donderdag 17 september 2015

Dag 6 - Serengeti, een kraamliniek

Dag lieve lezertjes,

Eerst enkele dienstmededelingen.

1. Neen. Ik ben niet in staking. Maar mijn baasjes hebben beslist om vier nachten in een tentendorp te logeren. Het internet is er nog maar net gearriveerd en er is maar een plaats waar je kan internetten. Dus het gaat allemaal wat trager.

2. Dankjewel voor Maria die mijn smeekbede gehoord heeft en een commentaartje heeft geplaceerd op mijn blog. Ik zal aan Sandra vragen noe ik je een likje kan teruggeven. Dankjewel.

En dan nu het verhaal van dag zes.

Over de ochtend valt niet zoveel nieuw te vertellen. Opstaan om zes - pffff - eten om zeven, vertrekken om acht.

Er was veen Nelson in de buurt dus alles ging vlot, enkel waren mijn baasjes aan de trage kant en moesten ze zicht dan toch nog haasten.

Maar kom we waren een van de eerste om te vertrekken. Dus goed zo voor team Um.

Alleen was het buiten niet echt zoals andere dagen. Het was fris, een beetje vochtig en je kon met moeite tien meter ver zien. Heel gevaarlijk op alle wegen maar zeker op de Afrikaanse want er zijn nogal wat chauffeurs die denken als ik het gevaar niet kan zien, dan zijn er geen gevaren.

Dat we in de mist zatten was wel logisch. De rand van Ngorongoro krater ligt op 2000 meter. En als er wolken zijn dan lopen die tegen de berg aan s nachts. Overdag niet want dan is het beneden zo warm dat de wolkjes liever wat hoger gaan drijven.

En dus moest Moussa, onze driver, heel voorzichtig rijden. 

We reden eerst nog een stukje op de kraterrand, maar dan begonnen we te dalen. En met elke meter werd het zicht beter en begon ik eindelijk op te warmen. Want eigenlijk feitelijk had ik vanmorgen wel kou.

Onze chauffeur reed vlot door want tegen half elf moesten we aan het check point in Serengeti zijn, een dikke twintig kilometer in het Serengeti park. En weke weet wie of wat komen we onderweg nog tegen.

Wel we kwamen veel Masai tegen want in Ngorongoro mogen de Masai blijven wonen in tegenstelling tot de Serengeti. Jongens met een paar geiten, mannen alleen of met een harem van vijftig of meer koeien. Af en toe een dorpje omringd met een dikke ring van takken tegen de wilde beesten.

Af en toe zagen we wat antilopen, een keer een giraf. Voor de rest leek de vlakte verlaten.

Na meer dan een uur rijden zagen we in de verte een bouwsel boven de straat staan, de oost gate van Serengeti. We zaten goed op schema.

Het landschap veranderde niet echt. In de verte konden we wel een zwarte stippellijn van gnoes en/of zebra's zien. Maar het was toch redelijk eentonig en ik moet bekennen dat mijn oogjes wat dichtvielen.

Zo rond tien uur kwam dan een heuvel in zicht, een kopje heet dat hier blijkbaar. Hier was de controlepost voor Ngorongoro. We waren op tijd. Moussa verdween een kwartiertje om de papieren in orde te brengen. Wij maakten een wandeling tot bovenop het kopje en amuseerden ons met de vogeltjes die hoopten op een verloren kruimel brood of koek.

Moussa kwam terug met de vraag of hij een stukje mocht terugrijden richting Ngorongoro. Want hij had iets gehoord. Natuurlijk mocht.

Nog geen kilometer verder stonden we stil bij een paar andere jeeps. Op een honderd meter van de weg was een rots met wat boompjes op. Wij hoopten dat dit het huis van een luipaard was. Maar nee hoor. Net ervoor zat een jachtluipaard. Die stond wel niet op mijn lijstje maar ik vond dat toch ook een mooi dier. Ik heb die al een paar keer gezien in het safaripark van San Diego maar inzet echt is dat nog meer indrukwekkend. Hij kwam naar ons toe geslenterd. Ik was niet bang hoor. Want ik wist dat hij aan mij nooit veel te eten zou hebben. Uiteindelijk kwam hij tot bijna vijf meter van ons maar een andere chauffeur maakte zoveel kabaal dat hij terug naar zijn huisje ging. snif. Mooi.

 En dan ging het verder richting west.

Een half uurtje na het jachtluipaard stopte Moussa terug. Hij zag een leeuwin lopen langs de rand van de weg. Net begonnen aan een jachttoer. We volgden haar stilletjes maar op een opgeschrikte vogel na, waren er weinig prooien te zien.

Ondertussen was er achter ons - waar we de leeuwin eerst gezien hadden - wel wat tumult ontstaan. We gingen dus eens kijken. Wat bleek. De leeuwin had twee heel kleine wespjes verborgen in het struikgewas. En dus was iedereen zich daar aan het vergapen.

JÀ, ze waren echter schattig die kleine leeuwtjes. Zelfs ik, een rasechte jachthond moet dit toegeven.

Maar niet getreuzeld, er wachten nog vele kilometer bush drive.

En we moesten nog altijd een luipaard vinden.

Moussa begon dan de kleine wegeltjes naast de hoofdweg in te rijden. De radio tetterde continu. Er was dus nog iets in de buurt. Eerst bezochten we nog wat kopjes maar ook hier waren geen katten te zien. Maar nog een beetje verder hadden we eindelijk prijs.

En wat hadden we gewonnen? Nog een jachtluipaard, een vrouwtje ditmaal. Duidelijk op zoek naar eten. Ze zat op een klein heuveltje en hield de omgeving goed in het oog. En na een paar minuten kwam het bericht over de radio dat ze niet alleen was. Er zouden ook vier jonge katten moeten in de buurt zijn. En ja hoor, daar zagen we ze net door het gras sluipen, richting mama. Jipie. Dat was dan al het tweede gezinnetje vandaag.

Ik begon eigenlijk wel een beetje honger te krijgen. En dus begonnen we stilaan doorgeven steken naar de enige picknickplaats in de buurt. Onderweg zagen we nog wat jeeps tegen hoge snelheid in de zelfde richting rijden. Wat was er hier aan de hand?

Bingo. Bingo. Bingo.

Mijn bingokaart was vol. In een van de bomen lag een luipaard nogal ongemakkelijk tussen twee takken in. Nu durf ik eindelijk terug naar huis gaan met een vijf op vijf. Ondertussen konden we ook nog een truck-bus pogingen zien doen om te keren op een weg die nog geen drie meter breed was. Hilarisch.

En het werd nog beter want een honderd meter verder zat er nog iets in de bomen. Twee jonge luipaarden zapten mama na, maar zij hadden wel een meer comfortabele tak uitgekozen.

Oh. Wat was ik blij.

Dat moet ik echt aan kleine en grote loebas vertellen. Hoe zou het met hun zijn? Ik mis ze wel veel.

En dan was het tijd voor de piknik. Boven op een kopje. En er stond zelfs een drinkbusje - een busje dan drank verkocht, onder leiding van een missiezuster dan nog. Nou moe.

Na de lunch moesten we naar het westen beginnen rijden.  Eerst moesten we de auto nog eens laten drinken. Daar kwamen we dan weer verschillende kuddes giraffen tegen en natuurlijk antilopen, zebra's, gnoes, krokodillen en nijlpaarden. In een vijver lagen de nijlpaarden zo dicht op elkaar dat er bijna geen water meer in kon staan, alleen nog wat modder om hun teer velletje te beschermen. Bah, vies. Ik heb ook een teer velletje maar ik ga me toch nooit met modder instrijken hoor.

Na een tijdje waren we de enige jeep nog in de buurt. Wij gingen blijkbaar naar een heel speciale plek. Onderweg kwamen we ook nog een hyena tegen van de afvalmaatschappij. Er was een kleine antilopen aangereden door een jeep en de hyena kwam het beest opruimen. En dat deed hij heel stilletjes. Want in tegenstelling tot leeuwen die alles delen, zullen hyena's enkel vechten over een karkas. Je kon dus maar beter stil zijn en eten. Ik vind dat ook trouwens, anders gaan de loebassen met mijn brekkies lopen.

Een tiental ikIsomeer verder stond een grote groep zebra's te wachten. Plotseling kwam de eerste in beweging. En dan al de rest. Ze stormden met veel lawaai naar de overkant van de weg. Dat was dus een zebra crossing. Iedereen lachte behalve ik. Gelukkig kreeg ik de uitleg. Zebra crossing heeft in feite twee betekenissen in het Engels. Buiten Afrika betekent dat zebrapad maar hier betekent het dat er veel zebra's de baan oversteken.  

Daarna werd het wel eentonig. Kilometer na kilometer hotsen en botsen. De radio viel stil. Ik biel in slaap. Moussa remde plots heel hard ... Voor een bezoek aan een Bush toilet. Er stond geen boom in de buurt dus ik moest nog maar wat wachten. Na nog meer hotsen en botsen kregen we eindelijk bordjes te zien, een teken van leven. We. Ochtend afdraaien naar een "luxury lodge". O o, wat hebben mijn baasjes nu besteld? En ik droomde om eens in een tent te kunnen slapen.

Maar het ging verder met hotsen en botsen. We gingen over een rivier die droog stond met naast de wasplaats een kabelbrug. Die moeten ze gebruiken in het regenseizoen om klanten van het hotel naar de overkantvan de rivier te brengen want je kan er niet door met een jeep of truck-bus.

Hier zagen we eindelijk terug wat meer beestjes. Maar ze kwamen allemaal al voor op mijn lijstje van de vorige dagen.

Eindelijk kwamen we aan in de lodge. We kregen een briefing en de goeie raad om savonds niet alleen rond te lopen maar een van de Masai krijgers ons te laten brengen waar we waren. Oei oei oei wat hebben mijn baasjes nu weer besteld.

En dan kwamen we aan onze kamer. Moeilijk te beschrijving. Twee kanten waren stenen muren maar de rest was allemaal tent. Jippie ik kan voor de eerste keer on een tent slapen vannacht. Hopelijk maken de wilde beesten niet teveel lawaai.

O ja, heb ik al gezegd dat er maar een heel beperkte toegang is tot internet. Dat wordt zweten voor Sandra. En of ik mijn blog wel kan posten, weet ik niet. Maar als jullie hem lezen dan weten jullie wel dat het gelukt is.

Sayonara,

Sloefie-san.

Geen opmerkingen: