zaterdag 5 januari 2019

T 2 : met gemengde gevoelens

Dag lieve lezertjes aan de andere kant van de wereld,

Ik liet jullie achter ergens boven de Zuid-Brazilië. We waren dus al mooi ver in Zuid-Amerika. Hoe verging het de rest van de dag?

Wel de baasjes zagen er een beetje verfrommeld uit vanmorgen - vliegen en slapen is toch niet ideaal blijkbaar voor mensen - maar verzekerden ze mij, veel minder verfrommeld omdat ze in een badkuip van business hadden mogen slapen.

Ik ben er zeker van., Wanneer ik mijn baasje voorstel om eens in de badkuip te gaan slapen, dan mag ik vier weken het gras afdoen, met de keukenschaar.   Maar kom, wie zei dat baasjes logisch waren. Ha.

Alleszins het ontbijt was heel wat uitgebreider en lekkerderder dan anders. Croissant, toast (2 stuks), configuur, gesuikerde yoghurt (!), fruitsap,  een omelet en hesp. En echte messen en vorken en een groot serviet. Dat slapen in een badkuip heeft dan toch voordelen.

Mijn baasje had dan eindelijk de bewegende aardbol op het scherm gezet en ik kon mooi zien hoe we op de rand van nacht en dag aan het vliegen waren. Wij aan bakboord hadden zon, de andere kant had er geen.

Eerst vlogen we nog over Paraguay, en wanneer de bergen buiten echt hoog werden en met een witte top (jippie de eerste sneeuw van 2019) waren we eindelijk op onze bestemming, Chili. Zoals de pepertjes die heel lekker smaken bij Burger King. 

Iets na het geplande uur, kwamen we met een grote plof met de wielen op de grond. Iberia piloten trainen niet op zachte landingen blijkbaar. Of ze waren ook moe misschien.

We hadden al alles bij elkaar gezocht en waren dan ook naar gewoonte bij de eerste die van de vlieger stapten. Nog een voordeel van vliegen in de badkuipklasse.

Omdat de rest veel verder naar achter zat, moesten we natuurlijk wel een tijdje wachten. Brrr. Dat worden lange rijen bij de immigratie.

We liepen door een netwerk van gangen. Baasje vond dat het er een beetje leek op het oude Zaventem. Het was zo “alles was er wel, maar niet altijd in goede, functionele staat”.

Eindelijk mochten we in de rij gaan staan voor de immigratie. De mensen zagen er wel vriendelijker uit dan die in New York of zo. Maar ja,, misschien hebben ze hier ook een president die ze wel allemaal ongeveer op een rij staan heeft. 

Na de immigratie was het alweer wachten geblazen.

Help. We zitten in het verhaal van Agatha Christie. Veertien kleine negertjes. En dan waren ze nog met elf. 

Wat was er gebeurd? Wie was de moordenaar?

De ziekte van overboeking blijkbaar. Er was niet genoeg plaats op de vlieger en dus mochten er drie medepassagiers mee met de vlucht van een kwartier later. 

Volgende wachtkamer : de bagage carroussel. 

Terwijl we nog een plaatsje aan het zoeken waren voor het wachten, moest ik mijn baasje al in zijn oor bijten. 

Daar daar twee lichtblauwe, geblutste en gebuilde koffers. Die zijn van ons. 

Met een duik en een sleur kon mijn baasje de twee van de band halen. Nog een voordeel van de badkuipklasse?

En dan was het wachten, lang wachten, heel lang wachten. Had ik al gezegd dat het een grote vlieger was en dat ie overvol zat?

Na een kwartiertje was de rest van de bagage er ook. Maar ook die van alle andere vluchten. En dus was het aanschuiven voor de douane. 

Ik leidde baasje langs de hele lange rij wachtenden en dacht zo snel te zijn. Maar Sloefie was slimmer, hij leidde de rest via een doorgangetje voor bejaarden, gehandicapten en andere moeilijke gevallen. En zo waren wij laatst buiten.

En daar gingen we dan wachten op de ontbrekende drie.

Pfff. Ik hou niet van wachten.

Na een kwartiertje waren we terug volledig en konden we met onze valiesjes op zoek naar de bus. Pfff. Dat was wel een grote. Maar die was berekend op het aantal valiezen. Voor de volgende dagen gingen we met een kleine bus op stap. 

Enige stop was het hotel. Daar mocht iedereen douchen en een nieuw velletje aantrekken. 

En dan gingen we met een nieuw busje dwars door de stad naar het restaurant. Het menu moest er wel vertaald worden met gebarentaal.

Na het middageten - veel eten maar weinig drank - gingen we nog wat in de stadsfiles. 


We gingen eerst het metropolitan park bezoeken, een parkje aangelegd langs de rivier. En dan gingen we naar de SAN Cristobal heuvel voor een mooi overzicht van de stad. Maar het had al lang niet geregend en dus hing er een groot smog-deken over de stad en de heuvels. 

Dan was het terug stadsfile op weg naar de Santa Lucia, de heuvel midden in de stad. 

Ik hou niet van stadsfiles. 

Mijn baasje ook. 

En dan gingen we nog naar de Plaza de Armas, het Spaanse equivalent van een Grote Markt. In de Nieuwe Wereld begon Spanje bij de bouw van een nieuwe stad, steeds met een zelfde plan, een dambord met centraal het wapenplein. 

Rond de plaza vind je de belangrijkste gebouwen, de president, de kathedraal, het stadhuis. 

We liepen zo door heel wat straatjes. Je moest wel heel braaf zijn want overal stond er politie. 

En we kregen ook nog uitleg over wat er in 1973 gebeurde bij de militaire staatsgreep die president Allende de kop koste - en nog een paar duizende andere Chilenen. 

De wandeling deed wel goed voor de baasjes. En ze begonnen lekkere plannen te maken voor vanavond. We gingen een ijsthee drinken bij HRC. JIPIE. 


Alhoewel. 

Een keer in het hotel, gingen Sandra en Sloefie vragen of zo toegang kregen tot de lounge. Oei, oei. Grote paniek. Want we hadden dat direct moeten krijgen. 

En dan twijfelden de baasjes of ze wel zouden naar HRC gaan. 

Ja, maar zo niet he. 

Paf, beslist. We gaan naar boven naar de lounge, niet naar HRC. En denk je dat Sloefie en ik inspraak kregen? Niks van, meekomen. 

Gelukkig voor Sloefie en mij, was er toch niet zoveel om te eten of drinken. 

Een voorbeeld? Als bier was er Heineken. 4 flesjes. En dat was het het. 

Genoeg om er zat van te worden maar niets lekker. 

En dus gingen we naar HRC. JIPIE. 

Maar onze ijdensweg was nog niet gedaan. 

Hoe er te geraken. 

De gids zei via de metro. Het hotel stelde een taxi voor. En de toeristdienst stelde uber voor. 

Teveel keuze en lap, de baasjes konden niet kiezen. 

Uiteindelijk werd het een taxi die dollars aannam. 

De Hardrock was in een modern deel van de stad waar de gemiddelde Chileen zeker geen slaapplaats kan vinden. 

Het winkeltje was klein maar we vonden wat we zochten. 

En dan konden we aan tafel.

Het was ondertussen 9 uur en iedereen had honger en dorst, en goesting. 

Bestellen was moeilijk want Spaans alstublieft. En de Pepsi was ook een probleem. Later vonden we waarom, dit was de eerste hardrock die geen Pepsi maar cola verkocht. 

De ijsthee smaakte een beetje raar maar dat gebeurt wel meer. 

Het eten smaakte ook al raar maar vooral te koud. In tegenstelling tot de drank was de Pepsi was lauw. 

snif en snotter, ik wel een ijsthee uit Antwerpen - of van opa Vic maar dat is al lang geleden dat hij thee heeft gemaakt. 

Teleurgesteld gingen we met een uber terug naar hotel.

Daar was ondertussen de lounge ook al dicht. En de supermarkt achter het hotel was ook dicht. 

Snif. 

Dat was uiteindelijk niet zo een toffe dag. Hopelijk wordt het morgen beter. 

Broer. 

Geen opmerkingen: