vrijdag 18 november 2016

Dag 11 : vamos a archipiélago


Dag lieve lezers en lezeressen. 

Wat vinden jullie van mijn Spaans?

Ik zit hier al een aantal dagen op te wachten. 

Vamos a la playa. Ik zou wel willen. Maar we gaan de grootste tijd op een schip ronddobberen dus kan ik moeilijk over een strand gaan zingen. Maar over een archipel wel. De archipiélago de Galápagos. Olé 

Hihi. 

Alhoewel. De ochtend. Dacht geen goed nieuws voor onze kleine en mezelf. Door de nogal rare vliegvoorschriften moesten we de rugzak delen met allerlei andere dingen die we normaal enkel in de valies tegenkomen. Gellekes, tandpasta, zonnecrème, deo, lenzen. 

Pfff au au au. 

Maar kom niet gezaagd, we waren dan ook in een socialistisch paradijs. 

Dat merkten we ook vanmorgen toen we het hotel wilden uitrijden met de bus. 

Elke zondag worden sommige grote boulevards afgesloten voor publieke wandelingen en evenementen, een beetje zoals de jaarlijkse autoloze zondag. Maar ons leek dat eerder een betoging georganiseerd door en voor de regering. Het zijn binnenkort verkiezingen en de vice wil president worden. Ook al hangt er een dikke wolk schandalen rond de huidige regering. 

Maar genoeg politiek op dit vroege zondagse uur. Jullie zitten hier niet te lezen voor Ieder zijn waarheid of De Zevende Dag. 

Wij moesten naar het vliegveld. Maar het kruispunt aan het hotel was volledig afgesloten. En dus moesten alle bussen slalommen tussen linten en verkeerskegels om weg te geraken. 

Wij hadden gisteren niet de introductietoer Quito gevolgd. Amai, dat is een grote stad.  De weg ging eerst wat op en neer, wat je kan verwachten van een stad op 2800 meter midden in de Andes. Maar dan kwamen we aan de rand van een diepe ravijn. Aan de overkant zagen we duizenden huisjes gebouwd tegen de andere zijde, een beetje zoals Rio of Sao Paulo. Maar geen bidonvilles. Voor zover we konden zien. 

Beneden liep een autostrada of zoiets. En die moesten we hebben. 

Amai ai ai. Wat een lange rit. Ik zat nog altijd met mijn neus tussen de tandpasta en de gellekes. En ik vond dat de rit al lang genoeg geduurd had. Maar er kwam maar geen eind aan. 

Kijk daar, hoorde ik, maar ik kon niets zien. Een wandelaar op de autostrade. En daar een fietser. Gelukkig op de pechstrook. Ik probeerde mij de gezichten van de toeristen in de bus voor te stellen. Hihi. 

Boink Boink iep. 

Ik hoopte stilletjes dat we eindelijk aan de luchthaven waren. Ik was het stilaan beu. Hopelijk werd ik straks bevrijd van tussen de cosmetica en kon ik eens in mijn ogen en oren wrijven tijdens de vlucht. 

We gingen door de veiligheidscontroles. Niemand vond ons.

We gingen door de stralingsmachine. Niemand vond ons.

Oef. Het was gelukt, broer en ik konden als verstekeling mee aan boord van het vliegtuig. Oef. Ik denk niet dat ze echte of pluchen honden hier goed behandelen. Als ze ze al niet opeten. Brrr.

Pisssst. We zaten blijkbaar. Waarschijnlijk de wachtzaal. Hopelijk duurde het niet te lang. 

Pisssst. We stonden terug recht. Dat was snel. We mochten al aan boord. Een vliegtuig enkel en alleen voor passagiers van Celebrity Cruises. 

Hopelijk was het geen kleine vlieger. 

Want we waren met minder dan honderd passagiers en als het geen Fokker of ATR was maar een Airbus, was er ook plaats voor onze kleine en mezelf. 

Oei oei oei.

Ik ben gisteren iets vergeten vertellen.

Soms moet Sandra zelfs niet het domme blondje spelen om haar betere zetels te krijgen. Gisterenochtend waren we gaan informeren over hoe we onze tickets moesten krijgen. En Sandra vroeg of we minstens een zetel aan het gangpad hadden. Zo kon ze tenminste haar benen uitstrekken. 

De man, 1,60 meter groot, keek eens naar Sandra en zei "I have something better". Wat beter kon hij hebben? Business Class? Neen zo genereus kon hij niet zijn, maar de nooduitgang was nog altijd vrij en daar heb je ook meer plaats. En zo kregen we lange plaatsen. 

Toen we op het vliegtuig waren, zat er al een koppel aan de overkant. En die hadden drie stoelen in gebruik. 

Jippie. Zo konden broer en ik eindelijk ontsnappen uit de volgestouwde zakken. 

De luchthaven was niet zo druk want binnen de wtienminuten waren we in de lucht, tijd voor een uiltje want Sloefie had niet veel zin om te spelen. 

Zzzzz, rrrrr, zzzzz, rrrrr.

 Boink, Boink, Boink.

We waren er..

Ik keek efkes op de schoot van mijn baas naar buiten, maar er was echt niets te zien. Heel dor gras, hier en daar een dorre struik en op de achtergrond een helderblauwe zee met een paar kleine of iets grotere schepen. Ik zocht naar een groot cruiseschip maar vond er geen. Oei. 

Op het einde van de baan draaide het vliegtuig om en rolde heel de weg terug. En daar was er dan toch een teken van leven. Een vliegtuig had al nieuwe passagiers ingeladen en een tweede groep passagiers stond te drummen aan de uitgang. Was het hier zo erg? Oei. 

De deur van het vliegtuig zwaaide vooraan en achteraan open. Maar het leek wel of er iemand met een haardrogers in het vliegtuig blies, zo warm. Oei.

Driemaal oei. Oeioeioei. Wat voor een vakantie gaat dit wel worden. Ik was toch. Iet zo zeker meer. Maar ik kreeg geen kans om mijn onrust te verkondigen. Samen met broer zat ik alweer tussen de cosmetica. 

Ik voelde de hitte door de rugzak heen, op weg naar de aankomsthal. Veel geroezemoes. Harde Spaanse woorden. Oei.

De rij schoof langzaam voort. 

Ook al hoefden we niet door de douane, toch kregen we nog bijkomende controles. En niet een maar drie. Oei.

Eerst het ministerie van agricultuur. Dan het ministerie van cultuur. En dan ... terug de scanner. Oei.

Maar we geraakten overal moeiteloos door. Als we maar geduld hadden. We waren dan ook in een socialistisch paradijs waar de ambtenaren ook niet te hard mogen werken. 

We werden wel begeleid naar een apart zaaltje. Niet omdat we iets mispeuterd hadden maar omdat iedereen van de Cruise een "vip" ontvangst kreeg met koffie en koekjes. En zo viel ook niet op dat de bussen ontbraken.

Maar niet gezaagd na een kwartier mochten we door de massa door laveren naar buiten, zoals Mozes en de Rode Zee, tot aan een drietal bussen. Wij zaten natuurlijk op de eerste. Ah ja, wij zijn rashonden hé en laten ons geen plaatsje afsnoepen. 

Mijn baasje keek wel een beetje verbaasd toen er een klein vrachtwagentje passeerde. Hij dacht eerst valiezen gezien te hebben maar achteraan waren er grote plastieken bakken zoals in kippenslachterij van meter Saerens. 

Maar een paar minuten later haalden we het vrachtwagentje terug en ja hoor, daar waren de valiezen. Hihi. Er keken er veel beteuterd in de bus. Wij kenden dat al, we waren al een week in Ecuador. 

De rit duurde maar vijf minuten. Tot in de zeehaven van de luchthaven. Dat kunnen ze op niet veel plaatsen zeggen.

Venetië. 

Ja, Sloefie. In Venetië. En jij weet dat want je bent zo al op Cruise vertrokken. Ik mocht toen niet mee. Ha.

Maar er lag geen schip aan de kade. Enkel kleine bootjes.

Oei. Hoe moesten we nu aan boord.

Oei. Er liepen een aantal mensen rond met dikke oranje jasjes. Ah, zwemvesten. 

Oei. Maar die waren veel te groot voor Sloefie en mij. 

Oeioeioei.

Dan maar in de zak tussen de cosmetica. 

Hatsjie. 

Mijn baasjes moesten eerst nog iets leren voor ze aan boord mochten, de Galapagos Handdruk. Neen, geen High Five of zo maar een manier om op een veilige wijze van en aan boord te gaan. Je neemt elkaar niet bij de hand maar bij de onderarm. Voor mensen geen probleem, maar voor ons pluchen beesten is dat toch een ander paar mouwen. 

Vroaar. Splash. Splash. Splash. Boink. Splash. 

Het bootje was weg en wij dus ook. 

Vroaar. Splash. Splash. Splash. Boink. Splash. 

Het schip lag ver weg blijkbaar. 

Buenas días. Welcome on board.

Hehe. Het was weer gelukt. We waren als verstekeling aan boord geraakt. 

Terwijl onze baasjes een stukje gingen eten - het was al rond twee - konden wij al de kamer onderzoeken. Kwestie van goeie waakplaatsen en speelplaatsen te vinden. Je mag eens raden welke voor wie waren. 

Na de lunch zijn we maar in de veilige plaats gekropen want de valiezen moesten leeg. Niet altijd een makkelijk moment. 

Maar daarna konden we allemaal op bed gaan liggen en even bijkomen. 

Buiten het avondeten hadden we nog een afspraak, rond vijf uur zouden we langs een eerste eilandje passeren met een eerste kans op vogels. 

Zzzzz. Zzzzz. Zzzzz. 

Ik waakte natuurlijk. Ah ja. Ik ben hier als security aan boord. 

Zzzzz. 

Huh. Oei. Dju. In slaap gevallen. 

Mijn baasjes waren al weg. Iedereen was blijkbaar op dek vijf om naar de vogels te kijken. Ik ben hun namen al vergeten maar ze zagen er groot en gevaarlijk uit, toch voor een kleine pluchen hond. 

Mijn baasje zag ook nog een vlucht "shearwater" vogels. Die jagen op zee. Sommige vissoorten zwemmen in grote scholen. Wanneer die heel dicht onder het wateroppervlak zwemmen, dan staat de tafe gedekt voor deze vogels. 

En dan stond de tafel ook gedekt voor de mensen.

Ik weet niet wanneer ze teruggekomen zijn. Ik ben nog altijd te moe na de eerste 9 dagen. 

Tot schrijfs. 

Groote Zzzzz


TISWorks somewhere in the wide wide world. 

Geen opmerkingen: