zaterdag 23 oktober 2010

Dag 15 – De hemel is op aarde gevallen

The rain in Spain stays mainly on the plain.

Bij gebrek aan vlaktes hier in de Bergen van Utah, is de regen niet op de vlakte gebleven vandaag. Integendeel. Na een drietal nieuwe zondvloeden vannacht begon de dag grijs en zwanger van water (lees nat). Het stopte af en toe wel eens met regenen. Maar dat duurde net lang genoeg om een fotootje te kunnen nemen van de wolken die de vallei verder opslokten.
Zicht uit de slaapkamer

We zaten dus vandaag met een regendag – een echte regendag.
Niet dat we daarom moesten treuren. Het oorspronkelijk weerbericht voor deze week voorzag voor elke dag wel een dosis hemelwater. Uiteindelijk hielden we er anderhalve grijze dag in Bryce en nu een plensdag in Zion.

Onze plannen om vandaag Angels Landing te doen (of toch tot aan Scotts Outlook) konden we nu helemaal opbergen. Sommige stukken van het pad zijn gewoonweg te glad bij regen plus als er bliksem is ben je als mens de ideale verbinding naar de aarde. Dat is wel leuk in een komische film maar niet als je zelf voor bliksemafleider moet spelen.

Wat dan gedaan? Wel als alternatief voor de wandeling hadden we al een ritje over de Kolob Terrace Road voorzien. Een tochtje van zo’n 60 mijl naar het hinterland achter de Zion Vallei.

Voor we konden starten moesten we wel eerst alles inpakken. Ook al bleven we drie nachten, we konden niet in de zelfde kamer blijven. En hoe hard Sandra ook smeekte, we werden gerepatrieerd naar een andere kamer. “You’ll know at One O’clock”.

Snel nog een koek en een koffie – nog altijd niet van *bucks kwaliteit. Tussen de buien door nog een paar fotootjes van de wolken en we waren klaar voor de rit.

Eerst terug naar de hoofdweg en dan richting het bezoekerscentrum en de zuiduitgang.

We probeerden snel snel nog enkele foto’s van de zuidvallei maar het effect was dat de lens goed nat was. We konden niet anders dan ons langs de kant van de weg te zetten en eerst een operatie schoonmaak te starten. En natuurlijk vielen de nodige dingen weer tussen en onder de zetels. Murphy toch!


Enfin, na het nodige geblaas en gewrijf konden we verder. Eerst traagjes door Springdale (het dorp ten zuiden van het park) en dan nog door enkele kleine gehuchten die ook al leefden van het toerisme (B&B, Motel, Native Art Shop). Na een kwartiertje werd de weg breder en de wetgever guller. We mochten terug 55 of 65 rijden. Tot in Virgin. Daar ging het hard rechts terug richting de bergen.

Eerst reden we door een hoop koterie, het leek wel de trein tussen Brugge en Blankenberge zoals ik me nog herinner van lang geleden. Dan ging de weg flink omhoog. Over een heuvelrug bedekt met oude lava en afgebrande boompjes ging het snel bergop. Beneden liepen de koeien en paarden al op hun frisgroene winterweiden. En we kwamen regelmatig nog meer boerderijbeesten tegen. Sommige op een trailer sjezend naar beneden, andere rustig wachtend op vervoer.

Bergen in de mist
Ondertussen zaten we al vlot tegen de tweeduizend meter en de weg ging een eerste keer Zion NP terug in. Wij hadden geen regen meer maar de verschillende bergkammen in het park waren allemaal omzwachteld met dikke regenwolken. In zo’n geval moet je als fotograaf van de nood een deugd maken en er werden dus regenwolkenfoto’s gemaakt met stukjes rots. (en nee ik ga hier niet beginnen over de sequel van “Gorilla’s in the mist”, “Cows in the mist”). Voor de chauffeur was het ook hard werken. Niet te snel rijden, op tijd stoppen, niet in de plassen rijden, af en toe de ruitenwisser laten zwiepen … Teamwerk dus.

In het begin waren de wolken nog boven ons, maar de weg bleef maar stijgen. Het was dan ook onvermijdelijk, we begonnen in de mist/regenwolken te rijden. Wij hadden wel onze autolichten opgezet maar de locals vonden dat niet nodig (of ze waren kapot). Op de smalle stukken was het dan ook wel dubbel opletten. En wanneer begonnen we dan aan het echt steile en smalle stuk, wanneer we het diepst in de wolken zaten natuurlijk. Spooky? Scary? Bah.

We reden nog een keer uit en in het park. Raar, normaliter mag er in een Nationaal Park niet aan landbouw gedaan worden maar hier vonden we toch nog levende koeien en paarden in de wei – ook al was het NPS grond. Buiten het park stonden in feite nogal wat huizen/ranches. Meer dan je zou verwachten in zo’n uithoek. In de buurt van het Kolob reservoir was men zelfs twee verkavelingen aan het uitvoeren. Alhoewel – door de kredietcrisis leek dat wel een beetje stil te liggen.

We hadden ons Tommeke de weg niet gevraagd. En we zijn dus ook een beetje fout gereden. Steven dacht dat het rechtsaf was (naar de Valley Overlook) maar Sandra zag overal bordjes met trespassing staan. Dus hebben we de auto maar twee keer omgedraaid. Wie had er trouwens gelijk? Allebei. De trespassing sloeg op de veldwegen naast de gewone grindweg.

Maar voor we dit wisten, waren we al doorgereden tot aan Kolob Reservoir. En we hebben de gegevens van het immobiliakantoor genoteerd. Je weet maar nooit waar dat goed voor is. Er stonden wel verdacht veel huizen te koop op het stukje weg, maar het zicht was wel magnifiek. Dus misschien een kans op een goede investering? Kandidaten mogen altijd een mailtje sturen.

Enfin, we keerden onze kar aan het reservoir en op de terugweg slalomden we tussen de trespassing bordjes door richting uitkijkpunt. De weg begon stilaan een modderstroompje te worden met diepe plassen. Ondanks Sandra’s voorzichtige rijstijl sloeg het water af en toe tot boven op het dak van de auto. Van het rode stof van vorige week was niet veel meer over. En zo kwamen we aan Lava Point. Zoals de naam het zegt, een uitkijkpunt bovenop een oude lavastroom. Wie moet nog naar Hawaï gaan als je hier lava kan krijgen? Het regende quasi niet meer en we hadden een mooi zicht op de Zion vallei – correctie de wolken in de Zion vallei.

Na een tiental minuten waren we terug weg – overal waren wel vogels te horen maar met het beperkte licht was daar weinig van te zien laat staan te fotograferen. Voor de grap vroegen we aan Tommeke om de weg terug uit te zoeken. En ja hoor, na nog geen kilometer stuurde hij ons een wandelpad op dat rechtstreeks naar Angels Landing liep. Maar daar was ons karretje veel te breed en zwaar voor. En dus werd het alweer een verhaal van “keer om, keer om”. Tommeke, Tommeke.

De terugweg was al even beneveld als de heenweg. Zeker de scary stukken. Maar we kwamen heelhuids beneden aan de SR-9 en konden terug naar Zion.

Aankomsttijd: 13 uur. Zouden ze onze nieuwe kamer al weten? 211. Net naast 209, onze vorige kamer. Al die moeite voor twee meter!

Na een korte lunch en een lange babbel met twee Amerikaanse toeristen aan de tafel, konden we onze nieuwe kamer uitproberen. Sandra besloot om een oefening valiezenpakken in te lassen. Valies 1: 11 kilogram, Valies 2: 28 kilogram. Een beetje veel onbalans dus. Nieuwe kleren (gedragen en ongedragen) kon verschoven worden. Ook de winterkleding (hopen we dan maar).

Tegelijkertijd werden er nog wat foto’s gekopieerd en gearchiveerd. En zo werd het alweer zes uur. Tijd voor het diner. En dan blogje schrijven, blogje laden, tukje doen.

Tot morgen, als er internet is tenminste.

PS. Morgen veranderen we van tijdzone, Dan is het verschil negen (9) uur i.p.v. acht (8).

Geen opmerkingen: