zondag 14 september 2008

Dag 12 - Le jour le plus long

Hallo,

de titel zegt het al. Vandaag maken we onze langste trip. Van Acadia NP - ooit een Franse kolonie - naar Quebec Ville - ooit een Franse kolonie. L'histoire se répète.

Maar eerst maken we gebruik van de diensten van de US Postal Service. Sandra heeft zich aan het schrijven gezet en onze kaartjes zijn klaar om gepost te worden. Een klein wonder want normaliter duurt het een kleine week voor we onze pen opnemen en het juiste adres invullen (als we het adres niet vergeten zijn).

En dan beginnen we aan onze grote trektocht naar het Noorden. Eerst nog door minder interessant want industrieel gebied. In Bangor gooien we ons benzinetankje nog eens vol. $3,60 voor een gallon of nog geen Euro per liter. Dat wordt straks wel anders in Canada. En jipie, we kunnen ons maagje ook volgooien met een lekkere Starbucks Venti Late (niet verkrijgbaar per gallon weliswaar).

Net buiten Bangor staat al een eerste bord om ons te verwittigen voor elanden (moose) en herten. Dat maakt Sandra heel blij (niet dat je er mee kan botsen natuurlijk maar dat je er kan zien). Spijtig genoeg is de enige Moose die we te zien krijgen, een exemplaat met vleugels. Zal de koffie toch te sterk geweest zijn? Enfin, alle gekheid op een stokje, bocht na bocht, boom na boom rijden we dieper in het binnenland van Maine. In Greenville komen we zelfs de grootste Moose ter wereld tegen: het Moosehead Lake, waarin de Moose rivier uitmondt. Moet er nog Moose zijn?

Na een korte lunch sturen we ons autootje terug op pad, helemaal langs het meer richting de Canadese grens. In een van de weinige dorpjes langs de weg, heeft een van de bewonders zijn watervliegtuig gewoon langs zijn huis geparkeerd, alsof het een auto is. Voor de rest is er weinig leven te bespeuren. Enkele watervogels op het meer en andere vogels verscholen in de bomen, zeker geen elanden of herten. Pech dus.

Een keer de grens met Canada (Province du Quebec) over, verandert het landschap snel. In plaats van eindeloze bossen, komen we terug akkers en kleine bedrijven tegen. De huizen zien er Amerikaans uit en toch weer niet. En ja, alle borden zijn in het Frans. Ook de radio heeft het door en ook die braakt Frans uit de luidsprekers, de ene zender al beter verstaanbaar dan de andere.

Na een tijdje wordt de weg een soort van autostrade en begint Quebec Ville dichterbij te komen. Na een beetje zoeken naar het hotel (GPS kent geen straatnummers) kunnen we onze benen eindelijk eens strekken. We krijgen zelfs een upgrade naar een kamer met jacuzzi. Om de stress van het lange rijden te laten wegborrelen.

ZO, tot morgen dan.

Sandra en Steven

Geen opmerkingen: