zaterdag 19 november 2016

Dag 12 : Isla de Española

Vanaf vandaag vallen we onder een zwaar regime. Er is meestal een landing s morgens en een landing s namiddags. Dat kan een natte zijn, met de voeten in het water als je van de zodiak springt, of een droge, als er een pier of lavawal is. Na de landing heb je dan een wandeling. Een moeilijke of een makkelijke. En als het strand geschikt is kan je ook nog eens gaan snorkelen. 
Allez voor mijn broer en mijzelf was het makkelijker. We reisden in de waterdichte zak tot op,het strand. En ons baasjes hadden carabiniers en zakjes gekocht zodat we aan de broekriem of de fotozak konden hangen.
Toto loco?
Neen hoor. Hoe kunnen we anders de blog schrijven? Ha, daar hadden jullie niet aan gedacht hé! Wij hebben ook ons huiswerk gedaan hoor. 
Oh ja, ik was gisteren nog vergeten vertellen dat ons baasjes zich een snorkelpak zijn gaan passen. En vinnen en maskers enzo. Als dat maar goed afloopt. 
Het uitje van deze ochtend was dadelijk een intro tot vanalles.
  • natte landing
  • moeilijke wandeling over lava en lavazandstrand
  • snorkelen

Iedereen uit team Didier ging mee met de landing en dus schoven we op ons gemakje aan als laatste. Het warme zonnige weer was achtergebleven op de luchthaven. Het was dus eerder bibberen op de boot. 
Een keer aan land moest eerst de reddingsvest uit en de waterschoenen vervangen door iets deftigere die tegen lavasteen bestand was. En dan konden we opstap.
We werden begroet door de beachmaster, het mannetje dat de baas speelt over alle zeeleeuwen op dit stukje strand. Er lagen nogal wat zeeleeuwen te rusten op het strand. Zij moeten vele kilometers zwemmen om hun eten samen te vissen op zee en moeten dus ook zoals een atleet veel recupereren. Ik mocht zeker niet schrijven dat ze lui zijn. Ze zijn moe. Katten, die zijn lui. Maar zeeleeuwen niet. Voila.
Na de zeeleeuwen zagen we ook onze eerste vogeltjes. Dat maakte Herman de vogelaar heel blij. Er waren kleine bij en grote maar mijn pluchen hersentjes zijn hun namen ondertussen al vergeten. Maar er zaten wel vinken tussen en lijsters want het zijn de vinken die Darwin geholpen hebben met zijn evolutietheorie. 
Na de vogeltjes zagen we ook onze eerste leguanen. Die zaten verstopt tussen de lavastenen. Het waren zeeleguanen. Pekzwarte. Die leven van de algen op,de stenen. En boven water zijn die makkelijker te eten dan onder water. 
We wandelden nog wat verder in de hoop nog wat andere vogels te zien. Maar die waren of op verlof of ergens boven zee. Of iets in de struiken aan het doen dat ik van Google niet mag schrijven in een blog want Amerikanen zijn nogal,preuts, tenzij ze er geld kunnen aan verdienen. 
En zo kwamen we op ons gemak terug naar onze landingsplaats. Tijd voor mijn baasjes en de rest om het snorkelpak aan te trekken. 
Ik had met mijn broer Sloefie overlegd. We gingen niet wedden. Sandra ging zwemmen en mijn baasje ging terug uit het water komen. 
Er stonden niet zo hoge maar redelijk venijnige golfjes op het water. En het was koud zowel buiten als in het water. Mijn baasje houdt daar niet van. 
Tot mijn verbazing trokken ze allebei hun pak aan. Oei. Kenden we ze dan toch niet goed? Sandra lag al snel als een vis in het water. Hopelijk miszag de beachmaster haar niet voor een zeeleeuw. Mijn baasje daarentegen die stond stond duidelijk te rillen en stapte met lange tanden naar het water, of zeg je zoiets niet. Allez, hij luste het duidelijk niet. Ook niet met een extra drijfvest. En na vijf minuten kon ik een high five doen meet Sloefie. Mijn baasje kwam terug op het droge. Sandra ging de zee in samen met de ballonnenmadam.
Ah ja, je mag niet alleen in het water zwemmen. Mijnheer Didier kwam er ook bij zwemmen. Zo was hij ook niet alleen. 
Iedereen mocht tot aan een rots zo'n vijftig meter in zee zwemmen. Daar vond je soms jonge zeeleeuwen of andere vissen. Het krioelde er momenteel van een speciale soort, de homo snorkelensis. Hihi. Daarmee heb ik jullie goed liggen hé. 
Sloefie vindt dat een flauwe grap. Snif. Daar zijn broers voor. Zegt hij. 
Na een half uurtje was iedereen terug uit het water. De snorkelaars waren heel enthousiast, de gebuisde snorkelaars hadden honderdeneen redenen waarom het hun schuld niet was, en de rest was ook content. 
Maar dan moesten we door de branding terug aan boord. Oeioeioei. 
En al toonden de gidsen en matrozen hoe je juist en vlot aan boord klimt op een zodiak, toch dachten er nogal,wat landratten het beter te weten en zo werden of zij of iemand anders veel natter dan nodig was. 
Mijn broer en ik hadden daar geen last van. Wij hadden een speciaal plaatsje gereserveerd in de gele fotozak samen met alle electronica die bang was van het water. Wij bleven droog en in het slechtste geval ook drijven, hopelijk. 
Uiteindelijk was iedereen aan boord, geklommen of getrokken, en konden we terug naar de boot. Net op tijd voor de lunch. Want van wandelen en snorkelen krijg je honger.
En dan was er tijd voor de gidsen om ons uit te leggen hoe we vogels konden herkennen. Sloefie vond dat niet nodig want hij wist wel hoe een vogel er uitzag. Maar dat was niet het doel van de les. We moesten leren de verschillende soorten te herkennen. Daar had Sloefie ook geen zin in. Ik ken hem wel. Je zal het wel merken aan zijn stukken van de blog. 
En dan was het tijd voor de tweede landing. Dat was een droge. Maar moeilijke. En voor zware wandelschoenen. 
Aan land gingen we via langs een natuurlijke dam van lavastenen. En zoals beleefde mensen moesten we eerst onze voeten vegen. Om de bacteriën van onze schoenen te doden. Het eerste stuk was moeilijk wandelen. Gelukkig hingen we hoog en droog aan de fotozak. En na de eerste bocht zaten we plots in een crèche. Niet een kindercrèche maar een zeeleeuwencrèche.  Achter het strand was er een kleine poel die enkel bij hoogwater onderliep. Hier konden de jonge zeeleeuwen wachten op hun mama die op zee gaan vissen is. Rond de poel waren er oude lavastenen waar zowel zeeleeuwen als zeeleguanen konden genieten van de zon. 
Klikkerdeklikkerdeklik. Het leek wel of er een mitrailleur afging, zoveel foto's werden er genomen. 
Maar dit was nog maar het begin van de wandeling. We moesten voort. 
We wandelden langs de rand van het eiland. Overal staken er scherpe lavastenen uit. Beneden buiten de golven van de stille oceaan tegen de lava. Ooit zo de zee winnen. 
En overal zagen we vogels. Fregatvogels, enzo. En stormvogels. En een bruine pelikaan. En een vers geboren kuikentje. En een Galapagos havik. Hopelijk krijg die het kuikentje te zien. 
Zelfs in het binnenland kwamen we vogels tegen. Met jongen of met een ei. 
Puf puf puf. Wat was het warm. 
We gingen langs een andere weg terug naar de landingsplaats maar op het einde moesten we file lopen want niet iedereen was even goed te been (of luisterde wanneer hun groep voorttrok). 
En zo kwam onze tweede wandeling ook aan zijn einde. 
Met de laatste zodiak ging team Didier terug naar de boot, net op tijd om naar de briefing van de volgende dag te gaan luisteren. 
En dan? Eten en gaan slapen want morgen om acht zaten we alweer op een boot. 
Tot schrijfs. 
Groote Broer. 

Geen opmerkingen: