need them?
En kijk, we waren zover in de beschaafde wereld beland dat ook AT&T besloten had om er een GSM-mast neer te poten. Konden we nog eens laten weten dat alles ok was. Ook al was het bijna tien uur ’s avonds in Europa.
Meer eentonigheid langs de weg. Meer State Troopers langs de weg. Meer klungelende chauffeurs langs de weg.
Pfff.
Nog een laatste onderbreking. We namen de afslag naar Red Canyon. Langs Red Canyon road kwamen we een aantal burros tegen. Dat zijnn geen reuze-buritos maar wilde ezels. Er is geen Trooper te zien en dus draaien we ons om over een dubbele lijn. Snel wat foto's genomen en na een tweede keerom gaan we verder naar de echte Canyon. Naar het schijnt hebben we dat 10 jaar geleden ook bezocht. Toen was het nog een onverharde weg ver van Vegas. Nu een megalomaan visitor center en veel volk, heel veel volk. Stel je voor dat Blankenberge op 15 kilometer zou liggen van Brussel. De natuur werd vertrappeld door dagjesmensen en de Scenic Route was een grote parkeerplaats. Een afsluiter in mineur in feite. Of waren we teveel gewoon geworden en legden we de lat te hoog?
In elk geval, Vegas zagen we van hier al schitteren als een echt fata morgana. We konden er niet meer tussenuit. Op weg naar onze laatste slaapplaats.
We reden Vegas binnen langs de gewone straten en begonnen echt op de noordkant van de strip. Langs oude glories – die afgebroken worden –, langs nieuwe mastodonten zonder karakter tot in de file van taxi’s en bussen en huurauto’s vol met toeristen. En die laten deze mallemolen draaien, een beetje trager dan vroeger maar toch.
Moeder, leg de kredietkaart in de kluis en gooi de combinatie weg. Ze zijn in Sodom en Gomorra.
(Update)
Na een korte verfrissing gingen we op zoek naar wat eten en wat kwalitatieve ontspanning. Het eerste was niet zo moeilijk op de Strip. Het tweede is heel wat moeilijker.
Uiteindelijk hadden we ’s morgens beslist om toch maar kaarten te kopen van een Cirque du Soleil, als verlate verjaardagsfuif. We kozen voor Kà in het MGM.
We hadden maar tot 6 om onze kaarten op te pikken. Dus eerst mochten we de volledige vloer van het MGM afzoeken tot we de ticketverkoop vonden. In elk geval het MGM is een heel groot hotel met een heel groot casino. Bangelijk groot. En file aan de ticketverkoop was ook al groot maar na een kwartiertje hadden we dan toch onze tickets. Ook al waren ze last minute, het waren toch goeie plaatsen. Oef.
Dan een bezoek aan de texmex:-)
En dan terug door de doolhof van het MGM naar het Kà theater.
Wat is Kà? Het verhaal gaat over een Koninklijke tweeling. Wanneer ze aankomen aan het koninklijk hof wordt dat overval en de Keizer en Keizerin vermoord. De tweeling kan vluchten maar ze raken elkaar kwijt. Via omzwervingen bij rare volken en beesten komt het uiteindelijk tot het (typische) epische gevecht tussen goed en kwaad.
Kà is geen typische Cirque du Soleil stuk, net zoals O dat we vorig jaar ook in Vegas zagen. Omdat de attractie statisch is, kunnen ze veel meer speciale effecten gebruiken. Bij O is dat het grote zwembad, bij Kà werken ze met verschillende grote platformen die in alle richtingen kunnen draaien en bewegen. Het grootste platform is 8 op 15 meter, kan horizontaal volledig rond draaien, beweegt tot 22 meter hoog en kan zo draaien dat het volledig vertikaal hangt.
Na anderhalf uur verbazing waren we klaar voor een nachtje Vegas.
Tot lezens,
zondag 31 oktober 2010
vrijdag 29 oktober 2010
Dag 21 - Death Valley II
Dag lieve lezertjes,
vandaag geen ontbijt geserveerd in het hotel, maar wel het ontbijt dat we zelf bijeengooien met triscuits (volgranen koekjes die iets luchtig zijn), met philadephia kaas, ZIZ kaas of kalkoen worst met een glas water of cola zero. Is totaal iets anders dan een omeletje met een toastje, maar is ook wel lekker hoor.
Na het ontbijt spoed overleg zoals bij de belgische regeringsvorming. Het idee van de "Racetracks" was gisteren al afgevoerd, maar wat gingen we dan in de plaats doen. We bekeken het plan van alle mogelijke kanten en we kwamen met het volgende : Golden Canyon, Zabrinski point en dan het andere deel van mijn halve dag aan het zwembad.
Op weg naar Golden Canyon vroegen we elkaar of we de Artist drive ook niet snel nog eens meenamen, was toch vorige jaar mooi... Oke... we reden dus nog enkele mijl verder zodat we de scenic drive konden beginnen. Eerste stop en enkele meters verder ging Sandra bijna volledig onderuit. Dat met ne kodak en lange lens niet goed... dus Sandra doet een schijnbeweging en kan buiten een paar schaafwondjes en last in een enkel zeggen "no problemo"... Ze had wel geen zin meer om nog veel rond te wandelen en ging terug naar de auto.
Na artist drive keerden we terug naar de Golden Canyon. De wandeling daar is ongeveer een mijl enkele richting in de rivier bedding van een vallei die goud kleurt als de zon erop zit. Maar dit is ook de start van de wandeling tot Zabrinski point of een loop rond de canyon, maar daar hadden we niet echt zin in. Op het punt van "einde wandeling", stond ook Zabrinski point 1,5 mijl... en naar het beginpunt was het iets meer dan een mijl... Steven had plots wel zin om tot daar te wandelen. Dus Sandra stelde voor om terug te wandelen met zijn zware rugzak, de auto te nemen en dan hem op te pikken op Zabrinski. Zabriskie Point is een van de bekendse uitkijkpunten en wordt gekenmerkt door zijn pastelkleurige golvende duinlandschap waar zo goed als niets leeft. Zo gezegd zo gedaan...
Tegen de tijd dat Sandra uit de canyon is gewandeld, de auto gestart, rond reed tot aan Zabrinski en tot het punt wandelde... was Steven al in de verte te bespeuren. Een kleine tien minuten later was hij ook op het punt. Na een flesje water en enkele snoepjes, was hij klaar voor terug naar de auto te gaan.
Voor ik aan het zwembad mocht gaan liggen, wou Steven toch nog even naar Dante's view... want daar was hij toch nog enkel foto's vergeten te nemen vorig jaar. Dante's view is de hoogste plaats in Death Valley waar je met de auto naar toe kan, en dus was het een mooie afsluiter van de 2de dag.
Eens in het hotel ging Sandra op full automaat : kleren uit, badpak aan, rugzak klaarmaken en wachten tot Steven klaar is om mee te gaan. Aan het zwembad aangekomen genoot ik even van het lekker warme water, maar daarna diende ik dringend aan het verslag van gisteren te beginnen. Rond 5en hielden we het voor bekeken aan het zwembad en gingen we terug iets eten in de Ranche. Deze keer viel het voor beide tegen.
Voor ik mijn oogjes dicht deed, heb ik dit verslagje nog even uitgeschreven zodat jullie ook terug mee kunnen.
Morgen is het bye bye Death Valey... Las Vegas here we come...
Slaapwel
Sandra
vandaag geen ontbijt geserveerd in het hotel, maar wel het ontbijt dat we zelf bijeengooien met triscuits (volgranen koekjes die iets luchtig zijn), met philadephia kaas, ZIZ kaas of kalkoen worst met een glas water of cola zero. Is totaal iets anders dan een omeletje met een toastje, maar is ook wel lekker hoor.
Na het ontbijt spoed overleg zoals bij de belgische regeringsvorming. Het idee van de "Racetracks" was gisteren al afgevoerd, maar wat gingen we dan in de plaats doen. We bekeken het plan van alle mogelijke kanten en we kwamen met het volgende : Golden Canyon, Zabrinski point en dan het andere deel van mijn halve dag aan het zwembad.
Op weg naar Golden Canyon vroegen we elkaar of we de Artist drive ook niet snel nog eens meenamen, was toch vorige jaar mooi... Oke... we reden dus nog enkele mijl verder zodat we de scenic drive konden beginnen. Eerste stop en enkele meters verder ging Sandra bijna volledig onderuit. Dat met ne kodak en lange lens niet goed... dus Sandra doet een schijnbeweging en kan buiten een paar schaafwondjes en last in een enkel zeggen "no problemo"... Ze had wel geen zin meer om nog veel rond te wandelen en ging terug naar de auto.
Na artist drive keerden we terug naar de Golden Canyon. De wandeling daar is ongeveer een mijl enkele richting in de rivier bedding van een vallei die goud kleurt als de zon erop zit. Maar dit is ook de start van de wandeling tot Zabrinski point of een loop rond de canyon, maar daar hadden we niet echt zin in. Op het punt van "einde wandeling", stond ook Zabrinski point 1,5 mijl... en naar het beginpunt was het iets meer dan een mijl... Steven had plots wel zin om tot daar te wandelen. Dus Sandra stelde voor om terug te wandelen met zijn zware rugzak, de auto te nemen en dan hem op te pikken op Zabrinski. Zabriskie Point is een van de bekendse uitkijkpunten en wordt gekenmerkt door zijn pastelkleurige golvende duinlandschap waar zo goed als niets leeft. Zo gezegd zo gedaan...
Tegen de tijd dat Sandra uit de canyon is gewandeld, de auto gestart, rond reed tot aan Zabrinski en tot het punt wandelde... was Steven al in de verte te bespeuren. Een kleine tien minuten later was hij ook op het punt. Na een flesje water en enkele snoepjes, was hij klaar voor terug naar de auto te gaan.
Voor ik aan het zwembad mocht gaan liggen, wou Steven toch nog even naar Dante's view... want daar was hij toch nog enkel foto's vergeten te nemen vorig jaar. Dante's view is de hoogste plaats in Death Valley waar je met de auto naar toe kan, en dus was het een mooie afsluiter van de 2de dag.
Eens in het hotel ging Sandra op full automaat : kleren uit, badpak aan, rugzak klaarmaken en wachten tot Steven klaar is om mee te gaan. Aan het zwembad aangekomen genoot ik even van het lekker warme water, maar daarna diende ik dringend aan het verslag van gisteren te beginnen. Rond 5en hielden we het voor bekeken aan het zwembad en gingen we terug iets eten in de Ranche. Deze keer viel het voor beide tegen.
Voor ik mijn oogjes dicht deed, heb ik dit verslagje nog even uitgeschreven zodat jullie ook terug mee kunnen.
Morgen is het bye bye Death Valey... Las Vegas here we come...
Slaapwel
Sandra
Dag 20 - Death Valley I
Dag lieve lezertjes,
Om de verjaadag te vervolledigen besloten we het ontbijt in het hotel te nemen. Normaal nemen we enkel ontbijt in het hotel als het inbegrepen is in de prijs van de kamer. Andere dagen maken we ons zelf een ontbijt met wat in onze frigobox zit of eten we een van de gekende ontbijt/fastfood ketens. Maar vandaag niet.
Steven neemt zich een paddenstoelen ommelet en ik neem me een 2 paardenogen met elk een paar toasts en hashbrowns (= gesnipperde aardappel lichtjes opgebakken). Steven neemt een tas koffie en bibi besluit de chocomelk te proberen. De ene was tevreden, de andere niet... rara wie was te vreden met de gemaakte keuze?
Na het onbijt hebben we snel onze frigobox voor de dag gemaakt, want we hadden veel op de planning staan : wat rijden, wat wandelen, wat rijden, aan het zwembad wat genieten :-)
Vooraleer aan het grote werk te beginnen, zijn we eerst de stempel gaan halen bij het Visitor Center. Daar vroegen we voorzichtig hoe het met de weg naar de "Racetrack Playa" was. De Racetrack Playa bevindt zich op de bodem van een uitgedroogd meer dat voornamelijk samengesteld is uit stenen van aangeslibd klei en zout. Het speciale eraan is dat deze stenen - ook al wegen ze elk zo'n 300-400 kilo's - zich zonder enige reden of tussenkomst bewegen. De ranger was heel vriendelijk en melde ons direct "jullie hebben een huurwagen vermoed ik en ik vermoed dat die niet hier in Death Valley gehuurd is ..." Steven antwoorde "... Euh ja". Waarop de ranger verderging met "Wel dan zou ik jullie de weg niet aanraden. De weg naar Racetrack Play ligt bezaaid met scherpe stenen en als jullie geen huurwagen hebben van hier, zijn jullie banden niet dik genoeg. Een platte band dat kan je nog opvangen, maar de kans is groot dat er meer plat zullen gaan en en dan zit je werkelijk vast tot iemand daar per ongeluk ook eens langskomt"
Lap, de planning die we maakten voor de twee volle dagen in Death Valley valt in duigen. Steven wou immers daar morgen naar toe... Vroeg vertrekken - mooie baan tot aan Scotty's Castle en dan dirt road tot aan de crater en dan nog dirtier road tot aan de track.
Na bij te zijn van de koude douche gaan we dan maar op pad naar het hoogtepunt van de dag de Charcoal Klins. Dit is wat we vorig jaar niet deden wegens onvoldoende tijd en de platte band die toen roet in het eten gooide. Je moet er wel wat voor afrijden (Asvalt & dirt road) maar het is de moeite waard: De Charcoal Kilns zijn 10 historische stenen gebouwtjes die zijn gebouwd in het jaar 1877, en die in gebruik zijn geweest als houtskoolovens. Ze zijn elk 7,5 meter hoog, en hebben een omtrek van 9 meter.
Op de terugweg besluiten we bij de parking van de Sand Dunes te stoppen. Vorig jaar mochten we daar niet halt houden want dan waren ze de parkeerplaats aan het heraanleggen. Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd, komt vooral uit de in het noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains. Na enkele duinen over te steken, de nodige fotos genomen te hebben, heeft Zaza er genoeg van. Het is al door de 3en en er was haar beloofd een namiddagje rust.
Dus reden we terug naar het hotel, wisselden we snel van kleding en gingen naar het zwembad. Bibi confirmeert dat het water zalig was en dat je niet overal een margarita aan/in de pool kan uitzabberen.
Tegen vijf uur was het wel genoeg geweest en stelde Steven voor om naar de Ranch te rijden om daar een snelle hap te eten. Zo gezegd zo gedaan... Nadien hebben we de kaartjes van de toestellen nog gecopieerd, Zaza zette nog enkele super foto's op haar favoriete bezigheid Facebook. Nadien hield ze het voor bezien en moest Steven maar zorgen voor de nodige backups.
Toen dat ook gedaan was en hij het licht heeft uitgedaan, had Zaza al enkele brandhouthopen klaargemaakt
Slaapwel lieve lezertjes
Sandra
Om de verjaadag te vervolledigen besloten we het ontbijt in het hotel te nemen. Normaal nemen we enkel ontbijt in het hotel als het inbegrepen is in de prijs van de kamer. Andere dagen maken we ons zelf een ontbijt met wat in onze frigobox zit of eten we een van de gekende ontbijt/fastfood ketens. Maar vandaag niet.
Steven neemt zich een paddenstoelen ommelet en ik neem me een 2 paardenogen met elk een paar toasts en hashbrowns (= gesnipperde aardappel lichtjes opgebakken). Steven neemt een tas koffie en bibi besluit de chocomelk te proberen. De ene was tevreden, de andere niet... rara wie was te vreden met de gemaakte keuze?
Na het onbijt hebben we snel onze frigobox voor de dag gemaakt, want we hadden veel op de planning staan : wat rijden, wat wandelen, wat rijden, aan het zwembad wat genieten :-)
Vooraleer aan het grote werk te beginnen, zijn we eerst de stempel gaan halen bij het Visitor Center. Daar vroegen we voorzichtig hoe het met de weg naar de "Racetrack Playa" was. De Racetrack Playa bevindt zich op de bodem van een uitgedroogd meer dat voornamelijk samengesteld is uit stenen van aangeslibd klei en zout. Het speciale eraan is dat deze stenen - ook al wegen ze elk zo'n 300-400 kilo's - zich zonder enige reden of tussenkomst bewegen. De ranger was heel vriendelijk en melde ons direct "jullie hebben een huurwagen vermoed ik en ik vermoed dat die niet hier in Death Valley gehuurd is ..." Steven antwoorde "... Euh ja". Waarop de ranger verderging met "Wel dan zou ik jullie de weg niet aanraden. De weg naar Racetrack Play ligt bezaaid met scherpe stenen en als jullie geen huurwagen hebben van hier, zijn jullie banden niet dik genoeg. Een platte band dat kan je nog opvangen, maar de kans is groot dat er meer plat zullen gaan en en dan zit je werkelijk vast tot iemand daar per ongeluk ook eens langskomt"
Lap, de planning die we maakten voor de twee volle dagen in Death Valley valt in duigen. Steven wou immers daar morgen naar toe... Vroeg vertrekken - mooie baan tot aan Scotty's Castle en dan dirt road tot aan de crater en dan nog dirtier road tot aan de track.
Na bij te zijn van de koude douche gaan we dan maar op pad naar het hoogtepunt van de dag de Charcoal Klins. Dit is wat we vorig jaar niet deden wegens onvoldoende tijd en de platte band die toen roet in het eten gooide. Je moet er wel wat voor afrijden (Asvalt & dirt road) maar het is de moeite waard: De Charcoal Kilns zijn 10 historische stenen gebouwtjes die zijn gebouwd in het jaar 1877, en die in gebruik zijn geweest als houtskoolovens. Ze zijn elk 7,5 meter hoog, en hebben een omtrek van 9 meter.
Op de terugweg besluiten we bij de parking van de Sand Dunes te stoppen. Vorig jaar mochten we daar niet halt houden want dan waren ze de parkeerplaats aan het heraanleggen. Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd, komt vooral uit de in het noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains. Na enkele duinen over te steken, de nodige fotos genomen te hebben, heeft Zaza er genoeg van. Het is al door de 3en en er was haar beloofd een namiddagje rust.
Dus reden we terug naar het hotel, wisselden we snel van kleding en gingen naar het zwembad. Bibi confirmeert dat het water zalig was en dat je niet overal een margarita aan/in de pool kan uitzabberen.
Tegen vijf uur was het wel genoeg geweest en stelde Steven voor om naar de Ranch te rijden om daar een snelle hap te eten. Zo gezegd zo gedaan... Nadien hebben we de kaartjes van de toestellen nog gecopieerd, Zaza zette nog enkele super foto's op haar favoriete bezigheid Facebook. Nadien hield ze het voor bezien en moest Steven maar zorgen voor de nodige backups.
Toen dat ook gedaan was en hij het licht heeft uitgedaan, had Zaza al enkele brandhouthopen klaargemaakt
Slaapwel lieve lezertjes
Sandra
woensdag 27 oktober 2010
Dag 19 - Van de kou naar de warmte
Dag lieve lezertjes,
ja ja ... je gaat het vandaag nog met mij moeten doen. Ik mocht met de laptop surfen op voorwaarde dat ik de blog voor mijn rekening nam.
Vandaag zijn we wakker geworden van de kou. Daar Zaza vandaag verjaarde, ging alles op haar tempo en dat lag blijkbaar toch niet te hoog. Zij had nog zin om wat te soezelen, dus diende Steven ook nog te blijven liggen. Maar na een tijdje had hij er genoeg van en begon hij zich klaar te maken. En met een slim trukje kreeg hij Sandra dan toch uit het bed : We zouden kunnen omrijden via Devils Postpile National Monument en een koffie drinken in Mammoth Lake... Vorig jaar hebben we ne road closed gehad en dus woud Steven het vandaag opnieuw proberen.
Zogezegd, zogedaan... Snel klaarmaken, de auto in en rijden maar... Oei, de auto geeft 32F (0C) aan, daarom dat we het zo koud hadden. We hebben terug naar de Starbucks van vorig jaar gezocht en uiteindelijk in dezelfde winkel achter de koffie gegaan om een beetje op te warmen. Onderweg moest Sandra wel alles eens dichtgooien voor herten (moeders met kids) die het plots nodig vonden om een highway over te steken waar 120km/u mag gereden worden.
Een tijdje later reden we het park binnen en konden we de afdaling tot aan de bekendste stop beginnen. In de zomer moet je dit met een busje doen, maar in de winter moet je zelf tot beneden rijden. Sandra was in haar nopjes want de ene bocht volgde de andere op. Eens beneden op de parking was het nog een kleine wandeling tot aan de Devils Postpile. De attractie is eigenlijk "niets meer" dan een soort van verticale kolommen. Laat me verduidelijken : Minder dan 100.000 jaar geleden vond een lava-eruptie plaats op een afstand van 2 mijl van waar je nu Devils Postpile kan vinden. De lava stroomde naar de lager gelegen vallei, en vormde daar een 120 meter hoge laag. Die laag koelde geleidelijk af, en begon daardoor te krimpen. De specifieke omstandigheden tijdens dit proces, de mineralen en het langzame afkoelingsproces, zorgden ervoor dat er barsten in de laag onstonden volgens een opvallend gelijkmatig patroon. Steven gaat nog even naar de bovenkant om ook daar het moois te fotograferen, terwijl Sandra zich beneden amuseert bij de eekhoorns. Eerst met foto's trekken, daarna met de eekhoor met een noot die groter is dan ziczelf door te laten op de baan. Grappig was het wel om te zien, maar je moet wel alles dicht gooien om het veilig te houden.
Na de extreme kou (< 30F) was er maar een mogelijkheid voor Sandra, zo snel mogelijk op weg naar de warmte : op naar de Dodenvallei. En weg waren we.... Gelukkig was Sandra nog niet te moe, want ook een hond vond het nodig om de auto eens te komen begroeten en dus mocht Sandra de 3de keer op een voormiddag alles dichtgooien...
Na een 100 mijl rijden was het tijd om de auto nog een drankske te geven en toch maar voor zekerheid de banden even na te kijken... Terwijl we aan het tanken waren, kwamen de eerste reeks SMSjes binnen om Sandra een gelukkige verjaardag te wensen en dus hielden we nog wat langer halt om haar de tijd te geven om veilig terug te smsen.
Uiteindelijk zijn we veilig terplaatste geraakt en deze keer was het niet in de Ranch dat we geboekt hadden, maar wel in het iets chickere Furnace Creek Inn. Voor ne verjaardag doet ne mens af en toe ne keer iets extra... Niet enkel de buitenkant, maar ook de kamers en het restaurant zijn van een ander niveau. Om met het Sandra's woorden uit te drukken : in het restaurant wordt je op zijn Frans geserveerd. Je krijgt de tijd om langzaam te eten en nog wat na te babbelen vooraleer je de volgende schotel krijgt. Natuurlijk mag er tijdens een verjaardag geen bubbels ontbreken. De ober was ook zo vriendelijk om bij het geven van de rekening de complementary truffels te voorzien van een kaarsje. Aha ja, zo had je een verjaardstaartje en kon je een wens doen. En neen Sandra wil niet vertellen was ze wenste, want ze wil het echt laten uitkomen.
Nadien heeft Steven zich buiten neergezet, want ook al was het pikkedonker het was lekker warm ... en Sandra, tja.. die zit nu te tikken aan de blog die ze beloofd had te schrijven.
Tot de volgende keer ..
Zaza
ja ja ... je gaat het vandaag nog met mij moeten doen. Ik mocht met de laptop surfen op voorwaarde dat ik de blog voor mijn rekening nam.
Vandaag zijn we wakker geworden van de kou. Daar Zaza vandaag verjaarde, ging alles op haar tempo en dat lag blijkbaar toch niet te hoog. Zij had nog zin om wat te soezelen, dus diende Steven ook nog te blijven liggen. Maar na een tijdje had hij er genoeg van en begon hij zich klaar te maken. En met een slim trukje kreeg hij Sandra dan toch uit het bed : We zouden kunnen omrijden via Devils Postpile National Monument en een koffie drinken in Mammoth Lake... Vorig jaar hebben we ne road closed gehad en dus woud Steven het vandaag opnieuw proberen.
Zogezegd, zogedaan... Snel klaarmaken, de auto in en rijden maar... Oei, de auto geeft 32F (0C) aan, daarom dat we het zo koud hadden. We hebben terug naar de Starbucks van vorig jaar gezocht en uiteindelijk in dezelfde winkel achter de koffie gegaan om een beetje op te warmen. Onderweg moest Sandra wel alles eens dichtgooien voor herten (moeders met kids) die het plots nodig vonden om een highway over te steken waar 120km/u mag gereden worden.
Een tijdje later reden we het park binnen en konden we de afdaling tot aan de bekendste stop beginnen. In de zomer moet je dit met een busje doen, maar in de winter moet je zelf tot beneden rijden. Sandra was in haar nopjes want de ene bocht volgde de andere op. Eens beneden op de parking was het nog een kleine wandeling tot aan de Devils Postpile. De attractie is eigenlijk "niets meer" dan een soort van verticale kolommen. Laat me verduidelijken : Minder dan 100.000 jaar geleden vond een lava-eruptie plaats op een afstand van 2 mijl van waar je nu Devils Postpile kan vinden. De lava stroomde naar de lager gelegen vallei, en vormde daar een 120 meter hoge laag. Die laag koelde geleidelijk af, en begon daardoor te krimpen. De specifieke omstandigheden tijdens dit proces, de mineralen en het langzame afkoelingsproces, zorgden ervoor dat er barsten in de laag onstonden volgens een opvallend gelijkmatig patroon. Steven gaat nog even naar de bovenkant om ook daar het moois te fotograferen, terwijl Sandra zich beneden amuseert bij de eekhoorns. Eerst met foto's trekken, daarna met de eekhoor met een noot die groter is dan ziczelf door te laten op de baan. Grappig was het wel om te zien, maar je moet wel alles dicht gooien om het veilig te houden.
Na de extreme kou (< 30F) was er maar een mogelijkheid voor Sandra, zo snel mogelijk op weg naar de warmte : op naar de Dodenvallei. En weg waren we.... Gelukkig was Sandra nog niet te moe, want ook een hond vond het nodig om de auto eens te komen begroeten en dus mocht Sandra de 3de keer op een voormiddag alles dichtgooien...
Na een 100 mijl rijden was het tijd om de auto nog een drankske te geven en toch maar voor zekerheid de banden even na te kijken... Terwijl we aan het tanken waren, kwamen de eerste reeks SMSjes binnen om Sandra een gelukkige verjaardag te wensen en dus hielden we nog wat langer halt om haar de tijd te geven om veilig terug te smsen.
Uiteindelijk zijn we veilig terplaatste geraakt en deze keer was het niet in de Ranch dat we geboekt hadden, maar wel in het iets chickere Furnace Creek Inn. Voor ne verjaardag doet ne mens af en toe ne keer iets extra... Niet enkel de buitenkant, maar ook de kamers en het restaurant zijn van een ander niveau. Om met het Sandra's woorden uit te drukken : in het restaurant wordt je op zijn Frans geserveerd. Je krijgt de tijd om langzaam te eten en nog wat na te babbelen vooraleer je de volgende schotel krijgt. Natuurlijk mag er tijdens een verjaardag geen bubbels ontbreken. De ober was ook zo vriendelijk om bij het geven van de rekening de complementary truffels te voorzien van een kaarsje. Aha ja, zo had je een verjaardstaartje en kon je een wens doen. En neen Sandra wil niet vertellen was ze wenste, want ze wil het echt laten uitkomen.
Nadien heeft Steven zich buiten neergezet, want ook al was het pikkedonker het was lekker warm ... en Sandra, tja.. die zit nu te tikken aan de blog die ze beloofd had te schrijven.
Tot de volgende keer ..
Zaza
Dag 18 - Loneliness 2
Dag lieve lezers,
deze nacht hebben we toch iets beter geslapen dan de dag voordien... we zullen dan toch niet zo van het avondtuurlijke type zijn denk ik. Maar na een verkwikkende nachtrust kwamn het 2de deel van de lange trip er aan. Geen van ons beide hadden er echt zin in, maar als het de enige manier is om van punt 1 naar punt 2 te geraken dan moet het... Zo'n 200 mijl saaie, doodrechte baan.
De eerste mijlen waren nog oke. Er was voldoende verkeer op zodat je nog wat kon auto en mensjes kijken. Maar na enkele mijlen splitste de baan zich op en plots waren we terug alleen op de wereld. Kilometers rechte baan ... zonder enig einde in zicht, zonder enige mederijders of tegenliggers... Na enkele berg(jes) en uitgestrekte dalen, kwam er uiteindelijk een iets aantrekkelijker stuk : een roetsj baan. Op en neer, linkse bocht gevolgd door ne korte rechtse... ale... het enige wat ontbrak was nen overkop... Maar daar hadden we nu eigenlijk geen zin in...
Na een 20 mijlen roetsj baan kwam er uiteindelijk einde aan de fun en ging de baan over in een rustige baan met aan beide kanten bomen. Bomen betekent dat we dichter bij water komen... en uiteindelijk beginnen we ook langzaam een eerst doel te zien: Monolake. Het meer is meer dan 1 miljoen jaar geleden ontstaan en behoort tot een van de oudste meren van heel Noord-Amerika. Na een korte pitstop beginnen we aan de trail die ons langs het meer en de Tufa's deed wandelen. Tufa's zijn kalksteentorens ontstaan doordat mineralen & zout achterbleven toen het water wegtrok of verdampte. Buiten de enkele wandelaars is het er enorm rustig en we nemen dan ook de tijd om wat foto's te nemen.
Na een leuke wandeling reden we maar verder en daar we toch goed voor op de planning zaten besloten we maar ook Bodie terug aan te doen. Bodie was een zeer geisoleerde stad draaiend op de mijnbouw. Bijna alle huizen waren in hout gebouwd en dit is ook direct de oorzaak van de teloorgang. In 1932 brande een groot deel van de stad af en iedereen vetrok niet lang nadien. Wat overbleef is van de best bewaarde spooksteden. Om eerlijk te zijn.. het leek wel leuk, maar het was te koud om er van te genieten. We hebben ongeveer een uurtje in de stad rondgewandeld, maar dan wijselijk besloten om terug naar de auto te gaan (om op te waren). Op de terugweg zag Sandra plots een kudde schapen in de wei en wie goed nadenkt weet dan dat er wel enkele op de weg kunnen lopen ook... Hier waren de schapen echter goed getraind, mooi op het gras blijven, maar was het de herdershond die kuren had.
Eenmaal terug de baan op (want Bodie ligt zo'n 14 mijl verwijderd van een normale baan), was het nog de berg af tot in Bridgeport. Toen we aan het hotel aankwamen twijfelden we even want wij leken wel de enigen te zijn die geboekt hadden in het hotel. Maar het hotel lag op een top locatie : niet te ver van het centrum, maar ook niet in het centrum en de meeste kamers hadden zicht op de het riviertje dat er achterliep.
Daar het een tijdje geleden was dat we nog eens een wasje konden doen, zijn we uiteindelijk naar een wasserijtje gegaan. Nadien hebben we zoals de lokake bevolking gegeten in lokale Sportsbar. Samen met hen genoten we van Maandag avond = Football avond met een american voetbal match tussen de NY Giants en de Dallas Cowboys. Sandra was in haar nopjes, want was een tijdje geleden dat ze nog wat van die sport gezien had en genoten had.
Nadien was het hoog tijd voor het bedje...
Tot de volgende
Sandra
deze nacht hebben we toch iets beter geslapen dan de dag voordien... we zullen dan toch niet zo van het avondtuurlijke type zijn denk ik. Maar na een verkwikkende nachtrust kwamn het 2de deel van de lange trip er aan. Geen van ons beide hadden er echt zin in, maar als het de enige manier is om van punt 1 naar punt 2 te geraken dan moet het... Zo'n 200 mijl saaie, doodrechte baan.
De eerste mijlen waren nog oke. Er was voldoende verkeer op zodat je nog wat kon auto en mensjes kijken. Maar na enkele mijlen splitste de baan zich op en plots waren we terug alleen op de wereld. Kilometers rechte baan ... zonder enig einde in zicht, zonder enige mederijders of tegenliggers... Na enkele berg(jes) en uitgestrekte dalen, kwam er uiteindelijk een iets aantrekkelijker stuk : een roetsj baan. Op en neer, linkse bocht gevolgd door ne korte rechtse... ale... het enige wat ontbrak was nen overkop... Maar daar hadden we nu eigenlijk geen zin in...
Na een 20 mijlen roetsj baan kwam er uiteindelijk einde aan de fun en ging de baan over in een rustige baan met aan beide kanten bomen. Bomen betekent dat we dichter bij water komen... en uiteindelijk beginnen we ook langzaam een eerst doel te zien: Monolake. Het meer is meer dan 1 miljoen jaar geleden ontstaan en behoort tot een van de oudste meren van heel Noord-Amerika. Na een korte pitstop beginnen we aan de trail die ons langs het meer en de Tufa's deed wandelen. Tufa's zijn kalksteentorens ontstaan doordat mineralen & zout achterbleven toen het water wegtrok of verdampte. Buiten de enkele wandelaars is het er enorm rustig en we nemen dan ook de tijd om wat foto's te nemen.
Na een leuke wandeling reden we maar verder en daar we toch goed voor op de planning zaten besloten we maar ook Bodie terug aan te doen. Bodie was een zeer geisoleerde stad draaiend op de mijnbouw. Bijna alle huizen waren in hout gebouwd en dit is ook direct de oorzaak van de teloorgang. In 1932 brande een groot deel van de stad af en iedereen vetrok niet lang nadien. Wat overbleef is van de best bewaarde spooksteden. Om eerlijk te zijn.. het leek wel leuk, maar het was te koud om er van te genieten. We hebben ongeveer een uurtje in de stad rondgewandeld, maar dan wijselijk besloten om terug naar de auto te gaan (om op te waren). Op de terugweg zag Sandra plots een kudde schapen in de wei en wie goed nadenkt weet dan dat er wel enkele op de weg kunnen lopen ook... Hier waren de schapen echter goed getraind, mooi op het gras blijven, maar was het de herdershond die kuren had.
Eenmaal terug de baan op (want Bodie ligt zo'n 14 mijl verwijderd van een normale baan), was het nog de berg af tot in Bridgeport. Toen we aan het hotel aankwamen twijfelden we even want wij leken wel de enigen te zijn die geboekt hadden in het hotel. Maar het hotel lag op een top locatie : niet te ver van het centrum, maar ook niet in het centrum en de meeste kamers hadden zicht op de het riviertje dat er achterliep.
Daar het een tijdje geleden was dat we nog eens een wasje konden doen, zijn we uiteindelijk naar een wasserijtje gegaan. Nadien hebben we zoals de lokake bevolking gegeten in lokale Sportsbar. Samen met hen genoten we van Maandag avond = Football avond met een american voetbal match tussen de NY Giants en de Dallas Cowboys. Sandra was in haar nopjes, want was een tijdje geleden dat ze nog wat van die sport gezien had en genoten had.
Nadien was het hoog tijd voor het bedje...
Tot de volgende
Sandra
maandag 25 oktober 2010
Dag 17 - Loneliness
We hebben vannacht allebei slecht geslapen. Slecht geweten? Te kort bed? Te weinig lawaai? Te stoffig? Whatever. We stonden een beetje mottig naast ons bed.
Buiten was al uren een zuidwester aan het blazen. Hopelijk waren de regenwolken van gisteren daardoor weg (en niet dat er nog bijgekomen waren, we hadden onze buik vol van die depressie in Zuid-Californie.
Het was zondag en iedereen zou wel naar de kerk hier zijn zekers?
Nee hoor.
De eetzaal van het motel was goed gevuld met jagers en locals. En de ontbijtporties leken leken voldoende om een hele dag op te kunnen marcheren.
Na de geslaagde kip- en cheeseburger van gisteren probeerden we de locale omelet. Maar we moesten wel geduld hebben ... Met 230 mijl voor de boeg is dat geen probleem.
Na de menschen kreeg ook de voiture zijn eten en drinken ook la was zijn tankje nog halfvol. Maar, net als in bush in Australie, moet je hier tanken wanneer je kan. In totaal gingen we vandaag 4 plaatsen passeren met een tankstation. Dat was nummer 1.
Allez, iedereen had gegeten en gedronken. We konden op weg.
Steven stelde voor om toch maar te gaan kijken of de weg naar de "top" open was. Whealer Peak ligt boven de 12000 voet en je kan met je auto tot boven de 10000 voet (of 3000 meter wie geen rekenmachine bij de hand heeft).
Zo gezegd, zo gedaan. We passeren niet langs de VC. Als het niet veilig is, dan hadden ze de weg maar moeten sluiten vanmorgen.
Na een 8 mijl stonden we terug in het park en aan de afslag naar de top. De bareeltjes stonden mooi open. Allez, hop het eerste stuk dan maar tot aan de campgrounds.
Na nog eens 4 mijl ... de bareeltjes staan hier nog altijd open. Hop tot aan Mather Overlook. Dan hebben we tenminste al een mooie foto van de top - of de sneeuwstorm errond.
Na enkele haarspeldbochten staan we aan Mather Overlook. bijna 9000 voet. Steven probeerde de deur van de auto open te krijgen maar dat lukte niet goed. Technisch mankement? Rots in de weg? Nee hoor. Er was zoveel wind (en zo een grote deur) dat je al je gewicht moest gebruiken om de deur open te krijgen. En de wind bracht ook ... sneeuw mee. Na enkele pogingen om een foto te nemen, moesten we het opgeven. De sneeuw vloog recht in de lens en de resulterende foto's waren niet bruikbaar.
Maar ... de bareeltjes stonden nog altijd open. Dus reden we verder. In de verte zagen we al een jeep van de Park Service komen. Dus wegwezen voor we naar beneden gestuurd worden.
Na Mather reden we door de smeltende sneeuw maar de weg was nog goed berijdbaar. We passeerden 10.000 voet. We passeerden 3000 meter. En zo kwamen we aan de hoogste parking. Hier lag nog maagdelijke sneeuw. Een Inch misschien maar toch. Sneeuw. En we waren niet tegengehouden door een "Road Closed".
Net op tijd trouwens. De jeep van de NPS was ook hier en de ranger begon alles te controleren en af te sluiten. Tijd om af te dalen. Af en toe stopten we nog op een veilige plaats voor een paar fotootjes. Beneden was het ondertussen stralende zon. Hopelijk bleef het zo.
We hoefden geen stempel meer dus kon Tommeke ons dadelijk naar onze eindbestemming brengen. Dat wou hij dan wel via een wandelpad doen (de wegeninfo zou toch echt beter moeten tomtom) maar we wisten beter. 220 mijl nog te doen. Geschatte aankomst: 16u15 of iets meer dan 4,5 uur rijden.
Waren de wegen gisteren kaarsrecht, nu draaide de baan alle richtingen uit en deed vooral omwegen. We waren op US-6, de weg die van "nowhere to nowhere" gaat.
IN de enige stad met een BoA kantoor stopten we even voor wat papieren dollars en dan kan het verder. Eerst was het nog heel druk maar een keer voorbij de afslag naar Las Vegas zijn we alleen op de wereld. Op de resterende 150 mijl hadden we een tiental tegenliggers, een (1) verlaten (indianen-)dorp en enkele huizen ver weg.
Een lang stuk reden we trouwens net boven het uitgebreid oefenterrein van Nellis AFB (qua oppervlak bijna 40% van Nevada) en in het midden van niets zagen we plots een C-130 optrekken. Een geheim vliegveld? CIA? Crembo in actie? Geen idee.
Maar aan alle eenzaamheid kwam een einde. Met 45 minuten voorsprong op het schema kwamen we aan in Tonopah. Een oude mijnsite - erger dan in de Borinage - maar ook een van de weinige plaatsen met eten, drinken en een goed bed in deze woestenij.
Morgen gaan we naar het land van Governator, California. En alweer een ghost town, Bodie.
Als we zelf maar geen geesten worden.
Tot morgen, misschien.
Buiten was al uren een zuidwester aan het blazen. Hopelijk waren de regenwolken van gisteren daardoor weg (en niet dat er nog bijgekomen waren, we hadden onze buik vol van die depressie in Zuid-Californie.
Het was zondag en iedereen zou wel naar de kerk hier zijn zekers?
Nee hoor.
De eetzaal van het motel was goed gevuld met jagers en locals. En de ontbijtporties leken leken voldoende om een hele dag op te kunnen marcheren.
Na de geslaagde kip- en cheeseburger van gisteren probeerden we de locale omelet. Maar we moesten wel geduld hebben ... Met 230 mijl voor de boeg is dat geen probleem.
Na de menschen kreeg ook de voiture zijn eten en drinken ook la was zijn tankje nog halfvol. Maar, net als in bush in Australie, moet je hier tanken wanneer je kan. In totaal gingen we vandaag 4 plaatsen passeren met een tankstation. Dat was nummer 1.
Allez, iedereen had gegeten en gedronken. We konden op weg.
Steven stelde voor om toch maar te gaan kijken of de weg naar de "top" open was. Whealer Peak ligt boven de 12000 voet en je kan met je auto tot boven de 10000 voet (of 3000 meter wie geen rekenmachine bij de hand heeft).
Zo gezegd, zo gedaan. We passeren niet langs de VC. Als het niet veilig is, dan hadden ze de weg maar moeten sluiten vanmorgen.
Na een 8 mijl stonden we terug in het park en aan de afslag naar de top. De bareeltjes stonden mooi open. Allez, hop het eerste stuk dan maar tot aan de campgrounds.
Na nog eens 4 mijl ... de bareeltjes staan hier nog altijd open. Hop tot aan Mather Overlook. Dan hebben we tenminste al een mooie foto van de top - of de sneeuwstorm errond.
Na enkele haarspeldbochten staan we aan Mather Overlook. bijna 9000 voet. Steven probeerde de deur van de auto open te krijgen maar dat lukte niet goed. Technisch mankement? Rots in de weg? Nee hoor. Er was zoveel wind (en zo een grote deur) dat je al je gewicht moest gebruiken om de deur open te krijgen. En de wind bracht ook ... sneeuw mee. Na enkele pogingen om een foto te nemen, moesten we het opgeven. De sneeuw vloog recht in de lens en de resulterende foto's waren niet bruikbaar.
Maar ... de bareeltjes stonden nog altijd open. Dus reden we verder. In de verte zagen we al een jeep van de Park Service komen. Dus wegwezen voor we naar beneden gestuurd worden.
Na Mather reden we door de smeltende sneeuw maar de weg was nog goed berijdbaar. We passeerden 10.000 voet. We passeerden 3000 meter. En zo kwamen we aan de hoogste parking. Hier lag nog maagdelijke sneeuw. Een Inch misschien maar toch. Sneeuw. En we waren niet tegengehouden door een "Road Closed".
Net op tijd trouwens. De jeep van de NPS was ook hier en de ranger begon alles te controleren en af te sluiten. Tijd om af te dalen. Af en toe stopten we nog op een veilige plaats voor een paar fotootjes. Beneden was het ondertussen stralende zon. Hopelijk bleef het zo.
We hoefden geen stempel meer dus kon Tommeke ons dadelijk naar onze eindbestemming brengen. Dat wou hij dan wel via een wandelpad doen (de wegeninfo zou toch echt beter moeten tomtom) maar we wisten beter. 220 mijl nog te doen. Geschatte aankomst: 16u15 of iets meer dan 4,5 uur rijden.
Waren de wegen gisteren kaarsrecht, nu draaide de baan alle richtingen uit en deed vooral omwegen. We waren op US-6, de weg die van "nowhere to nowhere" gaat.
IN de enige stad met een BoA kantoor stopten we even voor wat papieren dollars en dan kan het verder. Eerst was het nog heel druk maar een keer voorbij de afslag naar Las Vegas zijn we alleen op de wereld. Op de resterende 150 mijl hadden we een tiental tegenliggers, een (1) verlaten (indianen-)dorp en enkele huizen ver weg.
Een lang stuk reden we trouwens net boven het uitgebreid oefenterrein van Nellis AFB (qua oppervlak bijna 40% van Nevada) en in het midden van niets zagen we plots een C-130 optrekken. Een geheim vliegveld? CIA? Crembo in actie? Geen idee.
Maar aan alle eenzaamheid kwam een einde. Met 45 minuten voorsprong op het schema kwamen we aan in Tonopah. Een oude mijnsite - erger dan in de Borinage - maar ook een van de weinige plaatsen met eten, drinken en een goed bed in deze woestenij.
Morgen gaan we naar het land van Governator, California. En alweer een ghost town, Bodie.
Als we zelf maar geen geesten worden.
Tot morgen, misschien.
Dag 16 - naar het grote bassin
Hallo,
Vandaag verlaten we Utah voor goed.
Als je wil weten hoe de ochtendstond was, lees dag 15 nog eens. Enige verschil, nu regende het echt pijpestelen. De valiezen werden dichtgegooid. De portier verzoop quasi op weg naar de auto. Dan de rest van de bagage en we waren klaar voor checkout. Nog een laatste koffie op de rekening en wegwezen.
Enkel koffie?
Wel we moesten een kleine technische wijziging aanbrengen aan het parcours. De harde schijf van de pc begint aardig vol te lopen dankzij 7D files. Dus bleef enkel nog de backup harde schijf over. Dat is een beetje gevaarlijk - derde wet van Murphy zegt "je backup zal kaput zijn wanneer het origineel niet meer bestaat" (of zoiets). Dus zat er niets anders op dan een bijkomende HD aan te schaffen. Een omweg van zo'n 20 mijl. En daar de *bucks op minder dan 2 kilometer was, ook een ontbijt bij het gekende koffiehuis.
Na deze onderbreking werd het programma hervat. Langs de interstate was er Gsm netwerk en dus werd noch een berichtje gestuurd naar het thuisfront. En na een half uurtje waren we aan onze eerste bestemming: Kolob Canyon.
Hoezo? Dat stond gisteren toch ook al op het programma?
Neen. Dat was de Kolob Terrace Road. Nu gaan we naar de Canyon zelf. Enfin, dat is het plan. Het grootste deel van de ochtend - buiten Zion - was droog gebleven en met hoge bewolking. Maar dat was hier niet meer het geval. Het was terug vlot aan het regenen en na een kleine kilometer veredween de parkweg in de wolken. Niet goed dus. We haalden eerst onze dagstempel in het kleine visitorcenter. We informeerden ook over de toestand van de weg en de zichtbaarheid.
Hier en daar waren er gaten in het wolkendek en kan je mooie zichten zien van de Canyon.
Hmm. We vroegen maar niet naar de grootte van die gaten.
Op weg terug naar de auto werden we nogmaals goed uitgeregend.
We draaiden terug de interstate op. Trop is teveel.
Tommeke stuurde ons nu naar de grens van Utah en Nevada, in het midden van het grootste niets, ook gekend als The Great Basin.
Een keer voorbij Cedar city draaiden we van de interstate. Nu volgden 150 mijl eenzame wegen door welgeteld drie (3) dorpen/stadjes.
Het eerste deel liep nog door gedeelteljk groene velden. Hier hebben ze nog water dus. Na Minersville is dat volledig gedaan. We reden door een halfwoestijn met af en toe een raaf als enig teken van leven. De baan draaide flauw van links naar rechts met een hellinkje hier en een valleitje daar. Zo was er nog enige arbeid voor de chauffeur.
Eens voorbij Milford is ook dat gedaan. We steken twee oude zeebodems over. Telkens met een kaarsrechte weg van meer dan 20 mijl lang. Af en toe kregen we een bui of een beetje zonneschijn maar geen regenbogen.
En dan een verblindende flits.
De engel Gabriel? Neen. Gewoon een idee. Wat als we dadelijk naar het park rijden i.p.v. morgen? Trouwens tussen Utah en Nevada is er een tijdszoneverschil. We komen niet om 3 maar om 2 toe in Baker. Misschien kunnen we de toer van 3 uur nog hebben en hoeven we niet te wachten tot morgen. Als we morgenvroeg dan ook de rest van het park doen, hoeven we maar een nacht in Baker te blijven en kunnen we de rit van maandag van 600 kilometer in twee splitsen. Dat is veiliger. En dan lopen we het risico niet om twee nachten in een baancafe zonder gsm, internet of propere kamers te moeten blijven. (enkel het eerste klopte)
Zo gezegd zo gedaan. Tommeke werd geherprogrammeerd. ETA (estimated time of arrival) 14u30 Utah tijd dus half twee lokaal. We snorden verder over de UT-21 met als doel Baker, NV en het locale park. De weg was nog altijd kaarsrecht. De natuur gelig, de lucht zwart, wit, grijs of blauw. Vermoeiend.
Om kwart na een stonden we in het VC. En ja hoor er was nog plaats voor het bezoek aan de Lehman grotten om 3 - zaterdag was de eerste dag dat alle toers uitverkocht waren sinds de zomermaanden. Voor 20$ mogen we mee.
Wat nu? Misschien een late mini-lunch met wat crackers kaas en lunchworst. Ondertussen was het regenweer tot aan het park geraakt. En de toppen boven de 3000 meter begonnen wittekes te worden. Oei. Hopelijk is het er binnenkort ook niet "road closed".
Om half drie pikken we nog een filmpje mee over de grotten, duidelijk uit de jaren dertig of veertig. Zuinig zijn ze hier wel.
En dan was het zover, we werden opgesloten in een donkere grot en iemand deed het licht uit.
Na een minuutje grappen van de ranger en een hysterische baby krijgen we dan toch alles te zien. Zo een beetje als de grotten van Han maar dan veel compacter en met een aantal unieke rotsformaties zoals parachutes ttz geen stalagtieten of stalagmieten maar twee cirkelvormige schijven silicaat die parallel aan elkaar verder groeien en als het boven al eens te nat is, dan loopt het water zo naar beneden alsof het de kabels van een parachute zijn.
Na een uurtje mochten we terug naar buiten. Veel te snel trouwens. Het was buiten koud en nat. Omdat we allemaal snel waren hadden we wel de volledige toer van 90 minuten in 60 minuten gekregen.
Terug naar het VC, of de weg naar boven nog goed was? Er was een macho ranger net aan het vertellen of hoe gevaarlijk het wel was. De rangers wouden het ons niet verbieden maar ...
Dus gingen we op zoek naar onze Border Inn. Letterlijk op de grens van Utah en Nevada op US-6 en US-50. maar aan de Nevada-kant zodat er kon gegokt worden.
Er was Wifi, propere lakens en lekkere burgers en werkende TV, iets waar ze in Zion niet in slaagden - de twee laatste dingen toch.
Tot de volgende keer.
Vandaag verlaten we Utah voor goed.
Als je wil weten hoe de ochtendstond was, lees dag 15 nog eens. Enige verschil, nu regende het echt pijpestelen. De valiezen werden dichtgegooid. De portier verzoop quasi op weg naar de auto. Dan de rest van de bagage en we waren klaar voor checkout. Nog een laatste koffie op de rekening en wegwezen.
Enkel koffie?
Wel we moesten een kleine technische wijziging aanbrengen aan het parcours. De harde schijf van de pc begint aardig vol te lopen dankzij 7D files. Dus bleef enkel nog de backup harde schijf over. Dat is een beetje gevaarlijk - derde wet van Murphy zegt "je backup zal kaput zijn wanneer het origineel niet meer bestaat" (of zoiets). Dus zat er niets anders op dan een bijkomende HD aan te schaffen. Een omweg van zo'n 20 mijl. En daar de *bucks op minder dan 2 kilometer was, ook een ontbijt bij het gekende koffiehuis.
Na deze onderbreking werd het programma hervat. Langs de interstate was er Gsm netwerk en dus werd noch een berichtje gestuurd naar het thuisfront. En na een half uurtje waren we aan onze eerste bestemming: Kolob Canyon.
Hoezo? Dat stond gisteren toch ook al op het programma?
Neen. Dat was de Kolob Terrace Road. Nu gaan we naar de Canyon zelf. Enfin, dat is het plan. Het grootste deel van de ochtend - buiten Zion - was droog gebleven en met hoge bewolking. Maar dat was hier niet meer het geval. Het was terug vlot aan het regenen en na een kleine kilometer veredween de parkweg in de wolken. Niet goed dus. We haalden eerst onze dagstempel in het kleine visitorcenter. We informeerden ook over de toestand van de weg en de zichtbaarheid.
Hier en daar waren er gaten in het wolkendek en kan je mooie zichten zien van de Canyon.
Hmm. We vroegen maar niet naar de grootte van die gaten.
Op weg terug naar de auto werden we nogmaals goed uitgeregend.
We draaiden terug de interstate op. Trop is teveel.
Tommeke stuurde ons nu naar de grens van Utah en Nevada, in het midden van het grootste niets, ook gekend als The Great Basin.
Een keer voorbij Cedar city draaiden we van de interstate. Nu volgden 150 mijl eenzame wegen door welgeteld drie (3) dorpen/stadjes.
Het eerste deel liep nog door gedeelteljk groene velden. Hier hebben ze nog water dus. Na Minersville is dat volledig gedaan. We reden door een halfwoestijn met af en toe een raaf als enig teken van leven. De baan draaide flauw van links naar rechts met een hellinkje hier en een valleitje daar. Zo was er nog enige arbeid voor de chauffeur.
Eens voorbij Milford is ook dat gedaan. We steken twee oude zeebodems over. Telkens met een kaarsrechte weg van meer dan 20 mijl lang. Af en toe kregen we een bui of een beetje zonneschijn maar geen regenbogen.
En dan een verblindende flits.
De engel Gabriel? Neen. Gewoon een idee. Wat als we dadelijk naar het park rijden i.p.v. morgen? Trouwens tussen Utah en Nevada is er een tijdszoneverschil. We komen niet om 3 maar om 2 toe in Baker. Misschien kunnen we de toer van 3 uur nog hebben en hoeven we niet te wachten tot morgen. Als we morgenvroeg dan ook de rest van het park doen, hoeven we maar een nacht in Baker te blijven en kunnen we de rit van maandag van 600 kilometer in twee splitsen. Dat is veiliger. En dan lopen we het risico niet om twee nachten in een baancafe zonder gsm, internet of propere kamers te moeten blijven. (enkel het eerste klopte)
Zo gezegd zo gedaan. Tommeke werd geherprogrammeerd. ETA (estimated time of arrival) 14u30 Utah tijd dus half twee lokaal. We snorden verder over de UT-21 met als doel Baker, NV en het locale park. De weg was nog altijd kaarsrecht. De natuur gelig, de lucht zwart, wit, grijs of blauw. Vermoeiend.
Om kwart na een stonden we in het VC. En ja hoor er was nog plaats voor het bezoek aan de Lehman grotten om 3 - zaterdag was de eerste dag dat alle toers uitverkocht waren sinds de zomermaanden. Voor 20$ mogen we mee.
Wat nu? Misschien een late mini-lunch met wat crackers kaas en lunchworst. Ondertussen was het regenweer tot aan het park geraakt. En de toppen boven de 3000 meter begonnen wittekes te worden. Oei. Hopelijk is het er binnenkort ook niet "road closed".
Om half drie pikken we nog een filmpje mee over de grotten, duidelijk uit de jaren dertig of veertig. Zuinig zijn ze hier wel.
En dan was het zover, we werden opgesloten in een donkere grot en iemand deed het licht uit.
Na een minuutje grappen van de ranger en een hysterische baby krijgen we dan toch alles te zien. Zo een beetje als de grotten van Han maar dan veel compacter en met een aantal unieke rotsformaties zoals parachutes ttz geen stalagtieten of stalagmieten maar twee cirkelvormige schijven silicaat die parallel aan elkaar verder groeien en als het boven al eens te nat is, dan loopt het water zo naar beneden alsof het de kabels van een parachute zijn.
Na een uurtje mochten we terug naar buiten. Veel te snel trouwens. Het was buiten koud en nat. Omdat we allemaal snel waren hadden we wel de volledige toer van 90 minuten in 60 minuten gekregen.
Terug naar het VC, of de weg naar boven nog goed was? Er was een macho ranger net aan het vertellen of hoe gevaarlijk het wel was. De rangers wouden het ons niet verbieden maar ...
Dus gingen we op zoek naar onze Border Inn. Letterlijk op de grens van Utah en Nevada op US-6 en US-50. maar aan de Nevada-kant zodat er kon gegokt worden.
Er was Wifi, propere lakens en lekkere burgers en werkende TV, iets waar ze in Zion niet in slaagden - de twee laatste dingen toch.
Tot de volgende keer.
Abonneren op:
Posts (Atom)