Ouah, geeuw, Ouah. Snif. Snotter.
Goeie morgen.
Alhoewel. We slapen nog altijd op 3200 meter, dus heel goed hebben we nog niet geslapen. Maar toch beter dan gisteren, dankzij de straffe Amerikaanse pillen van Sandra. Maar omdat de gids ons gisteren veel liet water drinken ... moesten mijn baasjes er vannacht regelmatig uit om een boompje op te zoeken. En daar slaap ik dus niet goed van hè.
Maar een dag zoals gisteren ging het vandaag toch niet worden. Om 7 moest de bagage al voor de buitendeur staan. De baasjes moesten daarna ga eten. En. Iet te traag want vandaag gingen we naar Brazilië.
Ik kon mijn oren. Iet geloven. Maar Andres, onze gids, was heel duidelijk gisteravond. We gingen die rivier volgen helemaal tot in Brazilië. Tot aan de Amazone. En dat is in Brazilië heb ik gelezen op Wikipedia.
Ben ik slim af ben ik slim?
Onze voormiddag ging dan ook grotendeels een lange afdaling zijn tot in Brazilië. Allez, tot aan de rivier de Napo. Niet niet tot in Napa Valley. Dat is niet in de jungle. Maar in Californië, in de wijnstreek. Maar tot aan de Rio Napo, een bijrivier van de Amazone.
Met elke bocht van de weg zakten we een metertje lager. En we moesten wel veel draaien want we gingen 2000 meter dalen. Pfff. Mensen zijn toch soms dom hé! Eerst gaan ze zo hoog klimmen, slapen ze slecht, en wanneer ze het gewoon zijn, dan gaan ze terug naar de kust. Pfff, als wij honden de wereld zouden kunnen besturen...
BOINK, boink. Naarmate we verder weg rijden, wordt de weg ook slechter. Regeringen, ze zullen het nooit leren.
Onderweg deden we een boompjespauze. Nadat de boompjes bezocht ware, mochten onze baasjes gaan proeven van locale delicatessen.
⁃ vis gebakken in een groot blad
⁃ Yuka powerdrink
⁃ Reuzenmeelwormen aan de stokje
Mijn broer en ikozijn wijselijk aan boord van de bus gebleven. Maar dat was niet slim van ons. Want Ons baasjes hebben er wel van gegeten. Als dat maar goed komt.
En dan zaten we echt midden in de jungle. Zo een beetje als in Afrika, maar dan zonder leeuwen en olifanten. De mooie dubbelvaks asfaltweg was ook al vele uren geleden. Regelmatig moest pony - onze chauffeur - in de remmen om rond een gat in de weg te slalommen. Of was de betonweg enkele meters gewoon weg.
Maar volgens Andres waren we bijna aan onze eindbestemming. Caso del Suizo, het huisje van de Zwitser.
Boink, boink, boink, iek.
Help. Aiuto. De weg is echt weg.
Er lagen enkel kleine kano's. En een gele, modderige overzet. Maar de weg is echt weg. En het water van de rivier is echt breed en snel. Hoe moesten we nu verder? Andres, de gids, had een grijns op zijn gezicht van oor tot oor. Wat ging er nu met ons gebeuren? Waren we in de handen van piraten gevallen. De gids zag er trouwens wel een beetje uit als piraat Jack Sparrow uit Pirates of The Caraibes.
Wij moesten de bus uit. De moddervlakte op, tussen de auto's en vrachtwagens.
Maar ik kan niet zwemmen. En mijn klein broertje ook niet.
En moet ik dan de bagage achterlaten. Maar dan ben ik geen goeie waakhond en dan mag ik volgende keer misschien. Iet meer mee.
STRESS.
Pony, de chauffeur, is ondertussen begonnen om de bagage uit het achterste van de bus te laden en enkele lokale indianen dragen die naar twee lange kano's met het logo CS. Waar zou dat voor staan?
Mijn. Aasje was duidelijk ook. Iet op zijn gemak. Want moest hij nu mij samen met zijn medicamenten overleveren aan de bagagedragers of me toch maar zelf dragen met het risico dat het bij de eerste bootbeklimming mis ging, of achterlaten in de bus?
Slik. Ikke achterblijven middeN in de jungle? Slik.
Awou. Awou. Zo een straffe waakhond was ik nu ook weer niet. Broer. Bij de volgende reis eerst goed alles lezen voor je je als waakvrijwilliger meldt. Dan kreeg je geen verrassingen zoals dit.
Enfin na enig aandringen van de grote baas, nam mijn baasje dan toch zijn beslissing. Ik mocht samen met de gele en zwarte handbagage mee met mijn baasjes.
Oef.
Hopelijk had Sloefie niets gemerkt, want anders zou ik dat nog maanden moeten horen van mijn pluche vriendjes die veilig achtergebleven waren in Um.
Wanneer we veilig en redelijk droog in de boot zaten, werden alle bagages ingeladen in de tip van de boot, terwijl wij achteraan twee per twee op een laag bankje zaten met onze poep net boven de bodem de boot. Het gewicht was ook niet mooi uitgelijnd. De bootsman ging aardig mogen tegensturen om ons recht te houden.
En dan waren we los. Met een brede bocht en veel lawaai stuurde de bootsman ons de rivier op.. ik dacht eerst dat we gewoon naar de overkant van de rivier gingen gebracht worden want daar stond ook een. Bus te wachten. Maar toen we halverwege waren vertrok die plots.
Oei. Wat nu? Gingen we te voet naar het hotel. Want Andres had gezegd dat het dichtbij was. Hij zag er trouwens nog meer uit als Jack Sparrow vond ik.
Neen dus. Ik zat mee op de jonge boot en we moesten wachten op de mindere jonge boot. (Grapje). En dan vlogen we eindelijk de grote rivier op. Met veel schuim en spatten en nog meer lawaai van de Yamaha buitenboordmotor. Ondertussen was mijn peso of dinero ook gevallen. CS was de afkorting van Casa del Suizo, we zaten op boten van het hotel. Maar dat had men ons toch niet verteld op voorhand. Dat we als piraten gingen landen in ons hotel.
Na een vijf minuutjes zagen we dan een piratenhotel opduiken bovenop een klif boven de rivier. En er hing ook een Zwitserse vlag. Dat is Nieuw. Naast bankenpiraten uit Zwitserland zijn er nu ook echte piraten in de Amazone.
De landing was nog gevaarlijker dan de start. Net als in de film leidde een smalle trap naar boven en de boten moesten aanleggen aan een smal stukje afbrokkelend beton.
Oei, oei. Dat we maar geen valiezen verliezen.
Mijn duffelbag raakte heelhuids en droog aan land. Maar onze tweede valies heeft wieltjes. En die durft al eens alleen op weg gaan. Nu ook. Op weg naar de rand van de trap. Help. Gelukkig was er een vingervlugge indiaan in de buurt die de valies snel mores leerde en de wieltjes blokkeerde.
Oef. Anders had Sandra niet veel propere kleren meer voor de rest van het verlof.
Na de bagage mochten wij ook aan land. De steile trap op.
Boven wachtte ons wel een klein paradijs op. Een groot en klein zwembad, twee restaurants, een grote bar, grote huisjes om in te slapen, een gedekte tafel. We waren terug in de bewoonde wereld.
Ik kon terug ontstressen.
Oef.
Hopelijk gebeurt dit geen tweede keer dit verlof.
Kom later kijken hier naar deel twee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten