zondag 31 oktober 2010

Dag 22 – Van de hel naar een plek van verderf (Update)

Dag lieve lezerkes,

Dit verhaal is een beetje vertraagd.

Door omstandigheden.

Die we jullie niet gaan verklappen.

Waar waren we gebleven? Juist ja, de warmste plek op het westelijk halfrond. Of was het nu de diepste plek op het westelijk halfrond.

Waarschijnlijk het tweede. Het eerste is hoogstens tijdens de zomermaanden.

Vanmorgen was het vroeg ochtend.

ZO vroeg.

Hoe vroeg?

Wel in Bryce hebben we twee pogingen gedaan om een mooie zonsopgang te hebben (ZO). In Zion moet je daarvoor een nachtje op een berg doorbrengen (zo avontuurlijk zijn we nu ook weer niet). En dit was een beetje de laatste kans op een zonsopgang.

De vorige dagen was die niet helemaal gelukt. De eerste maal omdat het zo hard waaide dat je gezandstraald was nog voor de zon op was. De tweede maal omdat iemand slaap nodig had. Vandaag was het dus anders. Geen wekker gezet maar gewoon het slecht geweten geactiveerd/slecht geslapen.

Het begon dan nog met een valse start. Om half drie. In Californië hebben we negen uur tijdsverschil met België. Als je dus niet oplet, dan gaan je alarmen midden in de nacht af. Steven had ze allemaal verzet … behalve een, vannacht. Alhoewel. Voor Sandra kon het blijkbaar geen kwaad. Die hoopte dat het al half zeven was …
Om half zeven was de hemel al klaar. Enkele minuten later stonden we al buiten, uitgerust met camera, fleece en eenpoot. Om wat fotokes te maken van de zon die de bergen verlicht.

We hadden al een goeie plaats gevonden, boven het zwembad met zicht op de indianen en de ranch. Elke 5 minuten of zo werd een afwachtende foto genomen. Kwestie van de intrede van het (indirecte) licht in de vallei te noteren. Zo werd de tijd gevuld tot ongeveer half acht. Het echte moment van de zonsopgang.

De hemel was – vergeleken met de vorige dag – al heel goed opgeklaard, maar … in het oosten hing er nog altijd een sluiterbewolking. – Je voelt het al komen – De bovenste topjes van de bergen werden even verlicht en dan, hups, het licht was weer weg.

Gadver.

Enfin, een tiental minuten later was de zon ook boven de laatste wolken uitgekomen en kon je mooi volgen hoe het licht verder de vallei inkroop, tot alle huisjes en boompjes en beestjes en zandkorreltjes terug aan een dagje bakken en braden konden beginnen.

Ondertussen was het al bijna acht uur geworden. Tijd om te controleren of Sandra al zin had in ontbijt.

Nja, Njeen.

Er zat meer achter. Eens uit bed, dan wisten we wat het doel was … de laatste (lange) rit op weg naar de eindbestemming. Als we de vorige dagen nog konden beweren dat we niet wisten welke dag het was (tenzij voor de blog) dan konden we nu niet voorbij de waarheid. ’t Is bijna gedaan met spelen.

Ontbijt werd niet op bed of op de veranda gedaan. We namen een laatste ontbijt met service op het schoon verdiep. Genoeg eten en drinken om het tot in Vegas uit te houden.

De kamer werd opgekuist, de auto naar boven gereden en de valiezen een voorlaatste keer ingeladen. Water bijgevuld. Eens tegen de banden geschopt.

Pfff.

Neen, niet een lossende band maar de berusting dat er een tijd is gekomen van vertrekken.

Maar we hebben wel nog wat op het bezoeklijstje staan.

We volgen de normale weg naar Vegas niet. Die deden we vorig jaar namelijk al – slaapverwekkend trouwens. Nee. We gingen langs het diepste (en warmste) plakje op het westelijk halfrond, Badwater. Vergeleken met vorig jaar leek de zoutvlakte een stuk groter en egaler. Maar ja, het geheugen durft al eens een spelletje te spelen met de arme mens die er eigenaar van is. Echt warm was het niet op die plek. We stonden er wel 86 meter onder water. Verder was alles zoals op de duizenden foto’s van deze plek. Weinig water, droge lucht, veel toeristen. En een beetje leven. Een meeuwachtige vogel zat op een eilandje midden het brakwater. Duidelijk gewond. Een vogel voor de kat – i.c. coyote – wanneer die door het water durft. Zoniet zullen de kraaien alles wel opkuisen.

Terwijl iedereen terugkeerde naar Furnace Creek in het Noorden, keerden wij naar het Zuiden. Een eenzame weg richting de Mojave woestijn. Onderweg moesten we nog een noodmaneuver maken voor de enige tegenligger op deze weg. De man had een jonge coyote gezien langs de weg en blokkeerde alle vakken. Bang? Alleszins was de coyote bang. Die durfde geen kant meer uit. Arm beest. Arme toerist.

De weg slingerde zich verder door berg en dal. Met een pas over 400 en 1000 meter raakten we weg uit de vallei van de dood. En, tiens, het werd hier ook warmer. Dat staat zo toch niet in de boekskes hoor!

We passeerden door Shoshone, een klein indianendorpje. Hoe moest het nu verder? Alle wegwijzers (en Tommeke) stuurden ons op de CA-178. Maar dan moesten we naar het noorden en Vegas ligt in het zuiden. Onze goesting op unpaved was ondertussen gestopt. We volgden dan maar de GPS. De Old Spanish Trail was het alternatief maar die weg was (vroeger) in niet al te beste staat.

Na nog meer eenzaamheid kwamen we dan terug in Nevada. En dadelijk sprongen alle lichten op rood. We waren de grens nog niet over of een grote zwarte sedan draaide zich in het stof niet achter de grens. Wisten ze dat we op komst waren? Ziet Steven er teveel uit als Osama met zijn lange grijze baard? Of reden we nogal vlot?

In elk geval, de State Trooper kwam dadelijk achter ons aan. De eerste flik in feite in drie weken. Onze tuut wist niet waar hij het had. Zo strikt hadden we nog nooit de regeltjes gevolgd. Enfin, na een tiental mijl snorde de Trooper ons voorbij, tegen 50 waar je maar 35 mocht. Where’s the police when you need them?

En kijk, we waren zover in de beschaafde wereld beland dat ook AT&T besloten had om er een GSM-mast neer te poten. Konden we nog eens laten weten dat alles ok was. Ook al was het bijna tien uur ’s avonds in Europa.

Meer eentonigheid langs de weg. Meer State Troopers langs de weg. Meer klungelende chauffeurs langs de weg.

Pfff.

Nog een laatste onderbreking. We namen de afslag naar Red Canyon. Langs Red Canyon road kwamen we een aantal burros tegen. Dat zijnn geen reuze-buritos maar wilde ezels. Er is geen Trooper te zien en dus draaien we ons om over een dubbele lijn. Snel wat foto's genomen en na een tweede keerom gaan we verder naar de echte Canyon. Naar het schijnt hebben we dat 10 jaar geleden ook bezocht. Toen was het nog een onverharde weg ver van Vegas. Nu een megalomaan visitor center en veel volk, heel veel volk. Stel je voor dat Blankenberge op 15 kilometer zou liggen van Brussel. De natuur werd vertrappeld door dagjesmensen en de Scenic Route was een grote parkeerplaats. Een afsluiter in mineur in feite. Of waren we teveel gewoon geworden en legden we de lat te hoog?

In elk geval, Vegas zagen we van hier al schitteren als een echt fata morgana. We konden er niet meer tussenuit. Op weg naar onze laatste slaapplaats.

We reden Vegas binnen langs de gewone straten en begonnen echt op de noordkant van de strip. Langs oude glories – die afgebroken worden –, langs nieuwe mastodonten zonder karakter tot in de file van taxi’s en bussen en huurauto’s vol met toeristen. En die laten deze mallemolen draaien, een beetje trager dan vroeger maar toch.

Moeder, leg de kredietkaart in de kluis en gooi de combinatie weg. Ze zijn in Sodom en Gomorra.

(Update)

Na een korte verfrissing gingen we op zoek naar wat eten en wat kwalitatieve ontspanning. Het eerste was niet zo moeilijk op de Strip. Het tweede is heel wat moeilijker.

Uiteindelijk hadden we ’s morgens beslist om toch maar kaarten te kopen van een Cirque du Soleil, als verlate verjaardagsfuif. We kozen voor Kà in het MGM.

We hadden maar tot 6 om onze kaarten op te pikken. Dus eerst mochten we de volledige vloer van het MGM afzoeken tot we de ticketverkoop vonden. In elk geval het MGM is een heel groot hotel met een heel groot casino. Bangelijk groot. En file aan de ticketverkoop was ook al groot maar na een kwartiertje hadden we dan toch onze tickets. Ook al waren ze last minute, het waren toch goeie plaatsen. Oef.

Dan een bezoek aan de texmex:-)

En dan terug door de doolhof van het MGM naar het Kà theater.

Wat is Kà? Het verhaal gaat over een Koninklijke tweeling. Wanneer ze aankomen aan het koninklijk hof wordt dat overval en de Keizer en Keizerin vermoord. De tweeling kan vluchten maar ze raken elkaar kwijt. Via omzwervingen bij rare volken en beesten komt het uiteindelijk tot het (typische) epische gevecht tussen goed en kwaad.

Kà is geen typische Cirque du Soleil stuk, net zoals O dat we vorig jaar ook in Vegas zagen. Omdat de attractie statisch is, kunnen ze veel meer speciale effecten gebruiken. Bij O is dat het grote zwembad, bij Kà werken ze met verschillende grote platformen die in alle richtingen kunnen draaien en bewegen. Het grootste platform is 8 op 15 meter, kan horizontaal volledig rond draaien, beweegt tot 22 meter hoog en kan zo draaien dat het volledig vertikaal hangt.

Na anderhalf uur verbazing waren we klaar voor een nachtje Vegas.

Tot lezens,

Geen opmerkingen: