maandag 25 oktober 2010

Dag 17 - Loneliness

We hebben vannacht allebei slecht geslapen. Slecht geweten? Te kort bed? Te weinig lawaai? Te stoffig? Whatever. We stonden een beetje mottig naast ons bed.

Buiten was al uren een zuidwester aan het blazen. Hopelijk waren de regenwolken van gisteren daardoor weg (en niet dat er nog bijgekomen waren, we hadden onze buik vol van die depressie in Zuid-Californie.

Het was zondag en iedereen zou wel naar de kerk hier zijn zekers?

Nee hoor.

De eetzaal van het motel was goed gevuld met jagers en locals. En de ontbijtporties leken leken voldoende om een hele dag op te kunnen marcheren.

Na de geslaagde kip- en cheeseburger van gisteren probeerden we de locale omelet. Maar we moesten wel geduld hebben ... Met 230 mijl voor de boeg is dat geen probleem.

Na de menschen kreeg ook de voiture zijn eten en drinken ook la was zijn tankje nog halfvol. Maar, net als in bush in Australie, moet je hier tanken wanneer je kan. In totaal gingen we vandaag 4 plaatsen passeren met een tankstation. Dat was nummer 1.

Allez, iedereen had gegeten en gedronken. We konden op weg.

Steven stelde voor om toch maar te gaan kijken of de weg naar de "top" open was. Whealer Peak ligt boven de 12000 voet en je kan met je auto tot boven de 10000 voet (of 3000 meter wie geen rekenmachine bij de hand heeft).

Zo gezegd, zo gedaan. We passeren niet langs de VC. Als het niet veilig is, dan hadden ze de weg maar moeten sluiten vanmorgen.

Na een 8 mijl stonden we terug in het park en aan de afslag naar de top. De bareeltjes stonden mooi open. Allez, hop het eerste stuk dan maar tot aan de campgrounds.

Na nog eens 4 mijl ... de bareeltjes staan hier nog altijd open. Hop tot aan Mather Overlook. Dan hebben we tenminste al een mooie foto van de top - of de sneeuwstorm errond.

Na enkele haarspeldbochten staan we aan Mather Overlook. bijna 9000 voet. Steven probeerde de deur van de auto open te krijgen maar dat lukte niet goed. Technisch mankement? Rots in de weg? Nee hoor. Er was zoveel wind (en zo een grote deur) dat je al je gewicht moest gebruiken om de deur open te krijgen. En de wind bracht ook ... sneeuw mee. Na enkele pogingen om een foto te nemen, moesten we het opgeven. De sneeuw vloog recht in de lens en de resulterende foto's waren niet bruikbaar.

Maar ... de bareeltjes stonden nog altijd open. Dus reden we verder. In de verte zagen we al een jeep van de Park Service komen. Dus wegwezen voor we naar beneden gestuurd worden.

Na Mather reden we door de smeltende sneeuw maar de weg was nog goed berijdbaar. We passeerden 10.000 voet. We passeerden 3000 meter. En zo kwamen we aan de hoogste parking. Hier lag nog maagdelijke sneeuw. Een Inch misschien maar toch. Sneeuw. En we waren niet tegengehouden door een "Road Closed".

Net op tijd trouwens. De jeep van de NPS was ook hier en de ranger begon alles te controleren en af te sluiten. Tijd om af te dalen. Af en toe stopten we nog op een veilige plaats voor een paar fotootjes. Beneden was het ondertussen stralende zon. Hopelijk bleef het zo.

We hoefden geen stempel meer dus kon Tommeke ons dadelijk naar onze eindbestemming brengen. Dat wou hij dan wel via een wandelpad doen (de wegeninfo zou toch echt beter moeten tomtom) maar we wisten beter. 220 mijl nog te doen. Geschatte aankomst: 16u15 of iets meer dan 4,5 uur rijden.

Waren de wegen gisteren kaarsrecht, nu draaide de baan alle richtingen uit en deed vooral omwegen. We waren op US-6, de weg die van "nowhere to nowhere" gaat.

IN de enige stad met een BoA kantoor stopten we even voor wat papieren dollars en dan kan het verder. Eerst was het nog heel druk maar een keer voorbij de afslag naar Las Vegas zijn we alleen op de wereld. Op de resterende 150 mijl hadden we een tiental tegenliggers, een (1) verlaten (indianen-)dorp en enkele huizen ver weg.

Een lang stuk reden we trouwens net boven het uitgebreid oefenterrein van Nellis AFB (qua oppervlak bijna 40% van Nevada) en in het midden van niets zagen we plots een C-130 optrekken. Een geheim vliegveld? CIA? Crembo in actie? Geen idee.

Maar aan alle eenzaamheid kwam een einde. Met 45 minuten voorsprong op het schema kwamen we aan in Tonopah. Een oude mijnsite - erger dan in de Borinage - maar ook een van de weinige plaatsen met eten, drinken en een goed bed in deze woestenij.

Morgen gaan we naar het land van Governator, California. En alweer een ghost town, Bodie.

Als we zelf maar geen geesten worden.

Tot morgen, misschien.

1 opmerking:

Lieven zei

Woaw, en ik hier maar bossen en jaloers worden van zo'n verhalen, amuseer jullie nog.....