maandag 9 oktober 2017

T 5 : over de schreef

Dag allemaal. 

Vandaag dus de tweede tocht. En alweer met meer dan één vervoersmiddel. De Bernina Express. 

Maar eerst een samenvatting van de eerste acht uur van de dag. 

Zzzzz. Zzzzz. Biepbiep. Snooze. Biepbiep. Boink. 

Voilà. De samenvatting. Nu kan ik aan de volgende acht uur beginnen. 

Aan het ontbijt merkte je al dat we dicht tegen Italië waren. Alle onderdelen van het ontbijt waren er. Maar toch. Buiten de koffie - die superlekker was - was het ontbijt toch niet hetzelfde als in Luzern. Het is nog geen droog stukje brood als in Italië. Maar toch. 

Enfin. Als het ontbijtbuffet al niet knalde, de toestellen deden het wel. 

Beng. Beng. 

De broodrooster gaf met een grote knal de pijp aan Maarten. Gevolgd door de zekering. 

Iedereen was op slag wakker. 

Aan het ontbijt hing plots een geurtje. 

Maar voor ons was het tijd om de plaats te poetsen. 

We hadden al een taxi besteld. Want we zagen de wandeling omhoog naar het station met de rugzak en duffel niet zitten. Maar de mevrouw achter de toog was er toch niet gerust is. En dus belde ze nog eens naar de taxi. En hops. Plots stond een Mercedes S-klasse voor de deur. Zo werden we in luxe en stijl naar het station gebracht. Volgende week net op de lotto spelen. 

Aan het station was het een beetje zoeken naar de halte van de Bernina. Alle bussen hadden nummers en die vonden we terug. De Bernina had geen nummer zucht. Maar Google hielp ons verder. We moesten de andere kant van het plein zijn. En daar vonden we enkele mensen met koffers die op een bus wachtten. We hadden de rij gevonden. 

Eerst gebeurde er. Iet veel maar na een kwartiertje kwamen er dan toch grotere groepen opdagen. 

De laatste groep wou. Iet in de rij staan. Ze omsingelden de groep. En gingen in de weg van de bussen staan. Niet slim. De eerste bus van Bernina wilden ze dadelijk bestormen, rij of geen rij. Alleen moesten ze in ... de tweede bus zijn. En plots stonden wij als eerste aan de bus. Hoe mijn baasje dat gedaan heeft?

Met enkele minuten vertraging stortte de bus zich in de file. Geen Brussel file maar toch zeker honderd meter lang. 

Na enkele kilometer reden we langs de rand van het meer van Lugano. We leken wel in Italië. Na een kwartier was dat trouwens het geval. Een vluchtige inspectie van de grenspolitie - douane en we waren van land gewisseld. 

Af en toe doken we een tunnel in. Eerst richting Como dan richting Tirano. En nee dat ligt niet in Albanië. Dat is Tirano. Allemaal kleine dorpjes. Echt vooruit ging het niet. En Italianen chaos chauffeurs? Hier alleszins niet. 

We kwamen als laatste aan in Tirano. Heel het stationsplein zat vol toeristen. Oei als die allemaal op de trein moeten!

Maar eerst moesten we iets zoeken om te eten. Alle terrasjes waren vol. Uiteindelijk vonden we een ijskreemwinkel die ook sandwiches verkocht en zo hadden we toch een beetje eten en drinken. Op het pleintje gingen we tussen de politie zitten. Die hadden ook honger. 

Tegen kwart voor gingen we naar de trein. De eerste (laatste) wagon zat bomvol. Oef we zaten in wagen 22, de tweede. En daar zat bijna niemand. Een dame was het venster aan het kuisen aan haar zetels. Rare jongens die Amerikanen. Tijdens de reis zou ze wel geen minuut kunnen zwijgen. Haar man hoorde waarschijnlijk niet goed anders wordt die gek. 

En ja hoor met een bijna lege wagon vertrekken we. We hebben speciale hoge ramen, net als de trein gisteren. Maar ik zie dat mijn baasje niet blij is. De zon staat laag en de ramen reflecteren in alle richtingen. Dat wordt veel fotoshoppen.

Ik zet me tegen het raam en laat alles rustig aan mij voorbijgaan. 

We rijden terug Zwitserland binnen. We draaien over de kop van de trein in een kleine keerlus. We rijden dwars door een dorpje. Mooi, mooi, mooi. Ik geniet. 

Twee uur lang omhoog, omlaag. 

Tot we in Sankt Moritz zijn. Het is hier koud en we haasten ons naar hotel.

Ik blijf lekker binnen terwijl mijn baasje nog wat gaat wandelen en eten. Content is ie niet. Het is buiten zo doods als de Belgische kust in november. Ai. 

Ik begin maar de blog te schrijven. 

Tot morgen

Broer. 

Geen opmerkingen: