zaterdag 6 oktober 2012

Dag 6T - Stadsvlucht

Dag Lieve Mensenvrienden …

Nee hoor. Geen paniek. Sloefie heeft zich niet plots in tweeën gedeeld om alle blogs te kunnen blijven schrijven.

Want vanaf vandaag krijg je twee blogs voor de prijs van een. Dit aanbod is geldig tot nu vrijdag! Terwijl Sandra aan de lippen hangt van Larry Ellison en de orakels van Oracle te horen krijgt, ga ik een weekje naar de bergen. Naar Yosemite meer bepaald. Een herhaling van vorig jaar met wel een totaal andere weertoestand. Toen was het aan het regenen en sneeuwen, nu vallen de vogels om zo te zeggen uit de lucht van de warmte en de droogte.

Maar niet op de dingen vooruitlopen.

Maandagochtend en toch waren we alle drie wakker rond half zeven. Sloefie hoefde geen plas en douche, de rest wel. Waarom zo snel opstaan? Wel eerst en vooral moesten we zorgen dat Sandra ingeschreven geraakte. Gisteren was dat dus niet gelukt wegens nogal lang onderweg zijn. Sloefie heeft je er al alles over verteld. Zaak was dus om voor de grote meute door de inschrijvingscarrousel te geraken.

En dat lukte ook nog. Rond kwart na zeven stond ze te blinken met een mooie badge (gesponsord door Deloitte) en een messenger bag (gesponsord door al de rest).

Nu de volgende stap … eten.

Op zoek naar een Starbucks. Ah ja, wat anders.

Alleen, je moet er wel een vinden met een redelijke kans om bediend te worden. Want al wie zich gisteren al ingeschreven had, leek vanmorgen wel een latte met iets te willen. Maar Sandra kent de omgeving als haar broekzak en na een ommetje langs de Bank (of America) vonden we dan toch een Starbucks met een korte rij en zelfs nog wat plaats om te zitten.

En zo kwam het onvermijdelijke er dan toch aan. Tegen negen uur was alle verteerd, versleurd en zat er niets anders op dan te vertrekken. Vanop het 32ste heb je een goed zicht op de oprit naar de Bay Bridge. Zeer vlot verkeer blijkbaar en dat voor een maandagochtend. Wauw. Misschien helpt het wel dat de Amerikanen meestal vroeg beginnen werken.

De parking werd betaald, de tomtom op stoom gebracht en de voiture was klaar voor de lange rit naar de Sierra Nevada. Eens uit de parking was er wel geen ontkomen aan. Op Mission Street zat er niets anders op dan naar rechts te draaien richting … Oracle Open World. Een massa brossers (de eerste lezingen waren al bezig om 8 uur) spoedde zich naar het Moscone center of een van de grote hotels waar Oracle zijn lezingen hield. De auto’s gingen dan ook tegen een slakkengang vooruit op de straat.

Trouwens de verkeersproblemen waren daarmee nog niet opgelost. Net nu was de oprit van 4th Street richting brug, afgesloten voor werken. Tommeke wist natuurlijk van toeten noch blazen en probeerde me altijd terug te sturen naar die oprit ook al waren de flikken duidelijk. No passaran. Enfin, na enig gedraai en gekeer kwamen we dan toch uit aan een “alternatieve” oprit en konden we eindelijk de lange rit beginnen.

Eerste bestemming was de REI in Dublin. Ik was namelijk al een tijdje op zoek naar een hartslagmeter die zowel met oude als nieuwe toestellen kan werken. In België weten ze wel dat die bestaan maar een bestelling duurt minstens 4 weken. In de VS kijk je gewoon na welke winkel die in stock heeft. En Dublin ligt sowieso op de weg naar de Sierras… Het personeel in de winkel was wel nog niet helemaal wakker. Ze kwamen met verschillende hartbanden af maar niet de juiste. Uiteindelijk geloofden ze toch de computer en vonden ze de juiste band … in de afdeling optiek tussen zonnebrillen en horloges. De boodschappen werden afgerond met een handvol powerfoodrepen en een extra drinkbus.

Volgende bestemming: El Portal. Het portaal van Yosemite. En de plaats van het hotel waar ik vier nachten zal uitrusten.

Tommeke is weer niet zeker van zijn zaak en geeft een totaal andere route aan dan deze voor Yosemite zelf. Hmmm. Die zou 10 minuten korter zijn. Hmmm.

Enfin, we volgden Tommeke dan toch maar. De Interstate is hier heel wat drukker dan in SFO. Vooral heel wat meer vrachtwagens. Logisch ook. Deze Interstate verbindt Silicon Valley met de Centrale Vallei en de Interstate 5, de doorgaande autostrade naar Los Angeles en Mexico. Na een half uurtje was het verkeer wat minder na alweer een Interstate (naar het zuiden) gepasseerd te zijn.

Na nog een paar kronkels stuurde Tommeke de kar pal naar het zuiden. Over de CA-99, de ruggengraat van het landbouwhart van Californië. Alles wordt hier gekweekt, appels, appelsienen, artisjokken, … En de boeren zijn hier ook niet content. Wegens de waterrantsoenering. En vorig jaar had het te lang geregend. Zo is het altijd wel iets. Met de bergen in de smog verborgen lijkt het hier wel op een Nederlandse polder met al die grote velden.

Voor de rest was er weinig te beleven. Soms loopt de spoorlijn naar Los Angeles aan de linkse zijde van de baan, soms aan de rechtse zijde. Op het uurtje rijden hebben we in totaal 1 trein gezien, aan het rangeren bij een graansilo. Voor de rest niets. ’s Avonds wist ik ook waarom. Een vrachtwagenchauffeur was er in geslaagd om een overweg op te rijden voor de neus van de Amtrak-expres. Zo zijn er 2 per dag. Je moet dus echt goed kunnen mikken om zo dom te doen. 25 gewonden en een gekantelde trein waren het resultaat.

Na een natje en een droogje voor auto en chauffeur in Merced, konden we eindelijk de CA-140E opdraaien, de Yosemite Highway. Yiha. Dadelijk een bordje met road works, expect delays. Wegenwerken dus. Hopelijk sloeg dat op de nieuwe spoorbrug waar we naast moesten kruipen. Het asfalt is trouwens nieuw en ruikt nog een beetje naar het machien. Heel de tijd loopt de weg naast een spoorlijn, alweer treinloos. Bij het eerstvolgende stadje veranderde de situatie drastisch. De sporen liepen naar rechts (geen ramp) en de bordjes van Road Works doken alweer op langs de rand van de weg. Er is ook geen wegenmarkering meer. Oei.

En ja hoor een tien mijl verder was het van datum. Geen voor- of tegenliggers meer te bespeuren en in de verte stond een eenzame man in het midden van de weg. Ik heb de trein gemist dus. (het verkeer wordt namelijk in kolonne geloodst tussen de asfaltmachines door). Ik hoopte dat het maar een kort stukje werken zou zijn maar vrees het ergste. De weg liep nog minstens 4 kilometer verder tot op een heuveltop en … er was geen enkel machien te zien. Er zat niets anders op dan te wachten. Af en toe kwam er een zware truck met gemalen mais de heuvel af. Na een tiental minuten kwamen ze leeg terug. Maar ze speelden vals spel. Ze wilden niet wachten maar reden langs de file over een stuk braakliggende grond. Een van de andere chauffeurs had het licht gezien. Hij ging dat met zijn oud Escortje ook proberen. De eenzame man haalde zijn walkietalkie boven en bleef verder rustig.

Na een kwartier wachten kwam eindelijk een witte truck met knipperende lichten de heuvel af. Met daarachter een lange rij auto’s en vrachtwagens. Oef. Het wachten was bijna voorbij. Vijf minuten later konden we eindelijk op een sukkeldrafje de heuvel op, achter de witte truck. Een keer de heuvel over kregen we nog een mooie scene te zien. Het Escortje stond naast de weg met een witte truck ervoor en erachter. Die hadden het duidelijk niet geapprecieerd dat de chauffeur het stopbord had omzeild. En we tuften verder. Na zo’n 8 kilometer eindelijk een grote vrachtwagen langs de kant van de weg. De asfalttrein. Na zo’n 12 kilometer kwamen de volgende vlaggenman tegen. Zo te zien werd gewoonweg het equivalent van een dag werk afgesloten.

Allez. Vooruit met de geit. De 10 minuten die de route korter was volgens Tommeke, konden we nu wel vergeten. En alweer stonden er borden voor wegenwerken langs de kant van de weg. ’t Is toch niet waar he!

De weg lag als een zwart lint tussen gouden weilanden. Alleen was het vals goud. Het heeft hier in bijna drie maanden niet meer geregend en alles staat hier kurkdroog. Er is dan ook geen koe of kalf te bespeuren want van droog gras krijg je dorst en water … is er niet.

Gelukkig waren er geen grote onderbrekingen meer tot aan de vallei van de Merced rivier. Na enkele kilometer zijn de weiden verdwenen en bleven enkel stenen en verdwaalde struiken over. De weg volgde elke kronkel van de rivier. En dat zijn er veel. Op de andere oever zijn nog de resten te zien van de vroegere Yosemite Railway. Koning auto en het sluiten van een mijn net buiten het park hebben dit lijntje de nek omgewrongen. Na een dertig kilometer plots een felle schittering verder langs de rivier. Marsmannetjes? Neen. Verkeerslichten. Op rood. En een spiksplinternieuwe Bailey Bridge met een omleiding voor een ingestort deel van de weg. Gelukkig blijft het licht niet lang rood.

En na nog eens dertig kilometer was er eindelijk terug een teken van beschaving. Het tankstation van El Portal. Blijkbaar opnieuw tot leven gebracht door Chevron. En dan het hotel. Oef.

Het was ondertussen al halfvier en de buitentemperatuur was volgens de tuut 107F, dat is ongeveer 42 graden. Niet echt plezant dus.

En we kregen een upgrade. Naar een kamer met rivierzicht en een bubbelbad (meerprijs 50$ per nacht). Jiha.

Veel tijd bleef er niet over om het park te bezoeken vandaag. Eerst het Visitor Center natuurlijk om te zien wat er allemaal dicht is. Alleen de usual suspects zoals het winkeltje op Glacier Point of de verschillende kleine Visitor Centers. En dan kozen we effe nog de weg naar Glacier Point om een goed beeld te hebben van de vallei en welke watervallen nog wel water bevatten. Niet veel dus. Kan ook moeilijk anders want de laatste regen viel op 15 juli.

Terwijl de zon onder de horizon zakt, reden we dan maar terug naar het hotel. En of het rap donker werd. Gelukkig is er weinig verkeer en konden de grote lichten op. Ook het wild was al gaan slapen dus daar hoefden we ook niet bang voor te zijn.

Oef.

Tijd om even te gaan liggen.

Tot morgen beste bloggistos en bloggistas.

Steven

PS. Betreffende de 2 blogs voor de prijs van een: je zal toch moeten wachten tot ik terug in de bewoonde wereld ben met werkend Internet want op het hotel heeft de wifi de geest gegeven.

Geen opmerkingen: