maandag 25 oktober 2010

Dag 16 - naar het grote bassin

Hallo,

Vandaag verlaten we Utah voor goed.

Als je wil weten hoe de ochtendstond was, lees dag 15 nog eens. Enige verschil, nu regende het echt pijpestelen. De valiezen werden dichtgegooid. De portier verzoop quasi op weg naar de auto. Dan de rest van de bagage en we waren klaar voor checkout. Nog een laatste koffie op de rekening en wegwezen.

Enkel koffie?

Wel we moesten een kleine technische wijziging aanbrengen aan het parcours. De harde schijf van de pc begint aardig vol te lopen dankzij 7D files. Dus bleef enkel nog de backup harde schijf over. Dat is een beetje gevaarlijk - derde wet van Murphy zegt "je backup zal kaput zijn wanneer het origineel niet meer bestaat" (of zoiets). Dus zat er niets anders op dan een bijkomende HD aan te schaffen. Een omweg van zo'n 20 mijl. En daar de *bucks op minder dan 2 kilometer was, ook een ontbijt bij het gekende koffiehuis.

Na deze onderbreking werd het programma hervat. Langs de interstate was er Gsm netwerk en dus werd noch een berichtje gestuurd naar het thuisfront. En na een half uurtje waren we aan onze eerste bestemming: Kolob Canyon.

Hoezo? Dat stond gisteren toch ook al op het programma?

Neen. Dat was de Kolob Terrace Road. Nu gaan we naar de Canyon zelf. Enfin, dat is het plan. Het grootste deel van de ochtend - buiten Zion - was droog gebleven en met hoge bewolking. Maar dat was hier niet meer het geval. Het was terug vlot aan het regenen en na een kleine kilometer veredween de parkweg in de wolken. Niet goed dus. We haalden eerst onze dagstempel in het kleine visitorcenter. We informeerden ook over de toestand van de weg en de zichtbaarheid.

Hier en daar waren er gaten in het wolkendek en kan je mooie zichten zien van de Canyon.

Hmm. We vroegen maar niet naar de grootte van die gaten.

Op weg terug naar de auto werden we nogmaals goed uitgeregend.

We draaiden terug de interstate op. Trop is teveel.

Tommeke stuurde ons nu naar de grens van Utah en Nevada, in het midden van het grootste niets, ook gekend als The Great Basin.

Een keer voorbij Cedar city draaiden we van de interstate. Nu volgden 150 mijl eenzame wegen door welgeteld drie (3) dorpen/stadjes.

Het eerste deel liep nog door gedeelteljk groene velden. Hier hebben ze nog water dus. Na Minersville is dat volledig gedaan. We reden door een halfwoestijn met af en toe een raaf als enig teken van leven. De baan draaide flauw van links naar rechts met een hellinkje hier en een valleitje daar. Zo was er nog enige arbeid voor de chauffeur.

Eens voorbij Milford is ook dat gedaan. We steken twee oude zeebodems over. Telkens met een kaarsrechte weg van meer dan 20 mijl lang. Af en toe kregen we een bui of een beetje zonneschijn maar geen regenbogen.

En dan een verblindende flits.

De engel Gabriel? Neen. Gewoon een idee. Wat als we dadelijk naar het park rijden i.p.v. morgen? Trouwens tussen Utah en Nevada is er een tijdszoneverschil. We komen niet om 3 maar om 2 toe in Baker. Misschien kunnen we de toer van 3 uur nog hebben en hoeven we niet te wachten tot morgen. Als we morgenvroeg dan ook de rest van het park doen, hoeven we maar een nacht in Baker te blijven en kunnen we de rit van maandag van 600 kilometer in twee splitsen. Dat is veiliger. En dan lopen we het risico niet om twee nachten in een baancafe zonder gsm, internet of propere kamers te moeten blijven. (enkel het eerste klopte)

Zo gezegd zo gedaan. Tommeke werd geherprogrammeerd. ETA (estimated time of arrival) 14u30 Utah tijd dus half twee lokaal. We snorden verder over de UT-21 met als doel Baker, NV en het locale park. De weg was nog altijd kaarsrecht. De natuur gelig, de lucht zwart, wit, grijs of blauw. Vermoeiend.

Om kwart na een stonden we in het VC. En ja hoor er was nog plaats voor het bezoek aan de Lehman grotten om 3 - zaterdag was de eerste dag dat alle toers uitverkocht waren sinds de zomermaanden. Voor 20$ mogen we mee.

Wat nu? Misschien een late mini-lunch met wat crackers kaas en lunchworst. Ondertussen was het regenweer tot aan het park geraakt. En de toppen boven de 3000 meter begonnen wittekes te worden. Oei. Hopelijk is het er binnenkort ook niet "road closed".

Om half drie pikken we nog een filmpje mee over de grotten, duidelijk uit de jaren dertig of veertig. Zuinig zijn ze hier wel.

En dan was het zover, we werden opgesloten in een donkere grot en iemand deed het licht uit.

Na een minuutje grappen van de ranger en een hysterische baby krijgen we dan toch alles te zien. Zo een beetje als de grotten van Han maar dan veel compacter en met een aantal unieke rotsformaties zoals parachutes ttz geen stalagtieten of stalagmieten maar twee cirkelvormige schijven silicaat die parallel aan elkaar verder groeien en als het boven al eens te nat is, dan loopt het water zo naar beneden alsof het de kabels van een parachute zijn.

Na een uurtje mochten we terug naar buiten. Veel te snel trouwens. Het was buiten koud en nat. Omdat we allemaal snel waren hadden we wel de volledige toer van 90 minuten in 60 minuten gekregen.

Terug naar het VC, of de weg naar boven nog goed was? Er was een macho ranger net aan het vertellen of hoe gevaarlijk het wel was. De rangers wouden het ons niet verbieden maar ...

Dus gingen we op zoek naar onze Border Inn. Letterlijk op de grens van Utah en Nevada op US-6 en US-50. maar aan de Nevada-kant zodat er kon gegokt worden.

Er was Wifi, propere lakens en lekkere burgers en werkende TV, iets waar ze in Zion niet in slaagden - de twee laatste dingen toch.

Tot de volgende keer.

Geen opmerkingen: