Dag lieve lezertjes,
Niet iedereen heeft de
stakingsactie van gisteren geapprecieerd.
Premier Michel sprak toch
zo mooi over de mensen en hondjes die gisteren wel zijn gaan werken. En de rest
noemde hij sukkels, dinosauriërs, ...
Dat heeft me diep
geraakt.
En nog meer het gesprek
gisteravond met mijn baasje.
De broederschap van de
bloggers is allemaal mooi en fijn maar het is geen vakbond met verborgen
rekeningen in Luxemburg of Zwitserland. Er is dus ook geen stakerspremie van
35€ per dag.
Ik mocht dus mijn kostje
bijeenscharrelen. En zo in mijn velleke de straat op wanneer de zon onder is,
dat is koud hoor. En Zwitserland is een duur land. Enig idee hoeveel Rappen je
bijeen moet schrapen voor je je een afgekloven beentje kan permitteren?
Ik zal dus maar wat
schrijven.
Met verkleumde pootjes. En
een lege buik. Want je ziet hier geen honden op straat laat staan een
bedelaar.
De miserie begon dus om zes
uur.
Zes uur. Een onmenselijk
uur.
Ik viel gewoon terug in
slaap terwijl baasje onder de douche wakker probeerde te worden.
Last van de hoogte? Ja
hoor.
Last van een doods
bergdorp? Nog meer.
Tegen kwart voor zeven
waren we gepakt en klaar voor het ontbijt. Hmm. Een viersterren ontbijt was het
niet. Koffie uit de kan. Enkele magere sneetjes hesp en salami en een croissant
die verkruimelde terwijl je er naar keek.
Enfin. We hadden
eten.
Snel nog tandenpoetsen en
dan klaar voor het busje naar het station. Op een vuilkar na was er niemand te
zien. Had ik al gezegd dat het hier uitgestorven is?
In het station stond een
heel lange trein. Onze trein.
We waren wat vroeg dus ik
snapte dat er nog niet veel volk was. Maar een kwartier later waren we nog
altijd maar met twee in een wagon voor 36. Waren de toeristen ook in
staking?
Uiteindelijk met zes mensen
vertrokken we. De andere eerste klas wagon had twee passagiers.
Oei oei oei.
Buiten zag er alles
slaperig en hier en daar wit uit. Allerheiligen wit. Grondvorst.
Ondanks mijn stakingspiket
mocht ik van baasje aan het raampje zitten. Snif.
De trein kronkelde van
links naar rechts maar altijd naar beneden. Soms reden we over de kop van de
trein of zagen we de spoorweg wel drie keer liggen.
Het was wel mooi en
stil.
In Chur kwam dan plots de
massa op de trein. In Chur was er wel leven. Les voor volgende keer. Niet bij
de jetset slapen.
Nu zaten we met 33 plaatsen
gevuld. Ik mocht blijven zitten want ik was toch lief. En ik had mijn rood ACOD-hesje
al weggestopt.
Eerst ging het langs de Rheinschlucht. Een smalle ravijn helemaal aan het
begin van de Rijn. En zo verder richting Disentis en Andermatt. We kregen een
andere locomotief, ander personeel, andere bergen maar allemaal even
mooi.
Ondertussen kregen we
lokale specialiteiten te eten. Met kaas natuurlijk.
En we passeerden ook waar
mijn baasje met de mutuel vorig millennium op vakantie was.
Maar we zaten al zes uur in
de trein en we moesten nu naar omhoog naar zetmatt. Nog twee uur. Pfff.
Hopelijk is het daar niet
uitgestorven.
Broer
Officieel in staking maar
zonder geheime bankrekening.
woensdag 11 oktober 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten