dinsdag 19 oktober 2010

Dag 11 StTi - Hoe sterk is de eenzame wandelaar

Hoe sterk is de eenzame wandelaar
die kromgebogen onder zijn fotorugzak
tegen de wind
zichzelf een weg baant?
Hoe zelfbewust de fotograaf
die voor de ogen van een verdwaalde eekhoorn
de zonsopgang mist,
zich Ansel Adams waant?
Hoe lacht vergenoegd de zakenman
zonder mededogen die een concurrent
verslagen vindt,
zelf haast failliet gaand.
vrij naar Ruud E. en Boudewijn d. G.

Je hebt vermoedelijk, beste lezer, al vernomen dat dag 11 tweemaal wordt gedocumenteerd. Hieronder het relaas van de buitenhuisactiviteiten met regelmatige terugkoppeling naar en reflectie over het binnenhuisgebeuren.

Pff.

Gisteren hadden we de zonsopgang beleefd vanaf Bryce Point. Na een kwartiertje kwamen de wolken wel het spel bederven. Maar ... vandaag was een andere dag. Met misschien ander weer.

Stilte ...

Het was twintig voor zeven. Het alarm ging niet af. Zo kon Sandra blijven slapen. IJdele hoop trouwens. Terugkoppelmoment 1

Snel wat kleren bij elkaar gezocht, de juiste soort ondergoed (een bh geeft misschien wat extra warmte maar het is voor de rest geen zicht op het verkeerde soort lijf), de nodige fotografieutenselien weggestopt, een windstopper en de autosleutels – om de rest op te pikken.

Met de wandellamp op de kop ging het dan naar het “Sunrise Point”.

Een eerste controle van de lucht was veelbelovend. Totaal geen wolkje te bespeuren. Beter de ogen terug naar de grond houden. Het is daar nog stikdonker en de een of andere clown heeft takken over het pad gesmeten. Grr. (Ter info, op die manier probeert de Park Service te verhinderen dat mensen verkeerde paden blijven gebruiken. Alleen zie je die bordjes wel niet in het donker.)

Enfin, na zo’n honderd yards begon het tussen de bomen wat licther te worden.

Zonsopgang? Nee, nog een uurtje wachten. De rand van de canyon kwam dichtbij. Opgelet niet te ver stappen. Er staat geen reling op de rand.

- Is het nu links of rechts naar Sunrise Point?

Goeie vraag in feite. Er zweefden geen andere mijnwerkerslampen in de lucht (een trefzekere aanduiding dat je een zonsopgangfotograaf in het vizier hebt). Dan maar gokken. Rechts ligt Sunset. Dus zal het wel links zijn.

Tja. En zeggen dat we GPS meehebben. Mannen, zo vergeetachtig.

Volgende vaststelling: de lucht boven het bos was dan wel wolkenloos. Niet moeilijk. De wolken zaten allemaal in de canyon en verderop in de Pariavallei. Met andere woorden, wanneer de zon opkomt dan zal dat achter die regen- en mistwolken zijn.

Drama?

Van de nood een deugd maken en “Hoodoos in de mist” filmen, een sequel op Gorilla’s in de mist. Als apen kunnen we nog altijd de talrijke moffen inhuren.

Het was trouwens druk op Sunrise Point. Met nog meer dan 40 minuten tot ZO (zonsopgang) waren er al een tiental mensen. In verschillende stadia van verkleuming. En het ging niet snel verbeteren want uit de canyon kwam een ijselijke tocht naar boven. Als je een gat in de markt zoekt: een schnapskraampje op Sunrise Point. Gouden zaken. Het mag wel niet van de Mormonen maar die hebben ook nood aan warmte in de nacht.

Enfin. Veel geblaat hierboven maar weinig wol. Af en toe werd er een foto genomen van de wegtrekkende wolken. We leefden allemaal op hoop. Het werd halfacht, nog een tien minuten te gaan. Er was een diffuus licht in de canyon – spooky. Terugkoppelmoment 2.

Maar de hoop werd vakkundig de grond ingeboord. Ver weg begonnen de wolken over de volgende bergketen te trekken – weg zon – en in de canyon zelf vonden de wolken nieuwe moed (technische info te verkrijgen bij Sabine Haegedoren). Ze keerden namelijk terug. Even more spooky. ZO kwam en ging voorbij. Ver weg kleurden een paar wolkjes oranje. En dat was het. Daar kon een lading Japanse fotografen geen Lumen aan veranderen.

Rond acht uur had iedereen er dan ook genoeg van. Terug naar de kamer dus. Terugkoppelmoment 3.

Een stevige lauwe douche later en we waren klaar voor ontbijt. De een of andere lokale omelet geprobeerd met veel ingrediƫnten voor een vlotte stoelgang (lazen we achteraf). Ai.

Wat met de rest van de dag? Sandra kon tot haar grooooote spijt niet echt deelnemen aan buitenkamerse activiteiten. Er zat niets anders op dan een Solo Slim te spelen. Wat werd het dan? Een afdaling in de Canyon tot in de Queens Garden en dan via de Navajo Loop terug naar boven. Duur normaliter anderhalf a twee uur. Zonder fotokes.

Een laatste knuffel van vrouw en hond en we konden de rand over. Het voordeel van de Queens Garden Trail is dat hij met een bijna constant tempo daalt. Dat loopt lekker – tot je terug moet. De zon deed ondertussen verwoede pogingen om de laatste wolken op te lossen. Dat kon nog interessant licht opleveren. Het was wel druk op het pad – om het enigszins correct aan te duiden, het was een autobahn met af en toe des embouteillages. Heel internationaal dus.

De wandeling verliep naar wens. Dan eens zon, dan eens wolken, dan eens een toerist die in beeld bleef staan. En zo kwamen we uiteindelijk in het hof van Queen Victoria – ja, ik kan er toch ook niet aan doen dat iemand die naam aan een rots heeft gegeven.

Aan de voet van Queen Vic moest er gekozen worden. Terug of doorsteken naar Navajo?

Het tweede dus. De doorsteek loopt grotendeels door bos met kans op vogels en andere levende wezens. Pech voor Sandra dat ze er niet bij kon zijn. Wanneer de luidruchtige toeristen verdwenen waren, kon je ze horen. Eekhoorns die elkaar de dagprijs van verse dennenappels doorfluiten. Vogels op zoek naar een laatste vet insect als middageten. Raven op zoek naar een hapklare brok veren.

En zo kwamen we aan de volgende keuzemogelijkheid
1) Peekaboo trail naar Bryce Point
2) Navajo trail langs Wall Street
3) Navajo trail langs de andere kant

De keuze was snel gemaakt. Optie 1) was een zwarte piste. De Arches-knie tekende bezwaar aan. Optie 2) was “trail closed” (Wall Street was gecrashd) dus afslaan naar rechts. Vier jaar geleden was het net andersom. Toen was enkel Wall Street open.

Op het eerste zicht leek Optie 3) gemakkelijker dan Optie 2). Het pad klom traagjes naar omhoog met veel licht en veel lucht. Niet te vegelijken met de sneeuw en ijspartij van optie 2). Maar … je ontkomt niet aan een van de basisregels van het wandelen: “Who hikes down must hike up.”©2010 StTi.

En na de onvermijdelijke bocht ligt het bewijs op tafel. Het pad gaat steil naar boven tussen enkele schotse en scheve Douglas sparren. Na een tweehonderd meter moet het pad tegen een steile muur op. Dat werd dus zigzag lopen. Gelukkig zonder sneeuw of modder. We hielden het proper. Net als bij Wall Street was het zicht naar boven en naar beneden wel prachtig. Maar niet getreuzeld. Boven zijn we bijlange nog niet. Na de zigzag ging het pad terug “normaal steil” naar boven. Maar nu moest je wel tegen de koude wind in. Brr. De zon was trouwens ondertussen ook al verdwenen.

En voila, elke beproeving kent zijn einde (of zijn opgave). Sunset Point kwam in zicht. Foto 5000 passeerde op de 7D - in 366 dagen. En hop, we waren op de rim trail. Vanaf hier ging het vlak. Waar zou Sandra zitten? Niet op de kamer, niet op de stoep. Dan maar de WIFI mast gezocht. Gevonden. Terugkoppelmoment 4

Met een lage bloedsuikerspiegel werd overgegaan tot een korte lunch met biscuits en kaas.

Wat zouden we nu doen? De kaartjes moesten nog geschreven en de benen waren nog fris (relatief).

Waarom nog geen tweede wandeling? Van Bryce Point tot de kamer bijvoorbeeld.

Niet via de Peeckaboo want die was moeilijk – en gevaarlijk bij onweer maar via de verlengde Rim Trail, die was niet zo moeilijk en enkel gevaarlijk bij onweer.

De wandelaar kon een lift versieren tot aan Bryce Point (alternatief: zelf heen en weer gaan). Met extra bescherming tegen de kou kon hij alweer de rand over. Het was ondertussen ergens tussen de 42 en 45 graden, zeg maar rond de 5 graden Celsius en uit het westen kwam er een blauwzwarte wolk aangedreven – geen supporters van Club maar een brenger van veel donder en bliksem. Voortmaken dus. Vooral bij het eerste deel waar je als een wandelende bliksemafleider op de rand van de canyon loopt.

Na een kleine kilometer liepen we dan onder de rand, wel nog altijd tussen de bomen maar het geeft al een veiliger gevoel – we vergeten even de cursussen fysica van eerste en tweede kan en de cursus gezond verstand. En nog een kleine verrassing. Een wederzijdse. Plots springen een drietal muildierherten over het pad. De eenzame wandelaar was (aangenaam) verrast. Snel nog enkele fotootjes voor Sandra (ze zijn toch zo schattig mijnheer) en voort met de koets. Het begon eindelijk licht te regenen. We passeren Inspiration Point. Nog een dikke kilometer te gaan tot Sunset Point.

Oef. Na anderhalf uur zijn we terug op de kamer. Sandra voelde zich een beetje beter. We hebben een pre-briefing van de route van morgen. En dan had Steven het lumineuze idee om nog eens naar Fairyland Point te gaan – een kleine zijvallei van Bryce dat quasi nog in het beginstadium van hoodoo vorming is.

Maar niet alles was peis en vree. Op weg naar FP kwamen we een groot verlicht verkeersbord tegen: Crossing Wild Life. Dat was ook de eerste keer. En ja hoor. 100 meter verder zaten er herten. En Sandra ongelukkig – enkel de breedhoeklens was mee in de auto, en daar kan je geen kleine hertjes mee schieten. Enfin, die soort hadden we gisteren ook al gezien. Maar na de afslag voor FP nog meer dierenplezier. En ditmaal was het een “nieuwe” soort. Sandra was dus diep ongelukkig. En de doorbrekende avondzon kon daar niets aan veranderen. Erger nog een Bluejay (een soort gaai) vloog haar schetterend voorbij. Ik wil een telezoom op mijn iPod.

Tja. Steve? Somebody listening in Cupertino?

Op de terugweg naar de kamer kwamen we ook nog jonge mannetjesherten tegen. Maar nu was de kamer niet veraf meer. Steven kon als straf een tweede fototoestel halen, on the double. Hij was trouwens net op tijd terug. De batterij van de eerste was quasi leeg.

Ahh.

Na zoveel emotie, tijd voor het avondeten in het lokale etablissement. En dan tijd voor adressen plakken, postzegels plakken, blogs schrijven, blogs opladen, ddt fouten corrigeren.

Pff.

All in a days work.

Morgen gaan we naar Cedar Breaks. Daar sneeuwde het twee weken geleden al.

Jiha! Way to go.

Tot schrijfs.

Geen opmerkingen: