Dag lieve lezertjes,
Dit was dan echt het einde van het verlof. Deze ochtend liepen voor de eerste keer van het verlof beide gsm's af en oh zo vroeg: 3u15 om juist te zijn... Maar we hadden geen tijd om nog even te soezelen, direct op staan... want alles was tot in de seconde getimed. Sandra ging even onder de douche, om goed wakker te zijn... Steven had dat gisteren voor het slapengaan gedaan en had geen zin. Eens klaar mochten de valiezen een laatste keer dicht en zeiden we vaarwel aan de mooie kamer. Steven had gisteren al ingecheckt, dus we hoefden enkel de sleutel nog af te geven en te wachten... Het hotel had enkel een valet parking en het leek wel of iedereen besloot om op hetzelfde ogenblik naar huis te vertrekken. (Veel van de jongeren die in de buurt van Vegas wonen, komen met de wagen naar de stad, parkeren hem dan via valet in een hotel en gaan dan uit.). Sandra had niet echt veel geduld en vroeg aan de parkeerhulp of hij ons er niet voor kon nemen... maar njet. Sandra heeft moeten wachten tot haar beurt was. Nen tip heeft die gast dus op zijn buik mogen schrijven, want 20min wachten is volgens haar 0$ waard.
De auto moest nog een laatste maal gevuld, en dus was het richting een tankstation. Steven had gisteren nog even opgezocht hoe met de minste omweg de auto te tanken: de las Vegas strip op, rijden tot aan New York New York en daar de baan in maar in plaats van de Interstate direct op te rijden, er even voorbijrijden en zo kom je tot ne Chevron. Ik volg Steven zijn aanwijzingen, maar ik kom de baan aan NY NY niet op draaien... Op het voorsorteervak van afslag stonden namelijk 2 auto's die een kusje aan elkaar hadden gegeven. Wat nu? Wel met een beetje joy riding lukte dat wel: voorsorteren voor rechtdoor te rijden en op het kruispunt toch afslaan... Haar voorbeeld werd nadien gretig gevolgd... Moet lukken dat een vrouw op het idee komt.
Iets later zijn we aan het tankstation toegekomen, Steven ging zijn kaart gebruiken, maar diende nog maar eens een postcode in te geven. En tja als de Belgische te kort is en gelijk welke van de VS niet goed is, ... kan je maar beter opgeven en binnenstappen bij de winkel die bij het tankstation hoorde. Eens de auto terug gevuld konden we dan eindelijk op weg.
We reden de snelweg op en niet veel verder mochten we de afslag nemen richting luchthaven... dachten we. De afslag was afgesloten wegens werkzaamheden en dus mochten we een omleiding volgen. Omleiding was makkelijk, als je dan wel goed oplet: de eerste stappen waren makkelijk en lukte, maar toch is het ergens verkeerd gelopen. Maar niet getreurd, ons Tommeke heeft ons een laatste keer terug maar de juiste baan gezet en we zijn er geraakt. Ook al had de chauffeur haar twijfels.
Eenmaal alles uitgeladen en het papiertje gekregen dat de auto was binnen geleverd, konden we shuttle naar de terminals nemen. Op de eerste shuttle mochten we niet meer mee want de shuttle zat vol en er stonden nog zo'n tien mensen voor ons. Een vijftal minuten later is er nog een busje opgedaagd. Sandra kreeg het bijna aan de stok met de chauffeur: eerst loopt hij haar bijna omver, dan staat hij in het midden van de gang een parleke te doen terwijl zij een valies in de hand heeft en daarna sprak hij haar aan met "Mijnheer, zou je de trolley tussen de zetels willen zetten?” ...
In de luchthaven startte het routinewerk: zoeken naar de incheckbalie, bagage afgeven en hopen op geen overgewicht, instapkaarten krijgen, door de veiligheidscontrole door en dan wachten tot we op het vliegtuig mogen. Deze keer hadden we dan toch weer even geluk: door steeds met Delta te vliegen, moesten we niet aanschuiven in een file van 50 man, maar konden hadden we voor onze instapkaarten maar 2 personen voor ons. De bagage woog meer dan bij het vertrek maar geen overgewicht... Jiha, de website is dan toch betrouwbaar en hun mail niet volledig juist. We hebben dan wel geen business klasse zetels weten te versieren, we zitten toch aan de nooduitgang.
Naar oude gewoonte volgt er na het inchecken een Starbucks en die hebben we deze keer ook niet overgeslagen. Na een klein uurtje mochten we volgens de planning instappen en zagen we onze buren voor de vlucht: Steven kreeg ne wiebelende vent naast zich en Sandra nen vent die veel plaats nodig had. Maar de vlucht verliep voor de rest volgens plan.
Eens in Atlanta kunnen we via de ondergrondse trein van de nationale naar de internationale terminal en dan zijn we klaar voor het middag eten, ook is het al dicht bij 3u (of 1 uur in Vegas).
Wat zouden we nu eten?
Een resto a la chilli’s?
Neen, geen zin
Eindigen zoals we startten?
Awel ja, laten we naar de McDonald’s iets gaan halen...
Kwartiertje later is de fast food verorberd en gaan we naar de gate maar snel even kijken welke gate? Hoe kan da nu, de vlucht naar Brussel was verdwenen. Zouden we dan toch nog een nachtje of meer in de VS blijven. Sandra denkt er het hare van en gaat naar de informatie balie... Oei, dat is een fout madammeke ( mooie vertaling van Babe), Ge moet U geen zorgen maken... Ge geraakt thuis. Eens aan de gate is het wachten op de boarding. Deze keer worden er geen upgrades uitgedeeld en dus zullen we het doen met onze exit seats.
We waren al bijna een uur in de lucht en nog steeds mocht niemand van zijn stoel, nog steeds kon er nog geen technische snufjes opgestart worden en bleven we in een tamelijk donkere cabine zitten. Hebben ze bij delta weer wat meer schrik gekregen nu dat er een mogelijke bom gevonden was in een cargo vliegtuig? We zullen maar rustig wat in hun boekjes bladeren, maar naar de wc zou ik nu wel eens willen gaan. NEEN, wachten !?! Ale dan maar wachten hè... Maar een half uurtje later was de situatie nog dezelfde en is Sandra haar broek beginnen vegen aan dat verbod: koptelefoon op, iPod aan, Music Maestro. Iets later is Steven dan naar toilet gegaan, ... Gevolgd door een rij van enthousiastelingen die zijn voorbeeld volgden. Uiteindelijk is het mediasysteem toch opgestart en kon het licht aan...
Tijdens de hele vlucht is er niet gezegd dat laptops of andere technische apparatuur mocht gebruikt worden en we hebben geen benul waar we ongeveer in de lucht hingen... Maar het kon ons worst wezen... We kregen wat eten en drank en dus konden we rustig aan het tweede korte nachtje op rij beginnen.
Het enige wat ons nog rest van 3 weken South west 2010 zijn souvenirs, foto's en nen berg was.
Tot het volgende verlof lieve lezertjes...
Bedankt dat jullie ons zo trouw volgden.
dinsdag 2 november 2010
Dag 24 - For a fistfull of dollars
Dag lieve lezertjes,
Nog een laatste dag cowboy en indiaan spelen?
Neen, de laatste dollars uitgeven.
Paniek? Neen, de economie moet toch ook draaien!
En onze auto ook eens een dagje rust gunnen. Morgen nemen we afscheid van elkaar na bijna 3500 mijl van lief en leed, asfalt en zand.
We passeerden o.a. op het forum (Caesars Palace), Bellagio, Miracle Mile (voor een koffie), Monte Carlo. Ondertussen deden we ook een gokje op de automaten (1) en we verloren al ons geld (1$) want kwartjes lustten ze niet. Hoezo kwartjes? Wel Sandra had haar best gedaan om alle kwartjes die we terugkregen bij te houden en op de laatste dag te vergokken. Nada dus.
Wat er wel genoeg te vinden was - en betaalbaar met kwartjes - waren de t-shirts. In alle maten, soorten en kleuren waren ze te krijgen. En we hadden nog veel plaats in onze valiezen ... later meer hierover.
Van al dat shoppen wordt je moe en dus gingen we nog een beetje uitrusten in het hotel. Maar onze kamer was nog niet klaar. In half engels, half spaans kregen we te horen dat het zeker nog een half uur ging duren. We probeerden de lounge (met ingebouwd zwembad) dan maar maar dat was betalend en al ons geld was op. Dus maar de bar uitgekozen. Volgens Sandra is de Long Island Iced Tea beter bij Hard Rock. En een Corona smaakt altijd.
Terug op de kamer wachtte er een voice mail op ons. Met de uitleg dat onze kamer niet kon gekuist worden. Maar die was wel gekuist. Mysterie.
We hadden een kort diner en een kort valiezenpakken gepland zodat we vroeg konden gaan slapen.
Maar dat liep anders. Het Resto duurde wat langer - maar zo hadden we wel een serieuze korting van 20% vandaag (Sandra was zogezegd verjaard). We zijn nu wel levenslang lid van de Hard Rock Club maar op een korting van 5% en dadelijk tafel na, hebben we nog geen nadelen kunnen vinden. Op de terugweg passeerden we nog een paar winkeltjes maar ook hier was er een zekere moeheid te bespeuren.
Terug in het hotel vroeger we maar of we een early checkout konden krijgen. Want morgen waren we rond half vier weg (hopelijk). De laatste rekening werd betaald en we waren vrij om te gaan.
Het was al na acht wanneer Sandra aan het pakken sloeg.
Overgewicht of niet?
Allebei meer dan 60 pond.
Na enig herschikken 55 pond.
Fout!
Valiezen mogen maar 50 pond zijn. We gingen nog eens met de fijne kam door alles door. Verhuisden zware dingen naar de handbagage...
Een onder de 50, een boven de 52.
En een primeur, Sandra geeft het op... Ze kan het niet meer lichter krijgen. Is ook al plots 9u... (normaal duurt pakken maximum 20 min)
Oeioeioei. Tijd voor een interventie van VN Blauwhelmen of moeten we toch een bijkomende valies kopen?
Hoeveel gaat ons dat kosten?
Nog maar eens de grote en kleine letters gelezen.
Ah! Hier staat dat medaillon members 70 pond * 2 valiezen mogen hebben.
Ben je daar zeker van?
Euh! Dat lijkt nogal vrijgevig - CRM op zijn best als dat waar is. Je verwacht zoiets eerder voor gold members, niet voor het voetvolk.
Bel eens naar het call center.
Een volledig automatische IVR met Lernhout en Hauspie technologie. Maar uiteindelijk gebruik je toch optie 9 - met een mens spreken.
Neen, we zijn fout. Het is 50.
Ja, maar op het web staat 70.
Effe wacht, ik vraag het na.
...
70.
Alle emotie en transpiratie van de afgelopen uren voor niets!?!
Alles mag terug in de valies. Sandra deed nog een efforke. Ze kon alles mooi verdelen, 60 – 60 (pond)
Wekkertje gezet. 3.15. Dat is binnen minder dan vijf uur.
Steven deed de ogen dicht – en startte ongetwijfeld de motorzaag. Sandra niet. De stress van het pakket was er teveel aan.
Kalmerend chatje gedaan.
En dan ook boompjes zagen.
Tot zzz.
Nog een laatste dag cowboy en indiaan spelen?
Neen, de laatste dollars uitgeven.
Paniek? Neen, de economie moet toch ook draaien!
En onze auto ook eens een dagje rust gunnen. Morgen nemen we afscheid van elkaar na bijna 3500 mijl van lief en leed, asfalt en zand.
We passeerden o.a. op het forum (Caesars Palace), Bellagio, Miracle Mile (voor een koffie), Monte Carlo. Ondertussen deden we ook een gokje op de automaten (1) en we verloren al ons geld (1$) want kwartjes lustten ze niet. Hoezo kwartjes? Wel Sandra had haar best gedaan om alle kwartjes die we terugkregen bij te houden en op de laatste dag te vergokken. Nada dus.
Wat er wel genoeg te vinden was - en betaalbaar met kwartjes - waren de t-shirts. In alle maten, soorten en kleuren waren ze te krijgen. En we hadden nog veel plaats in onze valiezen ... later meer hierover.
Van al dat shoppen wordt je moe en dus gingen we nog een beetje uitrusten in het hotel. Maar onze kamer was nog niet klaar. In half engels, half spaans kregen we te horen dat het zeker nog een half uur ging duren. We probeerden de lounge (met ingebouwd zwembad) dan maar maar dat was betalend en al ons geld was op. Dus maar de bar uitgekozen. Volgens Sandra is de Long Island Iced Tea beter bij Hard Rock. En een Corona smaakt altijd.
Terug op de kamer wachtte er een voice mail op ons. Met de uitleg dat onze kamer niet kon gekuist worden. Maar die was wel gekuist. Mysterie.
We hadden een kort diner en een kort valiezenpakken gepland zodat we vroeg konden gaan slapen.
Maar dat liep anders. Het Resto duurde wat langer - maar zo hadden we wel een serieuze korting van 20% vandaag (Sandra was zogezegd verjaard). We zijn nu wel levenslang lid van de Hard Rock Club maar op een korting van 5% en dadelijk tafel na, hebben we nog geen nadelen kunnen vinden. Op de terugweg passeerden we nog een paar winkeltjes maar ook hier was er een zekere moeheid te bespeuren.
Terug in het hotel vroeger we maar of we een early checkout konden krijgen. Want morgen waren we rond half vier weg (hopelijk). De laatste rekening werd betaald en we waren vrij om te gaan.
Het was al na acht wanneer Sandra aan het pakken sloeg.
Overgewicht of niet?
Allebei meer dan 60 pond.
Na enig herschikken 55 pond.
Fout!
Valiezen mogen maar 50 pond zijn. We gingen nog eens met de fijne kam door alles door. Verhuisden zware dingen naar de handbagage...
Een onder de 50, een boven de 52.
En een primeur, Sandra geeft het op... Ze kan het niet meer lichter krijgen. Is ook al plots 9u... (normaal duurt pakken maximum 20 min)
Oeioeioei. Tijd voor een interventie van VN Blauwhelmen of moeten we toch een bijkomende valies kopen?
Hoeveel gaat ons dat kosten?
Nog maar eens de grote en kleine letters gelezen.
Ah! Hier staat dat medaillon members 70 pond * 2 valiezen mogen hebben.
Ben je daar zeker van?
Euh! Dat lijkt nogal vrijgevig - CRM op zijn best als dat waar is. Je verwacht zoiets eerder voor gold members, niet voor het voetvolk.
Bel eens naar het call center.
Een volledig automatische IVR met Lernhout en Hauspie technologie. Maar uiteindelijk gebruik je toch optie 9 - met een mens spreken.
Neen, we zijn fout. Het is 50.
Ja, maar op het web staat 70.
Effe wacht, ik vraag het na.
...
70.
Alle emotie en transpiratie van de afgelopen uren voor niets!?!
Alles mag terug in de valies. Sandra deed nog een efforke. Ze kon alles mooi verdelen, 60 – 60 (pond)
Wekkertje gezet. 3.15. Dat is binnen minder dan vijf uur.
Steven deed de ogen dicht – en startte ongetwijfeld de motorzaag. Sandra niet. De stress van het pakket was er teveel aan.
Kalmerend chatje gedaan.
En dan ook boompjes zagen.
Tot zzz.
Dag 23 - The last furlong
Dag lieve trouwe bloglezers,
Waar we de reis begonnen met een hoop sneeuw krijgen we voor de laatste dagen nog een hoop zon en warmte op ons bolleke. En zo begonnen we ook aan onze laatste trip.
Wat stond er nog op ons programma? Little Finland of Valley of Fire. Off road of paved?
In elk geval gingen we het vandaag een beetje trager aandoen. Een paar vitessen naar beneden zoals dat heet.
Onze dag begon zo rond 10 uur. Sandra had al haar ochtendportie chat achter de kiezen en konden een begin maken met de keuze van de bestemming. De vraag was nog maar gesteld of de locale Armand Pien draaide aan de knopjes en i.p.v. een zonnige dag buiten was het plotseling donker. Gingen we dan toch van die 10% regen kunnen genieten?
Alles werd dus een half uurtje uitgesteld. Want regen in de woestijn daar moeten we niet zo van weten. De banden van de auto houden niet al te veel van modder. Op zandpiste gaan het nog maar als het goed regent heb je betere banden nodig.
We konden wel al de hypothetische vraag Finland of Fire beantwoorden. Voor het eerste moesten we ongeveer 40 mijl piste doen - enkel. Vorige week had het in de buurt plaatselijk goed geregend - zelfs de gewone TV-uitzending werd er voor onderbroken om een stormwaarschuwing te geven. En met de nieuwe dreiging van regen / flash floods zag dat er zeker niet goed uit. Dus mocht het opklaren, dan Fire geen Finland.
Tien minuten later konden we naar beneden om onze tuut naar boven laten komen. De zon was terug en ook de wind.
Eerst tanken van mens en dier euh transportvoertuig. We hadden gekozen voor de langere rit via Lake Mead, het grote stuwmeer en recreatiezone achter de Hooverdam en niet voor de snelle maar oninteressante rit via de Interstate. Op Lake Mead Blvd lieten we ons vollopen met koffie en koeken en Jiepie kreeg zijn kluts naft. Ondanks alles vrat die er nog altijd 11 of 12 liter per 100 kilometer.
We snorden verder door North Las Vegas. De boulevard was echt een doorsnede van Vegas. Eerst chique winkels, dan wat meer vervallen huizen en povere winkels - met Spaanse opschriften, dan een rijke buurt met mooie plantsoenen en huizen achter muren en prikkeldraad, quasi op de rand van het park. Het einde van het groen was dan ook het begin van het park. Gelukkig was dit federaal gebied en hoefden we niet te betalen. Een stempel kregen we wel niet :-(.
Om eerlijk te zijn, het landschap kon ons niet echt bekoren. We zijn hier ten noordwesten van de Grand Canyon, maar dan met minder diepe valleien en met minder kleurschakeringen. In feite wat we merendeels de afgelopen drie weken te zien kregen maar dan alles wat minder. Boif. Verwend? Reken maar!
Enfin ons autooke reed op automatiek en wij ook. Fotoke hier, panoke daar, nieuwe asfalt ginder - de miljarden van Obama aan het werk. Eindelijk de afslag naar Valley of Fire, na zo'n 35 mijl.
Na 500 meter stopte de nieuwe asfalt, de geel-bruine rotsen, Lake Mead park. In de plaats kwam oude asfalt, rode rotsen, Valley of Fire S.P. en een bordje om toegang te betalen. 5$ per persoon aub. Het geld moest in een envelop. Als je geen gepast geld had, dan hielp je het deficit van Nevada mee verminderen. Hopelijk nu meer waar voor ons geld dan in Bodie!
Tegelijk met de betaalzuil kregen we wel dadelijk de eerste speciale rots te zien, de elephant rock. je raadt nooit welke vorm die heeft ... inderdaad een olifant die steunt op zijn slurf, mooi in rode rotsen uitgebeiteld door wind, zand en een heel klein beetje regen. Over wind gesproken, die was sinds vanmorgen nog niet verminderd in kracht. Met hele vele zand hier voelde je je als in een zandstraalkabine, als we onze bruine teint maar niet kwijtspelen zo.
Hop naar het volgende specialleke. Oei, dat is drie kilometer wandelen. PDF, dat doen we niet meer. Wel namen we nog een paar foto's her en der. Een van de volgende stops was duidelijk heel populair. De seven sisters zijn zeven (!) grote en kleine rotsen langs de kant van de weg en speciaal uitgerust voor trouwpartijen/foto's. Daar mochten we niet stoppen, geen plaats voor de gewone ongetrouwde zielen.
Op naar het visitor center dan maar. Hmm. We gaven ze een 3 op 10 voor de moeite en een nul voor het gespendeerde geld. Enfin, ze waren aan het renoveren.
Een laatste stop aan een zijweggetje is Atlatl Rock. Op de rots staan heel oude petroglyfen, rotstekeningen van lang uitgestorven indianen.
En dan kwamen we al aan de uitgang van het park. Een gemengd gevoeld dus, iets minder dan bij Bodie, maar toch.
Terug naar huis dan maar. Met de lage zon en de eentonig baan een ideale uitnodiging om in slaap te vallen. Zo gezegd, zo Steven gedaan. Gelukkig reed Sandra. We gingen ook nog eens langs in Rio. Neen, niet de Janeiro maar een van de weinige casino's die niet op de strip liggen. Om kaarten op te halen voor de show van vanavond. En omdat het rustig was in deze parking kuisten we ook nog de auto uit. We hebben van alles gevonden behalve een magic quarter ... om de jackpot te winnen.
Eens in het hotel was het al na vieren. Stilaan tijd voor het avondeten. TexMex met rockmuziek werd het.
De avondshow begon maar om 9. We hadden dus eerst nog wat tijd om uit te rusten in het hotel. Wat was dan de show? Als je geen Cirque du Soleil wil zien, of blote billen, dan heb je nog altijd de goochelaars. We kozen voor Penn en Teller. De recensies beloofden klassieke goocheltrucs waarvan ze sommige uitleggen en dan zo snel doen dat je het toch niet kan volgen. Tussendoor gooien ze nog wat grappen en grollen over de huidige toestand in Amerika. Als afsluiter proberen ze elkaar neer te schieten met een .357 Magnum maar vangen de kogels met hun tanden.
Tada.
Waar we de reis begonnen met een hoop sneeuw krijgen we voor de laatste dagen nog een hoop zon en warmte op ons bolleke. En zo begonnen we ook aan onze laatste trip.
Wat stond er nog op ons programma? Little Finland of Valley of Fire. Off road of paved?
In elk geval gingen we het vandaag een beetje trager aandoen. Een paar vitessen naar beneden zoals dat heet.
Onze dag begon zo rond 10 uur. Sandra had al haar ochtendportie chat achter de kiezen en konden een begin maken met de keuze van de bestemming. De vraag was nog maar gesteld of de locale Armand Pien draaide aan de knopjes en i.p.v. een zonnige dag buiten was het plotseling donker. Gingen we dan toch van die 10% regen kunnen genieten?
Alles werd dus een half uurtje uitgesteld. Want regen in de woestijn daar moeten we niet zo van weten. De banden van de auto houden niet al te veel van modder. Op zandpiste gaan het nog maar als het goed regent heb je betere banden nodig.
We konden wel al de hypothetische vraag Finland of Fire beantwoorden. Voor het eerste moesten we ongeveer 40 mijl piste doen - enkel. Vorige week had het in de buurt plaatselijk goed geregend - zelfs de gewone TV-uitzending werd er voor onderbroken om een stormwaarschuwing te geven. En met de nieuwe dreiging van regen / flash floods zag dat er zeker niet goed uit. Dus mocht het opklaren, dan Fire geen Finland.
Tien minuten later konden we naar beneden om onze tuut naar boven laten komen. De zon was terug en ook de wind.
Eerst tanken van mens en dier euh transportvoertuig. We hadden gekozen voor de langere rit via Lake Mead, het grote stuwmeer en recreatiezone achter de Hooverdam en niet voor de snelle maar oninteressante rit via de Interstate. Op Lake Mead Blvd lieten we ons vollopen met koffie en koeken en Jiepie kreeg zijn kluts naft. Ondanks alles vrat die er nog altijd 11 of 12 liter per 100 kilometer.
We snorden verder door North Las Vegas. De boulevard was echt een doorsnede van Vegas. Eerst chique winkels, dan wat meer vervallen huizen en povere winkels - met Spaanse opschriften, dan een rijke buurt met mooie plantsoenen en huizen achter muren en prikkeldraad, quasi op de rand van het park. Het einde van het groen was dan ook het begin van het park. Gelukkig was dit federaal gebied en hoefden we niet te betalen. Een stempel kregen we wel niet :-(.
Om eerlijk te zijn, het landschap kon ons niet echt bekoren. We zijn hier ten noordwesten van de Grand Canyon, maar dan met minder diepe valleien en met minder kleurschakeringen. In feite wat we merendeels de afgelopen drie weken te zien kregen maar dan alles wat minder. Boif. Verwend? Reken maar!
Enfin ons autooke reed op automatiek en wij ook. Fotoke hier, panoke daar, nieuwe asfalt ginder - de miljarden van Obama aan het werk. Eindelijk de afslag naar Valley of Fire, na zo'n 35 mijl.
Na 500 meter stopte de nieuwe asfalt, de geel-bruine rotsen, Lake Mead park. In de plaats kwam oude asfalt, rode rotsen, Valley of Fire S.P. en een bordje om toegang te betalen. 5$ per persoon aub. Het geld moest in een envelop. Als je geen gepast geld had, dan hielp je het deficit van Nevada mee verminderen. Hopelijk nu meer waar voor ons geld dan in Bodie!
Tegelijk met de betaalzuil kregen we wel dadelijk de eerste speciale rots te zien, de elephant rock. je raadt nooit welke vorm die heeft ... inderdaad een olifant die steunt op zijn slurf, mooi in rode rotsen uitgebeiteld door wind, zand en een heel klein beetje regen. Over wind gesproken, die was sinds vanmorgen nog niet verminderd in kracht. Met hele vele zand hier voelde je je als in een zandstraalkabine, als we onze bruine teint maar niet kwijtspelen zo.
Hop naar het volgende specialleke. Oei, dat is drie kilometer wandelen. PDF, dat doen we niet meer. Wel namen we nog een paar foto's her en der. Een van de volgende stops was duidelijk heel populair. De seven sisters zijn zeven (!) grote en kleine rotsen langs de kant van de weg en speciaal uitgerust voor trouwpartijen/foto's. Daar mochten we niet stoppen, geen plaats voor de gewone ongetrouwde zielen.
Op naar het visitor center dan maar. Hmm. We gaven ze een 3 op 10 voor de moeite en een nul voor het gespendeerde geld. Enfin, ze waren aan het renoveren.
Een laatste stop aan een zijweggetje is Atlatl Rock. Op de rots staan heel oude petroglyfen, rotstekeningen van lang uitgestorven indianen.
En dan kwamen we al aan de uitgang van het park. Een gemengd gevoeld dus, iets minder dan bij Bodie, maar toch.
Terug naar huis dan maar. Met de lage zon en de eentonig baan een ideale uitnodiging om in slaap te vallen. Zo gezegd, zo Steven gedaan. Gelukkig reed Sandra. We gingen ook nog eens langs in Rio. Neen, niet de Janeiro maar een van de weinige casino's die niet op de strip liggen. Om kaarten op te halen voor de show van vanavond. En omdat het rustig was in deze parking kuisten we ook nog de auto uit. We hebben van alles gevonden behalve een magic quarter ... om de jackpot te winnen.
Eens in het hotel was het al na vieren. Stilaan tijd voor het avondeten. TexMex met rockmuziek werd het.
De avondshow begon maar om 9. We hadden dus eerst nog wat tijd om uit te rusten in het hotel. Wat was dan de show? Als je geen Cirque du Soleil wil zien, of blote billen, dan heb je nog altijd de goochelaars. We kozen voor Penn en Teller. De recensies beloofden klassieke goocheltrucs waarvan ze sommige uitleggen en dan zo snel doen dat je het toch niet kan volgen. Tussendoor gooien ze nog wat grappen en grollen over de huidige toestand in Amerika. Als afsluiter proberen ze elkaar neer te schieten met een .357 Magnum maar vangen de kogels met hun tanden.
Tada.
zondag 31 oktober 2010
Dag 22 – Van de hel naar een plek van verderf (Update)
Dag lieve lezerkes,
Dit verhaal is een beetje vertraagd.
Door omstandigheden.
Die we jullie niet gaan verklappen.
Waar waren we gebleven? Juist ja, de warmste plek op het westelijk halfrond. Of was het nu de diepste plek op het westelijk halfrond.
Waarschijnlijk het tweede. Het eerste is hoogstens tijdens de zomermaanden.
Vanmorgen was het vroeg ochtend.
ZO vroeg.
Hoe vroeg?
Wel in Bryce hebben we twee pogingen gedaan om een mooie zonsopgang te hebben (ZO). In Zion moet je daarvoor een nachtje op een berg doorbrengen (zo avontuurlijk zijn we nu ook weer niet). En dit was een beetje de laatste kans op een zonsopgang.
De vorige dagen was die niet helemaal gelukt. De eerste maal omdat het zo hard waaide dat je gezandstraald was nog voor de zon op was. De tweede maal omdat iemand slaap nodig had. Vandaag was het dus anders. Geen wekker gezet maar gewoon het slecht geweten geactiveerd/slecht geslapen.
Het begon dan nog met een valse start. Om half drie. In Californië hebben we negen uur tijdsverschil met België. Als je dus niet oplet, dan gaan je alarmen midden in de nacht af. Steven had ze allemaal verzet … behalve een, vannacht. Alhoewel. Voor Sandra kon het blijkbaar geen kwaad. Die hoopte dat het al half zeven was …
Om half zeven was de hemel al klaar. Enkele minuten later stonden we al buiten, uitgerust met camera, fleece en eenpoot. Om wat fotokes te maken van de zon die de bergen verlicht.
We hadden al een goeie plaats gevonden, boven het zwembad met zicht op de indianen en de ranch. Elke 5 minuten of zo werd een afwachtende foto genomen. Kwestie van de intrede van het (indirecte) licht in de vallei te noteren. Zo werd de tijd gevuld tot ongeveer half acht. Het echte moment van de zonsopgang.
De hemel was – vergeleken met de vorige dag – al heel goed opgeklaard, maar … in het oosten hing er nog altijd een sluiterbewolking. – Je voelt het al komen – De bovenste topjes van de bergen werden even verlicht en dan, hups, het licht was weer weg.
Gadver.
Enfin, een tiental minuten later was de zon ook boven de laatste wolken uitgekomen en kon je mooi volgen hoe het licht verder de vallei inkroop, tot alle huisjes en boompjes en beestjes en zandkorreltjes terug aan een dagje bakken en braden konden beginnen.
Ondertussen was het al bijna acht uur geworden. Tijd om te controleren of Sandra al zin had in ontbijt.
Nja, Njeen.
Er zat meer achter. Eens uit bed, dan wisten we wat het doel was … de laatste (lange) rit op weg naar de eindbestemming. Als we de vorige dagen nog konden beweren dat we niet wisten welke dag het was (tenzij voor de blog) dan konden we nu niet voorbij de waarheid. ’t Is bijna gedaan met spelen.
Ontbijt werd niet op bed of op de veranda gedaan. We namen een laatste ontbijt met service op het schoon verdiep. Genoeg eten en drinken om het tot in Vegas uit te houden.
De kamer werd opgekuist, de auto naar boven gereden en de valiezen een voorlaatste keer ingeladen. Water bijgevuld. Eens tegen de banden geschopt.
Pfff.
Neen, niet een lossende band maar de berusting dat er een tijd is gekomen van vertrekken.
Maar we hebben wel nog wat op het bezoeklijstje staan.
We volgen de normale weg naar Vegas niet. Die deden we vorig jaar namelijk al – slaapverwekkend trouwens. Nee. We gingen langs het diepste (en warmste) plakje op het westelijk halfrond, Badwater. Vergeleken met vorig jaar leek de zoutvlakte een stuk groter en egaler. Maar ja, het geheugen durft al eens een spelletje te spelen met de arme mens die er eigenaar van is. Echt warm was het niet op die plek. We stonden er wel 86 meter onder water. Verder was alles zoals op de duizenden foto’s van deze plek. Weinig water, droge lucht, veel toeristen. En een beetje leven. Een meeuwachtige vogel zat op een eilandje midden het brakwater. Duidelijk gewond. Een vogel voor de kat – i.c. coyote – wanneer die door het water durft. Zoniet zullen de kraaien alles wel opkuisen.
Terwijl iedereen terugkeerde naar Furnace Creek in het Noorden, keerden wij naar het Zuiden. Een eenzame weg richting de Mojave woestijn. Onderweg moesten we nog een noodmaneuver maken voor de enige tegenligger op deze weg. De man had een jonge coyote gezien langs de weg en blokkeerde alle vakken. Bang? Alleszins was de coyote bang. Die durfde geen kant meer uit. Arm beest. Arme toerist.
De weg slingerde zich verder door berg en dal. Met een pas over 400 en 1000 meter raakten we weg uit de vallei van de dood. En, tiens, het werd hier ook warmer. Dat staat zo toch niet in de boekskes hoor!
We passeerden door Shoshone, een klein indianendorpje. Hoe moest het nu verder? Alle wegwijzers (en Tommeke) stuurden ons op de CA-178. Maar dan moesten we naar het noorden en Vegas ligt in het zuiden. Onze goesting op unpaved was ondertussen gestopt. We volgden dan maar de GPS. De Old Spanish Trail was het alternatief maar die weg was (vroeger) in niet al te beste staat.
Na nog meer eenzaamheid kwamen we dan terug in Nevada. En dadelijk sprongen alle lichten op rood. We waren de grens nog niet over of een grote zwarte sedan draaide zich in het stof niet achter de grens. Wisten ze dat we op komst waren? Ziet Steven er teveel uit als Osama met zijn lange grijze baard? Of reden we nogal vlot?
In elk geval, de State Trooper kwam dadelijk achter ons aan. De eerste flik in feite in drie weken. Onze tuut wist niet waar hij het had. Zo strikt hadden we nog nooit de regeltjes gevolgd. Enfin, na een tiental mijl snorde de Trooper ons voorbij, tegen 50 waar je maar 35 mocht. Where’s the police when you need them?
En kijk, we waren zover in de beschaafde wereld beland dat ook AT&T besloten had om er een GSM-mast neer te poten. Konden we nog eens laten weten dat alles ok was. Ook al was het bijna tien uur ’s avonds in Europa.
Meer eentonigheid langs de weg. Meer State Troopers langs de weg. Meer klungelende chauffeurs langs de weg.
Pfff.
Nog een laatste onderbreking. We namen de afslag naar Red Canyon. Langs Red Canyon road kwamen we een aantal burros tegen. Dat zijnn geen reuze-buritos maar wilde ezels. Er is geen Trooper te zien en dus draaien we ons om over een dubbele lijn. Snel wat foto's genomen en na een tweede keerom gaan we verder naar de echte Canyon. Naar het schijnt hebben we dat 10 jaar geleden ook bezocht. Toen was het nog een onverharde weg ver van Vegas. Nu een megalomaan visitor center en veel volk, heel veel volk. Stel je voor dat Blankenberge op 15 kilometer zou liggen van Brussel. De natuur werd vertrappeld door dagjesmensen en de Scenic Route was een grote parkeerplaats. Een afsluiter in mineur in feite. Of waren we teveel gewoon geworden en legden we de lat te hoog?
In elk geval, Vegas zagen we van hier al schitteren als een echt fata morgana. We konden er niet meer tussenuit. Op weg naar onze laatste slaapplaats.
We reden Vegas binnen langs de gewone straten en begonnen echt op de noordkant van de strip. Langs oude glories – die afgebroken worden –, langs nieuwe mastodonten zonder karakter tot in de file van taxi’s en bussen en huurauto’s vol met toeristen. En die laten deze mallemolen draaien, een beetje trager dan vroeger maar toch.
Moeder, leg de kredietkaart in de kluis en gooi de combinatie weg. Ze zijn in Sodom en Gomorra.
(Update)
Na een korte verfrissing gingen we op zoek naar wat eten en wat kwalitatieve ontspanning. Het eerste was niet zo moeilijk op de Strip. Het tweede is heel wat moeilijker.
Uiteindelijk hadden we ’s morgens beslist om toch maar kaarten te kopen van een Cirque du Soleil, als verlate verjaardagsfuif. We kozen voor Kà in het MGM.
We hadden maar tot 6 om onze kaarten op te pikken. Dus eerst mochten we de volledige vloer van het MGM afzoeken tot we de ticketverkoop vonden. In elk geval het MGM is een heel groot hotel met een heel groot casino. Bangelijk groot. En file aan de ticketverkoop was ook al groot maar na een kwartiertje hadden we dan toch onze tickets. Ook al waren ze last minute, het waren toch goeie plaatsen. Oef.
Dan een bezoek aan de texmex:-)
En dan terug door de doolhof van het MGM naar het Kà theater.
Wat is Kà? Het verhaal gaat over een Koninklijke tweeling. Wanneer ze aankomen aan het koninklijk hof wordt dat overval en de Keizer en Keizerin vermoord. De tweeling kan vluchten maar ze raken elkaar kwijt. Via omzwervingen bij rare volken en beesten komt het uiteindelijk tot het (typische) epische gevecht tussen goed en kwaad.
Kà is geen typische Cirque du Soleil stuk, net zoals O dat we vorig jaar ook in Vegas zagen. Omdat de attractie statisch is, kunnen ze veel meer speciale effecten gebruiken. Bij O is dat het grote zwembad, bij Kà werken ze met verschillende grote platformen die in alle richtingen kunnen draaien en bewegen. Het grootste platform is 8 op 15 meter, kan horizontaal volledig rond draaien, beweegt tot 22 meter hoog en kan zo draaien dat het volledig vertikaal hangt.
Na anderhalf uur verbazing waren we klaar voor een nachtje Vegas.
Tot lezens,
Dit verhaal is een beetje vertraagd.
Door omstandigheden.
Die we jullie niet gaan verklappen.
Waar waren we gebleven? Juist ja, de warmste plek op het westelijk halfrond. Of was het nu de diepste plek op het westelijk halfrond.
Waarschijnlijk het tweede. Het eerste is hoogstens tijdens de zomermaanden.
Vanmorgen was het vroeg ochtend.
ZO vroeg.
Hoe vroeg?
Wel in Bryce hebben we twee pogingen gedaan om een mooie zonsopgang te hebben (ZO). In Zion moet je daarvoor een nachtje op een berg doorbrengen (zo avontuurlijk zijn we nu ook weer niet). En dit was een beetje de laatste kans op een zonsopgang.
De vorige dagen was die niet helemaal gelukt. De eerste maal omdat het zo hard waaide dat je gezandstraald was nog voor de zon op was. De tweede maal omdat iemand slaap nodig had. Vandaag was het dus anders. Geen wekker gezet maar gewoon het slecht geweten geactiveerd/slecht geslapen.
Het begon dan nog met een valse start. Om half drie. In Californië hebben we negen uur tijdsverschil met België. Als je dus niet oplet, dan gaan je alarmen midden in de nacht af. Steven had ze allemaal verzet … behalve een, vannacht. Alhoewel. Voor Sandra kon het blijkbaar geen kwaad. Die hoopte dat het al half zeven was …
Om half zeven was de hemel al klaar. Enkele minuten later stonden we al buiten, uitgerust met camera, fleece en eenpoot. Om wat fotokes te maken van de zon die de bergen verlicht.
We hadden al een goeie plaats gevonden, boven het zwembad met zicht op de indianen en de ranch. Elke 5 minuten of zo werd een afwachtende foto genomen. Kwestie van de intrede van het (indirecte) licht in de vallei te noteren. Zo werd de tijd gevuld tot ongeveer half acht. Het echte moment van de zonsopgang.
De hemel was – vergeleken met de vorige dag – al heel goed opgeklaard, maar … in het oosten hing er nog altijd een sluiterbewolking. – Je voelt het al komen – De bovenste topjes van de bergen werden even verlicht en dan, hups, het licht was weer weg.
Gadver.
Enfin, een tiental minuten later was de zon ook boven de laatste wolken uitgekomen en kon je mooi volgen hoe het licht verder de vallei inkroop, tot alle huisjes en boompjes en beestjes en zandkorreltjes terug aan een dagje bakken en braden konden beginnen.
Ondertussen was het al bijna acht uur geworden. Tijd om te controleren of Sandra al zin had in ontbijt.
Nja, Njeen.
Er zat meer achter. Eens uit bed, dan wisten we wat het doel was … de laatste (lange) rit op weg naar de eindbestemming. Als we de vorige dagen nog konden beweren dat we niet wisten welke dag het was (tenzij voor de blog) dan konden we nu niet voorbij de waarheid. ’t Is bijna gedaan met spelen.
Ontbijt werd niet op bed of op de veranda gedaan. We namen een laatste ontbijt met service op het schoon verdiep. Genoeg eten en drinken om het tot in Vegas uit te houden.
De kamer werd opgekuist, de auto naar boven gereden en de valiezen een voorlaatste keer ingeladen. Water bijgevuld. Eens tegen de banden geschopt.
Pfff.
Neen, niet een lossende band maar de berusting dat er een tijd is gekomen van vertrekken.
Maar we hebben wel nog wat op het bezoeklijstje staan.
We volgen de normale weg naar Vegas niet. Die deden we vorig jaar namelijk al – slaapverwekkend trouwens. Nee. We gingen langs het diepste (en warmste) plakje op het westelijk halfrond, Badwater. Vergeleken met vorig jaar leek de zoutvlakte een stuk groter en egaler. Maar ja, het geheugen durft al eens een spelletje te spelen met de arme mens die er eigenaar van is. Echt warm was het niet op die plek. We stonden er wel 86 meter onder water. Verder was alles zoals op de duizenden foto’s van deze plek. Weinig water, droge lucht, veel toeristen. En een beetje leven. Een meeuwachtige vogel zat op een eilandje midden het brakwater. Duidelijk gewond. Een vogel voor de kat – i.c. coyote – wanneer die door het water durft. Zoniet zullen de kraaien alles wel opkuisen.
Terwijl iedereen terugkeerde naar Furnace Creek in het Noorden, keerden wij naar het Zuiden. Een eenzame weg richting de Mojave woestijn. Onderweg moesten we nog een noodmaneuver maken voor de enige tegenligger op deze weg. De man had een jonge coyote gezien langs de weg en blokkeerde alle vakken. Bang? Alleszins was de coyote bang. Die durfde geen kant meer uit. Arm beest. Arme toerist.
De weg slingerde zich verder door berg en dal. Met een pas over 400 en 1000 meter raakten we weg uit de vallei van de dood. En, tiens, het werd hier ook warmer. Dat staat zo toch niet in de boekskes hoor!
We passeerden door Shoshone, een klein indianendorpje. Hoe moest het nu verder? Alle wegwijzers (en Tommeke) stuurden ons op de CA-178. Maar dan moesten we naar het noorden en Vegas ligt in het zuiden. Onze goesting op unpaved was ondertussen gestopt. We volgden dan maar de GPS. De Old Spanish Trail was het alternatief maar die weg was (vroeger) in niet al te beste staat.
Na nog meer eenzaamheid kwamen we dan terug in Nevada. En dadelijk sprongen alle lichten op rood. We waren de grens nog niet over of een grote zwarte sedan draaide zich in het stof niet achter de grens. Wisten ze dat we op komst waren? Ziet Steven er teveel uit als Osama met zijn lange grijze baard? Of reden we nogal vlot?
In elk geval, de State Trooper kwam dadelijk achter ons aan. De eerste flik in feite in drie weken. Onze tuut wist niet waar hij het had. Zo strikt hadden we nog nooit de regeltjes gevolgd. Enfin, na een tiental mijl snorde de Trooper ons voorbij, tegen 50 waar je maar 35 mocht. Where’s the police when you need them?
En kijk, we waren zover in de beschaafde wereld beland dat ook AT&T besloten had om er een GSM-mast neer te poten. Konden we nog eens laten weten dat alles ok was. Ook al was het bijna tien uur ’s avonds in Europa.
Meer eentonigheid langs de weg. Meer State Troopers langs de weg. Meer klungelende chauffeurs langs de weg.
Pfff.
Nog een laatste onderbreking. We namen de afslag naar Red Canyon. Langs Red Canyon road kwamen we een aantal burros tegen. Dat zijnn geen reuze-buritos maar wilde ezels. Er is geen Trooper te zien en dus draaien we ons om over een dubbele lijn. Snel wat foto's genomen en na een tweede keerom gaan we verder naar de echte Canyon. Naar het schijnt hebben we dat 10 jaar geleden ook bezocht. Toen was het nog een onverharde weg ver van Vegas. Nu een megalomaan visitor center en veel volk, heel veel volk. Stel je voor dat Blankenberge op 15 kilometer zou liggen van Brussel. De natuur werd vertrappeld door dagjesmensen en de Scenic Route was een grote parkeerplaats. Een afsluiter in mineur in feite. Of waren we teveel gewoon geworden en legden we de lat te hoog?
In elk geval, Vegas zagen we van hier al schitteren als een echt fata morgana. We konden er niet meer tussenuit. Op weg naar onze laatste slaapplaats.
We reden Vegas binnen langs de gewone straten en begonnen echt op de noordkant van de strip. Langs oude glories – die afgebroken worden –, langs nieuwe mastodonten zonder karakter tot in de file van taxi’s en bussen en huurauto’s vol met toeristen. En die laten deze mallemolen draaien, een beetje trager dan vroeger maar toch.
Moeder, leg de kredietkaart in de kluis en gooi de combinatie weg. Ze zijn in Sodom en Gomorra.
(Update)
Na een korte verfrissing gingen we op zoek naar wat eten en wat kwalitatieve ontspanning. Het eerste was niet zo moeilijk op de Strip. Het tweede is heel wat moeilijker.
Uiteindelijk hadden we ’s morgens beslist om toch maar kaarten te kopen van een Cirque du Soleil, als verlate verjaardagsfuif. We kozen voor Kà in het MGM.
We hadden maar tot 6 om onze kaarten op te pikken. Dus eerst mochten we de volledige vloer van het MGM afzoeken tot we de ticketverkoop vonden. In elk geval het MGM is een heel groot hotel met een heel groot casino. Bangelijk groot. En file aan de ticketverkoop was ook al groot maar na een kwartiertje hadden we dan toch onze tickets. Ook al waren ze last minute, het waren toch goeie plaatsen. Oef.
Dan een bezoek aan de texmex:-)
En dan terug door de doolhof van het MGM naar het Kà theater.
Wat is Kà? Het verhaal gaat over een Koninklijke tweeling. Wanneer ze aankomen aan het koninklijk hof wordt dat overval en de Keizer en Keizerin vermoord. De tweeling kan vluchten maar ze raken elkaar kwijt. Via omzwervingen bij rare volken en beesten komt het uiteindelijk tot het (typische) epische gevecht tussen goed en kwaad.
Kà is geen typische Cirque du Soleil stuk, net zoals O dat we vorig jaar ook in Vegas zagen. Omdat de attractie statisch is, kunnen ze veel meer speciale effecten gebruiken. Bij O is dat het grote zwembad, bij Kà werken ze met verschillende grote platformen die in alle richtingen kunnen draaien en bewegen. Het grootste platform is 8 op 15 meter, kan horizontaal volledig rond draaien, beweegt tot 22 meter hoog en kan zo draaien dat het volledig vertikaal hangt.
Na anderhalf uur verbazing waren we klaar voor een nachtje Vegas.
Tot lezens,
vrijdag 29 oktober 2010
Dag 21 - Death Valley II
Dag lieve lezertjes,
vandaag geen ontbijt geserveerd in het hotel, maar wel het ontbijt dat we zelf bijeengooien met triscuits (volgranen koekjes die iets luchtig zijn), met philadephia kaas, ZIZ kaas of kalkoen worst met een glas water of cola zero. Is totaal iets anders dan een omeletje met een toastje, maar is ook wel lekker hoor.
Na het ontbijt spoed overleg zoals bij de belgische regeringsvorming. Het idee van de "Racetracks" was gisteren al afgevoerd, maar wat gingen we dan in de plaats doen. We bekeken het plan van alle mogelijke kanten en we kwamen met het volgende : Golden Canyon, Zabrinski point en dan het andere deel van mijn halve dag aan het zwembad.
Op weg naar Golden Canyon vroegen we elkaar of we de Artist drive ook niet snel nog eens meenamen, was toch vorige jaar mooi... Oke... we reden dus nog enkele mijl verder zodat we de scenic drive konden beginnen. Eerste stop en enkele meters verder ging Sandra bijna volledig onderuit. Dat met ne kodak en lange lens niet goed... dus Sandra doet een schijnbeweging en kan buiten een paar schaafwondjes en last in een enkel zeggen "no problemo"... Ze had wel geen zin meer om nog veel rond te wandelen en ging terug naar de auto.
Na artist drive keerden we terug naar de Golden Canyon. De wandeling daar is ongeveer een mijl enkele richting in de rivier bedding van een vallei die goud kleurt als de zon erop zit. Maar dit is ook de start van de wandeling tot Zabrinski point of een loop rond de canyon, maar daar hadden we niet echt zin in. Op het punt van "einde wandeling", stond ook Zabrinski point 1,5 mijl... en naar het beginpunt was het iets meer dan een mijl... Steven had plots wel zin om tot daar te wandelen. Dus Sandra stelde voor om terug te wandelen met zijn zware rugzak, de auto te nemen en dan hem op te pikken op Zabrinski. Zabriskie Point is een van de bekendse uitkijkpunten en wordt gekenmerkt door zijn pastelkleurige golvende duinlandschap waar zo goed als niets leeft. Zo gezegd zo gedaan...
Tegen de tijd dat Sandra uit de canyon is gewandeld, de auto gestart, rond reed tot aan Zabrinski en tot het punt wandelde... was Steven al in de verte te bespeuren. Een kleine tien minuten later was hij ook op het punt. Na een flesje water en enkele snoepjes, was hij klaar voor terug naar de auto te gaan.
Voor ik aan het zwembad mocht gaan liggen, wou Steven toch nog even naar Dante's view... want daar was hij toch nog enkel foto's vergeten te nemen vorig jaar. Dante's view is de hoogste plaats in Death Valley waar je met de auto naar toe kan, en dus was het een mooie afsluiter van de 2de dag.
Eens in het hotel ging Sandra op full automaat : kleren uit, badpak aan, rugzak klaarmaken en wachten tot Steven klaar is om mee te gaan. Aan het zwembad aangekomen genoot ik even van het lekker warme water, maar daarna diende ik dringend aan het verslag van gisteren te beginnen. Rond 5en hielden we het voor bekeken aan het zwembad en gingen we terug iets eten in de Ranche. Deze keer viel het voor beide tegen.
Voor ik mijn oogjes dicht deed, heb ik dit verslagje nog even uitgeschreven zodat jullie ook terug mee kunnen.
Morgen is het bye bye Death Valey... Las Vegas here we come...
Slaapwel
Sandra
vandaag geen ontbijt geserveerd in het hotel, maar wel het ontbijt dat we zelf bijeengooien met triscuits (volgranen koekjes die iets luchtig zijn), met philadephia kaas, ZIZ kaas of kalkoen worst met een glas water of cola zero. Is totaal iets anders dan een omeletje met een toastje, maar is ook wel lekker hoor.
Na het ontbijt spoed overleg zoals bij de belgische regeringsvorming. Het idee van de "Racetracks" was gisteren al afgevoerd, maar wat gingen we dan in de plaats doen. We bekeken het plan van alle mogelijke kanten en we kwamen met het volgende : Golden Canyon, Zabrinski point en dan het andere deel van mijn halve dag aan het zwembad.
Op weg naar Golden Canyon vroegen we elkaar of we de Artist drive ook niet snel nog eens meenamen, was toch vorige jaar mooi... Oke... we reden dus nog enkele mijl verder zodat we de scenic drive konden beginnen. Eerste stop en enkele meters verder ging Sandra bijna volledig onderuit. Dat met ne kodak en lange lens niet goed... dus Sandra doet een schijnbeweging en kan buiten een paar schaafwondjes en last in een enkel zeggen "no problemo"... Ze had wel geen zin meer om nog veel rond te wandelen en ging terug naar de auto.
Na artist drive keerden we terug naar de Golden Canyon. De wandeling daar is ongeveer een mijl enkele richting in de rivier bedding van een vallei die goud kleurt als de zon erop zit. Maar dit is ook de start van de wandeling tot Zabrinski point of een loop rond de canyon, maar daar hadden we niet echt zin in. Op het punt van "einde wandeling", stond ook Zabrinski point 1,5 mijl... en naar het beginpunt was het iets meer dan een mijl... Steven had plots wel zin om tot daar te wandelen. Dus Sandra stelde voor om terug te wandelen met zijn zware rugzak, de auto te nemen en dan hem op te pikken op Zabrinski. Zabriskie Point is een van de bekendse uitkijkpunten en wordt gekenmerkt door zijn pastelkleurige golvende duinlandschap waar zo goed als niets leeft. Zo gezegd zo gedaan...
Tegen de tijd dat Sandra uit de canyon is gewandeld, de auto gestart, rond reed tot aan Zabrinski en tot het punt wandelde... was Steven al in de verte te bespeuren. Een kleine tien minuten later was hij ook op het punt. Na een flesje water en enkele snoepjes, was hij klaar voor terug naar de auto te gaan.
Voor ik aan het zwembad mocht gaan liggen, wou Steven toch nog even naar Dante's view... want daar was hij toch nog enkel foto's vergeten te nemen vorig jaar. Dante's view is de hoogste plaats in Death Valley waar je met de auto naar toe kan, en dus was het een mooie afsluiter van de 2de dag.
Eens in het hotel ging Sandra op full automaat : kleren uit, badpak aan, rugzak klaarmaken en wachten tot Steven klaar is om mee te gaan. Aan het zwembad aangekomen genoot ik even van het lekker warme water, maar daarna diende ik dringend aan het verslag van gisteren te beginnen. Rond 5en hielden we het voor bekeken aan het zwembad en gingen we terug iets eten in de Ranche. Deze keer viel het voor beide tegen.
Voor ik mijn oogjes dicht deed, heb ik dit verslagje nog even uitgeschreven zodat jullie ook terug mee kunnen.
Morgen is het bye bye Death Valey... Las Vegas here we come...
Slaapwel
Sandra
Dag 20 - Death Valley I
Dag lieve lezertjes,
Om de verjaadag te vervolledigen besloten we het ontbijt in het hotel te nemen. Normaal nemen we enkel ontbijt in het hotel als het inbegrepen is in de prijs van de kamer. Andere dagen maken we ons zelf een ontbijt met wat in onze frigobox zit of eten we een van de gekende ontbijt/fastfood ketens. Maar vandaag niet.
Steven neemt zich een paddenstoelen ommelet en ik neem me een 2 paardenogen met elk een paar toasts en hashbrowns (= gesnipperde aardappel lichtjes opgebakken). Steven neemt een tas koffie en bibi besluit de chocomelk te proberen. De ene was tevreden, de andere niet... rara wie was te vreden met de gemaakte keuze?
Na het onbijt hebben we snel onze frigobox voor de dag gemaakt, want we hadden veel op de planning staan : wat rijden, wat wandelen, wat rijden, aan het zwembad wat genieten :-)
Vooraleer aan het grote werk te beginnen, zijn we eerst de stempel gaan halen bij het Visitor Center. Daar vroegen we voorzichtig hoe het met de weg naar de "Racetrack Playa" was. De Racetrack Playa bevindt zich op de bodem van een uitgedroogd meer dat voornamelijk samengesteld is uit stenen van aangeslibd klei en zout. Het speciale eraan is dat deze stenen - ook al wegen ze elk zo'n 300-400 kilo's - zich zonder enige reden of tussenkomst bewegen. De ranger was heel vriendelijk en melde ons direct "jullie hebben een huurwagen vermoed ik en ik vermoed dat die niet hier in Death Valley gehuurd is ..." Steven antwoorde "... Euh ja". Waarop de ranger verderging met "Wel dan zou ik jullie de weg niet aanraden. De weg naar Racetrack Play ligt bezaaid met scherpe stenen en als jullie geen huurwagen hebben van hier, zijn jullie banden niet dik genoeg. Een platte band dat kan je nog opvangen, maar de kans is groot dat er meer plat zullen gaan en en dan zit je werkelijk vast tot iemand daar per ongeluk ook eens langskomt"
Lap, de planning die we maakten voor de twee volle dagen in Death Valley valt in duigen. Steven wou immers daar morgen naar toe... Vroeg vertrekken - mooie baan tot aan Scotty's Castle en dan dirt road tot aan de crater en dan nog dirtier road tot aan de track.
Na bij te zijn van de koude douche gaan we dan maar op pad naar het hoogtepunt van de dag de Charcoal Klins. Dit is wat we vorig jaar niet deden wegens onvoldoende tijd en de platte band die toen roet in het eten gooide. Je moet er wel wat voor afrijden (Asvalt & dirt road) maar het is de moeite waard: De Charcoal Kilns zijn 10 historische stenen gebouwtjes die zijn gebouwd in het jaar 1877, en die in gebruik zijn geweest als houtskoolovens. Ze zijn elk 7,5 meter hoog, en hebben een omtrek van 9 meter.
Op de terugweg besluiten we bij de parking van de Sand Dunes te stoppen. Vorig jaar mochten we daar niet halt houden want dan waren ze de parkeerplaats aan het heraanleggen. Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd, komt vooral uit de in het noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains. Na enkele duinen over te steken, de nodige fotos genomen te hebben, heeft Zaza er genoeg van. Het is al door de 3en en er was haar beloofd een namiddagje rust.
Dus reden we terug naar het hotel, wisselden we snel van kleding en gingen naar het zwembad. Bibi confirmeert dat het water zalig was en dat je niet overal een margarita aan/in de pool kan uitzabberen.
Tegen vijf uur was het wel genoeg geweest en stelde Steven voor om naar de Ranch te rijden om daar een snelle hap te eten. Zo gezegd zo gedaan... Nadien hebben we de kaartjes van de toestellen nog gecopieerd, Zaza zette nog enkele super foto's op haar favoriete bezigheid Facebook. Nadien hield ze het voor bezien en moest Steven maar zorgen voor de nodige backups.
Toen dat ook gedaan was en hij het licht heeft uitgedaan, had Zaza al enkele brandhouthopen klaargemaakt
Slaapwel lieve lezertjes
Sandra
Om de verjaadag te vervolledigen besloten we het ontbijt in het hotel te nemen. Normaal nemen we enkel ontbijt in het hotel als het inbegrepen is in de prijs van de kamer. Andere dagen maken we ons zelf een ontbijt met wat in onze frigobox zit of eten we een van de gekende ontbijt/fastfood ketens. Maar vandaag niet.
Steven neemt zich een paddenstoelen ommelet en ik neem me een 2 paardenogen met elk een paar toasts en hashbrowns (= gesnipperde aardappel lichtjes opgebakken). Steven neemt een tas koffie en bibi besluit de chocomelk te proberen. De ene was tevreden, de andere niet... rara wie was te vreden met de gemaakte keuze?
Na het onbijt hebben we snel onze frigobox voor de dag gemaakt, want we hadden veel op de planning staan : wat rijden, wat wandelen, wat rijden, aan het zwembad wat genieten :-)
Vooraleer aan het grote werk te beginnen, zijn we eerst de stempel gaan halen bij het Visitor Center. Daar vroegen we voorzichtig hoe het met de weg naar de "Racetrack Playa" was. De Racetrack Playa bevindt zich op de bodem van een uitgedroogd meer dat voornamelijk samengesteld is uit stenen van aangeslibd klei en zout. Het speciale eraan is dat deze stenen - ook al wegen ze elk zo'n 300-400 kilo's - zich zonder enige reden of tussenkomst bewegen. De ranger was heel vriendelijk en melde ons direct "jullie hebben een huurwagen vermoed ik en ik vermoed dat die niet hier in Death Valley gehuurd is ..." Steven antwoorde "... Euh ja". Waarop de ranger verderging met "Wel dan zou ik jullie de weg niet aanraden. De weg naar Racetrack Play ligt bezaaid met scherpe stenen en als jullie geen huurwagen hebben van hier, zijn jullie banden niet dik genoeg. Een platte band dat kan je nog opvangen, maar de kans is groot dat er meer plat zullen gaan en en dan zit je werkelijk vast tot iemand daar per ongeluk ook eens langskomt"
Lap, de planning die we maakten voor de twee volle dagen in Death Valley valt in duigen. Steven wou immers daar morgen naar toe... Vroeg vertrekken - mooie baan tot aan Scotty's Castle en dan dirt road tot aan de crater en dan nog dirtier road tot aan de track.
Na bij te zijn van de koude douche gaan we dan maar op pad naar het hoogtepunt van de dag de Charcoal Klins. Dit is wat we vorig jaar niet deden wegens onvoldoende tijd en de platte band die toen roet in het eten gooide. Je moet er wel wat voor afrijden (Asvalt & dirt road) maar het is de moeite waard: De Charcoal Kilns zijn 10 historische stenen gebouwtjes die zijn gebouwd in het jaar 1877, en die in gebruik zijn geweest als houtskoolovens. Ze zijn elk 7,5 meter hoog, en hebben een omtrek van 9 meter.
Op de terugweg besluiten we bij de parking van de Sand Dunes te stoppen. Vorig jaar mochten we daar niet halt houden want dan waren ze de parkeerplaats aan het heraanleggen. Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd, komt vooral uit de in het noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains. Na enkele duinen over te steken, de nodige fotos genomen te hebben, heeft Zaza er genoeg van. Het is al door de 3en en er was haar beloofd een namiddagje rust.
Dus reden we terug naar het hotel, wisselden we snel van kleding en gingen naar het zwembad. Bibi confirmeert dat het water zalig was en dat je niet overal een margarita aan/in de pool kan uitzabberen.
Tegen vijf uur was het wel genoeg geweest en stelde Steven voor om naar de Ranch te rijden om daar een snelle hap te eten. Zo gezegd zo gedaan... Nadien hebben we de kaartjes van de toestellen nog gecopieerd, Zaza zette nog enkele super foto's op haar favoriete bezigheid Facebook. Nadien hield ze het voor bezien en moest Steven maar zorgen voor de nodige backups.
Toen dat ook gedaan was en hij het licht heeft uitgedaan, had Zaza al enkele brandhouthopen klaargemaakt
Slaapwel lieve lezertjes
Sandra
woensdag 27 oktober 2010
Dag 19 - Van de kou naar de warmte
Dag lieve lezertjes,
ja ja ... je gaat het vandaag nog met mij moeten doen. Ik mocht met de laptop surfen op voorwaarde dat ik de blog voor mijn rekening nam.
Vandaag zijn we wakker geworden van de kou. Daar Zaza vandaag verjaarde, ging alles op haar tempo en dat lag blijkbaar toch niet te hoog. Zij had nog zin om wat te soezelen, dus diende Steven ook nog te blijven liggen. Maar na een tijdje had hij er genoeg van en begon hij zich klaar te maken. En met een slim trukje kreeg hij Sandra dan toch uit het bed : We zouden kunnen omrijden via Devils Postpile National Monument en een koffie drinken in Mammoth Lake... Vorig jaar hebben we ne road closed gehad en dus woud Steven het vandaag opnieuw proberen.
Zogezegd, zogedaan... Snel klaarmaken, de auto in en rijden maar... Oei, de auto geeft 32F (0C) aan, daarom dat we het zo koud hadden. We hebben terug naar de Starbucks van vorig jaar gezocht en uiteindelijk in dezelfde winkel achter de koffie gegaan om een beetje op te warmen. Onderweg moest Sandra wel alles eens dichtgooien voor herten (moeders met kids) die het plots nodig vonden om een highway over te steken waar 120km/u mag gereden worden.
Een tijdje later reden we het park binnen en konden we de afdaling tot aan de bekendste stop beginnen. In de zomer moet je dit met een busje doen, maar in de winter moet je zelf tot beneden rijden. Sandra was in haar nopjes want de ene bocht volgde de andere op. Eens beneden op de parking was het nog een kleine wandeling tot aan de Devils Postpile. De attractie is eigenlijk "niets meer" dan een soort van verticale kolommen. Laat me verduidelijken : Minder dan 100.000 jaar geleden vond een lava-eruptie plaats op een afstand van 2 mijl van waar je nu Devils Postpile kan vinden. De lava stroomde naar de lager gelegen vallei, en vormde daar een 120 meter hoge laag. Die laag koelde geleidelijk af, en begon daardoor te krimpen. De specifieke omstandigheden tijdens dit proces, de mineralen en het langzame afkoelingsproces, zorgden ervoor dat er barsten in de laag onstonden volgens een opvallend gelijkmatig patroon. Steven gaat nog even naar de bovenkant om ook daar het moois te fotograferen, terwijl Sandra zich beneden amuseert bij de eekhoorns. Eerst met foto's trekken, daarna met de eekhoor met een noot die groter is dan ziczelf door te laten op de baan. Grappig was het wel om te zien, maar je moet wel alles dicht gooien om het veilig te houden.
Na de extreme kou (< 30F) was er maar een mogelijkheid voor Sandra, zo snel mogelijk op weg naar de warmte : op naar de Dodenvallei. En weg waren we.... Gelukkig was Sandra nog niet te moe, want ook een hond vond het nodig om de auto eens te komen begroeten en dus mocht Sandra de 3de keer op een voormiddag alles dichtgooien...
Na een 100 mijl rijden was het tijd om de auto nog een drankske te geven en toch maar voor zekerheid de banden even na te kijken... Terwijl we aan het tanken waren, kwamen de eerste reeks SMSjes binnen om Sandra een gelukkige verjaardag te wensen en dus hielden we nog wat langer halt om haar de tijd te geven om veilig terug te smsen.
Uiteindelijk zijn we veilig terplaatste geraakt en deze keer was het niet in de Ranch dat we geboekt hadden, maar wel in het iets chickere Furnace Creek Inn. Voor ne verjaardag doet ne mens af en toe ne keer iets extra... Niet enkel de buitenkant, maar ook de kamers en het restaurant zijn van een ander niveau. Om met het Sandra's woorden uit te drukken : in het restaurant wordt je op zijn Frans geserveerd. Je krijgt de tijd om langzaam te eten en nog wat na te babbelen vooraleer je de volgende schotel krijgt. Natuurlijk mag er tijdens een verjaardag geen bubbels ontbreken. De ober was ook zo vriendelijk om bij het geven van de rekening de complementary truffels te voorzien van een kaarsje. Aha ja, zo had je een verjaardstaartje en kon je een wens doen. En neen Sandra wil niet vertellen was ze wenste, want ze wil het echt laten uitkomen.
Nadien heeft Steven zich buiten neergezet, want ook al was het pikkedonker het was lekker warm ... en Sandra, tja.. die zit nu te tikken aan de blog die ze beloofd had te schrijven.
Tot de volgende keer ..
Zaza
ja ja ... je gaat het vandaag nog met mij moeten doen. Ik mocht met de laptop surfen op voorwaarde dat ik de blog voor mijn rekening nam.
Vandaag zijn we wakker geworden van de kou. Daar Zaza vandaag verjaarde, ging alles op haar tempo en dat lag blijkbaar toch niet te hoog. Zij had nog zin om wat te soezelen, dus diende Steven ook nog te blijven liggen. Maar na een tijdje had hij er genoeg van en begon hij zich klaar te maken. En met een slim trukje kreeg hij Sandra dan toch uit het bed : We zouden kunnen omrijden via Devils Postpile National Monument en een koffie drinken in Mammoth Lake... Vorig jaar hebben we ne road closed gehad en dus woud Steven het vandaag opnieuw proberen.
Zogezegd, zogedaan... Snel klaarmaken, de auto in en rijden maar... Oei, de auto geeft 32F (0C) aan, daarom dat we het zo koud hadden. We hebben terug naar de Starbucks van vorig jaar gezocht en uiteindelijk in dezelfde winkel achter de koffie gegaan om een beetje op te warmen. Onderweg moest Sandra wel alles eens dichtgooien voor herten (moeders met kids) die het plots nodig vonden om een highway over te steken waar 120km/u mag gereden worden.
Een tijdje later reden we het park binnen en konden we de afdaling tot aan de bekendste stop beginnen. In de zomer moet je dit met een busje doen, maar in de winter moet je zelf tot beneden rijden. Sandra was in haar nopjes want de ene bocht volgde de andere op. Eens beneden op de parking was het nog een kleine wandeling tot aan de Devils Postpile. De attractie is eigenlijk "niets meer" dan een soort van verticale kolommen. Laat me verduidelijken : Minder dan 100.000 jaar geleden vond een lava-eruptie plaats op een afstand van 2 mijl van waar je nu Devils Postpile kan vinden. De lava stroomde naar de lager gelegen vallei, en vormde daar een 120 meter hoge laag. Die laag koelde geleidelijk af, en begon daardoor te krimpen. De specifieke omstandigheden tijdens dit proces, de mineralen en het langzame afkoelingsproces, zorgden ervoor dat er barsten in de laag onstonden volgens een opvallend gelijkmatig patroon. Steven gaat nog even naar de bovenkant om ook daar het moois te fotograferen, terwijl Sandra zich beneden amuseert bij de eekhoorns. Eerst met foto's trekken, daarna met de eekhoor met een noot die groter is dan ziczelf door te laten op de baan. Grappig was het wel om te zien, maar je moet wel alles dicht gooien om het veilig te houden.
Na de extreme kou (< 30F) was er maar een mogelijkheid voor Sandra, zo snel mogelijk op weg naar de warmte : op naar de Dodenvallei. En weg waren we.... Gelukkig was Sandra nog niet te moe, want ook een hond vond het nodig om de auto eens te komen begroeten en dus mocht Sandra de 3de keer op een voormiddag alles dichtgooien...
Na een 100 mijl rijden was het tijd om de auto nog een drankske te geven en toch maar voor zekerheid de banden even na te kijken... Terwijl we aan het tanken waren, kwamen de eerste reeks SMSjes binnen om Sandra een gelukkige verjaardag te wensen en dus hielden we nog wat langer halt om haar de tijd te geven om veilig terug te smsen.
Uiteindelijk zijn we veilig terplaatste geraakt en deze keer was het niet in de Ranch dat we geboekt hadden, maar wel in het iets chickere Furnace Creek Inn. Voor ne verjaardag doet ne mens af en toe ne keer iets extra... Niet enkel de buitenkant, maar ook de kamers en het restaurant zijn van een ander niveau. Om met het Sandra's woorden uit te drukken : in het restaurant wordt je op zijn Frans geserveerd. Je krijgt de tijd om langzaam te eten en nog wat na te babbelen vooraleer je de volgende schotel krijgt. Natuurlijk mag er tijdens een verjaardag geen bubbels ontbreken. De ober was ook zo vriendelijk om bij het geven van de rekening de complementary truffels te voorzien van een kaarsje. Aha ja, zo had je een verjaardstaartje en kon je een wens doen. En neen Sandra wil niet vertellen was ze wenste, want ze wil het echt laten uitkomen.
Nadien heeft Steven zich buiten neergezet, want ook al was het pikkedonker het was lekker warm ... en Sandra, tja.. die zit nu te tikken aan de blog die ze beloofd had te schrijven.
Tot de volgende keer ..
Zaza
Abonneren op:
Posts (Atom)