zaterdag 6 oktober 2012

Dag 7T - Wandelen tussen dinos.

Dag Bloggistos en Bloggistas,

Een verslagje van de eerste volle dag Yosemite.

Het idee was om de eerste dag niet te veel hooi op de vork te nemen. Als je 48 weken per jaar achter een computerscherm zit, dan moet je niet dadelijk de Mont Ventoux willen beklimmen.

Van de oorspronkelijk 24 Sequoia Groves in de Sierras zijn er 3 te vinden in dit park. De Mariposa Grove hadden we vorig jaar al bezocht tussen sneeuw en ijsregen. Dus dit jaar stonden de 2 andere Groves op het programma.

Beide hebben echter een klein nadeel. Ze liggen namelijk nogal ver van de weg en ze liggen lager dan de weg. De Merced Grove is de kleinste van de drie en telt in totaal maar een twintigtal bomen. De jongste is zo’n 300 jaar oud schat men. Echt oude rakkers van meer dan 2000 jaar staan er niet. De trail loopt in het begin over een oude weg, de eerste weg ooit aangelegd in Yosemite. Het gaat dus traagjes bergaf. Je zou denken dat dit goed is maar toch niet. Het betekent dat het tweede deel van het pad heel wat steiler zal zijn want uiteindelijk moeten we meer dan honderd meter afdalen tot de eerste groep van 6 sequoia’s – of olifantspoten zoals ze soms ook genoemd worden. Het was stil langs het pad. Op de parking stond enkel mijn tuut. Een beetje dieper kon je een beekje horen lopen en een specht was hard aan het werk om zijn etensmaal bij elkaar te timmeren. Een (1) eekhoorn liet zich effe zien. En ook al passeren hier niet veel toeristen, toch zag zijn buikje er lekker rond uit.

Na een mijl kwamen we aan een tweede hek behangen met dreigende teksten en boetes tot wel 500$ of 2 maanden cel. Als je met fiets verder ging. En zoals gevreesd werd het pad veel steiler. Toch waren er bandensporen te zien. Het was namelijk een brandpad om de sequoia’s te kunnen beschermen in geval van brand (?) De stilte bleef, een andere specht nam het werk over, er ritselde wat in het struikgewas. Maar wat het ook was, het liet zich niet zien.

Honderd meter dieper vonden we dan het eerste groepje sequoia’s. Ze leken wel door mensen gepland want ze stonden mooi in een rijtje achter elkaar. Volgens de trail guide stonden de overige bomen nog wat lager. Het pad werd er nog steiler op en smaller. 200 meter verder botsten we dan op een mooi onderhouden chalet omringd door een viertal sequoia’s. Dit was het vroegere buitenverblijf van de Park Superintendant. De baas zijn chalet dus. Een beetje grappig dat je in zo een toeristisch park toch nog een vakantieplekje ver weg van iedereen wil opzoeken.

De terugweg leest als een kopie van de heenreis. Stilte dus. En spechten. En … dan toch nog wat homo sapiens sapiens. De ene wat vriendelijker dan de andere. En je zou denken dat naar omhoog gaan trager zou gaan. Neen dus. Een uur naar beneden, 3 kwartier naar boven. Tijd voor een korte dronk en dan op weg naar de tweede grove. Het idee was om onderweg nog even te stoppen aan de oude brandwachttoren. Maar de straat was afgesloten wegens … brand. Niet aan de toren zelf natuurlijk (dat zou grappig zijn) maar de heli vloog af en aan van de helipad naast de toren en toeristen liepen toch maar in de weg.

Dus grove nummer 2. Deze was een stuk groter en lag langs de oude Big Oak Flat weg uit 1880. Tot 15 jaar terug werd die nog door auto’s gebruikt. Dus het pad was mooi geasfalteerd tot aan de eerste Sequoia. Een walk in the park dus. Als je de hitte en droogte vergeet, inderdaad. De grove leek meer op deze in Sequoia NP en Mariposa Grove. Tussen de sequoia’s was veel lege ruimte met weinig andere bomen. De Merced Grove was net het tegengestelde. Omdat de trail zoveel makkelijker is was het hier veel drukker. Zelfs enkele avontuurlijke ouders met een buggy kwam ik tegen. En toen er ook nog een busje Chinezen, compleet met bevlagde gids, voorbijkwam, dan weet je het wel. Dit wordt een populaire stop in het park. Het bespaart je een rit van 3 uur rijden heen en terug naar Mariposa Grove. Er is hier trouwens ook een “tunnel boom” waar ze vroeger toeristen voor een dollar op een kleine kar (een buggy) doorvoerden en een souvenirfoto meekregen.

Ondertussen was het al voorbij half twee. Tijd voor de interne mens. Een tweetal repen krachtvoer en een stevige slok water later en we kunnen er terug tegenaan.

Welke richting uit? Richting Tioga Pas dan maar, allez de Tuolumne Meadows.

Maar eerst krijgen we nog te maken met ARIA. Geen gekweel a al Castafiore uit Kuifje maar het America Redevelopment and Investment Act. Het grote investeringsproject van Obama voor infrastructuur en wegen. En dus staan we stil … voor een vlaggenman … alweer. Alleen hebben deze mannen duidelijk geen beter wegdek op het oog. Ze graven een sleuf van een halve meter breed en een meter diep uit in het midden van mijn rijvak. Voor de rest zijn er geen buizen of kabels of wat dan ook te zien. Raar. Enfin, na 5 minuten wachten mochten we dan toch terug door. Nadeel: iedereen bleef mooi in kolonne rijden en zo leek het meer op een werkfile dan op een vakantie. Bij de eerste noodparking liet ik dan maar de hele meute voorbijrijden. Zo kon ik op mijn eigen tempo verder tuffen.

De Meadows zijn een grote grasvlakte net onder de Tioga Pass op 2000 meter hoogte. Het is doorsneden met kleine beekjes en jonge riviertjes, een beetje zoals de Hoge Venen. Alleen is er hier geen ondergrond van venen. Het grootste deel van het jaar is het hier een modderige bedoening. Op het einde van de zomer is al het smeltwater echter verdwenen en na 2,5 maand zonder regen staat alles kurkdroog. Oorspronkelijk had ik gepland om de trail tot de North Dome te doen. Zo’n 10 kilometer heen en terug maar zelfs hier op 2000 meter is het nog steeds warm en met het tweede deel dat over blinkende rotsen gaat (en dus nu eerder een oven is dan een wandeling), leek het veiliger om dat toch maar niet te doen. In plaats daarvan heb ik gekozen voor een trail door de meadows naar de Soda Springs, een reeks warmwaterbronnen. En in tegenstelling tot veel andere riviertjes waren ze wel degelijk nog actief.

Na nog een ommetje langs het Visitor Center (Closed for the season) en de store (ontmanteld voor het seizoen), zit er niet veel anders op dan terug te gaan naar de vallei. Dat is zo’n 90 kilometer verder. De zon was ondertussen ook al moe geworden van al die warmte en besloot nogal snel te gaan slapen. En dan kwamen de beesten eindelijk tevoorschijn. Een hert bekeek me nogal raar, alsof die nog nooit een auto met lichten had gezien. Een coyote was ook al niet slim, die sprong net voor de auto over de weg. En natuurlijk ging alles zo snel dat er geen tijd was voor een fotoke. Grr.

Een keer beneden bleek de zon dan toch nog niet onder te zijn en we reden dan maar tot Tunnel View, een uitkijkpunt op de centrale vallei naast … een tunnel. Er was nog net genoeg tijd om een paar fotootjes te nemen van de ondergaande zon en de rode glans op Half Dome.

Tijd dan om terug te keren naar het hotel voor een natje en een drankje en een slaapje.

Tot morgen

Steven

Geen opmerkingen: