zaterdag 12 september 2015

Dag 2 allemaal beestjes

Hehe.

Vandaag mocht ik eens uitslapen, wel tot zeven uur. Wat een luxe.

Niet dat ik zo lang geslapen heb hoor. Rond zes uur - vijf uur in België - begonnen er allerlei geluiden rond de kamer te klinken. Gepiep, gehijg, gebruik, af en toe een doffe bonk. Ik voelde me toch niet helemaal op mijn gemak.

Zou ik opstaan en eens gaan blaffen aan de deur zoals echte schoothondjes of gewoon Sandra haar armen blijven liggen? Ik koos voor het tweede. De deur was toch op 's.oT, hoopte ik maar.

Enfin, dus om zeven uur ging de eerste wekker af. Maar ik mocht blijven soezen. Mijne mise-en-place nietwaar. Vanop het bed kon ik wel de grote mensen drama's volgen. Korte of lange broek? Topje of niet?

Niet mijn probleem. Ik trek mijn adamskostuum aan.

Oei, ik val hier zo te lezen in herhaling.

Na een uurtje mocht ik dan eindelijk uit bed, op weg voor het ontbijt. Hoe zou dit verlopen? Kreeg ik een banaan of een mango als ontbijt of lekkere brekkies en worstjes en spek en zo? 

Oef. We mochten zelf kiezen. Alhoewel. Steven leek wel een vroege zonneslag te hebben. Die begon dadelijk met een bord vers fruit. Oei oei oei. Ik ben dan maar beginnen bidden tot de arme Klara dat ze voor spek en eitjes zou zorgen. (Dienst nota: sloefie haalt hier het een en het ander door elkaar. In Dendermonde bracht je eieren naar de arme klaren als je geen regen wou op een belangrijke dag. Het resultaat zou niet lang op zich laten wachten)

En joepie, dan kwam een lieve mijnheer vragen of we een eitje wilden oppeuzelen. Ik kon de man bijna kussen. Het werden dan twee paardenogen met extra spek en een worstje voor mij. Njam njam.

Ik deed ijverig of ik een stukje fruit aan het opeten was, maar in werkelijkheid lukte ik er alleen maar aan. Ik wou plaats houden in mijn buikje voor de spek en worst. Njam njam.

Na enkele minuten was de mijnheer al terug. De eitjes waren wel een beetje raar. De eierdooiers waren bijna wit. Zou dat kunnen omdat de kippen hier altijd in de felle zon moeten lopen? Maar het worstje en de spekjes waren des te lekkerder. Njam njam.

Na het ontbijt moesten we ons toch een beetje spoeden. Om negen hadden we afspraak met de toerOrganisatie en een chauffeur. En we moesten nog tandjes poetsen en rugzakje Klaarmaken.

Maar geen paniek. Ik was snel klaar en kon zo iedereen heel hard helpen. Alleen zag ik nu al dat hun zakjes veel te zwaar gingen zijn. Hopelijk moeten ze niet veel wandelen.

Maar toen we buiten kwamen, wachten ons wel een natte douche. Het begon te regenen, eerst stilletjes dan harder. (Dienst modeling: dat was nu het resultaat van de grote vergissing van sloefie over de Heilige Klara en eieren. Hij had wel xijn worstjes maar wij hadden de regen.)

Oei oei oei. Hebben we daarvoor tien uur in een vliegmachien gezeten?

Maar iedereen stelde ons gerust. Het was nog geen regenseizoen en het zou snel stoppen.

Na een korte babbel met de dame van het buro en de chauffeur -  ik ben zijn naam al vergeten maar we mogen hem Mousse noemen - konden we op weg.


Om de dag op te warmen eerst een kilometer Afrikaanse massage. Zou noemt men hier niet geasfalteerde  wegen met putten en buiten en scherpe stenen. Slecht voor de auto, slecht voor de rug en slecht voor de banden.

Nadat we de lieve dame hadden afgezet aan de hoofdweg, konden we eindelijk op weg naar onze eerste bestemming, Arusha National  Park. 

En we reden in feite de weg terug naar het vliegveld, maar niet voor lang. Aan een grote rozenkwekerij sloegen we langs af richting de grote berg Mount Meru. Niet dat er van de berg veel te zien wat. Het regende nog altijd en het zicht naar boven was nog geen honderd meters. Meru is er meer dan 4000 meter hoog.

De chauffeur legde uit wat voor groenten er allemaal gekweekt werden langs de weg. Bananen, mango, rode bonen, maïs, zoete pataten en koffie. De groene en witte bonen waren weing in trek en enkel gekweekt voor export.

En dan kwam er een tweede massage. De laatste kilometers tot het park waren een goeie voorbereiding op de wegen in het park.


Aan de ingang van het park stond een grote olifant ons op te wachten. Ik was eerst wel bang maar dan zag ik dat er mensen gingen onder staan. Het was dus geen echte. Oef.

Het eerste stukje bracht ons naar de kleien serengeti. Zo genoemd omdat het een kleine grasvlakte met kleine bomen Is, een beetje zoals de Serengeti. Je moet het ook niet altijd te ver zoeken.

Op de Serengeti hebben ik mijn eerste wilde beesten gezien. Witte paardjes met zwarte strepen. En niet als de oversteekplaats en voor voetgangers werden ze zebras genoemd. Raar hé!
 

Na de Serengeti  reden we vervolgens naar een kleine ingestorte krater, een caldera zei one gids, niet zomaar een krater. Daar reden we tot een uitkijkpunt over de krater. En daar konden we een aantal buffels zijn grazen met jonkies erbij. Mooi.

Er stond ook een busje uit Kenia geparkeerd. Maar deze mensen waren niet content 't. Ze hadden nog niet veel dieren gezien, en zebras en giraffen vond je ook in Kenia. Zonde, zonde.

En daarna gingen we naar een aantal meertjes aan de andere kant van de vulkaan. Daar zouden veel flamingos zitten. Jipie, dan kon ik eens hard boe roepen zodat ze allemaal als een roze vlaag zouden opstijgen. Maar we hadden pech. De flamingos waren blijkbaar op reis, er was er geen enkele te zien.


Tijd om te lunchen dus. We hadden vanalles van het hotel meegekregen. Geen spek of worstjes spijtig genoeg. Dus heb ik dan maar samen met Steven een kippenbouten opgepeuzeld. Dat smaakt ook.

Als we rond de meertjes gereden waren, konden we verder op zoek naar beestjes. Sandra klopte af en toe naar een mug, maar ik keek vooral uit naar de beestjes. We kwamen giraffen tegen, waterpokken, buffels, wratten wijnen, bavianen en blauwe teenoftander aapjes. Sandra heeft ik nog wat speciale vogels gevonden zoals ibissen or een zeldzame arend. Jaja, arenden vind je bijna overal in de wereld blijkbaar,

De gids wou ons toch nog een speciaal soort zwartwit aapje tonen want dat was typisch voor hier blijkbaar. Maar geen chance voor ons. Zelfs langs een smalle jeeptrail kwamen we ze niet tegen.

En zo kwam er stilaan een einde aan ons bezoek aan Arusha NP. We konden nog een stukje van de ochtend opnieuw doen maar we waren in feite voldaan. En dus bracht de gids ons terug naar het hotel. 

Daar konden we nog wat uitrusten voor het avondeten onder de bomen. Met een lokaal biertje erbij en een praatgrage garcon.

Hoe zou het moet mijn broers zijn? Ik mis ze wel. 

Tot morgen.

Akuna matata.

Sloefie de safarihond

Geen opmerkingen: