maandag 8 oktober 2012

Dag 10T – Terug naar de kust

Onze ingebouwde wekker – en een grote spleet tussen de gordijnen – lieten er geen twijfel over. De zon was wakker. Ikke ook. De linkerenkel ook.

Eerst een snelle douche om alles opgewarmd te krijgen. De 40+ graden van maandag zijn ondertussen vergeten. Vanmorgen was het met moeite 10 graden. En naast de lichte smog van de kleine bosbrand langs Oak Flat Road waren er nu ook … wolken.

Whoa!

Tijd dus om te vertrekken.

De auto was ondertussen ook al volledig uitgekuist en de valiezen konden rustig op de plaats van de derde bank gaan liggen. Met rest van het water, de een- en driepoten en het laatste powerfood.

Wat was het plan van de dag? Geen grote ontdekkingen meer na gisteren. Enkel nog enkele wandelingen door de meadows, ook al zat het licht meer dan tegen – de wolken lieten bijna geen plaats meer over voor het staalblauw van de vorige dagen.

Als eerste wandeling kwam een trek van 5 kilometerkes aan de beurt over de oevers van de Merced. Of eerder de zandbanken van de Merced. Die komt de centrale vallei binnen langs de Nevada en Vernal Fall. En van gisteren weten we nog dat daar weinig water overstroomt. Het merendeel van de Merced lag er dus droog bij, zelfs delen die normaliter nog water zien in het putteke van de zomer.

Ik hoopte nu tenminste wat wild wild te kunnen zien langs het pad. Maar helaas pindakaas. Toen ik de auto aan de Superintendent brug had geparkeerd, passeerden de drie jonge hertenmannetjes van het Visitor Center op zoek naar wat makkelijk voedsel. Maar een keer op het pad was er buiten wat geritsel in het gras van kleine vogeltjes enkel een occasionele specht tokkelend op een boom, onzichtbaar voor de camera. Op het einde van het pad zat wel nog een blauwe gaai. Maar die nam ook snel het hazenpad wanneer de camera in zijn richting zwaaide. Bummer.

Een tweede wandeling was een korte wandeling aan de voet van El Capitan en dan wat zoeken naar de klimmers op de zuidwand van El Capitan. Eerst wel nog een gezond lunchke en veel drinken. En dan lekker wandelen in het zonnetje – de wolken dreven verder richting het oosten.

In totaal waren er bijna een twintig klimmers actief op de wand van El Capitan. En nog veel meer kijkers en supporters onderaan de rotswand.

Na nog een tweetal stopjes langs de Merced waren we er klaar voor: de terugweg aanvatten naar Dublin.

Geen beren te zien langs de Oak Flat Road (zoals in 2000).

Geen spectaculaire schietpartijen.

Gewoon vele afdalingen en korte hellingen omhoog.

Naarmate de kilometers vorderden, werd het drukker tot plots in het midden van een gouden prairie alle verkeer stilstaat. Een Rav 4 heeft een oude pick-up geraakt. De laatste is het grootste deel van de pick-up ligt drie meter verder, in een stuk. Richting Yosemite stond al een file van 5 kilometer.

Een keer op de Interstate werd het erger. Vanaf Interstate 5 reed ik langs een drie-vakken file tot in Livermore, zo’n veertig kilometer verder. Het leek wel de E40 op de laatste zonnige vrijdag van het jaar. En net voor Dublin had ik ook mijn file vast. Gelukkig mocht ik een kilometer de afrit nemen.

Ik was terug in de beschaving met Wi-Fi en gsm en files.

Tot later

Steven.




Geen opmerkingen: