zaterdag 18 juni 2022

Dag 12 - Meer ijs

Dag lieve lezertjes,

Voor het eerst in meer dan twee jaar heb ik terug geslapen op een rollend bed.

Een zacht rollend bed om juist te zijn,

Eindelijk zijn we weer eens aan het varen geslagen.

En omdat het voor iedereen zo lang geleden is, doet de kapitein het zachtjes aan.

Na tien dagen van Amerikaanse spaarzaamheid aan het ontbijtbuffet begint nu een weekje met keus à volonté.

Engels, Mexicaans, Amerikaans, Aziatisch, nihilistisch, … alle smaken en streken zijn vertegenwoordigd op de ontbijtbuffetten.

Ja je leest het goed, meervoud. Ik denk dat ik aan tien verschillende ontbijtstandjes kwam en dat ik nog niet alles had geproefd. Mijn cholesterol zal er niet goed van zijn denk ik. Gelukkig hoef ik niet naar de dokter. Het voordeel van peluche te zijn.

De baasjes verdwenen naar alle windstreken. Een ongelukkige moest de tafel bewaken. Want er is dan wel een overvloed aan eten. Maar als iedereen op het zelfde moment wil eten, dan is er niet genoeg plaats en zijn er files zoals op de ring van Antwerpen.

Wat was de buit van de eerste ochtend? Pancakes, waffels, fruit (niet mijn ding), yoghurt, croissantjes, spek, worstjes. En slappe koffie. Voila, in een notendop een overzicht van het gemiddeld ontbijt.

Die slappe koffie kon trouwens geen kwaad. Later op de ochtend moesten we nog naar een presentatie van Mijnheer Didier en het welkomstwoord van de kapitein. Bij beide was al een drankje voorzien. En er was ook nog de koffiebar op het vijfde waar heel lekkere koffie op maat gezet wordt. Mijn baasje werd zelfs een beetje olé van zijn koffie maar door mijn verstopte snuffelneus kon niet goed ruiken of het alleen koffie was of ook nog iets anders. (Ik zal hem de komende dagen wat beter in het oog moeten houden.)

Bij de receptie van de kapitein kregen heel wat mensen een diploma voor hard werken de vorige maand.

En ook mijnheer Didier kreeg een diploma, verstopt in een fles rode wijn, omdat hij het meeste reispunten heeft van de hele boot. Proficiat hoor.

Na het drankje op het elfde moesten we naar de catacomben op het derde.

Daar was geen drankje te krijgen maar wel veel uitleg over de volgende dagen.

Wie moet wanneer waar zijn en zo.

En dan was er ook nog een kwis.

Mijn baas stelde mij toch wat teleur. De vorige keren had hij telkens een klakske voor mij gewonnen. Dit jaar noppes. Geen klak, geen wijn. Toeme. Volgende keer beter opletten baas.

Ondertussen was het tijd om aan het middageten te denken.

En ik dacht dat er vanmorgen chaos was bij het ontbijt. Iedereen wou nu eten en het personeel kon niet volgen met het opruimen van de lege borden en glazen.

Met andere woorden, het restaurant stond vol met tafels vol met afwas. Je moest dus gokken of een tafel nog in gebruik was of niet. Had je pech, dan moest je een ander plaatsje zoeken.

En waarom wou iedereen zo vroeg eten - geef toe als je om tien uitgebreid heb geschranst dan heb je om twaalf nog geen honger - ? ? ?

We hadden een plaatsje veroverd aan stuurboord. Daar zou alleen maar zee mogen zijn, maar plots was er ook land.

Aha, we vaarden een grote baai in.



We waren traagjes op weg naar de Hubbard gletsjer. De grootste getijdengletsjer ter wereld. En iedereen wou die goed kunnen zien.

Sloefie en mimi vonden zo’n ijsberg veel te koud en gingen gewoon binnen blijven. Trouwens ze hadden een paar dagen vroeger al de Aialik Gletsjer gezien en toen was het lekker warm weer. Nu was het koud, grijs en juist ja, het ging nog kouder worden.

Maar ik had een lekker warme slaapzak gekregen en ik vond dat ik daar wel genoeg warm mee ging hebben. En ik vroeg aan mijn baasje of ik mee mocht tot op het ijs. Dat mocht ik niet. Maar ik mocht wel mee tot op het helikopterplatform. Jipie, de truuk heeft weer gewerkt, teveel vragen om net te krijgen wat je wil. Hihi. Baasjes zijn soms zo voorspelbaar.

En dan gingen we samen op pad, langs lange gangen en ondergrondse spelonken (allez, dat waren de gangen naast en achter het theater) tot op de snuit van de boot.

Ik had me voorbereid op een koude, snoeiharde wind met wat ijskristalletjes als toemaatje. Maar niets daarvan. Het was redelijk zacht met maar een zuchtje wind. De boot leek trouwens bijna stil te liggen.

Veel volk was er ook niet trouwens. We konden een plaatsje vinden aan de reling met zicht op de gletsjer. En mijn baas moest zich niet uitzonderlijk groot maken om dat plaatsje te behouden. Bij Kaap Hoorn drie jaar geleden was dat wel wat anders. Toen moest ie een paar keer grommen omdat de laatkomers dachten dat zoals in het evangelie, de laatkomers ook een mooie plaats krijgen. Niet als er foto’s moeten gemaakt worden. Of een blogger inspiratie moet hebben voor zijn dagelijkse post.

Enfin, alles peis en vree dus. Maar we lagen toch wel ver van de gletsjer vond ik.

Ik probeerde nog om baasje een foto van mij op de reling te laten maken, zoals Di Caprio en Kate Blanchett in Titanic, maar dat vond ie te gevaarlijk. Hij had waarschijnlijk wel gelijk. Snif.

Van rechts verscheen er ook nog een of ander grijs bootje. Ik dacht dat de Park Service eens kwam controleren, maar ik was fout. Het leek een omgebouwde landingsboot van in Normandië.  Sommige gelukkigen mochten aan boord van het bootje om dichter bij land of de gletsjer te komen. Maar na een tijdje waren ze uit het zicht en dus weet ik niet wat hun speciale excursie wel was.

Het schip bleef nog altijd liggen waar het lag en ik vond dat we onze tijd een beetje aan het verprutsen waren. En dus begonnen we de lange weg terug door de spelonken naar onze balkon.

Bleek dat de kapitein op ons had gewacht om te vertrekken, gadverdamme.  Enfin, we zaten gelukkig aan stuurboord en zo bleven we de hele tijd de gletsjer in het oog houden vanaf ons balkon.

Vanaf de boeg leek of het er veel ijs dreef voor de gletsjer en dat we daar nooit door konden. Maar een keer dichterbij bleek dat toch mee te vallen en we voeren tussen de ijsschotsen door.



Maar we moesten niet alleen letten op de gletsjer maar ook op de ijsschotsen. Niet om een Titanicje te vermijden maar omdat er op sommige ijsschotsen ook baby zeehondjes lagen. En die keken ons, allez het schip, met grote ogen en een beetje schrik aan. Sloefie’s baasje heeft goede ogen en ze vond er wel een stuk of tien. Achteraf vertelde iemand aan tafel dat er ook een orka gezien was. Niet helemaal onlogisch want zeehondjes zijn een lekkernij voor orka’s.


De kapitein liet het schip een aantal keren naar links en naar rechts draaien (allez voor de taalpuristen naar stuurboord en naar bakboord - ja dat is het omgekeerde van wat ik net schreef). Zo kon iedereen vanaf zijn venster of balkon de gletsjer en zo goed zien.

Na een kleine twee uur of zo, vond de kapitein het welletjes en draaide hij de steven naar de uitgang van de fjord en konden wij stilletjes aan naar binnen om op te warmen.

Hehe. Net als onze kleine cruise in Kenai Fjords was dit toch een topmomentje.



Bij het naar buiten varen, zagen we geen beestjes meer, maar wel een rare wolk van maar enkele meters dik. Zou Frank dit ook verontrustend vinden of eerder een gladde uitleg voor hebben?

Als opwarming gingen we nog eens tot aan de bar voor een kuch koffie of zo. Dan onder de doesj en hop naar het avondeten.

Nu zit de dag er alweer op. De baasjes zijn weer brandhout aan het maken. En ik ben aan het einde van mijn Latijn.

Tot schrijft.

B.G. on the ice (en niet on the rockes)

Geen opmerkingen: