maandag 14 september 2015

Dag 5 - drie op vijf en een dubbele deliberatie

Dag allemaal.

Ik heb alweer de pen ter hand genomen om jullie kond te doen van mijn avonturen op dag vijf.

Ondertussen zitten we al in Lake Manyara.

Neen, niet Lake Mañana.

We zijn klaar voor het begin van de klassieke Tanzania toer.

Maar eerst nog wat weetjes van gisteren. 

1. Ik heb aan Sandra gevraagd om wat fotootjes te selecteren.
2. Terwijl we aan het wachten waren voor het diner Is tweemaal de stroom uitgevallen. Enkel WiFi werkte nog. 
3. Ondanks alle mooie liedjes van Stef Bos over Zuid-Afrika, kan een groep Afrikaners toch hard storen wanneer ze in hun zuiders dialect aan het praten zijn.

genoeg over gisteren Wat is er vandaag allemaal gebeurd?

Allereerst een vergissing. De wekker stond een uur te vroeg. Om half zes. Dus nog vroeger dan op een gewone werkdag. En dat op maandag. Bah. zo gingen we natuurlijk wel grandioos op tijd zijn later.

Tegen traag tempo waren we klaar voor het ontbijt van half zeven. we kozen voor de gewone dingen voor een keer. Twee eitjes, wat spek en wat worst. Een echt hondenleven dus.

Om half negen stonden we gepakt en gezakt klaar voor de jeep. En we konden als eerste vertrekken. Jipie.

Moussa wou wel nog eens stoppen bij een winkeltje langs de weg. Niet zo chique als de winkels langs de grote weg en dus misschien ook wel wat meer origineel of wat minder duur.

Daarna ging het bergop. We moesten uit de grote Rift Vallei, dat is een sleuf van noord naar zuid dwars door Afrika en een stukje van het Midden-Oosten.En om naar Ngorongoro te rijden moesten we dus uit de vallei.

De weg was wat minder goed dan gisteren en de huisjes waren wat armer. Dat was geen streek met Masai maar met mensen van allerlei stammen. Vooral boeren.

Na een uurtje kwamen we in een drukker stadje, het voorgeborchte van het park. Omdat er in Ngorongoro niet meer mag gebouwd worden, komen de nieuwe lodges naar dit stadje. En dus groeit de bevolking ook snel aan op zoek naar werk.

Een kwartiertje later waren we dan aan de poort van het park.

En naar goede afrikaanse gewoonte was het hier alweer wachten geblazen. Want als ze hier iets geleerd hebben, dan is het wel bureaucratie.

Maar uiteindelijk mochten we dan toch het park binnen voor 24 uur - langer mag niet met een gewone permit - en we gingen dadelijk de berg op. Want Ngorongoro is in feite een caldera, een grote vulkaan die leeggelopen is en dan ingestort door zijn eigen gewicht. En omdat je als dier er wel redelijk makkelijk in kan maar niet uit, is het leven in de krater heel gediversifieerd. Dit zijn mooie woordjes hé? Die heb ik uit een brochure geleend.

Na een rit van een half uurtje kwamen we aan de krater lookout. Spijtig genoeg was het weer nog altijd redelijk mistig en hing er ook veel stof in de lucht. Maar Moussa verzekerde ons dat beneden het licht veel beter ging zijn. En dus was het tijd voor de rit naar beneden. Maar dat ging niet zomaar. Eerst moesten we nog twintig kilometer hotsen en botsen op de rand vooraleer we aan de crater descend kwamen - daar waar je dus naar beneden mocht.

Eerst zagen we niet zoveel beestjes. Een zwijn, een paar gazellen, een struisvogel. Maar na nog enkele kilometers zagen we dan in de verte een traag bewegende reeks zwarte stippen.


In de krater was de jaarlijkse trek naar het laatste water al begonnen. Het was een wirwar van gnoes, zebras en wat buffels. Alleen, het waren er wel veel, heel veel. Op een bepaald moment was onze jeep gevangen in een zee van zwarte en gestreepte lijven. Brrr. Ik kroop snel in een hoekje zodat ik niet vertrappeld zou worden. Op het laatste stukje reden we met de jeep zoals Mozes in de film de Tien Geboden. Alleen was het hier niet de Rode Zee die openging maar een zwarte, stofferige massa beestenlijven.

Maar het was tijd om voort te maken. We hadden nog altijd maar twee op vijf. Gebuisd dus.

We vonden al snel een poel met een kleine kudde nijlpaarden. En terwijl we moesten beslissen waar te eten, hoorden we plots gekwetter over de radio. Er was een groepje leeuwinnen gezien op een kleine kilometer afstand. En ze leken zich klaar te maken voor een jacht.


Dat moesten we natuurlijk zien - z haalde ik 3 op 5 op mijn safari rapport. En ja hoor. We zagen een vijftal wijfjes samen, Maar ze leken me toch niet goed wijs. Ze gingen op jacht op buffels, op de olifant na de gevaarlijkste en moeilijkste prooi voor leeuwen.

Vier vrouwtjes slopen frontaal naar voren terwijl het vijfde een omtrekkende beweging maakte naar achteren. Na een kwartiertje - er stonden al twintig jeeps - vielen ze aan. Maar een van de buffels had onraad geroken en ook al was de leeuwin heel dicht genaderd, de buffels ontkwamen. Als laatste act, sloop er nog een zesde leeuwin dwars door het pack jeeps, op nog geen meter van mij. Ze deed alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. En ik deed dat ook. Hihi.

Tijd voor de lunch. Die gingen we aan de hippo poel nemen. Onderweg zag Sandra in de verte nog iets raars liggen. Vermoedelijk een neushoorn maar niet goed te zien met de verrekijker en lenzen. Dus het bleef 3 op 5.


Na de lunch reden we verder op zoek naar nieuwe beestjes. Sandra zag nog een hyena, op nog geen vijftig meter van een groepje kleine gazelles maar hij had blijkbaar geen honger. En dan nog een beetje verder zagen we alweer een groepje leeuwen. En die waren wel succesvol geweest. Het mannetje lag met twee vrouwtjes na te genieten van de lunch. Wat het slachtoffer was, was niet te zien.

Moussa was geambeteerd dat we nog geen neushoorn hadden gezien en dus deed hij een grote omweg naar waar er vaak neushoorns rusten in het droge seizoen. Ondertussen kwamen we wel nog een jonge mannetjesleeuw tegen. En ook een domme buschauffeur die zijn camion-bus ging keren op maar enkele meters van de leeuw en hem zo bijna wegjoeg voor iedereen.


En toen iedereen de moed had opgegeven, kreeg Sandra alweer iets raar in het oog. Midden in een strook donkergroen gras lag alweer iets als een rots maar daar kon geen rots zijn. Na nog wat wachten konden we eindelijk een hoorn zien en een grote kop en groot lijf. Jipie. We hadden er vier op ons lijstje staan.

De zon begon te zakken en dus vertrokken we richting de lodge.

Onderweg zagen we nog vanuit alle richtingen hyena's opduiken. Blijkbaar hadden er enkele een gnoe gegrepen en iedereen wou als eerste aan tafel zitten. Misschien wel derting hyena;s en jakhalzen vochten elk voor een been. En dat gaf veel ruzie.

Wij reden verder richting uitgang maar begonnen wel aan de laatste opdracht al: vind een luipaard. Aan de voet van de lodge-oprit was een groot bos waar luipaarden graag in de bomen zaten maar ons geluk voor de dag was op. 

Na een steile klim uit de krater konden we naar de lodge. Ik ging goed kunnen slapen. Ik had al vier op vijf. Jipie. Nu enkel nog een kat vinden. Voor een superhond als ik kan dat niet moeilijk zijn.

Arrividerci.

Sloefie.

Geen opmerkingen: